gepubliceerd op 31 maart 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 32, § 2, eerste lid, 33, § 2, derde lid, 34, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid
29 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 32, § 2, eerste lid, 33, § 2, derde lid, 34, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op de artikelen 32 en 39, zoals laatst gewijzigd bij de programmawet van 9 juli 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 32, § 2, eerste lid, 33, § 2, derde lid, 34, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, zoals laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004;
Gelet op het advies nr. 1.553 van de Nationale Arbeidsraad van 9 maart 2006;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 december 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 15 maart 2006;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat de in dit besluit voorziene maatregelen op de eerste dag van een kwartaal in werking dienen te treden, teneinde de daadwerkelijke toepassing ervan te waarborgen, en dat het noodzakelijk is dat alle hierbij betrokken instanties zo vlug mogelijk op de hoogte gebracht moeten worden van deze maatregelen, zodat zij de nodige praktische en administratieve schikkingen kunnen treffen, teneinde vanaf de voorziene datum van inwerkingtreding de uitvoering van deze maatregelen daadwerkelijk te kunnen waarborgen en zodoende het globale evenwicht in het geheel der maatregelen genomen in het kader van het Generatiepact te bewaren;
Gelet op advies 40.060/1 van de Raad van State, gegeven op 23 maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 32, § 2, eerste lid, 33, § 2, derde lid, 34, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004, worden in de Nederlandse tekst de woorden « 28 november 1944 » vervangen door de woorden « 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 ».
Art. 2.In artikel 1bis, § 1, 5°, van hetzelfde besluit van 30 maart 2000, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004, wordt de eerste volzin vervangen als volgt : « Voor de berekening van het aantal jongeren met een startbaanovereenkomst worden de nieuwe werknemers, bedoeld in artikel 39, § 4, van de wet, meegeteld, met uitzondering van de jongeren, bedoeld in artikel 81 van de wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact. »
Art. 3.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit van 30 maart 2000, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004, wordt tussen het derde en het vierde streepje het volgende streepje ingevoegd : « - een specifieke aanduiding wanneer de jongere, in geval van tewerkstelling met een startbaanovereenkomst, voldoet aan de voorwaarden voor de doelgroepvermindering voor jonge werknemers bedoeld in artikel 18, eerste lid, 3° of 4°, van voormeld koninklijk besluit van 16 mei 2003; ».
Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde besluit van 30 maart 2000, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 maart 2001 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 mei 2003 en 21 januari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt vóór het eerste lid het volgend lid toegevoegd : « Voor de toepassing van dit artikel wordt onder « nieuwe werknemer » verstaan, de nieuwe werknemer bedoeld in artikel 39, § 4, van de wet. »; 2° in het vroegere eerste lid van § 1, dat het tweede lid is geworden, worden de woorden « artikel 39, § 4, eerste lid » vervangen door de woorden « artikel 39, § 4, derde lid »;3° in § 2, eerste lid, worden de woorden « artikel 39, § 4, eerste lid » vervangen door de woorden « artikel 39, § 4, derde lid » .
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2006.
Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 24 december 1999 : Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000. Programmawet van 9 juli 2004 : Belgisch Staatsblad van 15 juli 2004.
Koninklijk besluit van 30 maart 2000 : Belgisch Staatsblad van 31 maart 2000.
Koninklijk besluit van 23 maart 2001 : Belgisch Staatsblad van 17 mei 2001.
Koninklijk besluit van 16 mei 2003 : Belgisch Staatsblad van 6 juni 2003.
Koninklijk besluit van 21 januari 2004 : Belgisch Staatsblad van 3 februari 2004.