gepubliceerd op 31 maart 2000
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen
21 MAART 2000. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de diensten met afzonderlijk beheer luchthaven Antwerpen en luchthaven Oostende, inzonderheid op artikel 22;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen;
Gelet op het ministerieel besluit van 16 december 1999 tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de vergoedingen die van kracht zijn voor het gebruik van de luchthavens van Antwerpen en Oostende aangepast dienen te worden om de milieuhinder die veroorzaakt wordt door de kleine luchtvaart te beperken, Besluit :
Artikel 1.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen wordt vervangen door volgende bepaling : Jaarabonnementen uitsluitend geldig op de luchthaven van afgifte kunnen bekomen worden tegen de volgende voorwaarden : - voor de luchthaven Antwerpen : enkel voor luchtvaartuigen van de opleidingscentra gevestigd op de luchthaven van Antwerpen.
Luchtvaartuigen van ten hoogste 1 ton 25 000 fr. per jaar Luchtvaartuigen van ten hoogste 2 ton 44 000 fr. per jaar - voor de luchthaven Oostende : enkel voor luchtvaartuigen gestald op de luchthaven en voor luchtvaartuigen van de aldaar gevestigde bedrijven en opleidingscentra.
Luchtvaartuigen van ten hoogste 1 ton 25 000 fr. per jaar Luchtvaartuigen van ten hoogste 2 ton 44 000 fr. per jaar Luchtvaartuigen van ten hoogste 3 ton 58 000 fr. per jaar Luchtvaartuigen van ten hoogste 5,7 ton 118 000 fr. per jaar
Art. 2.Artikel 1 van het ministerieel besluit van 16 december 1999 tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 maart 1999 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen wordt opgeheven.
Brussel, 21 maart 2000.
S. STEVAERT