Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 maart 1999
gepubliceerd op 26 maart 1999

Ministerieel besluit houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035304
pub.
26/03/1999
prom.
10/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/10/1999035304/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 MAART 1999. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen


De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de diensten met afzonderlijk beheer luchthaven Antwerpen en luchthaven Oostende, inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 28 september 1998 en 19 december 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de vergoedingen die van kracht zijn voor het gebruik van de luchthavens van Antwerpen en Oostende aangepast dienen te worden om hun financiële situatie te verbeteren, Besluit : HOOFDSTUK I. - Heffingen

Artikel 1.De luchthaven Antwerpen en de luchthaven Oostende worden ertoe gemachtigd voor het gebruik van hun luchtvaartterrein de bij dit besluit vastgestelde vergoedingen te heffen.

Art. 2.De vergoeding voor landingen en opstijgingen is bepaald op : 1° 85 fr./ton per landing en per opstijging tussen 07.00 u. - 23.00 u. lokale tijd (06.00 u. - 22.00 u. UTC winter / 05.00 u. - 21.00 u. UTC zomer); 2° 125 fr./ton per landing en per opstijging tussen 23.00 u. - 07.00 u. lokale tijd (22.00 u. - 06.00 u. UTC winter / 21.00 u. - 05.00 u.

UTC zomer).

Als uur van opstijging geldt het ogenblik waarop het luchtvaartuig de grond verlaat.

De vergoeding bedraagt minimaal 190 fr. per landing of opstijging.

Voor civiele subsonische straalvliegtuigen die niet voldoen aan de normen van boekdeel 1, deel 2, hoofdstuk 3 van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart alsmede voor vluchten uitgevoerd met luchtvaartuigen type IL76 en IL78, wordt de vergoeding voor landingen en opstijgingen, uitgevoerd tussen 23.00 u. - 07.00 u. lokale tijd (22.00 u. - 06.00 u. UTC winter en 21.00 u. - 05.00 u. UTC zomer), verhoogd met 50%.

Voor geregelde passagiersvluchten wordt het tarief aangerekend van toepassing tussen 07.00 u. en 23.00 u lokale tijd.

De landings- en startvergoeding wordt berekend op basis van het hoogst toegestane startgewicht (MTOW) vermeld in het bewijs van luchtwaardigheid, in de vlieghandleiding of in elk ander bij het bewijs van luchtwaardigheid behorend document. Elk gedeelte van een ton wordt als een volle ton beschouwd. Elk gedeelte van een dag wordt als een volle dag beschouwd. Elk gedeelte van een uur wordt als een vol uur beschouwd.

De openingsuren van de luchthaven Antwerpen kunnen uitzonderlijk worden uitgebreid mits voorafgaand akkoord van de luchthavenautoriteit en mits betaling van 30.000 fr. per ondeelbaar uur voor de extra kosten. Deze bepaling geldt niet voor regelmatige diensten en uitwijkingen hiervan.

Art. 3.Jaar- en kwartaalabonnementen zijn uitsluitend geldig op de luchthaven van afgifte.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Elk abonnement is geldig vanaf de datum van afgifte.

Het dekt alle bewegingen van luchtvaartuigen waarvoor het werd afgeleverd.

Art. 4.De landingsvergoedingen verschuldigd voor het gebruik van het luchtvaartterrein Antwerpen door luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren die uitsluitend de training van hun bemanning op het oog hebben (inbegrepen de oefenlandingen waarbij de wielen de grond niet raken) worden volledig aangerekend, behalve wanneer de vluchtuitvoerder beschikt over een jaar- of kwartaalabonnement.

Voor het luchthaventerrein van Oostende wordt 50 % aangerekend.

Art. 5.§ 1. De vergoeding voor het parkeren van luchtvaartuigen op de luchthavens bedraagt 60 fr. /dag en per ton of tongedeelte, met een minimum van 240 fr.

Elk gedeelte van een ton wordt als een volle ton beschouwd. Elk gedeelte van een uur wordt als een vol uur beschouwd. Iedere begonnen dag eindigt om 24.00 u. lokale tijd. § 2. Deze vergoeding is evenwel niet verschuldigd tijdens de eerste nacht voor de periode tussen 23.00 - 07.00 u. lokale tijd (22.00 u. - 06.00 u. UTC winter en 21.00 u. - 05.00 u. UTC zomer).

De vergoeding wordt geheven wanneer de stationering zes uren en langer duurt. Voor luchtvaartuigen met een MTOW van 170 tot 390 ton wordt de vergoeding geheven voor stationering van negen uren en langer. Voor luchtvaartuigen met een MTOW groter dan 390 ton wordt de vergoeding geheven voor stationering van twaalf uren en langer. § 3. Op het luchthaventerrein Oostende wordt voor het stationeren op andere oppervlakten dan de inschepingsvloer een vaste vergoeding aangerekend van 35 fr. per dag en per ton of tongedeelte, met een minimum van 120 fr. § 4. Voor de luchthaven Oostende kan een abonnement afgegeven worden voor helikopters van ten hoogste 5,7 ton. Dit abonnement bedraagt 97.000 fr. per jaar en 27.000 fr. per kwartaal.

Art. 6.De vergoedingen voor collectieve stalling van luchtvaartuigen op het luchtvaartterrein Oostende bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7.§ 1. De vergoeding voor het gebruik van de installaties en de diensten voor passagiers bedraagt 300 fr. per vertrekkende passagier. (Deze vergoeding is vrij van BTW ). § 2. Passagiers en leerling-piloten die deelnemen aan betaalde of niet-betaalde binnenlandse vluchten of trainingsvluchten betalen een vergoeding van 120 fr. voor luchtvaarttuigen tot 6 ton. Het aantal passagiers waarvoor deze vergoeding wordt aangerekend, staat vermeld op een daartoe bestemd verkeersformulier dat bij ministerieel besluit wordt vastgelegd. Hierbij wordt de tweede piloot beschouwd als passagier.

Dit formulier dient uiterlijk 24 uur na het opstijgen van het vliegtuig te zijn afgegeven aan de luchthavencommandant of zijn gemachtigde. De exploitant is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens op het formulier. De luchthavendirectie behoudt zich het recht voor om de gegevens van het verkeersformulier te verifiëren.

Als het verkeersformulier niet is afgegeven binnen de voorgeschreven tijd, of onjuist of onvolledig is ingevuld, wordt deze vergoeding aangerekend op basis van het aantal beschikbare passagiersplaatsen in het toestel.

Als uit controle blijkt dat het verkeersformulier onjuist werd ingevuld ten nadele van de luchthaven, dient de exploitant van het vliegtuig bovendien een retributie te betalen van 5.000 fr. voor administratiekosten.

Betalingen worden afgerekend volgens de registratie van het betreffende vliegtuig, tenzij een voorafgaande schriftelijke overeenkomst met de luchthavendirectie werd afgesloten. § 3. De vergoeding wordt geheven door de exploitant van het luchtvaartuig. Het bedrag ervan wordt afzonderlijk vermeld op het vervoerbewijs. § 4. Deze vergoeding is niet verschuldigd voor : 1° kinderen die jonger zijn dan 2 jaar;2° rechtstreekse transitopassagiers en transferpassagiers die de transitzone niet verlaten;3° passagiers van luchtvaartuigen bedoeld in artikel 13;4° bemanningsleden;5° loodsen die per helikopter aan of van boord gebracht worden van een vaartuig, voor het verrichten van beloodsing voor de scheepvaart.

Art. 8.De vergoedingen voor het bevoorraden met brandstof aan boord van luchtvaartuigen bedragen : 1° per aan boord geladen liter brandstof : 0,20 fr. 2° per vaste (of verplaatsbaar) bevoorradingstoestel : 10.000 fr./jaar

Art. 9.De vergoedingen voor het privé-gebruik van onroerende goederen of van gedeelten van onroerende goederen worden vastgesteld bij de akte van de concessie en worden berekend volgens de handelswaarde van de plaatsen.

Art. 10.Onverminderd de bepalingen van artikel 9, wordt de vergoeding voor het verlenen van luchthavenbijstand aan derden en zelfafhandeling vastgesteld bij de akte van concessie.

Art. 11.De vergoedingen voor de prestaties van arbeidskrachten, voor het gebruik van materiaal of installaties, of voor het leveren van goederen worden geregeld in het contract met de luchthavendirectie.

Art. 12.Voor het toevallig of tijdelijk stapelen van vracht in ruimten toebehorend aan het Vlaamse Gewest rekent de luchthavendirectie een vergoeding aan op basis van het gewicht en/of de gebruikte oppervlakte. HOOFDSTUK II. - Vrijstellingen en verminderingen

Art. 13.Het gebruik van de luchtvaartterreinen Antwerpen en Oostende is vrijgesteld van de vergoedingen, bepaald in artikel 2, 5 en 6 : 1° voor luchtvaartuigen die gebruikt worden voor het exclusieve vervoer van staatshoofden of regeringsleden in functie, met hun gevolg;2° voor luchtvaartuigen ter gelegenheid van vluchten waarvan het humanitaire, het luchtvaartpropagandistische, het historische of het promotionele karakter voor het luchtvaartterrein door de minister erkend wordt;3° voor luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren op verzoek van de Vlaamse regering;4° voor luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren op verzoek van het Bestuur van de Luchtvaart voor de controle van de installaties;5° voor luchtvaartuigen die, na van de luchthaven te zijn opgestegen hierop wegens slechte weersomstandigheden, motorstoring of andere onvoorziene oorzaken terugkeren zonder een ander luchtvaartterrein te hebben aangedaan;6° voor luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren met aan boord personeelsleden die op de luchthaven werken en die in verband met hun werk bepaalde installaties willen nazien of controleren.

Art. 14.§ 1. Als de vergoeding voor landen, opstijgen en stationeren door eenzelfde exploitant aan eenzelfde luchthaven een bepaald minimum bereikt, wordt hierop een reductie toegekend. Als exploitant wordt in dit geval beschouwd : de persoon, het agentschap of de maatschappij die de verschillende vergoedingen aan de luchthaven betaalt en houder is van een debetrekening. § 2. Voor geregelde lijndiensten voor passagiersvervoer bedraagt deze reductie 10 % op een totaal bedrag aan landing-, start - en parkeervergoedingen per schijf van 2.200.000 fr. per kalenderjaar.

Deze reductie wordt afgerekend na verloop van het kalenderjaar.

Voor luchtvervoerders die een geregelde internationale passagierslijn opstarten met minstens één dagrand verbinding op alle werkdagen, worden de vergoedingen voor landingen en opstijgingen gedurende de eerste twaalf maanden met 50 % verminderd.

De toegekende korting wordt uitgekeerd na verloop van het kalenderjaar. § 3. Voor cargovluchten wordt het volgende schaalsysteem toegepast, waarbij het reductiepercentage betrekking heeft op de ernaast vermelde schaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De terugbetaling vindt plaats na volledige realisatie van de productie of op jaarbasis, te rekenen vanaf het einde van de opstartperiode van 1 maand. Tijdens deze opstartperiode wordt een reductie van 50 % verleend op de totale vergoeding voor landingen, opstijgingen en parkeren. De reductie wordt verrekend met de exploitant of de houder van de debetrekening. § 4. Voor fuelstopvluchten wordt een reductie van 50 % toegekend op de landings- en opstijgingsvergoedingen voor het daggedeelte tussen 07.00 u. - 23.00 u. lokale tijd (06.00 u. - 22.00 u. UTC winter / 05.00 u.-21.00 u. UTC zomer). § 5. Op de landings- en opstijgingsvergoeding tussen 23.00 u. - 07.00 u. lokale tijd (22.00 u. - 06.00 u. UTC winter, 21.00 u. - 05.00 u.

UTC) wordt geen reductie toegekend. § 6. Gemengde vluchten worden beschouwd als passagiersvluchten. § 7. Voor belangrijke programma's die de promotie en de ontwikkeling van de luchthavens ten goede komen, kunnen specifieke overeenkomsten worden afgesloten. HOOFDSTUK III. - Betalingsvoorwaarden

Art. 15.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van de hiernavolgende bepalingen worden de vergoedingen betaald aan de luchthavendirectie.

De betaling gebeurt in Belgische frank, contant, met eurocheque of met een elektronisch betaalmiddel. § 2. De vergoedingen bepaald in hoofdstuk I die via een abonnement geregeld worden, worden vooraf aan de luchthavendirectie betaald. § 3. De luchthavendirectie kan aanvaarden dat de in hoofdstuk I, bepaalde vergoedingen, die niet via een abonnement geregeld worden, op aanvraag van de gebruiker en na voorafgaand schriftelijk akkoord van de luchthavendirectie betaald worden binnen dertig dagen na verzending van de factuur. De luchthavendirectie stelt de bedragen van de eventuele waarborgen vast.

De luchthavendirectie kan op gefactureerde bedragen die niet betaald zijn binnen de termijn die hierboven bepaald is, de wettelijke verwijlintresten toepassen. Elk gedeelte van een maand wordt als een volle maand beschouwd. § 4. Voor de inning van de vergoedingen die verschuldigd zijn op grond van artikelen 2 en 7, overhandigt de exploitant van het luchtvaartuig of zijn vertegenwoordiger aan de luchthavendirectie een verklaring met het aantal van de in de loop van de dag ingescheepte passagiers.

Deze overhandiging zal uiterlijk plaatsvinden op dag na de inscheping, voor 10.00 u.

Indien het document niet binnen de voorgeschreven termijn is overhandigd, zal de vergoeding vastgesteld worden volgens het totaal aantal aan boord beschikbare zetels. § 5. Voor cargovluchten overhandigt de exploitant of zijn vertegenwoordiger een cargomanifest, uiterlijk 30 (dertig) minuten voor de geplande vertrektijd van de vlucht. Als dit document niet binnen de voorgeschreven tijd overhandigd is, wordt de toestemming tot vertrek geweigerd tot de nodige documenten afgegeven zijn. § 6. De vergoedingen die verschuldigd zijn voor akten van concessie of van contracten, bepaald in hoofdstuk I en II zijn betaalbaar volgens de voorwaarden, bepaald in de akte van concessie of in het contract. § 7. In de in dit besluit vermelde vergoedingen is de BTW niet inbegrepen.

Art. 16.De luchthavendirectie kan het starten van elk luchtvaartuig waarvoor de vergoedingen niet binnen de voorgeschreven termijn vereffend worden, verbieden.

Elke gezagvoerder van een luchtvaartuig, alsmede iedereen die zijn medewerking tot het plegen van een overtreding op dit verbod verleent, kan gestraft worden met de straffen bepaald in artikel 32 van de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 17.De abonnementen en akten van concessie die voor het in werking treden van dit besluit afgegeven zijn, blijven geldig tot hun einddatum.

Art. 18.Het ministerieel besluit van 11 maart 1997, houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen, wordt opgeheven.

Art. 19.Dit besluit treedt in werking op 1 april 1999.

Brussel, 10 maart 1999.

S. STEVAERT

^