29 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 november 2003 tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de tenlasteneming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan we de eer hebben het ter Uwer ondertekening voor te leggen, beoogt de wijziging van het koninklijk besluit van 9 november 2003 tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de tenlasteneming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten.

Het heeft als doel het voormeld koninklijk besluit aan te passen aan de beslissing genomen door de Ministerraad van 31 maart 2006 betreffende het Gebouwenfonds en de termijn voor de betaling van het correctiemechanisme en de federale toelage inzake federaal overgedragen huurovereenkomsten.

De betalingen aan en door de politiezones kunnen pas uitgevoerd worden na de publicatie van het koninklijk besluit dat de definitieve verbeterde bedragen zal vastleggen. De totstandkoming van dit besluit liep vertraging op omwille van diverse betwistingen evenals aanvragen tot afwijking door gemeenten en politiezones en procedures die hieruit voortvloeiden.

Deze vertraging heeft een weerslag op zowel de betalingen aan de rechthebbende politiezones of gemeenten die afstand hebben gedaan van de overdracht of die een kleinere reële waarde aan gebouwen hebben ontvangen dan hun theoretische aandeel, als op de betalingen van politiezones en gemeenten aan het Fonds voor wie de omgekeerde situatie geldt.

Teneinde te vermijden dat betalende overheden (zowel gemeenten, meergemeentenpolitiezones als de federale overheid) de achterstallige bedragen van de jaren 2003, 2004, 2005 en 2006 hoeven te betalen werd door de Ministerraad volgende beslissing op het begrotingsconclaaf 2006 genomen (31 maart 2006) : De looptijd van het gebouwenfonds zoals voorzien in artikelen 2 en 4 van het koninklijk besluit van 9 november 2003 wordt op 20 jaar behouden, doch met ingang van het begrotingsjaar 2006 in plaats van het begrotingsjaar 2003.

Artikel 2 en artikel 4 van het koninklijk besluit van 9 november 2003 worden bijgevolg in die zin gewijzigd.

Het correctiemechanisme evenals de federale toelage inzake federaal overgedragen huurovereenkomsten zullen, naar omstandigheid door het Fonds of door de politiezones aan het Fonds, worden betaald vanaf het jaar 2006 en dit gedurende 20 jaar.

De bedragen zoals voorzien voor het jaar 2006 zijn de basisbedragen zoals voorzien in het koninklijk besluit tot vaststelling van de definitieve bedragen van het correctiemechanisme.

Betreffende de indexatie van de basisbedragen, werden in het koninklijk besluit van 9 november 2003 twee verschillende indexatiesystemen voorzien. Het correctiemechanisme zou jaarlijks aangepast moeten worden in functie van het vooropgestelde inflatiepercentage zoals dit wordt bepaald in de omzendbrief van de Minister van Begroting met betrekking tot de voorafbeelding van de jaarlijkse rijksmiddelenbegroting (art. 2 voornoemd koninklijk besluit). De federale toelage inzake federaal overgedragen huurovereenkomsten moest op haar beurt elk jaar worden geïndexeerd overeenkomstig de gezondheidsindex of de index die hiervoor in de plaats zou komen (art. 4 voornoemd koninklijk besluit).

Met het oog op meer duidelijkheid en om het berekenen van de te betalen bedragen te vergemakkelijken, wordt hier voorgesteld om de beide bedragen (correctiemechanisme en federale toelage inzake huurovereenkomsten) op dezelfde wijze te indexeren. Ingevolge de opmerkingen van de Raad van State, zullen beide bedragen worden geïndexeerd overeenkomstig de gezondheidsindex. Dit indexatiesysteem heeft immers het voordeel dat het zichtbaar en openbaar is waardoor het bovendien gemakkelijk is de evolutie maandelijks op te volgen. De bedragen zullen dus vanaf 2007 jaarlijks worden geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van de maand januari van het jaar waarvoor ze verschuldigd zijn ten opzichte van de gezondheidsindex van januari 2006. De artikelen 2 en 4 van het voornoemd koninklijk besluit worden dan ook in die zin gewijzigd. Daarenboven werd een compensatiemechanisme voorzien in artikel 3 van voornoemd besluit teneinde de door de gemeenten of meergemeentepolitiezones verschuldigde huur, die niet in het gebouwenfonds gestort werd, te kunnen invorderen.

Derhalve worden de door de gemeente of de meergemeentepolitiezone onbetaalde huurprijzen afgetrokken van het bedrag dat hen verschuldigd is in toepassing van het correctiemechanisme voor het jaar volgend op het jaar waarin de onbetaalde huurprijzen verschuldigd waren. Bij wijze van voorbeeld zullen de onbetaalde huurprijzen voor het jaar 2006 dus afgetrokken worden van het bedrag van het correctiemechanisme dat voor het jaar 2007 wordt gestort.

Gezien het correctiemechanisme aanvangt op 1 januari 2006, terwijl de huurprijzen verschuldigd zijn sinds 1 januari 2004, laat het ontwerp van koninklijk besluit toe om het bedrag van de zowel in 2005 als in 2004 onbetaalde huurprijzen, van het mechanisme dat betrekking heeft op het jaar 2006, in te vorderen.

Tenslotte, het gedeelte van het bedrag dat niet kan worden ingevorderd door voornoemde aftrek, kan worden afgehouden van de volgende dotatie die wordt toegekend aan de gemeente of aan de meergemeentepolitiezone.

Ondanks de opmerking van de Raad van State houdt de Regering vast aan de mogelijkheid van een dergelijke compensatie. Het past immers op te merken dat de huurprijzen verschuldigd zijn omwille van de bezetting van de gebouwen waarvoor de eigendomsoverdracht werd geweigerd door de gemeente of de meergemeentepolitiezone. Deze gebouwen zijn, overeenkomstig de artikelen 3 en 5 van het hier gewijzigde koninklijk besluit, bestemd voor de verkoop en de opbrengst van deze gebouwen moet worden gestort in het Fonds ter financiering van de hele overdrachtsoperatie. Door het verhuren van de geweigerde gebouwen, kunnen deze gebouwen niet worden verkocht en vermindert intussen de waarde van de geweigerde gebouwen en wordt de storting uitgesteld.

Gelijktijdig wordt van het Fonds verwacht dat het in elke situatie zorgt voor de betaling van het correctiemechanisme dat verschuldigd is aan de gemeenten en meergemeentepolitiezones. Bij het aannemen van het voornoemde koninklijk besluit van 9 november 2003, werd de federale Staat overigens door de Raad van State verzocht om de nodige initiatieven te nemen om te voorkomen dat het ontoereikend storten op het Fonds een discriminatie zou veroorzaken tussen gemeenten en meergemeentepolitiezones ten aanzien van het correctiemechanisme.

Sindsdien krijgt het Fonds de toelating om een negatief saldo te vertonen zodat het verschuldigde correctiemechanisme altijd betaald zou worden.

Men zou de federale Staat niet kunnen verwijten dat hij zich voorziet van een dispositief ter garantie van de spijzing van het Fonds door de gemeenten en de politiezones die hun huurverplichtingen niet nakomen m.b.t. de gebouwen die zij geweigerd hebben. Bij gebrek aan betaling zal de Federale Staat de som van de onbetaalde huurprijzen afhouden van deze van het correctiemechanisme of van het bedrag van de volgende dotatie die verschuldigd is aan de gemeente of de meergemeentepolitiezone Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

29 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 november 2003 tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de tenlasteneming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus, inzonderheid op artikel 248quater ;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 2003 tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de ten laste neming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten;

Overwegende de beslissing van de Ministerraad van 31 maart 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 april 2007;

Gelet op de akkoordt vinding van Onze Minister van Begroting van 27 april 2007;

Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad van 27 april 2007 over de aanvraag tot advies door de Raad van State binnen een termijn van minder dan dertig dagen;

Gelet op het advies van de adviesraad van de burgemeesters, gegeven op 26 juni 2007;

Gelet op het advies 43.321/2 van de Raad van State, gegeven op 18 juli 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 november 2003 tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de tenlasteneming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid wordt het woord « 2003 » vervangen door het woord « 2006 ».2° In het tweede lid wordt het woord « 2004 » vervangen door het woord « 2006 ».3° In het derde en vierde lid wordt het woord « 2003 » vervangen door het woord « 2006 ».4° In het vijfde lid worden de woorden « vanaf 2004 jaarlijks worden aangepast in functie van het vooropgestelde inflatiepercentage zoals dit wordt bepaald in de omzendbrief van de Minister van Begroting met betrekking tot de voorafbeelding van de jaarlijkse rijksmiddelenbegroting » vervangen door de woorden « vanaf 2007 jaarlijks worden aangepast door het te vermenigvuldigen met de waarde van de gezondheidsindex van de maand januari van het jaar waarvoor het moest gedeeld worden door de waarde van de gezondheidsindex van de maand januari 2006 ».

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, wordt het volgende lid ingevoegd tussen de leden 3 en 4 : « Het bedrag van de door de gemeente of meergemeentepolitiezone onbetaalde huurprij(s)(-zen) wordt afgetrokken van het bedrag dat hem verschuldigd is, in toepassing van het correctiemechanisme bedoeld in artikel 2, voor het jaar volgend op het jaar waarin de onbetaalde huurprij(s)(-zen) verschuldigd waren. Het bedrag van de door de gemeente of de meergemeentepolitiezone onbetaalde huurprij(s)(-zen) voor de jaren 2004 en 2005, wordt afgetrokken van het bedrag dat hem verschuldigd is in toepassing van het op het jaar 2006 betrekking hebbende correctiemechanisme bedoeld in artikel 2. Het gedeelte van het bedrag dat niet kan worden ingevorderd door voornoemde aftrek, kan worden afgehouden van de volgende dotatie die wordt toegekend aan de gemeente of aan de meergemeentepolitiezone. »

Art. 3.In artikel 4, vijfde lid van het voornoemde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het woord « 2004 » wordt vervangen door het woord « 2006 ».2° De woorden « elk jaar worden geïndexeerd overeenkomstig de gezondheidsindex of de index die hiervoor in de plaats zou komen » worden vervangen door de woorden « vanaf 2007 jaarlijks worden aangepast door het te vermenigvuldigen met de waarde van de gezondheidsindex van de maand januari van het jaar waarvoor het moest gedeeld worden door de waarde van de gezondheidsindex van de maand januari 2006 ».

Art. 4.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 november 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL