Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 januari 2007
gepubliceerd op 13 februari 2007

Koninklijk besluit tot invoeging van bijlagen I, II, III en IV in het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007200163
pub.
13/02/2007
prom.
29/01/2007
ELI
eli/besluit/2007/01/29/2007200163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot invoeging van bijlagen I, II, III en IV in het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op de artikelen 33, § 3, 39, eerste lid en 41;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, inzonderheid op bijlagen I, II, III en IV, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 2004, 24 februari 2005 en 30 september 2005, vernietigd bij arrest nr. 158.605 van de Raad van State van 10 mei 2006;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, gegeven op 13 oktober 2006;

Gelet op advies 41.710/1 van de Raad van State, gegeven op 14 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De vroegere bijlage I van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, vernietigd bij arrest nr. 158.605 van de Raad van State van 10 mei 2006, wordt vervangen door een nieuwe bijlage I, die voorkomt als bijlage I van huidig besluit.

Art. 2.De vroegere bijlage II van hetzelfde besluit, vernietigd bij arrest nr. 158.605 van de Raad van State van 10 mei 2006, wordt vervangen door een nieuwe bijlage II, die voorkomt als bijlage II van huidig besluit.

Art. 3.De vroegere bijlage III van hetzelfde besluit, vernietigd bij arrest nr. 158.605 van de Raad van State van 10 mei 2006, wordt vervangen door een nieuwe bijlage III, die voorkomt als bijlage III van huidig besluit.

Art. 4.De vroegere bijlage IV van hetzelfde besluit, vernietigd bij arrest nr. 158.605 van de Raad van State van 10 mei 2006, wordt vervangen door een nieuwe bijlage IV, die voorkomt als bijlage IV van huidig besluit.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

Art. 6.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; Koninklijk besluit van 27 maart 1998, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1998;

Koninklijk besluit van 8 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 18 augustus 2004;

Koninklijk besluit van 24 februari 2005, Belgisch Staatsblad van 14 maart 2005;

Koninklijk besluit van 30 september 2005, Belgisch Staatsblad van 25 oktober 2005.

BIJLAGE I Inhoud van de documentatie bedoeld in artikel 7, § 1, 1°, h) 1. De wetten, besluiten en overeenkomsten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, van toepassing in de onderneming of inrichting.2. De akten en documenten bij diezelfde wetten, besluiten en overeenkomsten opgelegd.3. Elk ander document in de onderneming of inrichting opgesteld om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk evenals de interne en externe milieuzorg te verzekeren.4. De inventaris van de toestellen en machines die door de erkende organismen moeten gecontroleerd worden krachtens de reglementaire bepalingen.5. De lijst en de lokalisatie van de in de onderneming of inrichting gebruikte gevaarlijke stoffen en preparaten.6. De lijst en gegevens van de in de onderneming of inrichting aanwezige emissiepunten met betrekking tot lucht- en waterverontreiniging. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

BIJLAGE II Inhoud van de maand- of driemaandelijkse verslagen bedoeld in artikel 7, § 1, 2°, a) 1.Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk : 1.1. overzicht van de activiteiten; 1.2. relaties met de externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk; 1.2.1. voorstellen; 1.2.2. vragen; 1.2.3. opmerkingen. 2. Opzoekingen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.3. Opgespoorde risico's. 4. Synthese van de arbeidsongevallen : 4.1. analyse van de arbeidsongevallensteekkaarten en de verslagen; 4.2. plaats van de ongevallen; 4.3. oorzaken en preventiemaatregelen; 4.4. evolutie van de frequentie en de ernst van de ongevallen; 4.5. de plaats, de oorzaken en de preventiemaatregelen, voor de arbeidsongevallen overkomen aan werknemers die geen werknemer zijn van de werkgever, maar ten opzichte van wie deze laatste de hoedanigheid had van : 1° hetzij, werkgever in wiens inrichting deze werknemers als werknemer van ondernemingen van buitenaf werkzaamheden kwamen uitvoeren;2° hetzij, gebruiker;3° hetzij, bouwdirectie belast met de uitvoering voor wie deze werknemers als werknemer van aannemers of onderaannemers van deze bouwdirectie werkzaamheden uitvoerden.5. Getroffen preventiemaatregelen. 6.1. Opties voor het verwezenlijken van het jaarlijks actieplan; 6.2. Realisaties in het kader van het jaarlijks actieplan. 7. Commentaar over de wijzigingen aangebracht in de volgende documenten : 7.1. het organigram; 7.2. de exploitatievergunning en de opgelegde exploitatievoorwaarden; 7.3. de verslagen van de afvaardiging van het Comité belast met het opzoeken van de oorzaken van een ongeval, een incident of een ernstige vergiftiging; 7.4. de attesten, processen-verbaal en verslagen afgeleverd door de erkende organismen; 7.5. de suggesties van de bevoegde brandweerdienst.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

BIJLAGE III Jaarverslag van de interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk bedoeld in artikel 7, § 1, 2°, b) I.Inlichtingen betreffende de onderneming 1. Benaming en volledig adres van de onderneming (+ telefoonnummer).2. Doel van de onderneming en nummer van het paritair comité waarvan het grootste deel van het personeel afhangt.3. Gemiddelde getalsterkte van het personeel, onderverdeeld volgens leeftijdsgroep (-dan 21 jaar, 21 jaar en meer), categorie werknemers (arbeider-bediende) en geslacht. Het betreft het rekenkundig gemiddelde van het effectief op het einde van elk van de vier trimesters. 4. Samenstelling van de interne Dienst en inzonderheid, naam en hoedanigheid van de preventieadviseurs. 5.1. Samenstelling van het Comité of van de Ondernemingsraad indien deze de bevoegdheden van het Comité waarneemt. Naam en hoedanigheid van de voorzitter en van de leden. 5.2. Aantal vergaderingen van het Comité. 6.1. Naam en adres van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van het departement van de interne Dienst of van het departement van de externe Dienst belast met het toezicht op de onderneming. 6.2. Naam van de geneesheer of van de hoofdgeneesheer aan de onderneming verbonden om de dringende zorgen te verzekeren aan de arbeidsslachtoffers. 6.3. Naam van de verpleger(s) en verpleegster(s) die aan de onderneming verbonden zijn. 6.4. Naam van de hulpverlener(s); benaming en adres van het erkend organisme dat het diploma of het certificaat heeft afgeleverd. 6.5. Benaming en adres van de kliniek of van de hospitaaldienst die overeenkomstig de bepalingen van de arbeidsongevallenwet is aangewezen.

II. Inlichtingen betreffende de overkomen ongevallen op de plaats van het werk 1. Aantal uren blootstelling van het risico tijdens het dienstjaar, dit wil zeggen het totaal arbeidsuren gedurende het jaar gepresteerd, overuren inbegrepen. Onderverdeling volgens categorie werknemers (arbeider-bediende). 2. Aantal ongevallen. Onderverdeling volgens categorie van ernst (dood, blijvende ongeschiktheid, tijdelijke ongeschiktheid), leeftijdsgroep (minder dan 21 jaar en meer dan 21 jaar), categorie werknemers en geslacht. 3. Jaarlijkse graden van frequentie van het beschouwde jaar en van de twee voorgaande jaren. De graden van frequentie Fg is de verhouding van het totaal aantal ongevallen die de dood of een volledige ongeschiktheid van ten minste een dag, de dag van het ongeval niet meegerekend, voor gevolg hadden, welke tijdens de beschouwde periode werden opgetekend, vermenigvuldigd met 1.000.000, tot het aantal uren blootstelling aan het risico, hetgeen uitgedrukt wordt door de formule : aantal ongevallen x 1.000.000 Fg = ________________________________________________ aantal uren blootstelling aan het risico 4. Duur van de werkelijke en forfaitaire ongeschiktheden ingevolge die ongevallen. 4.1. Werkelijke ongeschiktheden : 4.1.1. Aantal werkelijk verloren kalenderdagen (onderverdeling volgens tijdelijke ongeschiktheid, blijvende ongeschiktheid, dood en categorie werknemers) op basis van het totaal der individuele ongevallensteekkaarten of aangiften van ongevallen die ten minste één dag arbeidsongeschiktheid hebben veroorzaakt. 4.1.2. Werkelijke graden van ernst van de ongevallen voor het beschouwde jaar en voor de twee voorgaande jaren. De werkelijke graad van ernst (werkelijke Eg) is de verhouding van het aantal werkelijk verloren kalenderdagen ingevolge arbeidsongevallen, vermenigvuldigd met 1.000, tot het aantal uren blootstelling aan het risico, hetgeen uitgedrukt wordt door de formule : aantal werkelijke verloren kalenderdagen x 1.000 werkelijke Eg = ________________________________________________ aantal uren blootstelling aan het risico 4.2. Forfaitaire ongeschiktheden : 4.2.1. Aantal dagen forfaitaire ongeschiktheid (onderverdeling volgens blijvende ongeschiktheid, dood en categorie werknemers) vastgesteld volgens het totaal van de individuele ongevallensteekkaarten of aangiften van ongevallen die ten minste één dag arbeidsongeschiktheid hebben veroorzaakt. 4.2.2. Globale graden van ernst van de ongevallen voor het beschouwde jaar en voor de twee voorgaande jaren. De globale graad van ernst (globale Eg) is de verhouding van het aantal werkelijk verloren kalenderdagen, vermeerderd met het aantal dagen forfaitaire werkongeschiktheid, vermenigvuldigd met 1.000, tot het aantal uren blootstelling aan het risico, hetgeen uitgedrukt wordt door de formule : aanntal werkelijke verloren kalenderdagen + aantal dagen forfaitaire werkongeschiktheid x 1.000 Globale Eg = _________________________________________________ aantal uren blootstelling aan het risico III. Inlichtingen betreffende de ongevallen op de weg naar en van het werk IV. Inlichtingen betreffende de veiligheid 1. Maatregelen genomen om de veiligheid te verzekeren.2. Voorstellen om de veiligheid te verzekeren die aan het Comité werden voorgelegd, met de vermelding van de gevolgen die eraan gegeven werden. 3.1. Aantal verplichte bezoeken welke door het of de organismen die erkend werden voor de controles opgelegd bij de reglementering werden afgelegd, met de onderverdeling volgens de aard van de toestellen of installaties die onderzocht werden. 3.2. Naam en adres van de organismen.

V. Inlichtingen betreffende de gezondheid van de werknemers Als bijlage het verslag van het departement van de interne Dienst of de afdeling van de externe Dienst belast met het medisch toezicht.

Bij ontstentenis van dat verslag de volgende inlichtingen verschaffen : 1.Aantal verplichte onderzoekingen bij indienstneming. 2. Aantal periodieke onderzoekingen : 2.1. van personen minder dan 21 jaar oud - onderscheid tussen degenen van minder dan 18 jaar - en degenen van 18 tot 21 jaar; 2.2. tot opsporing van de beroepsziekten met onderscheid volgens de categorie van de schadelijke agentia opgenomen in bijlage II, van titel II, hoofdstuk III, afdeling I van het A.R.A.B.; 2.3. van personen met een veiligheidsfunctie; 2.4. van mindervaliden; 2.5. van personen die moeten worden ingeënt tegen tuberculose; 2.6. van personen die rechtstreeks in aanraking komen met voedingswaren of -stoffen. 3. Aantal onderzoekingen bij werkhervatting.4. Aantal spontane raadplegingen.5. Aantal en aard van de inentingen. VI. Inlichtingen met betrekking tot de hygiëne van de arbeid en van de werkplaatsen 1. Maatregelen getroffen tot bevordering van de hygiëne van de arbeid en van de werkplaatsen. 1.1. aantal mededelingen gericht tot de werknemers met het doel hen in te lichten over de ernst van het gevaar dat de gevaarlijke stoffen en preparaten waarmee de betrokkenen in aanraking komen kunnen veroorzaken. 1.2. Aantal tot de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer gerichte vragen om onderzoek van arbeidsposten, ingeval van ontstaan en wijziging van risico's. 1.3. Aantal raadplegingen van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer door de werkgever gevraagd in verband met projecten die de gezondheid van het personeel kunnen beïnvloeden. 1.4. Aantal schriftelijke adviezen door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer gegeven in het raam van de maatregelen ter bestrijding van de arbeidshinder. 1.5. Aantal analyses of controlemaatregelen verricht met het oog op het bepalen van het belang van de factoren die de arbeid hinderen. 1.6. Aantal bezoeken aan de werkplaatsen verricht door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. 2. Suggesties op het stuk van arbeidssalubriteit en -hygiëne voorgelegd aan het Comité met opgave van het gevolg dat eraan werd gegeven naar gelang zij uitgaan van : 2.1. de werkgever; 2.2. de vertegenwoordiger van de werknemers; 2.3. de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. 3. Aantal klachten geformuleerd door het personeel en onderzocht door het Comité betreffende : 3.1. de salubriteit van de arbeidslokalen; 3.2. de collectieve beschermingsmiddelen; 3.3. de individuele beschermingsmiddelen; 3.4. het in toepassing brengen van maatregelen ter bestrijding van de arbeidshinder; 3.5. de manier waarop het departement van de interne Dienst of de afdeling van de externe Dienst belast met het medisch toezicht werkt; 3.6. de manier waarop de in toepassing van de arbeidsongevallenwet opgerichte medische, verplegende of farmaceutische dienst werkt. 4. Bestaan van de asbestinventaris. VII. Inlichtingen betreffende de verfraaiing van de werkplaatsen 1. Maatregelen genomen met het oog op de verfraaiing der werkplaatsen.2. Voorstellen betreffende de verfraaiing die aan het Comité voorgelegd werden met de vermelding van de gevolgen die eraan gegeven werden. VIII. Aangewende vormings-, voorlichtings- en propagandamiddelen.

IX. Verspreiding van de documenten en inlichtingen voor het personeel.

X. Een opsomming van de voornaamste thema's van het jaarlijks actieplan voor het dienstjaar dat volgt op het jaar waarop het jaarverslag betrekking heeft en desgevallend de uitvoeringstermijnen wanneer dit dienstjaar wordt overschreden Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage IV Inhoud van de arbeidsongevallensteekkaart bedoeld in artikel 7, § 1, 2°, c I.Inlichtingen betreffende de steekkaart. 1. Jaar.2. Chronologisch nummer van de steekkaart in het jaar. II. Inlichtingen betreffende de werkgever. 1. Naam, voornamen, volledig adres van de werkgever (postnummer, gemeente, straat en nummer) en inschrijvingsnummer bij de R.S.Z. 2. Doel van de onderneming.3. Afdeling, bouwplaats en postnummer.4. Aantal bedienden en aantal werklieden.5. Arbeidsdagen gepresteerd door geheel het personeel sedert het begin van het jaar tot het einde van de maand die het ongeval voorafgaat. III. Inlichtingen betreffende het slachtoffer. 1. Naam, voornamen en woonplaats van het slachtoffer (postnummer, gemeente, straat en nummer).2. Nummer op het personeelsregister.3. Beroepscategorie.4. Geslacht.5. Nationaliteit.6. Geboortedatum.7. Burgerlijke stand.8. Ancienniteit in de beroepscategorie.9. Gewoon beroep in de onderneming.10. Werkplaats, bouwplaats, afdeling, dienst, departement of afdeling waar het slachtoffer gewoonlijk zijn functie uitoefent.11. Anciënniteit in de onderneming en in de exploitatiezetel.12. Anciënniteit in het gewone beroep. IV. Inlichtingen betreffende het ongeval. 1. Plaats van het ongeval - postcode.2. Datum, dag, uur.3. Naam en adres van de getuigen.4. Omstandig verslag van het ongeval.5. Tewerkstelling van het slachtoffer op het ogenblik van het ongeval. Aanduiden of het om het gewone beroep gaat.

Zoniet, het uitgeoefende beroep aanduiden. 6. Aard van het ongeval. Arbeidsongeval of ongeval op de weg naar en van het werk. 7. Classificatie van het ongeval. 7.1. Vorm van het ongeval. 7.2. Materiële agens. 8. Getroffen preventiemaatregelen om de herhaling van een dergelijk ongeval te vermijden. V. Inlichtingen betreffende de verwondingen. 1. Gevolgen van het ongeval : 1.1. voorziene tijdelijke arbeidsongeschiktheid 1.2. voorziene bestendige arbeidsongeschiktheid. 2. Classificatie van de verwondingen. 2.1. Aard. 2.2. Plaats.

De steekkaart wordt opgesteld rekening houdend met de aanduidingen die voorkomen op de tabellen A, B, C, D, E, F. De vermeldingen in die tabellen opgenomen moeten voluit op de steekkaart worden overgeschreven.

Tabel A. - De afwijkende gebeurtenis.

De afwijkende gebeurtenis waarvan het letsel het directe gevolg is, vermelden. Van een hele reeks opeenvolgende oorzaken wordt alleen die aangegeven, welke onmiddellijk aan het ongeval vooraf ging die in de tijd het dichtste staat bij het contact en de verwonding. Ingeval verschillende oorzaken zich gelijktijdig hebben voorgedaan, zal enkel die oorzaak behouden blijven, die het meest doorslaggevend of het meest kenschetsend lijkt.

CodeOmschrijving 00 Geen informatie 10 Afwijkende gebeurtenis als gevolg van een elektrische storing, explosie, brand - niet gespecificeerd 11 Elektrische storing door een defect in de installatie - met indirect contact als gevolg 12 Elektrische storing - met direct contact als gevolg 13 Explosie 14 Brand, vuurzee 19 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 10, hierboven niet vermeld 20 Afwijkende gebeurtenis door overlopen, kantelen, lekken, leeglopen, verdampen, vrijkomen - niet gespecificeerd 21 In vaste toestand - overlopen, kantelen 22 In vloeibare toestand - lekken, sijpelen, leeglopen, spatten, sproeien 23 In gasvormige toestand - verdampen, aërosolvorming, gasvorming 24 In poedervorm - rookontwikkeling, stof, deeltjes 29 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 20, hierboven niet vermeld 30 Breken, barsten, glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - niet gespecificeerd 31 Breken van materiaal, op de voegen of verbindingen 32 Breken, barsten, waarbij scherven/spanen ontstaan (hout, glas, metaal, steen, kunststof, overige) 33 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - hoger gelegen (op het slachtoffer vallend) 34 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - lager gelegen (het slachtoffer meeslepend) 35 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - op gelijke hoogte gelegen 39 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 30, hierboven niet vermeld 40 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) over een machine, vervoer- of transportmiddel, handgereedschap, voorwerp, dier - niet gespecificeerd 41 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een machine (inclusief onbedoeld starten) en over het met de machine bewerkte materiaal 42 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een vervoer- of transportmiddel (al dan niet gemotoriseerd) 43 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een handgereedschap (al dan niet gemotoriseerd) en over het met het gereedschap bewerkte materiaal 44 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een voorwerp (dat wordt gedragen, verplaatst, gehanteerd enz.) 45 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een dier 49 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 40, hierboven niet vermeld 50 Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen - niet gespecificeerd 51 Vallen van personen - van hoogte 52 Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen - op x dezelfde hoogte 59 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 50, hierboven niet vermeld 60 Bewegen van het lichaam zonder fysieke belasting (doorgaans leidend tot uitwendig letsel) - niet gespecificeerd 61 Op een snijdend voorwerp stappen 62 Knielen, gaan zitten, tegen iets leunen 63 Door een voorwerp of de vaart daarvan gegrepen of meegesleept worden 64 Ongecoördineerde, onbeheerste of verkeerde bewegingen 69 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 60, hierboven niet vermeld 70 Bewegen van het lichaam met of zonder fysieke belasting (doorgaans leidend tot inwendig letsel) - niet gespecificeerd 71 Optillen, dragen, opstaan 72 Duwen, trekken 73 Neerzetten, bukken 74 Buigen, draaien, zich omdraaien 75 Zwaarbeladen lopen, misstap of uitglijden zonder vallen 79 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 70, hierboven niet vermeld 80 Verrassing, schrik, geweldpleging, agressie, bedreiging, aanwezig zijn - niet gespecificeerd 81 Verrassing, schrik 82 Geweldpleging, agressie, bedreiging tussen personeelsleden van de werkgever 83 Geweldpleging, agressie, bedreiging door buitenstaanders jegens de slachtoffers in het kader van hun beroepsuitoefening (bankoverval, buschauffeurs enz.) 84 Aangevallen, omvergelopen worden - door een dier 85 Aanwezig zijn van het slachtoffer of van een ander waardoor gevaar voor de persoon zelf en eventueel ook voor anderen ontstaat 89 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 80, hierboven niet vermeld 99 Overige afwijkende gebeurtenissen, niet in deze lijst vermeld Tabel B. - Bij de afwijkende gebeurtenis betrokken voorwerp.

Voor de classificatie van het bij de afwijkende gebeurtenis betrokken voorwerp zal alleen het betrokken voorwerp, dat verband houdt met de (laatste) afwijkende gebeurtenis, in aanmerking worden genomen. Indien verscheidene bij de (laatste) afwijkende gebeurtenis betrokken voorwerpen kunnen worden ingeroepen, telt alleen het betrokken voorwerp dat in de tijd als laatste komt (het dichtste, in de tijd, bij het letsel).

Code Omschrijving 00.00 Geen betrokken voorwerp of geen informatie 00.01 Geen betrokken voorwerp 00.02 Geen informatie 00.99 Overige situaties, behorend tot groep 00, maar hierboven niet vermeld 01.00 Gebouwen, constructies, oppervlakken - gelijkvloers (binnen of buiten, vast of verplaatsbaar, tijdelijk of permanent) - niet gespecificeerd 01.01 Onderdelen van gebouwen, constructies - deuren, muren, wanden, ...en obstakels die als zodanig bedoeld zijn (ramen, schuiframen,...) 01.02 Oppervlakken of loopruimten gelijkvloers - vloeren (binnen of buiten, landbouwgrond, sportterreinen, gladde vloeren, vloeren met obstakels, planken met spijkers, ...) 01.03 Oppervlakken of loopruimten gelijkvloers - drijvend 01.99 Overige gebouwen, constructies, oppervlakken - gelijkvloers, behorend tot groep 01, maar hierboven niet vermeld 02.00 Gebouwen, constructies, oppervlakken - in de hoogte (binnen of buiten) - niet gespecificeerd 02.01 Bovengrondse delen van gebouwen - vast (daken, terrassen, openingen, trappen, kades) 02.02 Constructies, oppervlakken in de hoogte - vast (loopbruggen, vaste ladders, pylonen) 02.03 Constructies, oppervlakken in de hoogte - beweegbaar (rolsteigers, verplaatsbare ladders, werkbakken, hefplatformen) 02.04 Constructies, oppervlakken in de hoogte - tijdelijk (tijdelijke stellingen, harnasgordels en vanglijnen) 02.05 Constructies, oppervlakken in de hoogte - drijvend (boorplatformen, steigers op lichters) 02.99 Overige gebouwen, constructies, oppervlakken - in de hoogte, behorend tot groep 02, maar hierboven niet vermeld 03.00 Gebouwen, constructies, oppervlakken - ondergronds (binnen of buiten) - niet gespecificeerd 03.01 Graafwerkzaamheden, geulen, putten, kuilen, steile hellingen, werkkuilen 03.02 Onderaardse gangen, tunnels 03.03 Onderwateromgeving 03.99 Overige gebouwen, constructies, oppervlakken - ondergronds, behorend tot groep 03, maar hierboven niet vermeld 04.00 Distributiesystemen voor materialen, aanvoer, leidingen - niet gespecificeerd 04.01 Distributiesystemen voor materialen, aanvoer, leidingen - vast - voor gassen, vloeistoffen, vaste stoffen, incl. laadtrechters 04.02 Distributiesystemen voor materialen, aanvoer, leidingen - verplaatsbaar 04.03 Rioleringen, drainage 04.99 Overige distributiesystemen voor materialen, toevoer, leidingen, behorend tot groep 04, maar hierboven niet vermeld 05.00 Motoren, systemen voor transmissie en opslag van energie - niet gespecificeerd 05.01 Motoren, generatoren (thermische, elektrische of stralingsenergie), incl. compressors, pompen 05.02 Systemen voor transmissie en opslag van energie (mechanisch, pneumatisch, hydraulisch, elektrisch, incl. batterijen en accu's) 05.99 Overige systemen voor transmissie en opslag van energie, behorend tot groep 05, maar hierboven niet vermeld 06.00 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - niet gespecificeerd 06.01 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor zagen 06.02 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor snijden, snoeien (incl. scharen, kniptangen, snoeischaren) 06.03 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor slijpen, steken, beitelen, snoeien, maaien 06.04 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor krabben, polijsten, schuren 06.05 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor boren, draaien, schroeven 06.06 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor spijkeren, klinken, nieten 06.07 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor naaien, breien 06.08 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor lassen, lijmen 06.09 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor extractie van materialen en grondbewerking (incl. landbouwwerktuigen) 06.10 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor poetsen, smeren, wassen, schoonmaken 06.11 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor schilderen 06.12 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor vasthouden, grijpen 06.13 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor keukenwerkzaamheden (uitgezonderd messen) 06.14 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor medische en chirurgische doeleinden - prikkend, snijdend 06.15 Handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor medische en chirurgische doeleinden - overige, niet snijdend 06.99 Overig handgereedschap - niet gemotoriseerd - voor overige werkzaamheden, behorend tot groep 06, maar hierboven niet vermeld 07.00 Mechanisch gereedschap met de hand bediend - niet gespecificeerd 07.01 Mechanisch handgereedschap - voor zagen 07.02 Mechanisch handgereedschap - voor snijden, snoeien (incl. scharen, kniptangen, snoeischaren) 07.03 Mechanisch handgereedschap - voor slijpen, steken, beitelen (grootte hagen zie 09.02), snoeien, maaien 07.04 Mechanisch handgereedschap - voor krabben, polijsten, schuren (incl. doorslijpmachine) 07.05 Mechanisch handgereedschap - voor boren, draaien, schroeven 07.06 Mechanisch handgereedschap - voor spijkeren, klinken, nieten 07.07 Mechanisch handgereedschap - voor naaien, breien 07.08 Mechanisch handgereedschap - voor lassen, lijmen 07.09 Mechanisch handgereedschap - voor extractie van materialen en grondbewerking (incl. landbouwmachines, betonbrekers) 07.10 Mechanisch handgereedschap - voor poetsen, smeren, wassen, schoonmaken (incl. stofzuiger, hogedrukreiniger) 07.11 Mechanisch handgereedschap - voor schilderen 07.12 Mechanisch handgereedschap - voor vasthouden, grijpen 07.13 Mechanisch handgereedschap - voor keukenwerkzaamheden (uitgezonderd messen) 07.14 Mechanisch handgereedschap - voor verwarmen (incl. droger, verfafbrander, strijkijzer) 07.15 Mechanisch handgereedschap - voor medische en chirurgische doeleinden - prikkend, snijdend 07.16 Mechanisch handgereedschap - voor medische en chirurgische doeleinden - overige, niet snijdend 07.17 Pneumatische spuitwerktuigen (zonder het werktuig nauwkeurig weer te geven) 07.99 Met de hand bediend mechanisch gereedschap, voor overige werkzaamheden, behorend tot groep 07, maar hierboven niet vermeld 08.00 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - niet gespecificeerd 08.01 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor zagen 08.02 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor snijden, afsnijden (incl. scharen, kniptangen, snoeischaren) 08.03 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor slijpen, steken, beitelen, snoeien, maaien 08.04 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor krabben, polijsten, schuren 08.05 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor boren, draaien, schroeven 08.06 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor spijkeren, klinken, nieten 08.07 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor naaien, breien 08.08 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor lassen, lijmen 08.09 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor extractie van materialen en grondbewerking (incl. landbouwmachines) 08.10 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor poetsen, smeren, wassen, schoonmaken 08.11 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor schilderen 08.12 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor vasthouden, grijpen 08.13 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor keukenwerkzaamheden (uitgezonderd messen) 08.14 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor medische en chirurgische doeleinden - prikkend, snijdend 08.15 Handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor medische en chirurgische doeleinden - overige, niet snijdend 08.99 Overig handgereedschap - zonder aanduiding over aandrijving - voor overige werkzaamheden, behorend tot groep 08, maar hierboven niet vermeld 09.00 Machines en uitrusting - draagbaar of verplaatsbaar - niet gespecificeerd 09.01 Draagbare of verplaatsbare machines - voor opgravingen en grondbewerking - mijnbouw, steen/zandgroeven en machines voor de bouw, openbare werken 09.02 Draagbare of verplaatsbare machines - voor grondbewerking, landbouw 09.03 Draagbare of verplaatsbare machines (niet voor grondbewerking) - voor bouwplaatsen 09.04 Verplaatsbare vloerreinigingsmachines 09.99 Overige draagbare of verplaatsbare machines, behorend tot groep 09, maar hierboven niet vermeld 10.00 Machines en uitrusting - vast gemonteerd - niet gespecificeerd 10.01 Vast gemonteerde machines voor opgravingen en grondwerkzaamheden 10.02 Machines voor het voorbewerken van materialen, breken, vermalen, filteren, scheiden, mengen, kneden 10.03 Machines voor het verwerken van materialen - chemische procédés (reactoren, fermentoren) 10.04 Machines voor het verwerken van materialen - warmteprocédés (oven, drooginstallaties, droogruimtes) 10.05 Machines voor het verwerken van materialen - koudeprocédés (koudeopwekking) 10.06 Machines voor het verwerken van materialen - andere procédés 10.07 Machines voor vormen - persen, pletten 10.08 Machines voor vormen - kalanderen, lamineren, machines met rollen (incl. voor papierfabricage) 10.09 Machines voor vormen - door injectie, extrusie, inblazing, spinnen, afgieten, smelten 10.10 Bewerkingsmachines - voor schaven, frezen, vlakslijpen, slijpen, polijsten, draaien, boren 10.11 Bewerkingsmachines - voor zagen 10.12 Bewerkingsmachines - voor snijden, splijten, snoeien (incl. decoupeerpers, schaar, snijmachine, snijbrander) 10.13 Machines voor oppervlakbewerking - schoonmaken, wassen, drogen, schilderen, drukken 10.14 Machines voor oppervlakbewerking - galvaniseren, elektrolytische oppervlakbehandeling 10.15 Machines voor assembleren (lassen, lijmen, spijkeren, schroeven, klinken, spinnen, kabeldraaien, naaien, nieten) 10.16 Machines voor conditioneren, verpakken (vullen, etiketteren, sluiten, enz.) 10.17 Overige machines voor specifieke industriële doeleinden (machines voor controle, testen, diverse machines) 10.18 Speciale machines voor landbouw, veeteelt, niet behorend tot de hierboven genoemde machines 10.99 Overige machines en uitrusting - vast gemonteerd - behorend tot groep 10, maar hierboven niet vermeld 11.00 Systemen voor gesloten of open transport en opslag - niet gespecificeerd 11.01 Vaste transportbanden, materialen en systemen voor ononderbroken transport - loopbanden, roltrappen, kabelbanen, rolbanden,... 11.02 Vracht- en personenliften, hefinstallaties - goederenlift, hijsemmer, krik 11.03 Vaste of verplaatsbare kranen, op voertuigen gemonteerd, loopkranen, hefmaterieel voor hangende lasten 11.04 Verplaatsbare transportsystemen, transportwagentjes (al dan niet gemotoriseerd) - kruiwagen, palethefwagentje, enz. 11.05 Installaties voor heffen, vastmaken, grijpen en diverse transportmiddelen (incl. stroppen, haken, takels enz.) 11.06 Systemen voor opslag, verpakking, containers, (silo's, reservoirs, tanks, bassins) - vast gemonteerd 11.07 Systemen voor opslag, transport, containers, laadbakken - verplaatsbaar 11.08 Hulpmiddelen voor opslag, stellingen, palletstellingen, palletten 11.09 Diverse verpakkingen, klein en middelgroot, verplaatsbaar (diverse bakken en vaten, flessen, kisten, gasflessen, brandblussers enz.) 11.99 Overige systemen voor gesloten of open transport en opslag, overige, behorend tot groep 11, maar hierboven niet vermeld 12.00 Voertuigen voor transport over land - niet gespecificeerd 12.01 Zware voertuigen - vrachtwagens (goederenvervoer), bussen en touringcars (personenvervoer) 12.02 Lichte voertuigen - vracht- of personenvervoer 12.03 Voertuigen - met twee of drie wielen, al dan niet gemotoriseerd 12.04 Overige vervoermiddelen over land : ski's, rolschaatsen,... 12.99 Overige voertuigen voor transport over land, behorend tot groep 12, maar hierboven niet vermeld 13.00 Overige transportvoertuigen - niet gespecificeerd 13.01 Voertuigen - op rails, incl. hangende monorail : vrachtvervoer 13.02 Voertuigen - op rails, incl. hangende monorail : personenvervoer 13.03 Vaartuigen : vrachtvervoer 13.04 Vaartuigen : personenvervoer 13.05 Vaartuigen : visserij 13.06 Luchtvoertuigen : vrachtvervoer 13.07 Luchtvoertuigen : personenvervoer 13.99 Overige transportvoertuigen, behorend tot groep 13, maar hierboven niet vermeld 14.00 Materialen, voorwerpen, producten, onderdelen van machines, breukmateriaal, stof - niet gespecificeerd 14.01 Bouwmaterialen - groot en klein : prefab-elementen, bekistingsonderdelen, balken, bakstenen, dakpannen enz. 14.02 Bouwmateriaal of onderdelen van machines, voertuigen : chassis, kettingkast, kruk, wiel, enz. 14.03 Bewerkte stukken of elementen, machinewerktuigen (incl. deeltjes en splinters afkomstig van deze voorwerpen) 14.04 Assemblage-elementen : schroeven, spijkers, bouten, enz. 14.05 Deeltjes, stof, scherven, stukjes, spatten, splinters en andere breukdeeltjes 14.06 Landbouwproducten - (incl. graankorrels, stro, overige landbouwproducties) 14.07 Producten - voor de landbouw, veeteelt (incl. meststoffen, veevoeder) 14.08 Opgeslagen producten - incl. voorwerpen en verpakkingen in opslag 14.09 Opgeslagen producten - in rollen, klossen 14.10 Lasten - d.m.v. mechanisch transportmiddel verplaatst 14.11 Lasten - hangend aan hefinstallaties, kraan 14.12 Lasten - met de hand gebruiken 14.99 Overige materialen, voorwerpen, producten, onderdelen van machines, behorend tot groep 14, maar hierboven niet vermeld 15.00 Chemische stoffen, explosieven, radioactieve stoffen, biologische stoffen - niet gespecificeerd 15.01 Bijtende, corrosieve stoffen (vast, vloeibaar of gasvormig) 15.02 Schadelijke, giftige stoffen (vast, vloeibaar of gasvormig) 15.03 Ontvlambare stoffen (vast, vloeibaar of gasvormig) 15.04 Explosieven, reactieve stoffen (vast, vloeibaar of gasvormig) 15.05 Gassen, dampen zonder specifieke uitwerking (biologisch inert, verstikkend) 15.06 Radioactieve stoffen 15.07 Biologische stoffen 15.08 Stoffen, materialen zonder specifieke risico's (water, inerte materialen,enz.) 15.99 Overige chemische stoffen, explosieven, radioactieve stoffen, biologische stoffen, behorend tot groep 15, maar hierboven niet vermeld 16.00 Veiligheidssystemen en veiligheidsuitrusting - niet gespecificeerd 16.01 Veiligheidssystemen - op machines 16.02 Persoonlijke beschermingssystemen 16.03 Systemen en uitrusting voor hulpverlening 16.99 Overige veiligheidssystemen en veiligheidsuitrusting, behorend tot groep 16, maar hierboven niet vermeld 17.00 Kantooruitrusting en persoonlijke uitrusting, sportuitrusting, wapens, huishoudelijke apparaten - niet gespecificeerd 17.01 Meubilair 17.02 Apparatuur - informatica, bureautica, reprografie, communicatie 17.03 Benodigdheden - voor onderwijs, schrijven, tekenen (schrijfmachine, frankeermachine, vergrotingsapparaat, prikklok 17.04 Artikelen en uitrusting voor sport en spel 17.05 Wapens 17.06 Persoonlijke bezittingen, kleding 17.07 Muziekinstrumenten 17.08 Huishoudelijke apparaten, gebruiksartikelen, voorwerpen, linnengoed (voor professioneel gebruik) 17.99 Overige kantooruitrusting en persoonlijke uitrusting, sportuitrusting, wapens, behorend tot groep 17, maar hierboven niet vermeld 18.00 Levende organismen en mensen - niet gespecificeerd 18.01 Bomen, planten, kweekproducten 18.02 Dieren - huisdieren, vee 18.03 Dieren - wilde dieren, insecten, slangen 18.04 Micro-organismen 18.05 Virussen 18.06 Mensen 18.99 Overige levende organismen, behorend tot groep 18, maar hierboven niet vermeld 19.00 Bulkafval - niet gespecificeerd 19.01 Bulkafval - stoffen, producten, materialen, voorwerpen 19.02 Bulkafval - chemische stoffen 19.03 Bulkafval - biologische, plantaardige, dierlijke stoffen 19.99 Overig bulkafval, behorend tot groep 19, maar hierboven niet vermeld 20.00 Fysische verschijnselen en natuurlijke elementen - niet gespecificeerd 20.01 Fysische verschijnselen - lawaai, natuurlijke straling, licht, lichtboog, overdruk, onderdruk, druk 20.02 Natuurlijke en atmosferische elementen (incl. watervlaktes, modder, regen, hagel, sneeuw, ijzel, windstoot enz.) 20.03 Natuurrampen (overstroming, vulkanisme, aardbeving, vloedgolf, vuur, brand, enz) 20.99 Overige fysische verschijnselen en natuurlijke elementen, behorend tot groep 20, maar hierboven niet vermeld 99.00 Overige betrokken voorwerpen die niet in deze lijst vermeld worden Tabel C. - Getroffen preventiemaatregelen om de herhaling van een dergelijk ongeval te beletten.

Betrokken gebieden. 1.Geen. 2. Individuele factor. 2.1. Arbeidspost. 2.2. Aanleren. 2.3. Herziening van de bevelen. 2.4. Toezicht op de arbeidsmethoden. 2.5. Fysische of psychische aanpassing aan de arbeidspost. 2.6. Andere maatregelen. 3. Materiële factor. 3.1. Inspectie. 3.2. Onderhoud. 3.3. Materieel. 3.4. Persoonlijke of collectieve beschermingsmiddelen. 3.5. Leefmilieu, omgevingsfactoren. 3.6. Andere maatregelen.

Tabel D. - Gevolgen van het ongeval. 1.Voorziene tijdelijke ongeschiktheid. Aantal kalenderdagen ongeschiktheid tussen de datum van het ongeval en de vermoedelijke datum van de werkherneming. 2.Voorziene bestendige ongeschiktheid (overlijden - bestendige ongeschiktheid). Deze wordt berekend op basis van 7500 verloren dagen voor een overlijden of een ongeschiktheid van 100 pct.

In geval van gedeeltelijke ongeschiktheid wordt de forfaitaire ongeschiktheid berekend volgens de beschikbare inlichtingen op het ogenblik waarop deze steekkaart wordt opgesteld, en namelijk op grond van de geneeskundige bepaling van de bestendige werkongeschiktheid, en bij ontstentenis, volgens de aanduidingen van onderstaande tabel : 1.Dood . . . . . 7500 2. Volledige blijvende ongeschiktheid .. . . . 7500 3. Verlies van een arm boven de elleboog .. . . . 5450 4. Verlies van een arm aan of onder de elleboog .. . . . 4900 5. Verlies van de hand .. . . . 4450 6. Verlies van een duim .. . . . 1700 7. Verlies van een vinger .. . . . 825 8. Verlies van twee vingers .. . . . 1875 9. Verlies van drie vingers .. . . . 2700 10. Verlies van vier vingers .. . . . 3200 11. Verlies van een duim en een vinger .. . . . 2475 12. Verlies van een duim en twee vingers .. . . . 3100 13. Verlies van een duim en drie vingers .. . . . 3850 14. Verlies van een duim en vier vingers .. . . . 4050 15. Verlies van een been boven de knie .. . . . 6000 16. Verlies van een been aan of onder de knie .. . . . 4875 17. Verlies van een voet .. . . . 3750 18. Verlies een grote teen of meerdere tenen .. . . . 500 19. Verlies van het gezicht van een oog .. . . . 2800 20. Verlies van het gezicht van twee ogen .. . . . 7500 21. Verlies van het gehoor van een oor .. . . . 1500 22. Verlies van het gehoor van twee oren .. . . . 6000 Tabel E. - Soort letsel.

Deze lijst wordt gebruikt om de letsels in te delen veroorzaakt door arbeidsongevallen of ongevallen op de weg van en naar het werk, met uitsluiting in het bijzonder, van de beroepsziekten.

Algemeen coderingsprincipe : Ingeval van multipele letsels die bij één ongeval zijn opgelopen waarbij een van de letsels duidelijk ernstiger is dan het (de) andere, moet dit ongeval worden gerangschikt in de groep die beantwoordt aan de aard van het duidelijk ernstigste letsel.

Alleen in gevallen waarin het slachtoffer twee of meer soorten letsel heeft opgelopen en een daarvan niet als ernstiger dan het (de) andere kan worden beschouwd, moet code 120 multipele letsels worden gebruikt.

CodeOmschrijving 000 Onbekend letsel : Informatie ontbreekt 010 Wonden en oppervlakkige letsels 011 Oppervlakkige letsels Omvat de kneuzingen, builen, hematomen, schaafwonden, schrammen, blaren, beten van niet-giftige insecten, oppervlakkige wonden Omvat ook de hoofdhuidwonden en oppervlakkige letsels en vreemde voorwerpen die het oog, oor enz. binnendringen Omvat niet de beten van giftige dieren (code 071) 012 Open wonden Omvat de scheurwonden, open wonden, snijwonden, kneuzingen met wonden, verlies van nagels; wonden met letsel aan spieren, pezen en zenuwen Omvat niet de traumatische amputaties, verwijdering van de oogbol; avulsie van het oog (code 040); gecompliceerde botbreuken (code 022); verbrandingen met open wonden (code 061); oppervlakkige letsels (code 011) 013 Vleeswonden met verlies van weefsel 019 Andere soorten wonden en oppervlakkige letsels 020 Botbreuken 021 Gesloten botbreuken Omvat de enkelvoudige botbreuken; botbreuken met letsels aan gewrichten (ontwrichtingen enz.); botbreuken met inwendige letsels of zenuwletsels 022 Open botbreuken Omvat de botbreuken met letsels aan weke delen van het lichaam (gecompliceerde botbreuken) 029 Andere soorten botbreuken 030 Ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen.

Omvat alle acute problemen met de skeletmusculatuur als gevolg van overbelasting van spieren, pezen, banden en gewrichten 031 Ontwrichtingen Omvat de subluxaties en verschuiving van beendereinden bij de gewrichten Omvat niet de verschoven botbreuk (code 021) 032 Verstuikingen en verrekkingen Omvat de overbelastingen die leiden tot breuken en scheuren van spieren, pezen, banden (en gewrichten), alsmede hernia's als gevolg van overbelasting Omvat niet de verschuivingen van beendereinden bij de gewrichten moeten worden gecodeerd onder 031; indien deze gepaard gaan met een open wond, moeten ze onder 012 worden gecodeerd 039 Andere soorten ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen 040 Traumatische amputaties (verlies van ledematen) Omvat de amputaties en kneuzingen, verwijdering van de oogbol, inclusief traumatische avulsie van het oog en verlies van oor/oren 041 Afzettingen 050 Schuddingen en inwendige letsels Omvat alle inwendige letsels zonder botbreuken, met andere woorden alle inwendige kneuzingen, bloedingen, scheurwonden, hersenletsels en scheuring van inwendige organen Omvat niet de open wonden (code 012) en letsels die gepaard gaan met botbreuk (codes in groep 020) 051 Schuddingen Omvat de intracraniale letsels 052 Inwendige letsels Omvat de letsels van organen in borstkas en buik en van bekkenorganen 053 Schuddingen en inwendige letsels die in afwezigheid van behandeling levensbedreigend kunnen zijn 054 Schadelijke effecten van elektriciteit 059 Andere soorten schuddingen en inwendige letsels 060 Verbrandingen, brandplekken (door kokende vloeistof) en bevriezing 061 Brandplekken (thermische - door kokende vloeistof) en verbrandingen Omvat de verbrandingen door hete voorwerpen of open vuur; brandplekken door kokende vloeistof; wrijvingsschroeiplekken; stralingsverbrandingen (infrarood); zonnebrand; effecten van bliksem; verbrandingen ten gevolge van elektrische stroom, verbrandingen met open wond Omvat niet de stralingseffecten behalve verbrandingen (code 102) 062 Chemische verbrandingen (corrosie) Omvat de Chemische verbrandingen (alleen uitwendige verbrandingen) Omvat niet de verbrandingen als gevolg van het inslikken van een corrosieve of bijtende stof (code 071) 063 Bevriezing Omvat de effecten van temperatuurdaling (bevriezing); gedeeltelijke diktehuidverlies, bevriezing met afgestorven weefsel (necrose) Omvat niet de abnormaal lage lichaamstemperatuur (hypothermie) en andere effecten van overmatige koude (code 103) 069 Andere soorten verbrandingen, brandplekken door kokende vloeistof en bevriezing 070 Vergiftigingen en infecties 071 Acute vergiftigingen Omvat de acute effecten van injectie, ingestie en absorptie of inhalatie van toxische, corrosieve of bijtende stoffen; beten van giftige dieren; verstikking door koolmonoxide of andere toxische gassen Omvat niet de uitwendige chemische verbrandingen (code 062); anafylactische shock (code 119) 072 Acute infecties Omvat de infecties door virus, bacterie en andere infectueuze stoffen 079 Andere soorten vergiftigingen en infecties 080 Verdrinking en verstikking 081 Verstikking Omvat de verstikking door samendrukking, afsnoering of wurging; omvat ook verstikking door het ontbreken of reduceren van zuurstof in de omgevingslucht en verstikking door vreemde voorwerpen in de luchtwegen Omvat niet de verstikking door koolmonoxide of andere toxische gassen (code 071) 082 Verdrinking en niet dodelijke onderdompeling Omvat niet de verstikking zoals gedefinieerd in 081; bedolven onder materialen of andere niet-vloeibare massa's (bijvoorbeeld sneeuw, aarde, enz.) 089 Andere soorten verdrinking en verstikking 090 Effecten van lawaai, trillingen en druk 091 Acuut gehoorverlies Omvat het partieel of totaal gehoorverlies 092 Effecten van druk Omvat de effecten van lucht- en waterdruk (barotrauma) 099 Andere effecten van lawaai, trillingen en druk Omvat de geluidstrauma's, vibratiesyndroom enz. 100 Effecten van extreme temperaturen, licht en straling 101 Hitte en zonnesteken Omvat de effecten van overmatige natuurlijke hitte en zonnestraling (hitteslagen, zonnesteken) of door de mens veroorzaakte hitte Omvat niet de shock veroorzaakt door bliksem (code 112); zonnebrand (code 061) 102 Effecten van straling (niet-thermische) Omvat de effecten van röntgenstralen, radioactieve stoffen, ultraviolette stralen, ioniserende straling, lassersogen 103 Effecten van temperatuurdaling Omvat de accidentele hypothermie en andere effecten van temperatuurdaling Omvat niet de bevriezing (code 063) 109 Andere effecten van extreme temperaturen, licht en straling 110 Shocks 111 Shocks na agressie en bedreigingen Omvat de shocks na agressie en bedreigingen door personen, shock na bankoverval, agressie door klanten; "sociale conflicten" Omvat niet de anafylactische shock (code 119); shock na traumatische letsels (code 112) 112 Traumatische shocks Omvat de elektroshock, shock veroorzaakt door bliksem, onmiddellijke of latere shock ten gevolge van letsel Omvat niet anafylactische shock (code 119); agressie en bedreigingen door personen (code 111); gevallen zonder directe lichamelijke letsels 119 Andere soorten shocks Omvat de agressies door dieren zonder direct lichamelijk letsel; natuurrampen en andere gebeurtenissen die niet direct door mensen zijn veroorzaakt en het slachtoffer geen direct lichamelijk letsel berokkenen; anafylactische shock 120 Multipele letsels Deze groep is beperkt tot gevallen waar het slachtoffer twee of meer even ernstige soorten letsels heeft opgelopen 999 Andere, niet onder andere punten opgenomen gespecificeerde letsels Deze groep dient alleen voor de indeling van letsels die niet onder andere punten zijn opgenomen : zenuw- en ruggenmergletsel; letsel aan bloedvaten; vreemde voorwerpen die via een natuurlijke opening binnendringen enz.

Tabel F. - Verwond deel van het lichaam.

De groepen betreffende de verschillende plaatsen moeten enkel gebruikt worden voor de rangschikking der gevallen, waarin het slachtoffer diverse letsels opliep op diverse plaatsen, waarvan klaarblijkelijk geen enkel erger is dan de andere.

Zo het ongeval verschillende letsels veroorzaakt op diverse plaatsen en één hiervan duidelijk erger is dan de overige, dan wordt dat ongeval ondergebracht in de groep, die overeenstemt met de plaats van het zwaarste.

CodeOmschrijving 00 Verwond deel van het lichaam niet gespecificeerd 10 Hoofd, niet nader gespecificeerd 11 Hoofd (caput), hersenen en hersenzenuwen en -bloedvaten 12 Aangezicht 13 Oog/ogen 14 Oor/oren 15 Tanden 18 Hoofd, diverse plaatsen gewond 19 Hoofd, andere hierboven niet genoemde delen 20 Hals, inclusief ruggengraat en halswervels 21 Hals, inclusief ruggengraat en halswervels 29 Hals, andere hierboven niet genoemde delen 30 Rug, inclusief ruggengraat en rugwervels 31 Rug, inclusief ruggengraat en rugwervels 39 Rug, andere hierboven niet genoemde delen 40 Romp en organen, niet nader gespecificeerd 41 Borstkas, ribben met gewrichten en schouderbladen 42 Borststreek met organen 43 Bekken en buik met organen 48 Romp, diverse plaatsen gewond 49 Romp, andere hierboven niet genoemde delen 50 Bovenste ledematen, niet nader gespecificeerd 51 Schouder en schoudergewrichten 52 Arm, inclusief elleboog 53 Hand 54 Vinger(s) 55 Pols 58 Bovenste ledematen, diverse plaatsen gewond 59 Bovenste ledematen, andere hierboven niet genoemde delen 60 Onderste ledematen, niet nader gespecificeerd 61 Heup en heupgewricht 62 Been, inclusief knie 63 Enkel 64 Voet 65 Teen/tenen 68 Onderste ledematen, diverse plaatsen gewond 69 Onderste ledematen, andere hierboven niet genoemde delen 70 Gehele lichaam en diverse plaatsen, niet nader gespecificeerd 71 Gehele lichaam (systemische gevolgen) 78 Diverse plaatsen van het lichaam gewond 99 Andere hierboven niet genoemde delen van het lichaam verwond Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^