gepubliceerd op 16 december 1998
Rechterlijke Orde Bij koninklijk besluit van 3 februari 1998, in werking tredend op 31 december 1998, is Mevr. Bracke, L., griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, op haar verzoek, in ruste gesteld. Betrokkene mag haar aanspr Bij koninklijk besluit van 24 juni 1998, in werking tredend op 31 december 1998, is de heer Van(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Rechterlijke Orde Bij koninklijk besluit van 3 februari 1998, in werking tredend op 31 december 1998, is Mevr. Bracke, L., griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, op haar verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag haar aanspraak op pensioen laten gelden en het is haar vergund de titel van haar ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 24 juni 1998, in werking tredend op 31 december 1998, is de heer Van Grieken, W., hoofdgriffier van de politierechtbank te Mechelen, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 13 juli 1998, in werking tredend op 31 december 1998, is de heer Palmers, A., griffier bij de politierechtbank te Antwerpen, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998, in werking tredend op 10 januari 1999, is de heer Diepenrijkx, A., griffier bij het hof van beroep te Luik, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 31 augustus 1998, in werking tredend op 31 december 1998, is de heer Putman, J., griffier bij het vredegerecht van het vijfde kanton Gent, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden.
Bij koninklijk besluit van 6 september 1998, in werking tredend op 31 december 1998, is de heer Ongena, M., griffier bij het hof van beroep te Gent, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 23 september 1998, in werking tredend op 31 december 1998, is de heer Verfaille, L., griffier-hoofd van dienst bij de arbeidsrechtbank te Charleroi, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 30 november 1998 is vast benoemd tot secretaris-hoofd van dienst bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, de heer Wastiels, M., secretaris bij dit parket, met ingang van 1 januari 1999.
Bij koninklijk besluit van 30 november 1998 is de heer Hoflack, F., griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, aangewezen tot griffier-hoofd van dienst bij deze rechtbank, voor een termijn van drie jaar, met ingang van 1 januari 1999.
Bij ministerieel besluit van 10 december 1998, is aan de heer De Pauw, L., eerstaanwezend adjunct-griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent, opdracht gegeven om zijn ambt te vervullen bij de arbeidsrechtbank te Brugge.