gepubliceerd op 31 juli 2003
Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorstel-ling van de begroting, de classificaties ervan en de wijze van aanrekening van de inkomsten en de uitgaven voor de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
9 JULI 2003. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorstel-ling van de begroting, de classificaties ervan en de wijze van aanrekening van de inkomsten en de uitgaven voor de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 504 van 31 december 1986 waarbij de onder de voor het Wetenschapsbeleid bevoegde minister ressor-terende wetenschappelijke instellingen van de Staat worden opgericht als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid op de artikelen 26, 27 en 28;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 2000 tot vaststelling van het statuut, de opdrachten en de wijze van beheer van het Studie- en Documentatiecentrum « Oorlog en Hedendaagse Maatschappij » (S.O.M.A.);
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 april 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 6 juni 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 16 juni en 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de regelgevende grondslag met betrekking tot de voorstelling van de begroting, de classificaties ervan en de wijze van aanrekening van de ontvangsten en uitgaven van de federale wetenschappelijke instellingen van de Staat, die vanaf 1 januari 2002 gelden, zonder verwijl dient te worden vastgesteld;
Overwegende dat om de juridische zekerheid te waarborgen, dit besluit in werking moet treden met ingang van 1 januari 2002 en dat het daarom dringend moet worden bekendgemaakt, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de wetenschappelijke instellingen vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr 504 van 31 december 1986 waarbij de onder de voor het Wetenschapsbeleid bevoegde minister ressorterende wetenschappelijke instellingen van de Staat opgericht worden als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, en op het Studie- en Documentatie-centrum « Oorlog en Hedendaagse Maatschappij » (S.O.M.A.). § 2. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : - « instelling » : de wetenschappelijke instellingen bedoeld in paragraaf 1, en het S.O.M.A.; - « koninklijk besluit » : het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer. HOOFDSTUK II. - Voorstelling van de begroting
Art. 2.De begroting van iedere instelling bestaat uit vijf secties : sectie 0 : geheel van de lopende en kapitaalverrichtingen gefinancierd door de algemene dotatie en de eigen ontvangsten zonder speciale bestemming en die de bestaansuitgaven en de specifieke uitgaven dekken; sectie 1 : geheel van de verrichtingen gefinancierd met de toegewezen ontvangsten conform artikel 27, § 2 en/of artikel 28 van het koninklijk besluit; sectie 2 : geheel van de verrichtingen gefinancierd door specifieke toelagen afkomstig van administraties en andere diensten van de federale overheidsdiensten en ministeries, federale openbare instellingen die onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat staan en naamloze vennootschappen van publiek recht; sectie 3 : geheel van de verrichtingen gefinancierd door een toelage of andere inkomsten afkomstig van andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan deze beoogd in sectie 2, of door contracten met privaatrechtelijke rechtspersonen, en door mecenaat; sectie 4 : reservefonds.
Zij wordt opgemaakt volgens de tabellen gevoegd bij dit besluit.
Art. 3.Binnen elke sectie worden de ramingen van de ontvangsten en van de uitgaven volgens de economische classificatie per basisallocatie opgesplitst. HOOFDSTUK III Wijze van aanrekening van de ontvangsten en van de uitgaven
Art. 4.De ontvangsten en de uitgaven worden aangerekend op het ogenblik van de vaststelling van het recht.
Art. 5.Een recht is vastgesteld wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° zijn bedrag is op nauwkeurige wijze vastgesteld;2° de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is bepaalbaar;3° de verplichting om te betalen bestaat;4° een verantwoordingsstuk is in het bezit van de betrokken dienst.
Art. 6.De vastgestelde rechten doven uit door betaling, door annulatie of door verjaring.
Art. 7.De ontvangsten en de uitgaven worden eerst vastgelegd vóór dat zij worden vereffend. Zowel in ontvangsten als in uitgaven, worden de bedragen vastgelegd op basis van nieuwe verbintenissen gesloten tijdens het begrotingsjaar en, voor de recurrente verbintenissen, ten belope van de tijdens het begrotingsjaar opeisbare sommen.
Onder recurrente verbintenissen moet worden verstaan die waarvan de gevolgen zich over meerdere begrotingsjaren voordoen.
Art. 8.De ontvangsten en de uitgaven worden op het moment van de vaststelling van het recht vereffend.
Art. 9.De aanrekening op de begroting voor het boeken van uitgaven moet verwijzen naar een gedateerd en door de ordonnateur goedgekeurd verantwoordigingsstuk.
De uitgaven worden aangerekend tijdens het boekjaar waarop de transactie betrekking heeft.
Art. 10.De algemene regel voor het boeken van de ontvangsten is het vastgesteld recht en de datum van de aanrekening is die welke op het document staat.
Wanneer de transactie niet op grond van een vastgesteld recht plaatsvindt, wordt ze aangerekend bij de betaling. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 12.De Voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 juli 2003.
De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE De Minister toegevoegd aan de Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Y. YLIEFF
Bijlagen Begrotingstabellen Sectie 0, lopende en kapitaalverrichtingen gefinancieerd door de algemene dotatie en de eigen ontvangsten zonder bestemming.
Ontvangsten Overgedragen saldi Geaffecteerde saldi Dotatie Eigen ontvangsten Niet geaffecteerde giften en legaten Interne transferten Transferten van het reservefonds Uitgaven Personeel Bestaansmiddelen Specifieke werking Bestaansmiddelen-uitrusting Specifieke uitrusting Collecties Bufferkrediet Interne transferten Saldo Transfert naar reservefonds Te affecteren saldo Over te dragen saldo Sectie 1, verrichtingen gefinancierd door toegewezen ontvangsten;
Sectie 2, geheel van de verrichtingen gefinancierd door specifieke toelagen afkomstig van besturen en andere diensten van de federale overheidsdiensten en ministeries, federale openbare instellingen die onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat staan en naamloze vennootschappen van publiek recht;
Sectie 3, verrichtingen gefinancierd door een toelage of andere inkomsten afkomstig van andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan deze beoogd in sectie 2, of door contracten met privaatrechtelijke rechtspersonen, en door mecenaat, voor elke sectie : Ontvangsten Overgedragen saldi Geaffecteerde saldi Eigen ontvangsten Interne transferten Uitgaven Personeel Werking Uitrusting Interne transferten Saldo Te affecteren saldo Over te dragen saldo Sectie 4, reservefonds Ontvangsten Overgedragen saldo Jaarlijkse ontvangsten door transfert Uitgaven Jaarlijkse uitgaven door transfert Overgedragen saldo Voorstelling van de wetstabel 1. Saldo op 1 januari 1.1. Overgedragen saldi 1.2. Geaffecteerde saldi 2. Ontvangsten 2.1. Dotatie 2.2. Eigen ontvangsten 2.3. Specifieke federale toelagen, andere dan de dotatie 2.4. Toelagen van niet-federale oorsprong, contracten met de privé-sector, mecenaat 2.5. Gebruik van het reservefonds 3. Uitgaven 3.1. Personeel 3.2. Werking 3.3. Uitrusting 3.4. Bufferkrediet 4. Saldo op 31 december Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 9 juli 2003. De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE De Minister toegevoegd aan de Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Y. YLIEFF