15 JUNI 2007. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 juli 2003 tot vaststelling van de voorstelling van de begroting, de classificaties ervan en de wijze van aanrekening van de inkomsten en de uitgaven voor de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer

De Minister van Wetenschaspbeleid, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140, tweede lid, 1°;

Gelet op het koninklijk besluit nr 504 van 31 december 1986 waarbij de wetenschappelijke instellingen van de Staat, die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, omgevormd worden tot Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd door de programmawet (I) van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 26, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 juni 2007;

Gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 2003 tot vaststelling van de voorstelling van de begroting, de classificaties ervan en de wijze van aanrekening van de inkomsten en de uitgaven voor de wetenschap-pelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 oktober 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 22 mei 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de regelgevende grondslag met betrekking tot de voorstelling van de begroting en de hergroepering van de basisallocaties in functionele kredietencategorieën van de federale wetenschappelijke instellingen, die vanaf 1 januari 2002 geldt en die op 1 januari 2004 voor het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en op 1 januari 2005 voor de andere instellingen vermeld in artikel 1 van het voornoemde koninklijk besluit van 1 februari 2000, zonder verwijl dient te worden vastgelegd;

Overwegende dat om de juridische zekerheid te waarborgen, dit besluit in werking moet treden met ingang van 1 januari 2004 voor het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en op 1 januari 2005 voor de andere instellingen en dat het daarom dringend moet worden bekendgemaakt, Besluit :

Artikel 1.Artikel 2 van het ministerieel besluit van 9 juli 2003 tot vaststelling van de voorstelling van de begroting, de classificaties en van de wijze van aanrekening van de inkomsten en de uitgaven voor de wetenschappelijke instellingen van de Staat, die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, wordt vervangen als volgt : « Art. 2 - De begroting van iedere instelling wordt voorgesteld volgens de tabellen gevoegd bij dit besluit. »

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. 3 - De basisallocaties, opgesteld overeenkomstig de economische classificatie, worden gehergroepeerd in de volgende functionele kredietencategorieën : - ontvangsten : overgedragen saldo, geaffecteerd saldo, dotatie, eigen ontvangsten, giften-sponsoring-mecenaat, toelagen, interne transfers in ontvangsten, aanwending van het reservefonds; - uitgaven : personeel wetenschapbeleid, personeel, werking-bestaansmiddelen, specifieke werking, uitrustingbestaansmiddelen, specifieke uitrusting, bibliotheek, collecties, interne transfers in uitgaven, aanvulling van het reservefonds; - toewijzing van de resultaten : affectatie naar het reservefonds, te affecteren saldo, over te dragen saldo. »

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004 ten aanzien van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en met ingang van 1 januari 2005 ten aanzien van de andere instellingen zoals bedoeld in het artikel 1 van het vernoemde besluit.

Art. 4.De Voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juni 2007.

M. VERWILGHEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 15 juni 2007.

De Minister van Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN