Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar, in euro - 4 maart 1999 - 2004 - 2006, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet, in Belgische frank, 4 maart 1999 - 2002 - 2004 - 2006 | Arrêté ministériel relatif à l'émission du Bon d'Etat à 5 ans, extensible à 7 ans, en euros - 4 mars 1999 - 2004 - 2006, et du Bon d'Etat 3/5/7 à taux d'intérêt révisable et minimum garanti, en francs belges, 4 mars 1999 - 2002 - 2004 - 2006 |
---|---|
MINISTERIE VAN FINANCIEN | MINISTERE DES FINANCES |
19 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van | 19 FEVRIER 1999. - Arrêté ministériel relatif à l'émission du Bon |
de Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar, in euro - 4 maart 1999 | d'Etat à 5 ans, extensible à 7 ans, en euros - 4 mars 1999 - 2004 - |
- 2004 - 2006, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde | 2006, et du Bon d'Etat 3/5/7 à taux d'intérêt révisable et minimum |
minimumrentevoet, in Belgische frank, 4 maart 1999 - 2002 - 2004 - 2006 | garanti, en francs belges, 4 mars 1999 - 2002 - 2004 - 2006 |
De Minister van Financiën | Le Ministre des Finances, |
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1996 betreffende de | Vu l'arrêté royal du 10 juin 1996 relatif à l'émission des Bons |
uitgifte van de Staatsbons, inzonderheid de artikelen 6, 10 en 21, | d'Etat, notamment les articles 6, 10 et 21, modifié par l'arrêté royal |
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juni 1997 en bij het | |
koninklijk besluit van 15 februari 1999; | du 2 juin 1997 et par l'arrêté royal du 15 février 1999; |
Gelet op het koninklijk besluit van 27 januari 1999 dat de Minister | Vu l'arrêté royal du 27 janvier 1999 autorisant le Ministre des |
van Financiën machtigt tot de voortzetting in 1999, van de uitgifte | Finances à poursuivre, en 1999, l'émission des emprunts dénommés |
van de leningen genaamd "Lineaire obligaties" en van de uitgifte van | "Obligations linéaires", et l'émission des emprunts dénommés "Bons |
de leningen genaamd "Staatsbons", inzonderheid het artikel 1, 2°, | d'Etat", notamment l'article 1er, 2°, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen |
Article 1er.Il est émis deux emprunts dénommés respectivement : "Bon |
respectievelijk genaamd : "Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar" | d'Etat à 5 ans extensible à 7 ans " et "Bon d'Etat 3/5/7 à taux |
en "Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet". | d'intérêt révisable et minimum garanti". |
De Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar is uitgegeven in euro en | Le Bon d'Etat à 5 ans extensible à 7 ans est émis en euros et le Bon |
de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet is | d'Etat 3/5/7 à taux d'intérêt révisable et minimum garanti est émis en |
uitgegeven in Belgische frank. | francs belges. |
Art. 2.De Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 maart 1999 |
Art. 2.Le Bon d'Etat à 5 ans extensible à 7 ans - 4 mars 1999 - 2004 |
- 2004 - 2006 rente 3,35 pct. 's jaars vanaf 4 maart 1999 tot 3 maart | - 2006 porte intérêt au taux de 3,35 p.c. l'an du 4 mars 1999 au 3 |
2004. Deze rente blijft behouden ingeval de optie tot verlenging wordt | mars 2004. Ce taux est maintenu en cas d'exercice de l'option de |
uitgeoefend, hetzij voor de periode van 4 maart 2004 tot 3 maart 2006. | prolongation, soit pour la période du 4 mars 2004 au 3 mars 2006. |
Art. 3.De Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde |
Art. 3.Le Bon d'Etat 3/5/7 à taux d'intérêt révisable et minimum |
minimumrentevoet - 4 maart 1999 - 2002 - 2004 - 2006 rente 3,00 pct. | garanti 4 mars 1999 2002 - 2004 - 2006 porte intérêt aux taux de 3,00 |
's jaars vanaf 4 maart 1999 tot 3 maart 2002. | p.c. l'an du 4 mars 1999 au 3 mars 2002. |
Voor de periode gaande van 4 maart 2002 tot 3 maart 2004, is de | Pour la période allant du 4 mars 2002 au 3 mars 2004, le taux |
faciale rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de | d'intérêt facial de ce Bon d'Etat est égal au taux d'intérêt des |
lineaire obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele | obligations linéaires émises par l'Etat dont la durée résiduelle est |
looptijd twee jaar is, zonder dat hij lager mag zijn dan 3,35 pct. | de deux ans, sans pouvoir être inférieur à 3,35 p.c. |
Voor de periode gaande van 4 maart 2004 tot 3 maart 2006, is de | Pour la période allant du 4 mars 2004 au 3 mars 2006, le taux |
faciale rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de | d'intérêt facial de ce Bon d'Etat est égal au taux d'intérêt des |
lineaire obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele | obligations linéraires émises par l'Etat dont la durée résiduelle est |
looptijd twee jaar is, zonder dat hij lager mag zijn dan 3,50 pct. | de deux ans, sans pouvoir être inférieur à 3,50 p.c. |
Art. 4.De openbare inschrijving op deze twee Staatsbons zoals bedoeld |
Art. 4.La souscription publique à ces deux Bons d'Etat telle que |
in artikel 12 van het koninklijk besluit van 10 juni 1996, wordt | visée à l'article 12 de l'arrêté royal du 10 juin 1996, est ouverte le |
opengesteld op 23 februari 1999; zij wordt afgesloten op 3 maart 1999. | 23 février 1999; elle est close le 3 mars 1999. La date de paiement |
De datum van betaling is vastgesteld op 4 maart 1999. De betaling is | est fixée au 4 mars 1999. Le paiement est effectué intégralement en |
volledig in speciën. | espèces. |
Art. 5.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 |
Art. 5.Le prix d'émission du Bon d'Etat à 5 ans, extensible à 7 ans - |
jaar - 4 maart 1999 - 2004 - 2006 is vastgesteld op 99,75 pct. van de | 4 mars 1999 - 2004 - 2006 est fixé à 99,75 p.c. de la valeur nominale. |
nominale waarde. De uitgifteprijs van de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en | Le prix d'émission du Bon d'Etat 3/5/7 à taux d'intérêt révisable et |
gewaarborgde miniumumrentevoet - 4 maart - 1999 - 2002 - 2004 - 2006, | minimum garanti, 4 mars 1999 - 2002 - 2004 - 2006, est fixé à 99,75 |
is vastgesteld op 99,75 pct. van de nominale waarde. | p.c. de la valeur nominale. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 23 februari 1999. |
Art. 6.Le présent arrêté produit ses effets le 23 février 1999. |
Brussel, 19 februari 1999. | Bruxelles, le 19 février 1999. |
J.-J. VISEUR | J.-J. VISEUR |