gepubliceerd op 05 september 2019
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft belastingplichtigen die hun economische activiteit aanvangen
29 AUGUSTUS 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft belastingplichtigen die hun economische activiteit aanvangen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het onderhavig ontwerp van koninklijk besluit wijzigt het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde (hierna "koninklijk besluit nr. 4"), wat het voordeel van de maandelijkse teruggaaf van btw-kredieten betreft.
Het blijkt dat belastingplichtigen die hun economische activiteit aanvangen, in het bijzonder natuurlijke personen en Kmo's, die niet altijd over een grote financiële basis beschikken, bepaalde liquiditeitsproblemen ondervinden. Dergelijke ondernemingen beschikken immers vaak over een btw-krediet ten gevolge van de aftrek van de btw geheven op de uitgaven en de investeringen bij de aanvang van hun activiteit.
Dat btw-krediet wordt hen in principe slechts terugbetaald na een periode van drie maanden volgend op het aangiftetijdvak waarop de trimestriële btw-aangifte of de btw-aangifte van de laatste maand van het trimester betrekking heeft, overeenkomstig de artikelen 81, § 2, eerste lid, 2°, en 81, § 3, derde lid, eerste zin, van het koninklijk besluit nr. 4.
Binnen de normale teruggaafregeling bedraagt het teruggavetijdvak (i.e. het tijdvak waarop de teruggaaf betrekking heeft en dat de teruggaveperiodiciteit bepaalt) aldus drie maanden. Bovendien bedraagt de maximale teruggavetermijn (i.e. de termijn vanaf het einde van het teruggavetijdvak waarbinnen het btw-krediet daadwerkelijk wordt teruggegeven) drie maanden.
Daarnaast voorziet artikel 81, § 3, derde lid, evenwel dat de ordonnancering of de verrichting gelijkgesteld met een betaling inzake een btw-krediet uiterlijk de tweede maand volgend op het tijdvak van de maandaangifte geschiedt, voor de belastingplichtigen die de maandelijkse teruggaaf van dit krediet genieten, zoals voorzien door artikel 81, § 2, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit nr. 4.
Binnen deze regeling van versnelde teruggaaf, bedraagt het teruggavetijdvak aldus maar één maand en de maximale teruggaaftermijn twee maanden.
Het betreft hier de belastingplichtigen die maandaangiften indienen zoals bedoeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek en die voor ten minste 30 procent van hun omzetcijfer bepaalde niet belaste handelingen verrichten dan wel handelingen onderworpen aan een verlaagd btw-tarief en die, in de loop van het verstreken kalenderjaar, een btw-overschot in hun voordeel hadden van ten minste 12.000 euro.
De belastingplichtigen die aanvangen met een economische activiteit kunnen niet automatisch genieten van deze versnelde terugbetaling van hun btw-krediet, aangezien de voormelde voorwaarden gebonden zijn aan de aard van de economische activiteit van de belastingplichtige.
Artikel 1, a), van het ontwerp breidt daarom het toepassingsgebied van de regeling van maandelijkse teruggaaf van het btw-krediet uit met een nieuwe categorie belastingplichtigen, met name de belastingplichtige "starters", door de bepaling onder 4° van § 2, eerste lid, van artikel 81 van het koninklijk besluit nr. 4 te herstellen in een nieuwe aangepaste versie.
Vermits het doel van deze nieuwe bepaling er enkel in bestaat de startende belastingplichtigen een duwtje in de rug te geven, betreft deze maandelijkse teruggaaf uitsluitend de btw-kredieten die betrekking hebben op een periode van vierentwintig maanden die volgt op de datum van aanvang van de economische activiteit bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot met name de aangifte van aanvang van activiteit. Zoals voor de andere gevallen van maandelijkse teruggaaf bedoeld in artikel 81, § 2, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit nr. 4, moet het krediet bovendien 245 euro bereiken.
Artikel 1, b), van het ontwerp vervangt artikel 81, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 4 om de voorwaarde volgens welke alle aangiften met betrekking tot de handelingen van het lopende jaar uiterlijk op de twintigste dag van de maand volgend op de maand waarin het door de Staat verschuldigde bedrag is vastgesteld, moeten worden ingediend, uit te breiden tot dit nieuw geval van maandelijkse teruggaaf.
Bovendien is in dit nieuwe artikel 81, tweede lid, van hetzelfde besluit bepaald dat in de twee gevallen van maandelijkse teruggaaf, die voortaan in artikel 81, § 2, eerste lid, 3° en 4°, van hetzelfde besluit zijn voorzien, deze aangiften uitsluitend langs elektronische weg moeten worden ingediend om de administratie in staat te stellen de gegevens van deze aangiften meer doeltreffend te verwerken in het kader van deze regeling van versnelde teruggaaf en aldus de tijdige terugbetaling van de terug te geven bedragen te waarborgen terwijl toch een adequate administratieve controle kan worden verzekerd. Deze verplichting geldt voortaan dus ook voor de onder 3° bedoelde maandelijkse teruggaaf. Bijgevolg wordt in het nieuwe artikel 81, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit uitdrukkelijk verwezen naar de verplichting om de periodieke btw-aangifte bedoeld in artikel 18, § 4, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde langs elektronische weg in te dienen, zonder dat men zich kan beroepen op de ontheffing van artikel 18, § 5, van dat besluit.
Artikel 1, c), van het ontwerp wijzigt het derde lid van artikel 81, § 3, van het koninklijk besluit nr. 4 opdat de belastingplichtige "starters" uiteraard ook de teruggaaf kunnen genieten, ten laatste de tweede maand die volgt op het tijdvak van de maandelijkse aangifte.
Tijdens deze periode moeten de belastingplichtigen die de versnelde teruggaaf van hun btw-krediet wensen, hun periodieke aangiften ook maandelijks indienen.
Voor de belastingplichtige "starters" die hun periodieke aangiften op kwartaalbasis wensen in te dienen, zal de administratie er in de mate van het mogelijke op toezien dat de teruggaaf wordt uitgevoerd uiterlijk de tweede maand die volgt op het tijdvak van de kwartaalaangifte, behalve wanneer de omstandigheden een meer gedetailleerde verificatie van de gegevens van de periodieke aangifte vereisen die de toepassing van de maximumtermijn voorzien in artikel 81, § 3, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 4 rechtvaardigt.
Artikel 1, d), van het ontwerp wijzigt artikel 81, § 5, zesde lid, van het koninklijk besluit nr. 4. Rekening houdend met de invoering door dit ontwerp van een regeling van maandelijkse teruggaaf voor de belastingplichtigen die hun economische activiteit aanvangen, is het inderdaad niet meer nodig om te verwijzen naar de oprichting van een nieuwe onderneming in voornoemd artikel 81, § 5, zesde lid.
Artikel 1, f), van het ontwerp voegt in artikel 81, § 5, van het koninklijk besluit nr. 4 een negende lid in dat voorziet dat voortaan het in artikel 81, § 2, eerste lid, 4°, van ditzelfde besluit bedoelde recht op maandelijkse teruggaaf voor belastingplichtige "starters" kan worden ingetrokken indien die teruggaaf werd verkregen op grond van een onjuiste verklaring, indien de belastingplichtige de door het Wetboek en door de besluiten genomen ter uitvoering ervan opgelegde verplichtingen niet nakomt of in het geval bedoeld in artikel 81, paragraaf 3, vijfde lid (inhouding van het belastingkrediet in het geval van ernstige vermoedens of van bewijzen van overtredingen op de btw-regelgeving die een belastingschuld voortbrengt). Deze nieuwe bepaling vloeit voort uit artikel 81, § 5, achtste lid, van het koninklijk besluit nr. 4 dat reeds voorziet in een procedure tot intrekking van de in artikel 81, paragraaf 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 4 bedoelde vergunning voor belastingplichtigen die de in paragraaf 2, eerste lid, 3°, van dit artikel bedoelde maandelijkse teruggaaf genieten.
Tot slot wordt gebruik gemaakt van de wijziging van artikel 81 van het koninklijk besluit nr. 4 om een correctie aan te brengen aan de in paragraaf 5, achtste lid, van deze bepaling gebruikte terminologie door de woorden "bij de wet of bij de" te vervangen door de woorden "door het Wetboek en door de besluiten genomen" in de Nederlandse versie van de tekst ten einde in overeenstemming te zijn met de gebruikelijke formulering en met de Franse tekstversie. Bovendien worden in dezelfde bepaling de woorden "door een met redenen omklede beslissing" niet meer hernomen overeenkomstig punt 7.2. van het advies nr. 66.407/1/V van de Raad van State van 26 juli 2019. Artikel 1, e), van het ontwerp vervangt aldus het betrokken achtste lid.
Het advies van de Raad van State werd gevolgd op alle punten.
Artikel 2 van het ontwerp stelt de datum van inwerkingtreding van de nieuwe bepaling vast op 1 januari 2020.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO
ADVIES 66.407/1/V VAN 26 JULI 2019 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT NR. 4 VAN 29 DECEMBER 1969 MET BETREKKING TOT DE TERUGGAVEN INZAKE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE, WAT BETREFT BELASTINGPLICHTIGEN DIE HUN ECONOMISCHE ACTIVITEIT AANVANGEN'.
Op 2 juli 2019 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege verlengd tot 16 augustus 2019, (*) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft belastingplichtigen die hun economische activiteit aanvangen'.
Het ontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 16 juli 2019. De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Chantal Bamps en Peter Sourbron, staatsraden, en Annemie Goossens, griffier. Het verslag is uitgebracht door Dries Van Eeckhoutte, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 26 juli 2019.
Voorafgaande Opmerking 1. Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken.Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van een verordening noodzakelijk is.
Strekking van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe artikel 81 van het koninklijk besluit nr.4 van 29 december 1969 `met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde' te wijzigen. De ontworpen wijzigingen hebben betrekking op het vervroegd teruggeven van het btw-krediet (1) ten behoeve van belastingplichtigen die hun economische activiteit aanvangen (de zgn. `starters').
Rechtsgrond 3. Voor het ontworpen besluit wordt rechtsgrond geboden door artikel 76, § 1, derde lid, van het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde (hierna: Btw-wetboek), dat de Koning de mogelijkheid biedt om in bepaalde gevallen en onder de door hem te stellen voorwaarden, het btw-krediet voor het einde van het kalenderjaar terug te geven. Onderzoek van de tekst Aanhef 4. In het eerste lid van de aanhef kan de rechtsgrond worden gepreciseerd door te verwijzen naar artikel 76, § 1, derde lid, van het Btw-wetboek. Artikel 1 5. De inleidende zin van artikel 1 van het ontwerp dient te worden gecorrigeerd.De meest recente wijziging van artikel 81 van het koninklijk besluit nr. 4 is niet de vermelde wijziging bij het koninklijk besluit van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/03/2019 pub. 08/04/2019 numac 2019040807 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 15, 24, 31, 41 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde, met het oog op de automatisering van de uitvoerbare titel inzake de belasting over de toegevoegde waarde type koninklijk besluit prom. 17/03/2019 pub. 05/06/2020 numac 2020021095 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 15, 24, 31, 41 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde, met het oog op de automatisering van de uitvoerbare titel inzake de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten, maar de wijziging bij het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 12/07/2019 numac 2019030593 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 10, 19, 51 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de indiening langs elektronische weg van de aangiften van aanvang, wijziging en stopzetting van activiteit, de vrijstellingsregeling van belasting, houdende technische aanpassingen betreffende de communautaire en nationale wetgeving en tot opheffing van het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het wetboek type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202717 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardiging type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202883 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de podiumkunsten van de Vlaamse Gemeenschap" type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202448 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot toevoeging van een GDPR-bijlage aan het pensioenreglement (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202874 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen en betreffende de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 134 en nr. 135 van de Nationale Arbeidsraad type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202877 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202873 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202881 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen sluiten. (2) 6. In het ontworpen artikel 81, § 2, eerste lid, 4°, van het koninklijk besluit nr.4 (artikel 1, a), van het ontwerp) dient het opschrift van het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 (3) correct te worden weergegeven. 7. Luidens het ontworpen negende lid van artikel 81, § 5, van het koninklijk besluit nr.4 (artikel 1, f), van het ontwerp) kan de administratie, "bij een met redenen omklede beslissing, tijdelijk of definitief het recht op teruggaaf (...) intrekken indien die werd verkregen op grond van een onjuiste verklaring, indien de belastingplichtige de door het [Btw-wetboek] en door de besluiten genomen ter uitvoering ervan opgelegde verplichtingen niet nakomt of in het geval bedoeld in paragraaf 3, vijfde lid" (4). 7.1. Daaromtrent verklaarde de gemachtigde het volgende: "Nous estimons que cette mesure ne constitue pas en tant que telle une sanction mais plutôt une mesure conservatoire dictée par le fait que ce régime de restitution particulièrement favorable pour les assujettis concernés implique dans le chef de l'administration en charge de la taxe sur la valeur ajoutée, qu'elle dispose en fait et en droit d'un délai particulièrement court pendant lequel le crédit de T.V.A. dont la restitution est revendiquée par l'assujetti peut être contrôlé. Compte tenu du fait qu'une telle mesure pourrait faire l'objet de tentatives frauduleuses de détournement de crédits de T.V.A., celle ci doit faire l'objet de telles mesures conservatoires et implique que les assujettis qui la revendiquent fassent l'objet de la plus grande diligence en ce qui concerne le respect de leurs obligations en matière de T.V.A..
Cette mesure correspond à la mesure conservatoire prévue à l'article 81, § 5, alinéa 9, actuel, de l'arrêté royal n° 4 en ce qui concerne les restitutions mensuelles prévues au paragraphe 2, alinéa 1er, 3°, de l'article 81 précité. Pour des raisons liées au principe de non-discrimination, la même solution s'imposait dans le cadre de la présente restitution mensuelle prévue, elle, à l'alinéa 1er, 4°, du même paragraphe 2.
S'agissant de ces deux mesures, le texte prévoit que le retrait de l'autorisation (dans le cadre de la restitution mensuelle prévue (...) à l'article 81, § 2, alinéa 1er, 3° ) ou du droit à la restitution (dans le cadre de la restitution mensuelle prévue au à l'article 81, § 2, alinéa 1er, 4° ) constitue une faculté dans le chef de l'administration (`l'administration peut') qui en fera usage dans le respect du principe de proportionnalité, sous le contrôle éventuel des juridictions fiscales.
Même en cas d'application de cette mesure conservatoire, ce n'est pas le droit à restitution lui-même qui serait retiré dans le chef de l'assujetti mais seulement le bénéfice de la fréquence rapprochée de ces restitutions, le régime normal de restitution s'appliquant alors dans son chef.
Enfin, cette mesure conservatoire constitue en l'espèce une modalité de l'octroi de ce droit à la restitution mensuelle en faveur des assujettis qui débutent leur activité économique, conformément à la délégation prévue à l'article 76, § 1er, alinéa 3, du Code de la T.V.A.." En bovendien: "Les garanties dans le chef de l'administration L'article 81, § 5, alinéa 10, nouveau, de l'arrêté royal n° 4, tout comme l'article 81, § 5, alinéa 9, actuel, du même arrêté, renvoie expressément au cas visé au paragraphe 3, alinéa 5, du même article 81, de sorte que dans cette hypothèse également, le droit à la restitution mensuelle visé dans le présent projet peut également être retiré. La présente mesure emporte par conséquent plus de garanties que la mesure visée au paragraphe 3, alinéa 5 en ce qui concerne la retenue du crédit de T.V.A. (dès lors qu'elle vise également d'autres infractions que celles qui sont envisagées).
Les garantie[s] pour les assujettis concernés Comme indiqué en réponse à la question 1, cette mesure constitue le pendant de celle qui est prévue à l'article 81, § 5, alinéa 9, actuel, de l'arrêté royal n° 4 et constitue une faculté dans le chef de l'administration (`l'administration peut') qui en fera usage dans le respect du principe de proportionnalité, sous le contrôle éventuel des juridictions fiscales.
Elle renvoie en outre expressément au cas visé au paragraphe 3, alinéa 5, de la même disposition. En réalité, cette mesure s'appliquera, le cas échéant, généralement dans les cas prévus au paragraphe 3, alinéa 5 qui constituent les infractions les plus graves dans le cadre d'une demande de restitution de T.V.A. dans le chef d'un assujetti soumis au dépôt des déclarations périodiques à la T.V.A.." 7.2. Bepalen dat de beslissing om het recht op teruggaaf in te trekken met redenen omkleed moet zijn, is overbodig en misleidend. Het is overbodig omdat dergelijke beslissingen onder de toepassing vallen van de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten `betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen' en de verplichting tot formele motivering reeds uit die wet voortvloeit. Het is misleidend omdat dergelijke bepalingen ten onrechte de indruk wekken dat de formele motiveringsverplichting niet bestaat zonder dat zulks erin uitdrukkelijk wordt voorgeschreven. Tenzij een verdergaande motiveringsplicht wordt beoogd dan diegene die voortvloeit uit de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten, in welk geval de draagwijdte ervan dient te worden omschreven, moet het betrokken zinsdeel worden weggelaten.(5) De griffier, A. Goossens, De voorzitter, J. Baert ______ Nota's (*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege wordt verlengd met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus. (1) Dit is het overschot dat ontstaat wanneer het bedrag van de belasting dat voor aftrek in aanmerking komt meer bedraagt dan de belasting die verschuldigd is.(2) Koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 12/07/2019 numac 2019030593 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 10, 19, 51 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de indiening langs elektronische weg van de aangiften van aanvang, wijziging en stopzetting van activiteit, de vrijstellingsregeling van belasting, houdende technische aanpassingen betreffende de communautaire en nationale wetgeving en tot opheffing van het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het wetboek type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202717 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardiging type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202883 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de podiumkunsten van de Vlaamse Gemeenschap" type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202448 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot toevoeging van een GDPR-bijlage aan het pensioenreglement (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202874 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen en betreffende de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 134 en nr. 135 van de Nationale Arbeidsraad type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202877 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202873 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202881 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen sluiten `tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs.4, 10, 19, 51 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de indiening langs elektronische weg van de aangiften van aanvang, wijziging en stopzetting van activiteit, de vrijstellingsregeling van belasting, houdende technische aanpassingen betreffende de communautaire en nationale wetgeving en tot opheffing van het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het wetboek'. (3) Koninklijk besluit nr.10 van 29 december 1992 `met betrekking tot uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde'. (4) Artikel 81, § 3, vijfde lid, van het koninklijk besluit nr.4 heeft betrekking op het geval dat bewijzen of ernstige vermoedens bestaan dat aangiften gegevens bevatten die onjuist zijn en onterecht een belastingschuld in het vooruitzicht stellen. (5) Dezelfde opmerking geldt overigens evenzogoed voor artikel 81, § 5, achtste lid, van het koninklijk besluit nr.4, waarvan de wijziging echter niet wordt beoogd. De gelegenheid zou te baat kunnen worden genomen om ook die bepaling aan te passen.
29 AUGUSTUS 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft belastingplichtigen die hun economische activiteit aanvangen (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 76, § 1, derde lid, vervangen bij de wet van 26 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2009 pub. 04/12/2009 numac 2009003442 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten en gewijzigd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7 augustus 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 13 mei 2019;
Gelet op advies nr. 66.407/1/V van de Raad van State, gegeven op 26 juli 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 81 van koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 april 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/04/1993 pub. 30/09/2014 numac 2014000673 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 51 met betrekking tot de vereenvoudigingsregeling voor intracommunautaire verwervingen van accijnsproducten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 14/04/1993 pub. 05/10/2015 numac 2015000536 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 45 met betrekking tot de vrijstelling op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de kans- en geldspelen. - Duitse vertaling sluiten en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 12/07/2019 numac 2019030593 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 10, 19, 51 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de indiening langs elektronische weg van de aangiften van aanvang, wijziging en stopzetting van activiteit, de vrijstellingsregeling van belasting, houdende technische aanpassingen betreffende de communautaire en nationale wetgeving en tot opheffing van het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het wetboek type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202717 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardiging type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202883 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de podiumkunsten van de Vlaamse Gemeenschap" type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202448 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot toevoeging van een GDPR-bijlage aan het pensioenreglement (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202874 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen en betreffende de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 134 en nr. 135 van de Nationale Arbeidsraad type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202877 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202873 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202881 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in paragraaf 2, eerste lid, wordt de bepaling onder 4° hersteld als volgt: "4° het bedrag dat verschuldigd is door de Staat na het indienen van de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek bedoelde maandaangifte en dat betrekking heeft op een tijdvak dat valt binnen de vierentwintig maanden die volgen op de datum van aanvang van de economische activiteit bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr.10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde, wanneer dat bedrag 245 euro bereikt."; b) in paragraaf 2, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De teruggaaf bedoeld in het eerste lid, 1°, is afhankelijk van de voorwaarde dat alle aangiften met betrekking tot de handelingen van het kalenderjaar uiterlijk op 20 januari van het volgende jaar zijn ingediend.Voor de teruggaaf bedoeld in het eerste lid, 2° tot 4°, moeten alle aangiften met betrekking tot de handelingen van het lopende jaar ingediend zijn uiterlijk de twintigste van de maand na, naargelang van het geval, het kwartaal of de maand op het einde waarvan het door de Staat verschuldigde bedrag blijkt. Voor de teruggaaf bedoeld in het eerste lid, 3° en 4°, moeten die aangiften bovendien ingediend worden overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 18, § 4, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde."; c) in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "in het geval bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 3° " vervangen door de woorden "in de gevallen bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 3° en 4° ";d) in paragraaf 5, zesde lid, worden de woorden "van oprichting van een nieuwe onderneming," opgeheven;e) in paragraaf 5, wordt het achtste lid vervangen als volgt: "Indien de vergunning, die werd afgeleverd, werd verkregen op grond van een onjuiste verklaring of indien de belastingplichtige door het Wetboek en door de besluiten genomen ter uitvoering ervan opgelegde verplichtingen niet nakomt of in het geval bedoeld in § 3, vijfde lid, kan de administratie eveneens de vergunning intrekken;in dat geval zal een nieuwe vergunning slechts kunnen worden aangevraagd na het verstrijken van het kalenderjaar dat volgt op datgene waarin de beslissing tot intrekking ter kennis werd gebracht."; f) paragraaf 5 wordt aangevuld met een lid luidende als volgt: "De administratie kan eveneens tijdelijk of definitief het recht op teruggaaf bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 4°, intrekken indien die werd verkregen op grond van een onjuiste verklaring, indien de belastingplichtige de door het Wetboek en door de besluiten genomen ter uitvoering ervan opgelegde verplichtingen niet nakomt of in het geval bedoeld in paragraaf 3, vijfde lid.".
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.
Art. 3.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 augustus 2019.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 3 juli 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 03/07/1969 pub. 11/04/2016 numac 2016000216 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969; Wet van 26 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2009 pub. 04/12/2009 numac 2009003442 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten, Belgisch Staatsblad van 4 december 2009;
Wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2014;
Koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 31 december 1969;
Arrêté royal du 29 décembre 1992, Belgisch Staatsblad du 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit van 14 april 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/04/1993 pub. 30/09/2014 numac 2014000673 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 51 met betrekking tot de vereenvoudigingsregeling voor intracommunautaire verwervingen van accijnsproducten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 14/04/1993 pub. 05/10/2015 numac 2015000536 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 45 met betrekking tot de vrijstelling op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de kans- en geldspelen. - Duitse vertaling sluiten, Belgisch Staatsblad van 30 april 1993;
Koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 12/07/2019 numac 2019030593 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 10, 19, 51 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de indiening langs elektronische weg van de aangiften van aanvang, wijziging en stopzetting van activiteit, de vrijstellingsregeling van belasting, houdende technische aanpassingen betreffende de communautaire en nationale wetgeving en tot opheffing van het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het wetboek type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202717 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardiging type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202883 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de podiumkunsten van de Vlaamse Gemeenschap" type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202448 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot toevoeging van een GDPR-bijlage aan het pensioenreglement (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202874 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen en betreffende de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 134 en nr. 135 van de Nationale Arbeidsraad type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202877 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202873 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202881 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen sluiten, Belgisch Staatsblad van 12 juli 2019;
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.