gepubliceerd op 28 december 1999
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen
16 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de diensten met afzonderlijk beheer luchthaven Antwerpen en luchthaven Oostende, inzonderheid op artikel 22;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Gelet op de wetten op de raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de vergoedingen die van kracht zijn voor het gebruik van de luchthavens van Antwerpen en Oostende aangepast dienen te worden om de milieuhinder die veroorzaakt wordt door de kleine luchtvaart, te beperken, Besluit :
Artikel 1.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen wordt vervangen door volgende bepaling : "Jaarabonnementen zijn uitsluitend geldig op de luchthaven van afgifte en enkel van toepassing voor de erkende opleidingscentra of voor luchtvaartbedrijven gevestigd op de luchthaven van afgifte. per jaar luchtvaartuig van ten hoogste 1 ton 25.000 fr. luchtvaartuig van ten hoogste 2 ton 44.000 fr. luchtvaartuig van ten hoogste 3 ton (*) 58.000 fr. luchtvaartuig van ten hoogste 5,7 ton (*) 118.000 fr. (*) enkel voor de luchthaven Oostende Elk abonnement is geldig vanaf de datum van afgifte.
Het abonnement dekt alle bewegingen van luchtvaartuigen waarvoor het werd afgeleverd."
Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : "De landingsvergoedingen verschuldigd voor het gebruik van het luchtvaartterrein Antwerpen door luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren die uitsluitend de training van hun bemanning op het oog hebben (inbegrepen de oefenlandingen waarbij de wielen de grond niet raken) worden volledig aangerekend, behalve wanneer de luchtuitvoerder beschikt over een jaarabonnement.
Voor het luchthaventerrein van Oostende wordt 50 % aangerekend."
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.
Brussel, 16 december 1999.
S. STEVAERT