gepubliceerd op 03 augustus 2004
Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de Gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, vastgesteld volgens de sanitaire risico's verbonden aan bedrijven waar runderen gehouden worden
8 JULI 2004. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de Gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, vastgesteld volgens de sanitaire risico's verbonden aan bedrijven waar runderen gehouden worden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, inzonderheid op de artikelen 5, 1°, 6, § 1 en 14, 7°;
Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de Gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gegeven op 7 februari 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 juli 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 oktober 2002;
Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 13 december 2002;
Gelet op het overleg met de Gewesten op 2 september 2002;
Gelet op het advies 35.967/3 van de Raad van State, gegeven op 5 maart 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Rund : dier behorende tot de soort der runderachtigen, daaronder begrepen de soorten Bubalus bubalis en Bison bison, die als nutsdieren gehouden worden, in die mate dat zij in een veebeslag opgefokt worden;2° Verantwoordelijke : de eigenaar of de houder, die gewoonlijk over de runderen een onmiddellijk beheer en toezicht uitoefent;3° Beslag : het geheel van runderen dat gehouden wordt in een geografisch omschreven entiteit;4° Geografische entiteit : elk gebouw of complex van gebouwen inbegrepen de bijhorende terreinen, waar runderen gehouden worden of die daartoe bestemd zijn;5° Sanitel : geautomatiseerd systeem voor gegevensverwerking in verband met de identificatie en registratie van de runderen;6° Fonds : het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten;7° Kalvermesterij : een geografische entiteit waar kalveren worden gehouden met het oog op vetmesting en welke erkend is volgens de procedure gedefinieerd in het ministerieel besluit van 28 januari 1998 houdende de uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, registratie en toepassingsmodaliteiten van het epidemiologisch toezicht van runderen.
Art. 2.De volgende bijdragen aan het Fonds zijn jaarlijks ten laste van de verantwoordelijke van een beslag : 1° Een verplichte forfaitaire bijdrage van euro 31 per beslag.2° Een verplichte forfaitaire bijdrage van euro 155 per kalvermesterij.3° Een verplichte bijdrage van euro 0,31 per rund tijdens de referentieperiode geboren op een beslag.4° Een verplichte bijdrage van euro 2,95 per rund ouder dan één jaar dat gedurende de volledige duur van de referentieperiode gehouden werd in één enkel beslag.5° Een verplichte bijdrage van euro 0,31 per rund dat toegevoegd werd aan het beslag tijdens de referentieperiode en op de datum van toevoeging jonger was dan één jaar en er al dan niet nog gehouden wordt.6° Een verplichte bijdrage van euro 4,50 per rund dat toegevoegd werd aan het beslag tijdens de referentieperiode en op de datum van toevoeging gelijk aan of ouder dan één jaar was en er al dan niet nog gehouden wordt.
Art. 3.De verplichte bijdragen worden jaarlijks vastgesteld op basis van de gegevens van het beslag, zoals ze op het einde van de referentieperiode geregistreerd zijn in Sanitel. De verplichte bijdragen worden in één of meerdere schijven gefactureerd binnen de drie maanden volgend op de betreffende referentieperiode. De referentieperiode bedoeld in artikel 2, 3° tot 6°, duurt twaalf maanden en eindigt binnen de drie maanden voor de facturatiedatum.
Art. 4.De verplichte bijdragen worden betaald aan het Fonds binnen de dertig dagen die volgen op het verzoek tot betaling. Bij gebreke aan tijdige betaling is van rechtswege en zonder aanmaning of ingebrekestelling een verwijlinterest verschuldigd tegen de wettelijke rentevoet, vermeerderd met euro 25 voor administratieve kosten.
Art. 5.Indien de verantwoordelijke het bedrag van de verplichte bijdragen en interesten na een eerste aanmaning niet betaalt aan het Fonds, wordt het bedrag van de verschuldigde verplichte bijdrage verdubbeld. De aanmaningen en verzoeken tot het betalen van het verdubbelde bedrag worden door het Fonds aan de verantwoordelijke verzonden bij aangetekend schrijven, respectievelijk minstens zestig dagen en negentig dagen na de datum van verzoek tot betaling van het basisbedrag.
Art. 6.Indien de verantwoordelijke de runderen, die behoren tot zijn beslag, niet geregistreerd heeft volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen, en aldus geen of onvoldoende verplichte bijdragen betaalt, zal het bedrag van de verschuldigde verplichte bijdragen verdubbeld worden voor de betrokken referentieperiodes.
Art. 7.Voor wat betreft de periode vanaf 1 januari 1988 tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit, blijven aan het Fonds verschuldigd, de verplichte bijdragen bedoeld in artikel 14, eerste lid van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten en in het koninklijk besluit van 11 mei 2004 tot beëindiging van de inning van de bijdragen door de slachthuizen ten laste van de rundveehouders volgens de modaliteiten van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten.
Art. 8.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 10.Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE