Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 februari 2005
gepubliceerd op 14 maart 2005

Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005200175
pub.
14/03/2005
prom.
24/02/2005
ELI
eli/besluit/2005/02/24/2005200175/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening, inzonderheid op artikel 21, 1°;

Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op artikel 62, gewijzigd door de wet van 24 december 1976, het koninklijk besluit nr. 530 van 31 maart 1987, en de wetten van 3 mei 1999, 10 augustus 2001 en 24 februari 2003;

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998, 28 februari 1999, 5 maart 1999, 7 april 1999, 11 juni 2002, 25 februari 2003, 3 mei 2003, 17 juni 2002 en de programmawet van 27 december 2004;

Gelet op de wet van 18 december 2002 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de veiligheid en gezondheid van de gebruikers, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, inzonderheid op artikel 264, f);

Gelet op het Algemeen Reglement op de elektrische installaties, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 10 maart 1981, inzonderheid op artikel 268.8;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1987 houdende organisatie en werking van een centrale gegevensbank bij het Fonds voor Arbeidsongevallen, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 1991 betreffende de stoomtoestellen, inzonderheid op artikel 49;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 26, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 mei 2003, artikel 27, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2004, en artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, inzonderheid op artikel 7, § 1, 1° en 2°, c), op artikel 11, § 2, en op de bijlagen II, III en IV;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 maart 2003 tot vaststelling van de wijze en van de termijn van aangifte van een arbeidsongeval, inzonderheid op de artikelen 2 en 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 mei 2003 tot uitvoering van artikel 94octies van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 mei 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2004 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake het opmaken van de arbeidsongevallensteekkaarten, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 20 oktober 2004;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor Arbeidsongevallen, gegeven op 20 oktober 2004;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk, gegeven op 26 november 2004;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 20 oktober 2004 en 30 november 2004;

Gelet op advies 37.901/1 van de Raad van State, gegeven op 23 december 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Maatregelen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen Afdeling 1. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 27 maart 1998

betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

Artikel 1.Afdeling V van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, bestaande uit de artikelen 26 tot 28, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 mei 2003 en 8 juli 2004, wordt vervangen als volgt : "Afdeling V. - Maatregelen in geval van arbeidsongeval Onderafdeling 1. - Maatregelen in geval van ernstig arbeidsongeval

Art. 26.§ 1. Onverminderd het toepassingsgebied gedefinieerd in artikel 1, waarin zijn begrepen de werkgevers bedoeld in artikel 94ter, § 1, van de wet, zijn de bepalingen van deze onderafdeling eveneens van toepassing op de personen bedoeld in artikel 94ter, § 2, van de wet. § 2. De persoon of de personen op wie de verplichtingen, bedoeld in artikel 94ter, §§ 1 en 2, van de wet, rusten, brengen met toepassing van die wetsbepalingen, de dienst voor preventie en bescherming op het werk van wie zij zich de medewerking hebben verzekerd voor het onderzoek van arbeidsongevallen op de arbeidsplaats met vier of meer dagen arbeidsongeschiktheid, op de hoogte van het ernstig arbeidsongeval en dragen er zorg voor dat deze dienst het ongeval onmiddellijk onderzoekt, de oorzaken ervan vaststelt, preventiemaatregelen voorstelt om herhaling ervan te voorkomen en hen hierover een verslag bezorgt.

Dit verslag bevat ten minste de volgende elementen : 1° de identificatie van de slachtoffers en hun werkgevers;2° de gedetailleerde beschrijving van de plaats van het ongeval;3° de gedetailleerde omschrijving van de omstandigheden van het ongeval, inclusief beeldmateriaal;4° de vastgestelde primaire, secundaire, tertiaire en eventuele verdere oorzaken.In deze wordt verstaan onder : a) primaire oorzaken : de materiële feiten die het ongeval mogelijk hebben gemaakt, inzonderheid een ontbrekend of niet correct gebruikt collectief of persoonlijk beschermingsmiddel, een ontbrekende of kortgesloten beveiliging van een machine;b) secundaire oorzaken : oorzaken van organisatorische aard, waardoor de primaire oorzaken zijn ontstaan, inzonderheid een niet uitgevoerde risico-evaluatie, een ontbrekende instructie, een gebrekkig toezicht op de naleving van instructies, een niet correct functionerende interne dienst voor preventie of bescherming op het werk;c) tertiaire oorzaken : materiële of organisatorische oorzaken die zich bij derden situeren, inzonderheid een ontwerp- of fabricagefout aan een van buitenaf betrokken machine, een niet correct advies geformuleerd door een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk of door een externe dienst voor technische controles op de arbeidsplaats;5° aanbevelingen om herhaling van het ongeval te vermijden;6° de identificatie van de in het eerste lid bedoelde personen en van de diensten voor preventie en bescherming op het werk die in de totstandkoming van het verslag hebben bijgedragen;7° de identificatie van de personen die het verslag hebben opgesteld;8° de identificatie van de personen aan wie een afschrift van het verslag is toegezonden. De in het eerste lid bedoelde persoon of personen, aan wie het overeenkomstig het verslag toekomt om aan de geformuleerde aanbevelingen gevolg te geven, vullen dit verslag aan met de volgende elementen : 1° de inhoud van hun respectievelijke beslissing in verband met de maatregelen die elkeen zal treffen om herhaling van het ongeval te vermijden, geselecteerd op grond van de aanbevelingen geformuleerd door de dienst of de diensten voor preventie en bescherming op het werk en desgevallend, van het advies van de respectievelijke Comités, of, na overleg met de respectievelijke diensten en desgevallend, Comités, de alternatieve maatregelen die ten minste hetzelfde resultaat garanderen;2° een actieplan, bevattende de termijnen binnen welke de maatregelen toegepast zullen zijn en de verantwoording van deze termijnen;3° het advies van de respectievelijke Comités over de oorzaken die aan de basis liggen van het ernstig arbeidsongeval en over de maatregelen die zijn voorgesteld om herhaling ervan te vermijden. Het geheel van de elementen opgesomd in het tweede en het derde lid vormen het omstandig verslag bedoeld in artikel 94ter, §§ 1 en 2, van de wet.

Het omstandig verslag wordt aan de met het toezicht op het welzijn op het werk belaste ambtenaar bezorgd op papier of via een technologisch geschikt middel en wordt door de in het eerste lid bedoelde persoon of personen eigenhandig ondertekend. § 3. Indien omwille van materiële feiten het niet mogelijk is om overeenkomstig artikel 94ter, §§ 1 en 2, van de wet een omstandig verslag binnen tien dagen aan de met het toezicht op het welzijn op het werk belaste ambtenaar te bezorgen, kan deze laatste een binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze bezorgd voorlopig verslag aanvaarden dat ten minste de volgende elementen bevat : 1° de elementen opgesomd in § 2, tweede lid, 1° en 2°;2° een eerste omschrijving van de omstandigheden van het ongeval;3° de vastgestelde primaire oorzaken;4° een gedetailleerd overzicht van de nog uit te voeren onderzoekingen met vermelding van de materiële feiten waardoor geen omstandig verslag kan worden bezorgd;5° de bevindingen van de afvaardiging van het Comité die zich na het ernstig arbeidsongeval onmiddellijk ter plaatse heeft begeven;6° de adviezen van de respectievelijke Comités die reeds zouden zijn vastgelegd in goedgekeurde notulen op het ogenblik van het bezorgen van het voorlopig verslag aan de ambtenaar. In dit geval stelt de in het eerste lid bedoelde ambtenaar de termijn vast binnen welke hem de complementaire elementen moeten worden bezorgd. § 4. Als een ernstig arbeidsongeval in de zin van artikel 94bis, 1°, van de wet wordt beschouwd : 1° een arbeidsongeval dat aanleiding heeft gegeven tot de dood;2° een arbeidsongeval waarvan het gebeuren in direct verband staat met een gebeurtenis die afwijkt van de normale uitvoering van het werk en die voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage I van dit besluit, of met het voorwerp dat bij het ongeval betrokken is en dat voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage II van dit besluit, en dat aanleiding heeft gegeven tot : a) hetzij een blijvend letsel;b) hetzij een tijdelijk letsel dat voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage III van dit besluit.

Art. 27.De ernstige arbeidsongevallen die overeenkomstig artikel 94nonies van de wet door de werkgever van het slachtoffer onmiddellijk bij de met het toezicht op het welzijn op het werk belaste ambtenaren moeten worden aangegeven, zijn deze bedoeld in artikel 26, § 4, 1° en 2°, a).

De kennisgeving gebeurt aan de hand van een technologisch geschikt middel met vermelding van de naam en het adres van de werkgever van het slachtoffer, de naam van het slachtoffer, de datum en de plaats van het ongeval en zijn vermoedelijke gevolgen en met een korte beschrijving van de omstandigheden.

Onderafdeling 2. - Maatregelen te nemen bij alle arbeidsongevallen

Art. 28.De werkgever zorgt ervoor dat de dienst voor preventie en bescherming op het werk die met deze opdracht is belast voor elk ongeval dat ten minste vier dagen arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt, een arbeidsongevallensteekkaart opstelt.

Het formulier voor de aangifte van een arbeidsongeval met toepassing van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 of met toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, mag de arbeidsongevallensteekkaart vervangen, op voorwaarde dat de gegevens nodig om de steekkaart op te stellen, op het aangifteformulier worden ingevuld.

Bij de toepassing van vorig lid, beperkt de in het eerste lid bedoelde dienst zich tot het invullen van de gegevens waarvoor hij bevoegd is.

In de gevallen waarin de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk die de arbeidsongevallensteekkaart heeft opgesteld of het formulier voor de aangifte van het arbeidsongeval heeft ingevuld, niet met het medisch toezicht op zijn werknemers belast is, stuurt de werkgever een kopie of een afdruk van de steekkaart of de aangifte naar de afdeling belast met het medisch toezicht van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarbij hij aangesloten is.

De werkgever bewaart de arbeidsongevallensteekkaarten of kopieën of afdrukken van de formulieren waarmee de arbeidsongevallen zijn aangegeven, ten minste tien jaar.

Wanneer de onderneming of instelling uit verscheidene exploitatiezetels bestaat, worden de in vorig lid bedoelde steekkaarten, kopieën of afdrukken bijgehouden in de exploitatiezetel waarop ze betrekking hebben.

Deze steekkaarten, kopieën of afdrukken worden ter beschikking gehouden van de met het toezicht op het welzijn op het werk belaste ambtenaren. »

Art. 2.Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage I, met als opschrift "Lijst van de afwijkende gebeurtenissen bedoeld in artikel 26, § 4, 2°", toegevoegd, waarvan de inhoud is vastgesteld bij de bijlage 1 bij dit besluit.

Art. 3.Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage II, met als opschrift "Lijst van de betrokken voorwerpen bedoeld in artikel 26, § 4, 2°", toegevoegd, waarvan de inhoud is vastgesteld bij de bijlage 2 bij dit besluit.

Art. 4.Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage III, met als opschrift "Lijst van de tijdelijke letsels bedoeld in artikel 26, § 4, 2°, b) ", toegevoegd, waarvan de inhoud is vastgesteld bij de bijlage 3 bij dit besluit. Afdeling 2. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 27 maart 1998

betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Art. 5.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, 1°, wordt aangevuld als volgt : "j) de taken die de werkgever hen geeft in toepassing van artikel 26 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, teneinde de herhaling van ernstige arbeidsongevallen te vermijden."; 2° § 1, 2°, c), wordt vervangen als volgt : "c) het opstellen van de arbeidsongevallensteekkaart waarvan de inhoud is bepaald in bijlage IV bij dit besluit of het invullen van het formulier voor de aangifte van het arbeidsongeval, overeenkomstig artikel 28 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.."

Art. 6.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, 2° wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vier"; 2° § 2 wordt aangevuld als volgt : "3° de opdrachten en taken die de werkgever hen geeft in toepassing van artikel 26 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, teneinde de herhaling van ernstige arbeidsongevallen te vermijden."

Art. 7.In de bijlage II van hetzelfde besluit wordt punt 4. "Synthese van de arbeidsongevallen" aangevuld als volgt : "4.5. de plaats, de oorzaken en de preventiemaatregelen, voor de arbeidsongevallen overkomen aan werknemers die geen werknemer zijn van de werkgever, maar ten opzichte van wie deze laatste de hoedanigheid had van : 1° hetzij, werkgever in wiens inrichting deze werknemers als werknemer van ondernemingen van buitenaf werkzaamheden kwamen uitvoeren;2° hetzij, gebruiker; 3° hetzij, bouwdirectie belast met de uitvoering voor wie deze werknemers als werknemer van aannemers of onderaannemers van deze bouwdirectie werkzaamheden uitvoerden."

Art. 8.In de bijlage III van hetzelfde besluit worden onder II "Inlichtingen betreffende de overkomen ongevallen op de plaats van het werk" de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 4.1.1. wordt aangevuld met de woorden "of aangiften van ongevallen die ten minste één dag arbeidsongeschiktheid hebben veroorzaakt"; 2° punt 4.2.1. wordt aangevuld met de woorden "of aangiften van ongevallen die ten minste één dag arbeidsongeschiktheid hebben veroorzaakt".

Art. 9.Tabel E van de bijlage IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door tabel E, waarvan de inhoud is vastgesteld bij de bijlage 4 bij dit besluit.

Art. 10.Tabel F van de bijlage IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door tabel F, waarvan de inhoud is vastgesteld bij de bijlage 5 bij dit besluit. Afdeling 3. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 28 mei 2003

tot uitvoering van artikel 94octies van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

Art. 11.Het opschrift van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 tot uitvoering van artikel 94octies van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wordt vervangen als volgt : "Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk XIbis van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wat de deskundigen betreft."

Art. 12.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt, na de woorden "van hun werk", aangevuld met de woorden ", waarin zijn begrepen de werkgevers bedoeld in artikel 94ter, § 1, van deze wet, alsook op de personen bedoeld in artikel 94ter, § 2, van deze wet".

Art. 13.Artikel 2, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "2° ernstig arbeidsongeval : een ernstig arbeidsongeval zoals gedefinieerd in artikel 94bis, 1°, van de wet;"

Art. 14.In afdeling 3 van hetzelfde besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende : "

Art. 3bis.Benevens in de gevallen bedoeld in artikel 94ter, § 4, eerste lid, van de wet, kunnen de toezichthoudende ambtenaren die de arbeidsveiligheid onder hun bevoegdheid hebben ook een deskundige aanstellen in de volgende gevallen : 1° indien zij beschikken over aanwijzingen betreffende een gebrekkige samenwerking tussen de in artikel 94ter, § 2, eerste lid, van de wet, bedoelde personen;2° in complexe omstandigheden;een omstandigheid is complex wanneer één of meer oorzaken of gevolgen van het ernstig arbeidsongeval zich situeren buiten de verhoudingen tussen de personen op wie de verplichtingen, bedoeld in artikel 94ter, §§ 1 en 2 van de wet, rusten, en hun eventuele werknemers; 3° in geval van bijzonder ernstige arbeidsongevallen; 4° bij onwettige toestanden waarin een preventiedienst ontbreekt."

Art. 15.Artikel 5, vijfde lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Naar aanleiding van zijn bezoek in het kader van het onderzoek van het ernstig arbeidsongeval, is de deskundige ertoe gehouden contact op te nemen met het hoofd van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van de persoon of de personen op wie de verplichtingen rusten, bedoeld in artikel 94ter, §§ 1 en 2, van de wet."

Art. 16.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Dit bedrag wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen op dezelfde wijze als de forfaitaire minimumbijdragen bedoeld in artikel 13decies van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk."; 2° het derde lid wordt opgeheven. HOOFDSTUK II. - Maatregelen met betrekking tot de vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 16 december

1987 houdende organisatie en werking van een centrale gegevensbank bij het Fonds voor Arbeidsongevallen

Art. 17.In artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 16 december 1987 houdende organisatie en werking van een centrale gegevensbank bij het Fonds voor Arbeidsongevallen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "De verzekeringsondernemingen bezorgen aan het Fonds voor Arbeidsongevallen binnen een termijn van twee dagen na de ontvangst van de aangifte, voor elk ongeval, de gegevens die het slachtoffer en zijn werkgever identificeren, de plaats, de datum en het uur van het ongeval, het betrokken voorwerp, de afwijkende gebeurtenis en de letsels. De diensten van het Fonds en van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg sluiten een protocol over de wijze en de termijnen van overdracht van de gegevens bedoeld in vorig lid aan de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk met de meest geschikte informatiedrager in onderling overleg."; 2° artikel 3 wordt aangevuld als volgt : "Het Fonds voor Arbeidsongevallen bezorgt de gegevens bedoeld in het tweede lid eveneens aan de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarbij de werkgever is aangesloten, binnen dezelfde termijn als deze welke geldt voor de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk." Afdeling 2. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 12 maart 2003

tot vaststelling van de wijze en van de termijn van aangifte van een arbeidsongeval

Art. 18.Artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 tot vaststelling van de wijze en van de termijn van aangifte van een arbeidsongeval, wordt vervangen als volgt : "Het beheerscomité van het Fonds stelt de inhoud van de aangifte vast.

Het kan voor de ongevallen die minder dan vier dagen arbeidsongeschiktheid hebben veroorzaakt, een vereenvoudigd model van aangifte vaststellen."

Art. 19.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Afdeling 3. - Wijzigingen in het Algemeen Reglement voor de

arbeidsbescherming

Art. 20.Artikel 264, f), van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming wordt opgeheven wat de bescherming van de werknemers betreft. Afdeling 4. - Wijzigingen in het Algemeen Reglement op de elektrische

installaties

Art. 21.In artikel 268. 8 van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties vervallen de woorden "de met het toezicht belaste ambtenaar en". Afdeling 5. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 18 oktober

1991 betreffende de stoomtoestellen

Art. 22.Artikel 49 van het koninklijk besluit van 18 oktober 1991 betreffende de stoomtoestellen wordt opgeheven, wat de bescherming van de werknemers betreft. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 23.Het koninklijk besluit van 28 mei 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wordt opgeheven.

Art. 24.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 juli 2004 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake het opmaken van de arbeidsongevallensteekkaarten wordt ingetrokken.

Art. 25.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van : 1° de artikelen 9 en 10, die in werking treden op 1 januari 2006;2° artikel 16, 2°, dat in werking treedt op een door Ons te bepalen datum.

Art. 26.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 10 maart 1925, Belgisch Staatsblad van 25 april 1925; Wet van 10 april 1971, Belgisch Staatsblad van 24 april 1971;

Wet van 24 december 1976, Belgisch Staatsblad van 28 december 1976;

Koninklijk besluit nr. 530 van 31 maart 1987, Belgisch Staatsblad van 16 april 1987;

Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996;

Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998;

Wet van 28 februari 1999, Belgisch Staatsblad van 18 maart 1999;

Wet van 5 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 18 maart 1999;

Wet van 7 april 1999, Belgisch Staatsblad van 20 april 1999;

Wet van 3 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 4 mei 1999;

Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 7 september 2001;

Wet van 11 juni 2002, Belgisch Staatsblad van 22 juni 2002;

Wet van 17 juni 2002, Belgisch Staatsblad van 25 juni 2002;

Wet van 18 december 2002, Belgisch Staatsblad van 6 februari 2003;

Wet van 24 februari 2003, Belgisch Staatsblad van 2 april 2003;

Wet van 25 februari 2003, Belgisch Staatsblad van 14 maart 2003;

Programmawet van 27 december 2004, Belgisch Staatsblad van 31 december 2004;

Besluit van de Regent van 11 februari 1946; Belgisch Staatsblad van 3 en 4 april 1946;

Besluit van de Regent van 27 september 1947, Belgisch Staatsblad van 3 en 4 oktober 1947;

Koninklijk besluit van 10 maart 1981, Belgisch Staatsblad van 29 april 1981;

Koninklijk besluit van 16 december 1987, Belgisch Staatsblad van 25 december 1987;

Koninklijk besluit van 18 oktober 1991, Belgisch Staatsblad van 5 december 1991;

Koninklijk besluit van 27 maart 1998, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1998;

Koninklijk besluit van 12 maart 2003, Belgisch Staatsblad van 2 april 2003;

Koninklijk besluit van 27 maart 2003, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003;

Wet van 3 mei 2003, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003;

Koninklijk besluit van 28 mei 2003, Belgisch Staatsblad van 12 juni 2003;

Koninklijk besluit van 31 december 2003, Belgisch Staatsblad van 22 januari 2004;

Koninklijk besluit van 8 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 18 augustus 2004.

Bijlage 1 Lijst van de afwijkende gebeurtenissen bedoeld in artikel 26, § 4, 2° (de afwijkende gebeurtenissen zijn gedefinieerd en gecodeerd overeenkomstig het Europees registratiesysteem voor oorzaken en omstandigheden van arbeidsongevallen in Europa - zie ook tabel A van de bijlage IV van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk) - afwijkende gebeurtenis als gevolg van een elektrische storing, explosie, brand (codes 10 tot 19); - afwijkende gebeurtenis door overlopen, kantelen, lekken, leeglopen, verdampen, vrijkomen (codes 20 tot 29); - breken, barsten, glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp (codes 30 tot 39); - verlies van controle over een machine, vervoer- of transportmiddel, handgereedschap, voorwerp (codes 40 tot 44); - vallen van personen van hoogte (code 51); - gegrepen of meegesleept worden door een voorwerp of de vaart daarvan (code 63).

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 februari 2005 houdende diverse bepalingen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage 2 Lijst van de betrokken voorwerpen bedoeld in artikel 26, § 4, 2° (de afwijkende gebeurtenissen zijn gedefinieerd en gecodeerd overeenkomstig het Europees registratiesysteem voor oorzaken en omstandigheden van arbeidsongevallen in Europa - zie ook tabel B van de bijlage IV van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk) - steigers of bovengrondse constructies (codes 02.00 tot 02.99); - graafwerken, sleuven, putten, onderaardse gangen, tunnels of ondergrondse wateromgeving bedoeld door de codes 03.01, 03.02 en 03.03); - installaties (codes 04.00 tot 04.99); - machines of toestellen (codes 05.00 tot 05.99, 07.00 tot 07.99 en 09.00 tot 10.99); - systemen voor gesloten of open transport en opslag (codes 11.00 tot 11.99, 14.10 en 14.11); - voertuigen voor transport over land (codes 12.00 tot 12.99); - chemische stoffen, explosieven, radioactieve stoffen, biologische stoffen (codes 15.00 tot 15.99, 19.02 en 19.03); - veiligheidssystemen en veiligheidsuitrusting (codes 16.00 tot 16.99); - wapens (code 17.05); - dieren, micro-organismen, virussen (codes 18.03, 18.04 en 18.05).

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 februari 2005 houdende diverse bepalingen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage 3 Lijst van letsels bedoeld in artikel 26, § 4, 2°, b) (de letsels zijn gedefinieerd en gecodeerd overeenkomstig het Europees registratiesysteem voor oorzaken en omstandigheden van arbeidsongevallen in Europa en aangevuld met Belgische codes, aangeduid met * na de code - zie ook tabel E van de bijlage IV van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, zoals gewijzigd met ingang op 1 januari 2006) - vleeswonden met verlies van weefsel die aanleiding geven tot een meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 013*); - botbreuken (codes 020 tot 029); - traumatische amputaties (verlies van ledematen - code 040); - afzettingen (code 041*); - schuddingen en inwendige letsels die in afwezigheid van behandeling levensbedreigend kunnen zijn (code 053*); - schadelijke effecten van elektriciteit die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 054*); - brandwonden die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid of chemische of inwendige verbrandingen of bevriezingen (codes 060 tot 069); - acute vergiftigingen (codes 071 en 079); - verstikkingen en verdrinkingen (codes 081 tot 089); - effecten van straling (niet thermische) die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 102).

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 februari 2005 houdende diverse bepalingen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE Bijlage 4 Tabel E. - Soort letsel Deze lijst wordt gebruikt om de letsels in te delen veroorzaakt door arbeidsongevallen of ongevallen op de weg van en naar het werk, met uitsluiting in het bijzonder, van de beroepsziekten.

Algemeen coderingsprincipe : In geval van multipele letsels die bij één ongeval zijn opgelopen waarbij een van de letsels duidelijk ernstiger is dan het (de) andere, moet dit ongeval worden gerangschikt in de groep die beantwoordt aan de aard van het duidelijk ernstigste letsel. Alleen in gevallen waarin het slachtoffer twee of meer soorten letsels heeft opgelopen en een daarvan niet als ernstiger dan het (de) andere kan worden beschouwd, moet code 120 multipele letsels worden gebruikt.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 februari 2005 houdende diverse bepalingen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage 5 Tabel F. - Verwond deel van het lichaam De groepen betreffende de verschillende plaatsen moeten enkel gebruikt worden voor de rangschikking der gevallen, waarin het slachtoffer diverse letsels opliep op diverse plaatsen, waarvan klaarblijkelijk geen enkel erger is dan de andere.

Zo het ongeval verschillende letsels veroorzaakt op diverse plaatsen en één hiervan duidelijk erger is dan de overige, dan wordt dat ongeval ondergebracht in de groep, die overeenstemt met de plaats van het zwaarste.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 februari 2005 houdende diverse bepalingen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE .

^