Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 13 juni 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013200696
pub.
13/06/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 MAART 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 maart 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2012 Toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 20 maart 2012 onder het nummer 108937/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

In deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder : - "arbeiders" : de arbeiders en arbeidsters; - "fbz-fse Constructiv" : het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv".

Deze overeenkomst heeft tot doel de verordenende bepalingen vast te stellen in verband met de toekenning van de vorstvergoeding, de vergoeding-bouw en de vergoeding-ontslag aan de arbeiders die gerechtigd zijn de hoofdwerkloosheidsuitkering te ontvangen. HOOFDSTUK II. - Toekenningsvoorwaarden van de vorstvergoeding

Art. 2.De vorstvergoeding wordt toegekend aan de in artikel 1 beoogde arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, en die door een in artikel 1 beoogde werkgever, tijdelijk werkloos worden gesteld gedurende de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw, waarvan de raad van bestuur van fbz-fse Constructiv heeft aanvaard dat ze voor vergoeding in aanmerking komen voor de vergoedingszone waarin de plaats van de tewerkstelling gelegen is, indien zij wegens vorst of blijvende sneeuw tijdelijk werkloos gesteld worden of voor de vergoedingszone waarin hun woonplaats gelegen is, indien zij voor een andere reden tijdelijk werkloos zijn.

Art. 3.De vorstvergoeding wordt aan de in artikel 1 beoogde arbeiders niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-bouw

Art. 4.De vergoeding-bouw wordt toegekend aan de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, die door een in artikel 1 beoogde werkgever werkloos worden gesteld gedurende de werkloosheidsperiodes, andere dan deze vergoed door de vorstvergoeding.

Art. 5.De vergoeding-bouw wordt uitbetaald aan de begunstigden ten belope van 60 dagen (kredietdagen) per dienstjaar, met dien verstande dat dit aantal is uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week.

In afwijking op het 1ste lid komen de vergoedingen-bouw uitbetaald tijdens geprogrammeerde winteropleidingen niet in mindering op het aantal kredietdagen bepaald in het 1ste lid.

Art. 6.De vergoeding-bouw wordt niet uitbetaald gedurende de periodes tijdens welke het recht op de vorstvergoeding openstaat, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van voormeld koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. HOOFDSTUK IV. - Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-ontslag

Art. 7.De vergoeding-ontslag wordt uitbetaald aan de in artikel 1 beoogde arbeiders die ontslagen worden door een in datzelfde artikel 1 beoogde werkgever, waarbij ze minder dan 20 jaar ononderbroken hebben gewerkt en die houder zijn van een kredietkaart-ontslag die hen door hun uitbetalingsinstelling werd bezorgd en voor het lopende dienstjaar geldig is.

De vergoeding-ontslag wordt uitbetaald, hetzij nadat al de in artikel 5 beoogde kredietdagen-bouw werden opgebruikt, hetzij onmiddellijk in het geval de begunstigde geen houder is van een legitimatiekaart "rechthebbende".

Art. 8.Het aantal kredietdagen vermeld op de kredietkaart-ontslag, uitgedrukt, rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen, per week, wordt vastgesteld op 20 dagen.

De kredietkaart-ontslag wordt slechts éénmaal afgeleverd in de loop van het dienstjaar, en wel bij het eerste ontslag dat er recht op geeft.

Art. 9.De vergoeding-ontslag wordt niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van voormeld koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, indien de ontslagen arbeider recht heeft op deze rustdagen. HOOFDSTUK V. - Bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Art. 10.De dagbedragen (uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week) van de aanvullende uitkeringen die in de loop van deze overeenkomst worden uitgekeerd, belopen : - 6,34 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie I; - 6,66 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider categorie IA; - 7,63 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van de categorie II; - 8,02 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van de categorie IIA; - 10,08 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III; - 10,85 EUR, voor een conventioneel uurloon dat hoger is dan het conventioneel loon van de arbeider van categorie III. Bovendien worden de dagbedragen berekend op basis van het door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vastgestelde gemiddelde van de twee referte-uurlonen voor de werkloosheidscode. HOOFDSTUK VI. - Betalingsmodaliteiten van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

Art. 11.De vergoeding-bouw, de vorstvergoeding en de vergoeding-ontslag worden uitbetaald door de bij artikel 9 van de statuten van fbz-fse Constructiv beoogde uitbetalingsinstellingen, mits naleving van de procedures die ter zake worden vastgesteld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, in gemeen overleg met de raad van bestuur van fbz-fse Constructiv.

Art. 12.Fbz-fse Constructiv vordert van de werkgever de terugbetaling van de aanvullende vergoeding-bouw die de instellingen bedoeld in artikel 11 uitbetaald hebben aan de arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, behoudens de vergoedingen-bouw die betrekking hebben op de eerste 25 kredietdagen.

Indien de aanvullende vergoeding-bouw werd uitbetaald aan arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, wordt het bedrag dat de werkgever moet terugbetalen verhoogd met : - 10 EUR vanaf de 36e tot en met de 44e kredietdag; - 20 EUR vanaf de 45e tot en met de 60e kredietdag.

Art. 13.Onverminderd de sancties toegepast krachtens het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en van artikel 20 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, mag de raad van bestuur van fbz-fse Constructiv de arbeider, die op de voorgeschreven wijze door zijn werkgever individueel teruggeroepen wordt, en die zich zonder geldige reden niet op het werk aanbiedt, van al de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uitsluiten.

Art. 14.In afwijking van de artikelen 11 en 12, betaalt fbz-fse Constructiv zelf de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uit : a) aan de arbeiders van 65 jaar of meer die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" en die, ter wille van hun leeftijd, de hoofdwerkloosheidsuitkering niet genieten;b) eventueel aan de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" en die voor de toekenning van de hoofdwerkloosheidsuitkering zijn uitgesloten.

Art. 15.De grensarbeiders die in België tijdelijk werkloos worden gesteld door een bij artikel 1 beoogde onderneming en die, krachtens artikel 65 van de Verordening (EG) nr. 883/2004 van 29 april 2004, de hoofdwerkloosheidsuitkeringen genieten in het land waar ze zijn tewerkgesteld, kunnen eveneens de overeenstemmende aanvullende uitkeringen verkrijgen wanneer ze de voorwaarden vervullen.

Art. 16.De aanvullende werkloosheidsuitkeringen worden niet uitgekeerd aan de arbeiders die tevens het statuut hebben van zelfstandige in bijberoep in het bouwbedrijf. HOOFDSTUK VII. - Betalingsmodaliteiten van de wettelijke vergoeding

Art. 17.De betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 51, § 8 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (hierna "wettelijke vergoeding" genoemd) is als volgt geregeld : a) Voor de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" geldig voor het lopende dienstjaar is de wettelijke vergoeding begrepen in de vorstvergoedingen en vergoedingen-bouw die in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden toegekend.b) Aan de arbeiders die niet bedoeld zijn onder a) en die de hoofdwerkloosheidsuitkering genieten, betaalt fbz-fse Constructiv de wettelijke vergoeding : - voor de dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor zij de vorstvergoeding in toepassing van hoofdstuk II van deze collectieve arbeidsovereenkomst hadden kunnen genieten, mochten zij recht hebben gehad op deze vergoeding; - voor de andere dagen tijdelijke werkloosheid ten gevolge van gebrek aan werk om economische redenen, weerverlet of technische stoornis, ten belope van 60 dagen per dienstjaar (uitgedrukt in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week).

De vergoeding bedraagt 2 EUR per dag tijdelijke werkloosheid uitgedrukt in een regeling van 5 vergoedbare dagen per week (het aantal vergoede dagen dat uitgedrukt is in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week wordt omgezet naar het overeenstemmend aantal dagen in een regeling van 5 vergoedbare dagen per week).

Voor het dienstjaar 2011-2012 loopt de teller van het aantal vergoedbare dagen vanaf 1 oktober 2011, maar fbz-fse Constructiv kent de wettelijke vergoeding van 2 EUR enkel toe voor de voormelde dagen die zich na 31 december 2011 situeren. Fbz-fse Constructiv betaalt de vergoedingen in één keer na afloop van het dienstjaar in de maand december. c) Voor de dagen tijdelijke werkloosheid wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst bedoeld in de artikelen 49, 50 en 51 van de voormelde wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten die zich na 31 december 2011 voordoen en waarvoor fbz-fse Constructiv noch een vorstvergoeding of vergoeding-bouw, noch de wettelijke vergoeding toekent, betaalt de werkgever de wettelijke vergoeding aan de arbeider. Als bewijs van uitputting van zijn rechten bij fbz-fse Constructiv, ontvangt de arbeider van zijn uitbetalingsinstelling een attest dat hij aan zijn werkgever moet overhandigen om de betaling te bekomen.

Het attest vermeldt de datum vanaf wanneer de werkgever moet tussenkomen tot op het einde van het dienstjaar. De door de werkgever te betalen vergoeding bedraagt minimum 2 EUR.

Art. 18.Fbz-fse Constructiv vordert van de werkgever de terugbetaling van de wettelijke vergoeding die het heeft uitbetaald aan de arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, behoudens de vergoedingen toegekend voor de dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor de arbeider de vorstvergoeding had kunnen genieten, mocht hij recht hebben gehad op deze vergoeding.

Fbz-fse Constructiv gaat echter niet tot terugvordering over wanneer de arbeider in het dienstjaar minder dan 26 dagen tijdelijke werkloosheid telt (uitgedrukt in een regeling van 6 vergoedbare dagen per week en exclusief de erkende dagen van vorst of blijvende sneeuw).

Indien de wettelijke vergoeding werd uitbetaald aan arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, wordt het bedrag dat de werkgever moet terugbetalen verhoogd met : - 10 EUR vanaf de 36e tot en met de 44e dag; - 20 EUR vanaf de 45e tot en met de 60e dag. HOOFDSTUK VIII. - Algemene bepalingen

Art. 19.De bij artikel 23 van de statuten van fbz-fse Constructiv voorziene patronale instelling is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortspruiten uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 20.De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van fbz-fse Constructiv. HOOFDSTUK IX. - Geldigheidsduur

Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 oktober 2011 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2012.

Ze vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/03/2013 pub. 12/06/2013 numac 2013012039 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » - fbz-fse Constructiv type koninklijk besluit prom. 01/03/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013012035 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende de forfaitaire ARAB-vergoeding type koninklijk besluit prom. 01/03/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013012017 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2008 betreffende de invoering van een sociaal sectoraal pensioenplan voor de arbeiders tewerkgesteld in de landbouw type koninklijk besluit prom. 01/03/2013 pub. 12/06/2013 numac 2013012019 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : 1. de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende de vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2006 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en vaststelling van zijn statuten, 2. de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011 betreffende de vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2006 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en vaststelling van zijn statuten type koninklijk besluit prom. 01/03/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013012016 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende de instelling en vaststelling voor 2011-2012 van de procedure van tenuitvoerlegging en van de voorwaarden voor de toekenning van een regeling van de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers vanaf 56 jaar die worden ontslagen met een beroepsverleden van minstens 33 jaar waarvan minstens 20 jaar in een arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 maart 1990 type koninklijk besluit prom. 01/03/2013 pub. 12/06/2013 numac 2013200710 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het halftijds brugpensioen op 55 jaar voor de niet-valide werknemers in het Waalse Gewest type koninklijk besluit prom. 01/03/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013200708 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende het brugpensioen op 56 jaar met een beroepsverleden van ten minste 40 jaar sluiten.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^