Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 oktober 2022
gepubliceerd op 22 november 2022

Koninklijk besluit tot vaststelling van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval en tot verduidelijking van het stapsgewijze proces voor de vaststelling van de andere delen van deze Nationale Beleidsmaatregel

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2022034019
pub.
22/11/2022
prom.
28/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval en tot verduidelijking van het stapsgewijze proces voor de vaststelling van de andere delen van deze Nationale Beleidsmaatregel


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Wij hebben de eer een besluit ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen. Het heeft ten doel het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval, ook radioactief afval van de categorieën B en C genoemd, alsook het stapsgewijze vaststellingsproces voor de andere delen van deze Nationale Beleidsmaatregel vast te stellen.

A. Inleidende overwegingen De richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (hierna "de richtlijn 2011/70" genoemd) bepaalt, in artikel 4, paragraaf 1, dat de lidstaten nationale beleidsmaatregelen betreffende het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval moeten opstellen en in stand houden. Deze beleidsmaatregelen moeten steunen op de algemene beginselen bedoeld in artikel 4, paragrafen 1 tot 4, van de richtlijn 2011/70.

Deze richtlijn werd omgezet door de wet van 3 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/06/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014011342 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, wat de omzetting in het interne recht betreft van Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval sluiten houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 (hierna " wet van 3 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/06/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014011342 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, wat de omzetting in het interne recht betreft van Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval sluiten" genoemd). Artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 (hierna " wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten") bepaalt dat de Koning, bij besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS) (hierna "de Instelling" genoemd, overeenkomstig artikel 1, 2°, van het besluit (definitie overgenomen uit artikel 179, § 2, 1°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten)) en na advies van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (hierna "FANC" genoemd en "Bevoegde regelgevende autoriteit" in artikel 1, 3°, van het besluit (definitie overgenomen uit artikel 179, § 5, 2°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten)), Nationale Beleidsmaatregelen vaststelt en in stand houdt met betrekking tot het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof, naargelang van hun fysische, chemische en radiologische eigenschappen.

Globaal genomen zijn de verschillende types radioactief afval die de Instelling ten laste neemt, verdeeld in drie categorieën: ? het afval van categorie A is geconditioneerd laag- en middelactief kortlevend afval; ? het afval van categorie B is geconditioneerd laag- en middelactief langlevend afval, dat geen of weinig warmte afgeeft, met inbegrip van het afval afkomstig van de opwerking van verbruikte splijtstof, bepaalde niet opgewerkte verbruikte splijtstoffen van onderzoeksreactoren die aangegeven worden als afval dat niet tot categorie C behoort, alsook overtollige splijtstoffen die als afval aangegeven worden; ? het afval van categorie C is geconditioneerd hoogactief afval, met inbegrip van het afval afkomstig van de opwerking van verbruikte splijtstof en overtollige splijtstoffen, niet opgewerkte verbruikte splijtstof die als afval wordt aangegeven, met uitzondering van de splijtstoffen van onderzoeksreactoren die tot categorie B behoren; dit afval geeft een grote hoeveelheid warmte af.

Het afval van de categorieën B en C vormt een risico voor mens en milieu gedurende enkele honderdduizenden jaren of zelfs gedurende een periode in de orde van een miljoen jaar en moet dus over dergelijke periodes op een adequate manier worden beheerd.

Het Nationale Programma bedoeld in artikel 179, § 8, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en goedgekeurd bij het ministerieel besluit tot vaststelling van het eerste Nationale Programma voor het beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval van 3 oktober 2016 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 juni 2017) bepaalt dat de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van het afval van categorie A oppervlakteberging op het grondgebied van de gemeente Dessel is.

In dit stadium bestaat er geen Nationale Beleidsmaatregel voor het radioactieve afval van de categorieën B en C, namelijk geconditioneerd laag- en middelactief langlevend afval en geconditioneerd hoogactief afval.

Het besluit voert de bepaling van artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval, in het bovenbedoelde Nationale Programma ook afval van de categorieën B en C genoemd, uit.

In antwoord op punt 12.1 van het advies 71.926/1/V van 12 augustus 2022 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State, wordt gepreciseerd dat de Koning, krachtens artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Nationale Beleidsmaatregelen vaststelt en in stand houdt, in functie van de fysische, chemische en radiologische eigenschappen van het afval en van de verbruikte splijtstof. Voor zover dit besluit ten doel heeft de Nationale Beleidsmaatregel voor het beheer van hoogradioactief en/of langlevend afval (radioactief afval van de categorieën B en C) vast te stellen, is de uitdrukking `Nationale Beleidsmaatregel' in het enkelvoud passend en in overeenstemming met de terminologie die in de voornoemde wet wordt gebruikt. De opmerking van de Raad van State over de overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse versie van de tekst zou, desgevallend, in deze wet kunnen worden aangepast. In antwoord op punt 12.2 van het voornoemde advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State en zoals net vermeld, moet eraan herinnerd worden dat dit besluit niet al het radioactieve afval en alle verbruikte splijtstof betreft, maar enkel hoogactief en/of langlevend afval (dat wil zeggen radioactief afval van de categorieën B en C). De suggesties die de Raad van State in de punten 12.1 en 12.2 van zijn advies heeft gedaan, worden derhalve niet gevolgd.

B. Proces voor de uitwerking van het voorstel tot Nationale Beleidsmaatregel Het besluit is het eindpunt van een proces dat in 2010 begon en dat gekenmerkt werd door een reeks initiatieven van de Instelling.

Een eerste voorstel van de Instelling betreffende het langetermijnbeheer van geconditioneerd hoogradioactief en/of langlevend afval werd in 2011 uitgewerkt op basis van artikel 2, § 3, 1°, c), van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 houdende bepaling van de opdrachten en de werkingsmodaliteiten van de Instelling. Deze bepaling voorziet in de verplichting tot "het opmaken en bijhouden van een algemeen beheerprogramma op lange termijn dat een technisch-economische beschrijving omvat van de acties die door de Instelling worden overwogen om het beheer van het afval te waarborgen". Dit voorstel, hierna "Afvalplan" genoemd, was het voorwerp van een milieueffectenbeoordeling (of SEA - Strategic Environmental Assessment), ter uitvoering van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu.

Zowel het ontwerp van Afvalplan als het SEA werden tussen juni en september 2010 ter raadpleging voorgelegd aan officiële instanties en aan het publiek, in overeenstemming met de bepalingen van deze wet. De procedure werd afgesloten met de aanneming van het Afvalplan 2011 door de raad van bestuur van de Instelling in september 2011 en de publicatie, op 30 september 2011, in het Belgisch Staatsblad (bladzijden 61518 tot 61556) van de verklaring bepaald in de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu en van de executive summary van het Afvalplan 2011.

Het voorstel van de Instelling van september 2011 was het resultaat van een vergelijking van de mogelijke beheeroplossingen voor dat afval, niet alleen op basis van de milieueffecten ervan, maar ook vanuit technisch en wetenschappelijk, ethisch en maatschappelijk, en economisch en financieel oogpunt. Het was gebaseerd op de resultaten van dertig jaar onderzoek, ontwikkeling en demonstratie in België en in het buitenland op het gebied van diepe berging en lag in het verlengde van de nationale beleidsmaatregelen in het buitenland.

Zoals hierboven aangegeven, legt de richtlijn 2011/70 de lidstaten de verplichting op nationale beleidsmaatregelen betreffende het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval vast te stellen en in stand te houden. Overeenkomstig artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals gewijzigd in 2014 om de omzetting van de voornoemde richtlijn te verzekeren, stelde de Instelling in juni 2018 de basis van de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van het B&C-afval aan haar voogdij voor als "een geologische-bergingssysteem op Belgisch grondgebied", zonder de gastgesteente(n) te specificeren waarin de bergingsinstallatie zou kunnen worden ondergebracht.

De Nationale Beleidsmaatregelen worden in dezelfde omzettingswet beschouwd als plannen of programma's in de zin van de bovengenoemde wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten en het voorstel van de Instelling was het voorwerp van de SEA-procedure, met name van een milieueffectenbeoordeling en van een raadpleging van officiële instanties en van het publiek.

Het voorstel tot Nationale Beleidsmaatregel, samen met een milieueffectenrapport en een niet-technische samenvatting, werd ter advies voorgelegd aan de officiële instanties vermeld in artikel 12 van de voormelde wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten, namelijk het Adviescomité SEA, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) en de gewestregeringen. De Instelling vroeg tevens advies aan het FANC, gezien zijn statuut als autoriteit die ervoor moet zorgen dat de bevolking, de werknemers en het milieu doeltreffend worden beschermd tegen het gevaar van ioniserende stralingen.

Deze documenten werden ook ter raadpleging aan het publiek voorgelegd.

De raadpleging van de officiële instanties en van het publiek vond plaats van 15 april tot 13 juni 2020, dit is de wettelijke termijn van 60 dagen.

De wijze waarop het besluit rekening houdt met de resultaten van de milieueffectenbeoordeling en de raadplegingen die overeenkomstig de voornoemde wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten werden uitgevoerd, is gepreciseerd in de verklaring die in overeenstemming met artikel 16 van deze wet is opgesteld.

Volgens deze bepaling moet de verklaring samenvatten "hoe de milieuoverwegingen werden geïntegreerd in het plan [...] en hoe rekening werd gehouden met het milieueffectenrapport en met de raadplegingen, georganiseerd overeenkomstig de artikelen 12, 13 en 14 en die de redenen vermeldt waarom is gekozen voor het plan [...] zoals het is aangenomen, zulks in het licht van de andere redelijke alternatieven die werden in overweging genomen en met vermelding van de belangrijkste maatregelen voor de monitoring van de aanzienlijke gevolgen voor het milieu van de tenuitvoerlegging van het plan [...].".

Deze verklaring moet worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op het ogenblik van de goedkeuring van dit besluit.

Bovendien werd het plan dat ter beoordeling van zijn gevolgen voor het milieu en ter publieksraadpleging werd voorgelegd, licht gewijzigd om de leesbaarheid ervan te verbeteren.

Bij de uitwerking van de Nationale Beleidsmaatregel voor hoogactief en/of langlevend afval wordt een benadering gevolgd die vergelijkbaar is met de bestaande praktijken in de meest geavanceerde landen op dit gebied.

Laag- en middelactief kortlevend afval (afval van categorie A) Wat het laag- en middelactieve kortlevende afval betreft, bepaalt het Nationale Programma bedoeld in artikel 179, § 8, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en goedgekeurd bij het ministerieel besluit tot vaststelling van het eerste Nationale Programma voor het beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval van 3 oktober 2016 (gepubliceerd op 15 juni 2017) dat de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer oppervlakteberging op het grondgebied van de gemeente Dessel is.

Deze Beleidsmaatregel werd stapsgewijs vastgesteld. De eerste van deze stappen dateert van 1998 en bestond uit de keuze voor een definitieve oplossing (berging) of een oplossing die definitief kon worden voor het langetermijnbeheer van het afval van categorie A. Deze oplossing werd vervolgens ontwikkeld in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van de lokale gemeenschappen die belangstelling hadden getoond voor de oprichting van de bergingsinstallatie op hun grondgebied. In 2006 werd de site van Dessel gekozen voor de oppervlakteberging van dit afval.

De memorie van toelichting bij de artikelen 181 en 182 van de wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 31 december 2010) tot oprichting van het Fonds op middellange termijn vat dit als volgt samen: "De vestiging van een bergingssite veronderstelt een dynamiek van dialoog en besluitvorming in een model van `betrokkenheid, wisselwerking, samenwerking' in plaats van het model van `beslissing, aankondiging, verantwoording'. Dit dialoogmodel zorgt ervoor dat de eisen met betrekking tot het beheer van radioactief afval op lokaal vlak begrepen worden en dat er rekening mee gehouden wordt." (Parlementaire werkzaamheden Kamer 2010-2011, document 53, 0771, nr. 1, pp. 129-130).

Volgens dezelfde memorie van toelichting (pp. 128 en 129) is de bovengenoemde beslissing van 2006 "het eindpunt van een stapsgewijs en interactief proces dat tot stand is gekomen in overleg tussen de lokale gemeenschappen en de NIRAS. Door terugkoppeling van ervaring maakt dit proces het vandaag mogelijk de te volgen stappen en de na te leven principes in het kader van de beslissingsprocedure inzake berging van afval van categorie A te bepalen. Deze stappen en principes zouden als richtsnoer kunnen dienen bij het besluitvormingsproces voor elk type van berging, ongeacht of het gaat om oppervlakteberging of om diepe berging, bijvoorbeeld het besluitvormingsproces met betrekking tot de berging van het afval van categorieën B en C.".

Dezelfde benadering lag ten grondslag aan de opstelling van dit besluit.

In eerste instantie maakt het vaststellen van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel een eerste beleidsbeslissing over de technische oplossing of de eindbestemming voor hoogactief en/of langlevend afval in België mogelijk. Het gaat dus om een voorontwerp van het concept, maar zonder te preciseren waar, hoe en wanneer dit concept zal worden uitgevoerd. Pas wanneer dit eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel is vastgesteld, zullen meer concrete plannen en beslissingen kunnen bepalen waar, hoe en wanneer de eindbestemming kan worden uitgevoerd, in overleg met alle relevante belanghebbenden.

Het gaat dus om een principebeslissing, dat wil zeggen de keuze voor diepe berging in België, zonder een beslissing over de concrete modaliteiten van deze diepe berging: keuze van de ondergrond, keuze van de locatie, keuze van de diepe-bergingsvariant, keuze van de bergingsomstandigheden, keuze van de uitvoeringsplanning enzovoort.

Later zullen andere delen deze principebeslissing aanvullen. Samen zullen zij de Nationale Beleidsmaatregel vormen.

Artikel 179, § 6, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt uitdrukkelijk dat de Nationale Beleidsmaatregelen worden beschouwd als plannen of programma's in de zin van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu.

Dit besluit werd onderworpen aan een milieueffectenbeoordeling en een publieksraadpleging, zoals vereist door de bovengenoemde wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten.

Later zullen nieuwe milieueffectenbeoordelingen en raadplegingen worden uitgevoerd, hetzij bij de goedkeuring van de verschillende delen van de Nationale Beleidsmaatregel, hetzij tijdens de uitvoering ervan als project. Dit houdt in dat rekening wordt gehouden met de federale regelgeving, zoals de voornoemde wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten of het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten0 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, maar ook met de regels die door de federale en lokale collectiviteiten zijn uitgevaardigd.

Er zullen milieueffectenbeoordelingen worden uitgevoerd naargelang van de voortgang van de Nationale Beleidsmaatregel en de uitvoering ervan.

Hieruit volgt dat de regelgeving inzake milieueffectenbeoordelingen in grote mate de noodzaak van een stapsgewijze vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregel verklaart en rechtvaardigt.

De stapsgewijze besluitvorming wordt ook verklaard door de tijd die nodig is om de keuze van een bergingssite vast te leggen en deze keuze uit te voeren. Zo begon de R&D met betrekking tot diepe berging in België in het midden van de jaren zeventig. In haar referentieplanning schat de Instelling, op basis van de feedback van het oppervlaktebergingsproject en van buitenlandse projecten, dat de tijd tussen het vaststellen van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval en het verkrijgen van de oprichtings- en exploitatievergunning voor de diepe-bergingsinstallatie ongeveer dertig jaar zal bedragen. Het plaatsen zelf van het langlevende afval (afval van categorie B) in de bergingsinstallatie zou binnen een vijftigtal jaren beginnen en een twintigtal jaren duren. Het plaatsen van het hoogactief afval (afval van categorie C) in de bergingsinstallatie zal mogelijk pas over een kleine honderd jaar beginnen en een tiental jaren in beslag nemen.

Ervaring in het buitenland In het buitenland is het gangbaar om beslissingen stapsgewijs te nemen, waarbij de eerste stap een principebeslissing over de beheeroplossing op lange termijn is. Deze benadering ligt ten grondslag aan de meest geavanceerde bergingsprogramma's, zoals die in Finland, Zweden en Frankrijk.

In Finland wordt het beheer van radioactief afval geregeld door de "Kernenergiewet", die in 1987 werd aangenomen. Deze wet legt de definitieve berging, op Fins grondgebied, van radioactief afval afkomstig van de productie van kernenergie op. In mei 2001 keurde het parlement de beslissing goed om een "definitieve, diepe berging in het gesteente" in te planten voor verbruikte splijtstoffen van de bestaande reactoren in een kristallijngesteente, op een diepte van 400 tot 450 meter, in Eurajoki. De vergunningsaanvraag voor de oprichting werd eind 2012 ingediend. In november 2015 reikte de regering de vergunning voor de oprichting van de bergingsinstallatie uit, die in november 2016 werd bevestigd door de nucleaire veiligheids- en stralingsbeschermingsoverheid. De oprichting van de bergingsinstallatie ging van start in 2017. De ingebruikneming van de bergingsinstallatie voor verbruikte splijtstoffen, die in aanbouw is, wordt verwacht in 2023.

In Zweden verplicht de "Wet op nucleaire activiteiten", die in 1984 door het parlement werd aangenomen, de eigenaars van kernreactoren een definitieve oplossing te ontwikkelen voor het langetermijnbeheer van hun radioactieve afval. De verbruikte splijtstoffen worden als afval beschouwd en zullen worden geborgen op ongeveer 500 meter diepte, in een kristallijne formatie, waarvan de site, Forsmark, in 2009 werd voorgesteld. De vergunningsaanvraag voor de oprichting van deze bergingsinstallatie werd in maart 2011 bij de Zweedse overheid ingediend. De nucleaire veiligheidsautoriteiten hebben een positief advies uitgebracht over deze aanvraag. De ingebruikneming van de diepe-bergingsinstallatie is niet gepland vóór 2030.

In Frankrijk wordt het beheer van radioactieve stoffen en radioactief afval geregeld door drie wetten: de wet van 30 december 1991 betreffende het onderzoek naar het beheer van radioactief afval, met inbegrip van de "ondergrondse berging in diepe geologische lagen"; de wet van 28 juni 2006 betreffende het duurzame beheer van radioactieve stoffen en radioactief afval, die de omkeerbare berging van hoogradioactief en/of langlevend afval in diepe geologische lagen oplegt; en de wet van 25 juli 2016 tot vaststelling van de voorwaarden voor de oprichting van een bergingsinstallatie op de site van Bure (Cigéo-project). De wet van 25 juli 2016 legt de omkeerbaarheid van de berging gedurende minimaal honderd jaar op en voorziet in de invoering van een industriële proeffase om tests op ware grootte uit te voeren vóór de volledige ingebruikneming van de bergingsinstallatie. Na deze fase moet het parlement zich opnieuw uitspreken over het Cigéo-project. In 2016 diende l'Agence nationale pour la gestion des déchets radioactifs (Andra), het Franse equivalent van de Instelling, een "veiligheidsoptiedossier" in bij het Autorité de Sûreté Nucléaire (ASN) om het onderzoek van de vergunningsaanvraag voor de oprichting van Cigéo voor te bereiden. In zijn advies van 11 januari 2018 stelde het ASN dat het Cigéo-project in het stadium van het "veiligheidsoptiedossier" een bevredigende technische maturiteit had bereikt, behalve voor het bitumenafval. Andra is van plan de vergunningsaanvraag voor de oprichting van Cigéo in 2022 in te dienen.

De industriële proeffase zou rond 2025 moeten beginnen en de berging rond 2035.

In feite hebben heel wat andere landen een nationale beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hun hoogactieve en/of langlevende afval, die bestaat in de diepe berging van dat afval. Zo hebben 18 van de 21 landen van de OESO en de Europese Unie, met minstens één commerciële kernreactor die geëxploiteerd wordt of definitief stilgelegd is, beleidsmaatregelen voor het langetermijnbeheer van het genoemde afval: die landen kozen allemaal voor diepe berging. Alleen België, Italië en Mexico hebben diepe berging nog niet vastgesteld als beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hun geconditioneerde hoogactieve en/of langlevende afval.

C. Noodzaak van een Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval ten gunste van diepe berging De vaststelling van een Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval biedt de Staat de gelegenheid: ? te voldoen aan verplichtingen van het wettelijke en reglementaire kader, met name die welke voortvloeien uit de richtlijn 2011/70; ? te voldoen aan verplichtingen die te maken hebben met de intra- en intergenerationele billijkheid; ? het ontstaan te vermijden van nucleaire passiva, die gedragen zouden moeten worden door de federale Staat, in zijn hoedanigheid van ultieme financieel verantwoordelijke.

Een dergelijke Nationale Beleidsmaatregel stelt de Instelling ook in staat: ? haar opdracht van openbare dienstverlening - het beheer van radioactief afval - volledig te vervullen. Verschillende reglementaire teksten bepalen immers dat het beheer van radioactief afval alle fasen tot en met de berging ervan moet omvatten: - de richtlijn 2011/70, overweging 23 en andere beginselen die ten grondslag liggen aan de Nationale Beleidsmaatregelen; - artikel 179, § 2, 4°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten - opdrachten van de Instelling inzake berging; - artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten; ? de beheerfasen voorafgaand aan de berging van dit afval (bijvoorbeeld verwerking en conditionering) te optimaliseren; ? haar R&D-activiteiten met kennis van zaken te organiseren, met het oog op het langetermijnbeheer van dat afval; ? de verschillende fasen van het langetermijnbeheer van dat afval technisch beter te organiseren en te plannen en zo de kosten ervan, inclusief de kosten die gemaakt worden voor het creëren en in stand houden van het voor de berging vereiste maatschappelijke draagvlak, beter in te schatten; deze kostenraming dient als basis voor de vaststelling van de retributies, bedoeld in artikel 179, § 2, 11°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, die de overname van het afval door de Instelling dekken, en van de nucleaire voorzieningen, bedoeld in artikel 179, § 1, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, die ervoor zorgen dat de afvalproducenten voldoende middelen voor het langetermijnbeheer van het afval aanleggen en deze middelen op het juiste moment beschikbaar zullen zijn; ? het besluitvormingsproces, dat wil zeggen het proces van het voorbereiden van de beslissingen, met kennis van zaken te ontwikkelen; ? het verlies van kennis en knowhow als gevolg van onderbrekingen in de continuïteit van de wetenschappelijke en technische activiteiten te vermijden. a) Belangrijkste verplichtingen van het wettelijke en reglementaire kader Het vaststellen van een Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval wordt opgelegd door het wettelijke en reglementaire kader. Aan de ene kant moet België, ter uitvoering van artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Nationale Beleidsmaatregelen vaststellen en in stand houden voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen, vanaf de productie tot de berging ervan. De eerste uitgave van het Nationale Programma voor het beheer van dat afval en die splijtstoffen, die goedgekeurd werd in de Ministerraad van 30 juni 2016 en het voorwerp is van het ministerieel besluit van 3 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten1 tot vaststelling van het eerste Nationale Programma voor het beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval (Belgisch Staatsblad van 15 juni 2017), stelt in het bijzonder de afwezigheid van een Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval vast.

De Europese Commissie heeft herhaaldelijk de aandacht gevestigd op de afwezigheid van een Belgische Nationale Beleidsmaatregel inzake langetermijnbeheer van afval van categorie B en C : ? zo merkt de Europese Commissie, in haar standpunten van 17 maart 2017, overeenkomstig artikel 43 van het Euratom-verdrag, betreffende de langetermijnexploitatie van de kerncentrales Tihange 1, Doel 1 en Doel 2, aan de ene kant op dat er "geen goedgekeurde Nationale Beleidsmaatregelen voor de bouw van een geologische opslagplaats in België" bestaan en onderstreept ze aan de andere kant "het belang van de planning en uitvoering van een oplossing voor de opberging van verbruikte splijtstoffen en hoogactief afval zonder de toekomstige generaties onnodig te belasten, zoals vereist door Richtlijn 2011/70/Euratom." Dit laatste punt verdient bijzondere aandacht; ? op 27 november 2019 richtte de Europese Commissie een gemotiveerd advies aan het Koninkrijk België wegens het niet nakomen van de verplichting een Nationaal Programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval goed te keuren overeenkomstig de eisen van de richtlijn 2011/70. De Belgische overheid wordt met name verweten dat ze, aan de ene kant, niet heeft bepaald of de verbruikte splijtstof van kerncentrales en bepaalde onderzoeksreactoren zal worden opgewerkt of rechtstreeks zal worden geborgen en, aan de andere kant, nog geen beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van het radioactieve afval van de categorieën B en C heeft vastgesteld.

Wat de beleidsmaatregelen voor het langetermijnbeheer van het radioactieve afval van de categorieën B en C betreft, gaf het Koninkrijk België in zijn antwoord aan de Europese Commissie van januari 2020 aan dat er maatregelen waren genomen om het proces voor de goedkeuring van deze maatregel op gang te brengen. Het ging in het bijzonder om de opstelling van een voorstel door de Instelling, overeenkomstig artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, en de onderwerping van dit voorstel aan een SEA-procedure, overeenkomstig de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu. Deze initiatieven zijn hierboven toegelicht.

Wat de Belgische verbruikte splijtstoffen betreft, werd in het antwoord gepreciseerd dat alle Nationale Beleidsmaatregelen ter zake definitief zullen worden vastgesteld, uiterlijk voordat de laatste fase van de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van het radioactieve afval van de categorieën B en C wordt vastgesteld.

Het besluit komt ook tegemoet aan de bezwaren die zijn geuit ter ondersteuning van het gemotiveerde advies van de Europese Commissie.

Aan de andere kant is het absoluut noodzakelijk dat de eindbestemming van het hoogactieve en/of langlevende afval wordt bevestigd om de Instelling in staat te stellen de overeenstemmende beheeroplossing te ontwikkelen en daarbij haar opdracht van openbare dienstverlening inzake het beheer van radioactief afval, zoals bepaald in artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, volledig te vervullen. b) Belangrijkste verplichtingen van ethische aard De vaststelling, op korte termijn, van de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval lijkt onvermijdelijk als men zich in een perspectief van inter- of intragenerationele billijkheid plaatst: ? aan de ene kant moeten de huidige generaties hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de toekomstige generaties opnemen, door alles in het werk te stellen om de overdracht te beperken van de lasten van het beheer, de besluitvormingslasten en de financiële lasten die voortvloeien uit het gebruik dat zij zelf en de voorbije generaties van radioactiviteit hebben gemaakt; ? aan de andere kant is het belangrijk dat de gemeenten waar het hoogactieve en/of langlevende afval en de verbruikte splijtstoffen momenteel tijdelijk, maar voor onbepaalde duur, zijn opgeslagen, een antwoord krijgen op de vraag wanneer deze tijdelijke situatie zal eindigen.

Daarbij is het belangrijk eraan te herinneren dat een van de grondbeginselen van de richtlijn 2011/70 is dat de besluitvorming over het beheer van radioactief afval in het algemeen en over berging in het bijzonder moet worden bevorderd om te voorkomen dat een onnodige last wordt overgedragen aan de toekomstige generaties. In dat verband merkt de Europese Commissie in haar communicatie aan de Raad van 15 mei 2017 het volgende op: "Zo spoedig mogelijk moeten in alle lidstaten concrete plannen worden opgezet om oplossingen voor de lange termijn voor hoogactief afval, middelactief afval en verbruikte splijtstof tot stand te brengen, met inbegrip van onderzoeks-, ontwikkelings- en demonstratieactiviteiten om te voorkomen dat een te grote last op toekomstige generaties wordt gelegd"; en: "Op een aantal gebieden zijn echter aanvullende inspanningen nodig, met name op het gebied van beleid, concepten, plannen, onderzoek en de keuze voor een locatie voor de berging van middelactief en hoogactief afval (met inbegrip van verbruikte splijtstof), [...]. De beslissing over de ontwikkeling van geologische bergingsfaciliteiten, en specifiek over de locatie daarvan, is een complex en langdurig proces waarbij het van essentieel belang is dat voortdurend naar transparantie en inspraak wordt gestreefd. De lidstaten moeten onverwijld met dit proces beginnen. ".

Bovendien legt dit besluit de grondslag om de toekomstige generaties in staat te stellen met kennis van zaken beslissingen ter zake te nemen, desgevallend door bepaalde beslissingen terug te draaien. c) Het ontstaan van nucleaire passiva vermijden Het ontbreken van een beslissing over een Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval vergroot het risico op het ontstaan van nucleaire passiva, die mogelijk moeten worden gedragen door de federale Staat, als ultieme financieel verantwoordelijke.Dat grotere risico vloeit met name voort uit het feit dat het ontbreken van een Nationale Beleidsmaatregel ter zake: ? de Instelling verplicht haar kostenramingen voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval te baseren op een hypothetisch scenario; ? het ontstaan van nieuwe kostenposten met zich mee zal brengen, wanneer situaties waarvan men dacht dat ze tijdelijk zouden zijn langer duren dan de geschatte termijnen (nieuwe opslaggebouwen, herconditionering van afval ...).

De keuze van diepe berging als basis voor de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval is fundamenteel om de Instelling in staat te stellen de kosten van het beheer van dat afval, in het bijzonder van het langetermijnbeheer ervan, geleidelijk nauwkeuriger en met meer zekerheid, op basis van door de bevoegde overheid genomen beslissingen, te kunnen ramen en een optimale financiering van deze kosten door de producenten te garanderen, overeenkomstig het beginsel "de vervuiler betaalt".

Hoe later de te financieren kosten gekend zijn en/hoe later ze zich voordoen, hoe groter het risico dat ze gedragen moeten worden door de federale Staat en dus, in de praktijk, door de toekomstige generaties.

Dat risico is des te groter daar de wet van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2003 pub. 28/02/2003 numac 2003011096 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie sluiten voorziet in een geleidelijke uitstap uit kernenergie voor de industriële elektriciteitsproductie.

Aan de afwezigheid van een beslissing over een Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval zijn overigens nog andere kosten verbonden: de kosten van het niet beheren van radioactief afval op lange termijn, die onmogelijk kunnen worden geraamd en waaraan tevens een groot risico op het ontstaan van nucleaire passiva verbonden is. Het niet beheren van dat afval op lange termijn, met andere woorden de feitelijke verlenging, tot na de geschatte termijnen, van bepaalde situaties die als tijdelijk werden beschouwd, brengt nieuwe kosten met zich mee.

Deze kosten zijn verbonden aan de opslaggebouwen, aan de ene kant, en aan het afval zelf, aan de andere kant: ? de opslaggebouwen van de Instelling voor hoogactief en/of langlevend afval hebben een beperkte capaciteit en werden ontworpen voor een bepaalde exploitatieduur. Zonder een duidelijk perspectief op de eindbestemming van het afval moeten er bijkomende opslaggebouwen worden gebouwd of moeten de bestaande opslaggebouwen worden gerenoveerd. Dit brengt aanzienlijke kosten met zich mee; ? sommige geconditioneerde historische radioactieve afvalstoffen, die oorspronkelijk niet bestemd waren om decennialang opgeslagen te blijven, worden gaandeweg aangetast, waardoor dure corrigerende maatregelen nodig zouden kunnen zijn; ? de kenmerken van de verbruikte splijtstoffen van kernreactoren, die door ENGIE Electrabel momenteel worden opgeslagen op de sites van de kerncentrales van Doel en Tihange, evolueren mettertijd. Deze evolutie zou het veilige langetermijnbeheer van de splijtstoffen die als afval zullen worden aangegeven bij de Instelling complexer en dus duurder kunnen maken. d) Overeenstemming tussen het besluit en de bepalingen van de richtlijn 2011/70 en artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten De vaststelling van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval, inclusief de geleidelijke ontwikkeling van een besluitvormingsproces dat moet leiden tot de keuze van een of meer locaties waar de oplossing zal worden uitgevoerd, helpt tegemoetkomen aan de algemene beginselen en uitgangspunten die eigen zijn aan de beleidsmaatregelen opgelegd door de richtlijn 2011/70 en opgenomen in artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, alsook aan een reeks andere verplichtingen van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Niets staat deze stapsgewijze aanpak immers in de weg, op voorwaarde dat de algemene beginselen van artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten worden nageleefd. Ter herinnering: overeenkomstig artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten stelt de Koning, "op voorstel van de Instelling en na advies van de bevoegde regelgevende autoriteit, Nationale Beleidsmaatregelen vast en houdt deze in stand met betrekking tot het beheer van radioactief afval en van verbruikte splijtstof, in functie van de fysische, chemische en radiologische eigenschappen van het afval en van de verbruikte splijtstof, gebaseerd ten minste op de volgende algemene uitgangspunten: 1° de productie van radioactief afval wordt beperkt tot een zo laag als redelijkerwijze haalbaar niveau, wat de activiteit en het volume betreft, door middel van gepaste ontwerpmaatregelen en praktijken inzake bedrijfsvoering en ontmanteling, met inbegrip van opwerking en hergebruik van stoffen;2° er wordt rekening gehouden met de onderlinge afhankelijkheid van alle stappen in de productie en het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval;3° verbruikte splijtstof en radioactief afval worden op een veilige manier beheerd, waarbij de veiligheid op lange termijn van een bergingsinstallatie onder meer op veiligheidsmaatregelen berust die op lange termijn passief moeten kunnen worden;4° de maatregelen worden ten uitvoer gelegd volgens een graduele aanpak;5° de kosten voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval zijn ten laste van diegenen die deze stoffen hebben geproduceerd; 6° in alle stadia van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval wordt een empirisch onderbouwd en gedocumenteerd besluitvormingsproces gevolgd.".

Het besluit voldoet aan deze criteria, aangezien het zich beperkt tot diepe berging voor het langetermijnbeheer van het in artikel 3 bedoelde radioactief afval, zonder reeds te voorzien in de keuze van de locatie(s) waar de oplossing zal worden uitgevoerd. Het besluit voorziet juist in een stapsgewijze ontwikkeling, waarbij rekening wordt gehouden met de beginselen inzake omkeerbaarheid en terugneembaarheid.

Zo zal de vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregel, overeenkomstig het eerste uitgangspunt, dat bepaalt dat "de productie van radioactief afval wordt beperkt tot een zo laag als redelijkerwijze haalbaar niveau, wat de activiteit en het volume betreft, door middel van gepaste ontwerpmaatregelen en praktijken inzake bedrijfsvoering en ontmanteling, met inbegrip van opwerking en hergebruik van stoffen", het mogelijk maken de productie van radioactief afval geleidelijk te optimaliseren door ze zo laag als redelijkerwijs mogelijk te houden, met name door het ontstaan van nucleaire passiva te voorkomen en door ervoor te zorgen dat het te produceren afval beantwoordt aan de specifieke kenmerken van de eindbestemming van het afval, namelijk de diepe berging; dit draagt ook bij tot de naleving van het tweede uitgangspunt. Bovendien, indien uiteindelijk geen Nationale Beleidsmaatregel zou vastgesteld worden, zou men enerzijds het opgeslagen radioactieve afval, in geval van degradatie ervan, op termijn moeten herconditioneren, en anderzijds de opslaggebouwen op het einde van hun beperkte levensduur moeten vervangen; deze operaties zullen bijkomend radioactief afval generen.

Door de vaststelling van de eindbestemming van het afval zal de Instelling rekening kunnen houden met de onderlinge afhankelijkheid van de verschillende stappen in de productie en het beheer van het afval, tot en met de laatste stap, overeenkomstig het tweede uitgangspunt, dat bepaalt dat "er [...] rekening [wordt] gehouden met de onderlinge afhankelijkheid van alle stappen in de productie en het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval.".

Het zal bijvoorbeeld mogelijk zijn om, op basis van de specifieke kenmerken van de berging, te bepalen welke verwerkings- en conditioneringsprocedés voor het afval het best kunnen bijdragen tot de veiligheid van deze berging en het meest verenigbaar zijn met het gastgesteente en de kunstmatige barrières. Op basis van de specifieke kenmerken van de diepe berging zal het voor de Instelling ook mogelijk zijn het gebruik van specifieke materialen bij het ontwerpen van een nieuwe nucleaire installatie aan te bevelen en zo het langetermijnbeheer ervan te vergemakkelijken. Het in aanmerking nemen van de onderlinge afhankelijkheden helpt dus eveneens tegemoetkomen aan het eerste uitgangspunt hierboven en is ook conform de internationale normen (International Atomic Energy Agency - IAEA) inzake "Integrated Management System".

Het is het gastgesteente waarin de bergingsinstallatie zal worden ondergebracht die het belangrijkste element vormt om de passieve veiligheid te garanderen (waardoor er dus geen tussenkomst van de mens vereist is) gedurende de periodes waarin het beschouwde afval risico's inhoudt voor mens en milieu (gedurende enkele honderdduizenden jaren of zelfs een periode in de orde van een miljoen jaar), overeenkomstig het derde uitgangspunt, dat bepaalt dat "verbruikte splijtstof en radioactief afval [...] op een veilige manier [worden] beheerd, waarbij de veiligheid op lange termijn van een bergingsinstallatie onder meer op veiligheidsmaatregelen berust die op lange termijn passief moeten kunnen worden".

De voorgestelde beleidsmaatregel beantwoordt aan het vierde uitgangspunt van graduele aanpak (of, met andere woorden, van aanpak in verhouding tot het risico), in die zin dat ze rekening houdt met de fysische, chemische en radiologische kenmerken van het afval dat op lange termijn moet worden beheerd. Terwijl de kenmerken van laag- en middelactief kortlevend afval in principe een langetermijnbeheer mogelijk maken dat gebaseerd is op oppervlakteberging, heeft hoogactief en/of langlevend afval, inclusief verbruikte splijtstof die als afval wordt aangegeven, zodanige kenmerken (met name wat de levensduur of het activiteitsniveau betreft) dat enkel diepe berging de bescherming van mens en milieu zal kunnen verzekeren.

De toepassing van het vijfde uitgangspunt, dat bepaalt dat "de kosten voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval [...] ten laste [zijn] van diegenen die deze stoffen hebben geproduceerd", vloeit rechtstreeks voort uit de toepassing van de bepalingen van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, krachtens welk alle kosten van het beheer voor rekening van de nucleaire producenten zijn. Zij financieren dit beheer dus volledig, via retributies en voorzieningen.

Door de vaststelling van diepe berging als ultieme fase van het beheer van hoogactief en/of langlevend afval en de ontwikkeling van deze oplossing zal het geleidelijk mogelijk zijn de kosten van dat beheer met meer nauwkeurigheid en grotere zekerheid te ramen en er zo voor te zorgen dat deze kosten effectief gedragen worden door diegenen die dat afval geproduceerd hebben.

D. Commentaar op de artikelen van het besluit Het besluit bestaat uit tien artikelen.

Artikel 1 Artikel 1 bepaalt een aantal concepten die in het besluit opgenomen zijn.

De toepasbare wetgeving bevat al definities die moeten worden nageleefd. Zo bevat artikel 179, § 5, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten er een aantal die ook van toepassing zijn op dit besluit.

Het begrip "diepe berging" is niet gedefinieerd in het Belgische recht, noch in de richtlijn 2011/70. Er wordt dus voorgesteld om het in het besluit te definiëren als "de berging op een passende diepte om het langetermijnbeheer van het radioactieve afval waarop dit besluit betrekking heeft, te garanderen".

Deze definitie verwijst naar het begrip "berging" gedefinieerd in artikel 179, § 5, 3°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten als: "de plaatsing van verbruikte splijtstof of radioactief afval in een installatie, zonder de bedoeling die splijtstof of dat afval terug te halen, maar zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om, in voorkomend geval, over te gaan tot hun recuperatie, in overeenstemming met de modaliteiten gedefinieerd in de Nationale Beleidsmaatregelen bedoeld in artikel 179, §§ 6 en 7, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten", dat op zijn beurt verwijst naar de begrippen "radioactief afval" en "verbruikte splijtstof" zoals gedefinieerd in artikel 179, § 5, 7° en 11°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Het concept van diepe berging verschilt duidelijk van dat van oppervlakte berging, dat is aangenomen als de oplossing voor het beheer op lange termijn van laag- en middelactief, kortlevend afval.

Het begrip "diepe berging" benadrukt het feit dat een bergingsinstallatie moet worden ontworpen zonder de bedoeling het afval, de verbruikte splijtstoffen of de overtollige splijtstoffen op termijn terug te nemen. Een van de beginselen waarop de Nationale Beleidsmaatregelen voor het beheer moeten worden gebaseerd, is immers dat van de passieve veiligheid van de berging, dat wil zeggen een veiligheid die op lange termijn niet afhankelijk is van de mens. Zo bepaalt artikel 179, § 6, eerste lid, 3°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten dat "de veiligheid op lange termijn van een bergingsinstallatie onder meer op veiligheidsmaatregelen berust die op lange termijn passief moeten kunnen worden". Zelfs als het niet de bedoeling is het geborgen afval terug te nemen, is de mogelijkheid om het gedurende een bepaalde periode wel te doen gewaarborgd volgens modaliteiten die in een later stadium van de vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregel moeten worden bepaald en die op geen enkel ogenblik de veiligheid in het gedrang mogen brengen.

De term "diepe berging", zoals hier gebruikt, mag niet verward worden met de gebruikelijke betekenis die er in het buitenland aan gegeven wordt, met name, door naamsverwisseling, de installatie waarin het afval geborgen wordt.

Artikel 2 Het besluit zet de richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, en in het bijzonder artikel 4.1, eerste lid, artikel 4.3, artikel 5.1, g), en artikel 10, tweede lid, gedeeltelijk om.

Artikel 3 Artikel 3 bepaalt het materiële toepassingsgebied van het besluit.

Het eerste lid heeft betrekking op de referentie-inventaris, dit is de raming van het hoogradioactieve afval en het laag- en middelactieve langlevende afval dat al bestaat of waarvan de productie gepland is, met inbegrip van niet opgewerkte verbruikte splijtstof van commerciële kerncentrales en bepaalde onderzoeksreactoren die als afval zou worden beschouwd, afval van de opwerking van verbruikte splijtstof en overtollige splijtstoffen die als afval worden beschouwd. Dit afval, waarvan de meest radioactieve fractie warmte genereert en/of langlevende radionucliden bevat, vormt een risico voor mens en milieu gedurende enkele honderdduizenden jaren of zelfs gedurende een periode in de orde van een miljoen jaar, en is typisch bestemd voor diepe berging. Dit afval komt voornamelijk overeen met het afval van de categorieën B en C bedoeld in deel A van dit verslag.

Het tweede lid bepaalt dat in de diepe-bergingsinstallatie ook het afval zou kunnen worden geplaatst dat opgenomen is in de mogelijke aanvullende inventaris bestaande uit afval dat vergelijkbaar is met dat in de referentie-inventaris en/of andere soorten afval die niet in een oppervlaktebergingsinstallatie zouden kunnen worden geborgen, voor zover de kenmerken ervan verenigbaar zijn of verenigbaar worden gemaakt met diepe berging. Dit afval omvat met name, uit voorzorg, geconditioneerd laag- en middelactief kortlevend afval (namelijk afval van categorie A) dat, om redenen van optimalisering of om veiligheidsredenen, niet kan worden geborgen in een bovengrondse installatie. Hoewel oppervlakteberging de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van geconditioneerd laag- en middelactief kortlevend afval (namelijk afval van categorie A) is, kan immers niet worden uitgesloten dat, aan de ene kant, een deel van dat afval niet kan voldoen aan de conformiteitscriteria van de bovengrondse installatie en dat het, aan de andere kant, voor een deel van dit afval wenselijk is een alternatieve bestemming te vinden, om redenen van optimalisering. Bij een dergelijke optimalisering zal rekening moeten worden gehouden met alle aspecten van duurzaam beheer (veiligheids- en milieubeschermingsaspecten, wetenschappelijke en technische aspecten, financiële en economische aspecten en maatschappelijke en ethische aspecten). In zijn advies, ingediend in het kader van de procedure van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu, bevestigt het FANC dat afval van categorie A dat onverenigbaar zou blijken met de conformiteitscriteria voor oppervlakteberging, in aanmerking zou kunnen komen voor diepe berging.

Er moet worden opgemerkt dat laag- en middelactief kortlevend afval (namelijk afval van categorie A) dat verenigbaar is met oppervlakteberging dat niet automatisch is met diepe berging.

Tenzij een specifieke Nationale Beleidsmaatregel er anders over beslist, zou deze mogelijke aanvullende inventaris ook het geconditioneerde vaste laag- en middelactieve radiumhoudende afval (afval van categorie B) kunnen omvatten dat nog niet door de Instelling is geaccepteerd en dat afkomstig is van historische radiumproductieactiviteiten. De meest radioactieve fractie van het NORM-afval (Naturally Occuring Radioactive Materials) - afval van conventionele industrieën waarbij natuurlijke radioactieve stoffen worden gebruikt, waarvan de activiteitsconcentratie niet mag worden verwaarloosd om redenen van stralingsbescherming, en dat het statuut van radioactief afval kan aannemen - zou eveneens in aanmerking kunnen komen voor diepe berging.

In de rest van dit verslag en in het besluit omvat het begrip "radioactief afval" systematisch verbruikte splijtstof wanneer deze als radioactief afval wordt beschouwd en overtollige splijtstoffen die als afval worden beschouwd.

Artikel 4 Artikel 4 bepaalt de modaliteiten voor de goedkeuring van de Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval.

Op basis van de ervaring die met soortgelijke projecten in het buitenland is opgedaan, kan de tijd tussen een eerste beslissing over het principe van het beheer door diepe berging en de uitvoering ervan enkele tientallen jaren bedragen. Er zijn tal van beslissingen nodig om met name de keuze van de in aanmerking te nemen gastgesteenten, de locatie(s) voor de uitvoering of de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende belanghebbenden te bepalen. Het lijkt dan ook verstandig om de Nationale Beleidsmaatregel in verschillende delen op te splitsen die deel uitmaken van een geleidelijk traject dat moet leiden tot de uitvoering van de oplossing voor het langetermijnbeheer van het radioactief afval bedoeld in artikel 3. In het eerste deel, dat het voorwerp van dit besluit is, wordt het voorontwerp van langetermijnbeheerconcept van het in artikel 3 bedoelde radioactieve afval nader bepaald. Het laatste deel zal betrekking hebben op de keuze van de site(s) waar de oplossing zal worden uitgevoerd. Wanneer deze laatste keuze wordt gemaakt, zal de Nationale Beleidsmaatregel volledig zijn. Het aantal en de aard van de andere delen van de Beleidsmaatregel kunnen in dit stadium niet definitief en precies worden vastgesteld.

Een stapsgewijs besluitvormingsproces draagt bovendien bij tot de omkeerbaarheid van de besluitvorming en dus tot de omkeerbaarheid van de Nationale Beleidsmaatregel, die het voorwerp is van artikel 7 van dit besluit.

De Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer, waarop het besluit betrekking heeft, wordt voorbereid, ontwikkeld, heroverwogen en, desgevallend, rekening houdend met zijn omkeerbare karakter, aangepast in het kader van het besluitvormingsproces bedoeld in artikel 8 van dit besluit.

De Nationale Beleidsmaatregel wordt dus stapsgewijs aangenomen en bestaat uit verschillende delen. Deze delen kunnen het voorwerp zijn van een of meer koninklijke besluiten vastgelegd na overleg in de Ministerraad, overeenkomstig artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Eenzelfde besluit kan, desgevallend, meerdere delen van de Nationale Beleidsmaatregel vastleggen.

Artikel 179, § 6, vijfde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt dat de in artikel 179, § 6, eerste lid, bedoelde Nationale Beleidsmaatregelen de keuze van de sites van de bergingsinstallaties omvatten.

Het artikel 4, § 1, bepaalt de aspecten die de verschillende delen van de Nationale Beleidsmaatregel ten minste moeten bevatten nadat het voorontwerp van langetermijnbeheerconcept, die er het eerste deel van vormt, is vastgesteld.

Gezien de tijd die nodig is voor de ontwikkeling van diepe berging en de onzekerheden die inherent zijn aan deze ontwikkeling, met name wat de maatschappelijke aanvaarding betreft, is het niet wenselijk om in dit stadium alle fasen van deze ontwikkeling en het tijdsverloop ervan vast te stellen. Het is echter wel mogelijk om, op basis van de bepalingen van artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, een aantal delen te bepalen die onontbeerlijk zijn om de Nationale Beleidsmaatregel af te werken.

De Nationale Beleidsmaatregel zal dus ten minste en zonder vooraf vastgestelde chronologie de volgende aspecten bevatten: ? het besluitvormingsproces dat bijdraagt tot de vaststelling en instandhouding van de verschillende delen van de Nationale Beleidsmaatregel, tot de vergunningsaanvraag voor de oprichting en exploitatie van de diepe-bergingsinstallatie is ingediend. Het volgende deel in de vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregel is de vaststelling van dit besluitvormingsproces. De belangrijkste kenmerken ervan zijn bepaald in artikel 8 van dit besluit; ? de modaliteiten inzake omkeerbaarheid, terugneembaarheid en continue monitoring, voor een periode die moet worden vastgesteld na raadpleging van alle belanghebbenden, met inbegrip van de burgermaatschappij, in het kader van het in artikel 8, § 4, 2°, van dit besluit bedoelde participatief proces; bij het vaststellen van deze modaliteiten wordt rekening gehouden met de aspecten inzake veiligheid, nucleaire beveiliging en milieubescherming, alsook met de wetenschappelijke, technische, financiële en maatschappelijke aspecten; ? de keuze van de gastgesteente(s) (of de gastformatie(s)) waarin de diepe berging uitgevoerd wordt; ? de keuze van de langetermijnbeheeroplossing voor het radioactieve afval bedoeld in artikel 3 ? de keuze van de locatie(s) waar de berging zal worden uitgevoerd.

Om de Koning in staat te stellen alle delen van de Nationale Beleidsmaatregel vast te stellen, formuleert de Instelling te gelegener tijd, rekening houdend met de evolutie van het besluitvormingsproces, de voorstellen bedoeld in artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. De Instelling neemt daartoe alle nodige initiatieven.

Het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel bevat niet de aanvaarde hypotheses voor het latere gebruik van de verschillende types verbruikte splijtstof bedoeld in artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Die zullen later worden vastgelegd. Om de in het bovengenoemde artikel bedoelde voorstellen te formuleren, moet de Instelling met de houders van verbruikte splijtstof overleg plegen over het statuut ervan zoals hierna uitgelegd.

Overeenkomstig artikel 179, § 6, zevende lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, bevatten de Nationale Beleidsmaatregelen "op voorstel van de houders van de verbruikte splijtstof en na raadpleging van de Instelling en van de bevoegde regelgevende autoriteit, [...] de aanvaarde hypotheses voor het verder gebruik van de verschillende types van verbruikte splijtstof". In artikel 4, § 2, van het besluit wordt de Instelling gevraagd met de houders van deze splijtstoffen te overleggen over het statuut ervan, of ze nu afkomstig zijn van commerciële reactoren of onderzoeksreactoren - tenzij ze al het voorwerp zijn van een Nationale Beleidsmaatregel die het statuut ervan vastlegt (opwerking of afval), overeenkomstig het Nationaal programma voor het beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval, Document opgesteld door het Comité van het Nationale Programma overeenkomstig de wet van 3 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/06/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014011342 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, wat de omzetting in het interne recht betreft van Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval sluiten ter omzetting van de Europese richtlijn 2011/70/Euratom van 19 juli 2011 en aangenomen bij het ministerieel besluit van 3 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten1 tot vaststelling van het eerste Nationaal Programma voor het beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval - om, te gelegener tijd en rekening houdend met de evolutie van het besluitvormingsproces, voorstellen te formuleren om de Nationale Beleidsmaatregel aan te vullen.

Dit overleg moet de Instelling ook in staat stellen te gelegener tijd de volumes en de fysische, chemische en radiologische kenmerken van het te bergen afval te bepalen, om redenen die zowel te maken hebben met de R&D, het ontwerp en de communicatie als met de maatschappelijke integratie van het project. De gemeenschappen die mogelijk geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van een bergingsinstallatie op hun grondgebied moeten naar behoren geïnformeerd worden om met kennis van zaken mee te werken aan het ontwerp van de installatie, zoals dat het geval was voor het oppervlaktebergingsproject in Dessel. Deze verduidelijkingen komen tegemoet aan een verzoek dat herhaaldelijk geformuleerd is tijdens de raadpleging, namelijk de noodzaak om de Nationale Beleidsmaatregel nader te specificeren. Daarnaast is deze informatie onontbeerlijk voor de vaststelling van het bedrag van het Fonds op middellange termijn, dat bestemd is om de kosten te dekken voor het creëren en in stand houden van het maatschappelijke draagvlak dat nodig is om een definitieve bergingsinstallatie voor radioactief afval te integreren in een lokale gemeenschap, overeenkomstig artikel 179, § 2, 4°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Artikel 5 Artikel 5, § 1, bepaalt dat al het afval bedoeld in artikel 3 verwerkt en geconditioneerd zal worden rekening gehouden met de noodzaak om de verenigbaarheid ervan met de diepe berging op termijn te verzekeren, dat wil zeggen dat het bijvoorbeeld gesolidificeerd, ingekapseld of chemisch of mechanisch gestabiliseerd en verpakt zal worden.

Artikel 5, § 2, stelt dat na goedkeuring van het besluit dat de keuze vastlegt van een site waar de oplossing moet worden uitgevoerd, de Instelling bij het FANC een vergunningsaanvraag kan indienen voor de oprichting en exploitatie van een bergingsinstallatie, overeenkomstig de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.

De goedkeuring van het besluit over de keuze van een site is een noodzakelijke voorwaarde om een oprichtings- en exploitatievergunningsaanvraag voor het beschouwde afval in te dienen, zonder vooruit te lopen op de uitreiking van deze vergunning bij koninklijk besluit.

Artikel 6 De eerste paragraaf van artikel 6 van het besluit bepaalt het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel door de diepe berging op Belgisch grondgebied vast te stellen als voorontwerp van langetermijnbeheerconcept voor het in artikel 3 bedoelde radioactieve afval.

Deze eerste paragraaf dringt ook aan op de noodzakelijke geschiktheid van diepe berging voor de vereisten ter zake die door de Bevoegde regelgevende autoriteit zijn vastgelegd. Een indicatie van de toekomstige vereisten van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle kunnen we vinden in de adviezen, gegeven respectievelijk op 11 juni 2020 in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de effecten van bepaalde plannen en programma's op het milieu en de openbare deelname aan de voorbereiding van plannen en programma's met betrekking tot het milieu, op 20 mei 2021, in overeenstemming met artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, evenals op 7 mei 2015 over het Nationaal Programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, opgesteld in toepassing van de wet van 3 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/06/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014011342 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, wat de omzetting in het interne recht betreft van Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval sluiten tot omzetting van de Europese Richtlijn 2011/70. Deze vereisten houden rekening met de internationale aanbevelingen voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend radioactief afval. Zo heeft het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie met name als onderdeel van zijn veiligheidsnormen specifieke veiligheidseisen ontwikkeld met betrekking tot de definitieve berging van radioactief afval (bijv.

IAEA, SSR-5, 2011). Soortgelijke aanbevelingen worden ook gedaan door het Agentschap voor Nucleaire Energie van de OESO (bijv. NEA, 7532, 2020) en door de Internationale Commissie voor Stralingsbescherming (bijv.ICRP-122, 2013).

Het voorstel van de Instelling is gebaseerd op het geldende wettelijke kader, de resultaten van veertig jaar onderzoek, ontwikkeling en demonstratie in België en in het buitenland betreffende het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval, een vergelijking van de verschillende beheeroplossingen, het advies van het FANC, internationale feedback en Nationale Beleidsmaatregelen in het buitenland.

De richtlijn 2011/70 beveelt de diepe-bergingsoplossing aan. Volgens overweging 23 van deze richtlijn wordt "algemeen [...] in technische zin aanvaard dat diepe geologische berging op dit ogenblik de meest veilige en duurzame keuze is als eindpunt voor het beheer van hoogactief afval en van als afval beschouwde verbruikte splijtstof." Dezelfde overweging bepaalt dat "de lidstaten in hun nationale beleid het plannen en uitvoeren van opties voor berging [moeten] opnemen".

In het kader van het Afvalplan van 2011 en de bijbehorende milieueffectenbeoordeling (SEA) (cf. B. Proces voor de uitwerking van het voorstel tot Nationale Beleidsmaatregel voor de historische achtergrond en de context van deze documenten) werd een generieke vergelijking gemaakt van de opties voor het langetermijnbeheer van radioactief afval, ongeacht het gastgesteente of de gastformatie: eeuwigdurende of zeer langdurige opslag, diepe berging, berging in de zeebodem, in de ruimte of in een ijskap enzovoort. Na afloop van deze vergelijking bleek diepe berging op Belgische bodem de meest geschikte optie.

De milieueffectenbeoordeling (SEA) van 2020 komt tot dezelfde conclusies, namelijk dat: ? enkel diepe berging in geschikte gesteenten of formaties de veiligheid kan garanderen zonder interventie van de mens, gedurende periodes tijdens welke het hoogactieve en/of langlevende afval gevaar vormt voor mens en milieu, dat wil zeggen gedurende enkele honderdduizenden jaren of zelfs gedurende een periode in de orde van een miljoen jaar. Dit veiligheidsbeginsel, zonder menselijke tussenkomst, of beginsel van "passieve veiligheid", is een van de beginselen waarop de Nationale Beleidsmaatregelen moet steunen (artikel 4, lid 3, van de richtlijn 2011/70); artikel 179, § 6, eerste lid, 3°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt ook dat "verbruikte splijtstof en radioactief afval [...] op een veilige manier [worden] beheerd, waarbij de veiligheid op lange termijn van een bergingsinstallatie onder meer op veiligheidsmaatregelen berust die op lange termijn passief moeten kunnen worden"; ? sommige alternatieven in strijd zijn met internationale overeenkomsten of zelfs met artikel 179, § 6, eerste lid, 3°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals bijvoorbeeld berging op of in de zeebodem, in ijskappen of in de ruimte, of ze brengen onbeheersbare risico's met zich mee en zijn in strijd me de goede internationale praktijk, zoals directe injectie in vloeibare vorm in de geologische lagen; ? bovengrondse opslag of opslag vlak onder het oppervlak geen oplossing is voor het langetermijnbeheer, omdat ze gedurende honderdduizenden jaren of zelfs een periode in de orde van een miljoen jaar op gezette tijden de vernieuwing van de gebouwen en de herverpakking van het afval vereist, wat onmogelijk te garanderen is.

Een opslaggebouw is ook kwetsbaar voor klimaatveranderingen, maatschappelijke veranderingen enzovoort. Elke nieuwe generatie ziet zich verplicht het afval actief te beheren, waardoor ze over de nodige middelen en kennis moet beschikken om de veiligheid te garanderen, wat niet in overeenstemming is met het grondbeginsel van het wettelijke kader voor passieve veiligheidsmaatregelen; overweging 21 van de richtlijn 2011/70 bepaalt overigens: "Opslag van radioactief afval, inclusief opslag op lange termijn, is een tijdelijke oplossing die geen alternatief vormt voor berging."; ? de huidige ontwikkelingen van de scheiding-transmutatietechniek (Partitioning & Transmutation of P&T) de mogelijkheid bieden een deel van bepaalde langlevende radioactieve stoffen in kortlevende radioactieve stoffen om te zetten of te "transmuteren". Maar de industriële haalbaarheid is nog onzeker, net als de mate waarin deze technologie een bijdrage zou kunnen leveren aan het afvalvraagstuk.

Deze nieuwe technologieën zullen in ieder geval niet toepasbaar zijn op het bestaande hoogactieve en/of langlevende afval en vormen dus in geen geval een alternatief voor diepe berging in België. Hoewel deze technologieën ook langlevend afval zullen genereren, dat in een diepe-bergingsinstallatie zal moeten worden geborgen, kunnen ze helpen om deze installatie te optimaliseren door de aanwezigheid van langlevende radionucliden mogelijk te beperken of door de thermische belasting en het terrein dat bovengronds ingenomen wordt te verkleinen.

Bovendien hebben de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten (R&D) die sinds 2011 werden uitgevoerd, geen nieuwe elementen aan het licht gebracht die de wetenschappelijke conclusies van de milieu-effectenbeoordeling, uitgevoerd in het kader van het Afvalplan van 2011, ter discussie kunnen stellen.

Het FANC is de bevoegde autoriteit voor nucleaire veiligheid en beveiliging in België, in het bijzonder die van de bergingsinstallaties. Het moet worden geraadpleegd in het kader van de vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregelen voor het beheer van radioactief afval (cf. artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten).

In zijn advies van juni 2020 over het ter raadpleging voorgelegde voorstel van de Instelling verklaart het FANC zich voorstander van het voorstel, op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met opmerkingen van formele aard en de optie van multinationale berging niet uit te sluiten.

Zo merkt het FANC in zijn advies van juni 2020 op dat: "Rekening houdend met de state-of-the-art [...], is het FANC van mening dat geologische berging, hetzij in galerijen, hetzij in diepe boorgaten, de veiligste langetermijnoptie is voor het beheer van hoogactief en/of langlevend radioactief afval.

Dit is omdat : ? een berging op termijn berust op uitsluitend passieve maatregelen; ? dit type afval een niveau van insluiting en afzondering vereist dat enkel kan worden bereikt door een geologische formatie op voldoende diepte; ? deze optie het mogelijk maakt om de lasten voor toekomstige generaties te beperken. Bovendien is deze optie minder gevoelig aan contextuele onzekerheden. " Bovendien bevestigt het FANC de conclusies van de Instelling, die zowel op veiligheidsargumenten als op wettelijke en reglementaire argumenten gebaseerd zijn, volgens welke noch de opslag, ongeacht het type ervan (bovengronds of ondergronds), noch de alternatieven zoals berging in een oceanische subductiezone, in een ijskap of in de ruimte, noch berging vlak onder het oppervlak een oplossing zijn voor het langetermijnbeheer van geconditioneerd hoogactief en/of langlevend afval. Net als de Instelling verwerpt het FANC ook geavanceerde nucleaire technologieën als alternatief voor diepe berging: "Opslaginstallaties zijn de facto geen definitieve oplossing omdat de "intentie om het afval terug te halen" inherent is aan hun ontwerp. Ze vormen echter een fase in het afvalbeheer in afwachting van een berging. [...] het is belangrijk de duur van de opslag van het afval niet langer te maken dan de periode die noodzakelijk is tot haar berging.

Geavanceerde nucleaire technologieën worden momenteel ontwikkeld in het kader van de opwerking en de sluiting van de splijtstofcyclus en dekken dus niet alle soorten hoogactief of langlevend afval waarvoor een oplossing voor het langetermijnbeheer wordt gezocht. Zij maken het evenmin mogelijk om de toxiciteit ervan tot een voldoende laag niveau terug te brengen, ook op lange termijn, om hun berging aan het oppervlak toe te laten. Deze technologieën bieden dus als zodanig geen alternatief voor geologische berging, maar kunnen bijvoorbeeld worden overwogen in het kader van de beperking van de radiologische inventaris die op lange termijn moet worden geborgen.

Andere beheeropties (bijvoorbeeld zeeberging, berging in een ijskap of in de ruimte) kunnen van meet af aan worden uitgesloten op basis van zuiver juridische argumenten of oncontroleerbare veiligheidsrisico's.".

Het FANC bevestigt ook de noodzaak om zo spoedig mogelijk een Nationale Beleidsmaatregel voor het langetermijnbeheer van het betrokken afval vast te stellen: "Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk een nationaal beleid komt voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend radioactief afval dat het resultaat is van de nucleaire praktijken in België. Het uitblijven van beslissingen voor dergelijk afval op korte termijn zou er immers op neerkomen dat de verantwoordelijkheid voor het beheer ervan wordt afgeschoven op de toekomstige generaties en dat de risico's in verband met de uitbating van de opslagplaatsen worden vergroot. ".

Na decennialang onderzoek bestaat er een brede internationale consensus over het feit dat diepe berging de enige veilige eindbestemming voor hoogactief en/of langlevend afval is. Alleen zo kan dit afval gedurende honderdduizenden jaren of zelfs een periode in de orde van een miljoen jaar worden afgezonderd van mens en milieu en van de mogelijke - vaak onvoorspelbare - toekomstige veranderingen aan ons aardoppervlak, van het klimaat of in onze samenleving.

Datzelfde onderzoek heeft het mogelijk gemaakt om de milieueffecten te beoordelen, uitgevoerd op initiatief van de Instelling, en te besluiten dat er vandaag geen alternatief is voor diepe berging om de veiligheid van de mens en de bescherming van het milieu tegen de risico's van hoogactief en/of langlevend afval te verzekeren; er is dus momenteel geen alternatieve oplossing voor diepe berging. Zoals hierboven vermeld zouden sommige van de huidige R&D-pistes, die weliswaar geen alternatief voor diepe berging vormen, op termijn een mogelijkheid tot optimalisering kunnen bieden voor het beheer van het radioactieve afval in het algemeen en de diepe berging in het bijzonder; dit is het geval voor Partitioning & Transmutation of P&T. Deze conclusie was het voorwerp van een officieel gemeenschappelijk standpunt tussen de Instelling en het Studiecentrum voor Kernenergie dat in België onderzoek doet naar deze geavanceerde nucleaire technologieën.

Men kan echter niet uitsluiten dat in de toekomst, gezien de tijd die nodig is voor de ontwikkeling en uitvoering van diepe berging, rekening moet worden gehouden met de wetenschappelijke en technische vooruitgang. Daarom is in artikel 7, § 1, van dit besluit voorzien in een zorgvuldige opvolging van deze vooruitgang.

Alle landen van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en de Europese Unie met minstens één kernreactor voor elektriciteitsproductie, kozen voor diepe berging. Alleen Italië, Mexico en België hebben nog niet beslist over het langetermijnbeheer van hun hoogactieve en/of langlevende afval.

Voor het overige neemt de diepe-bergingsoplossing geleidelijk concrete vorm aan in andere landen. Naast de Verenigde Staten, die al sinds 1999 een diepe-bergingsinstallatie voor middelactief en langlevend afval exploiteren, exploiteert Hongarije sinds 2012 een diepe-bergingsinstallatie voor zijn niet-warmte afgevende afval, is Finland eind 2016 begonnen met de bouw van een dergelijke installatie voor zijn verbruikte splijtstoffen en heeft Zweden in 2011 een vergunningsaanvraag voor de oprichting van een dergelijke installatie voor zijn verbruikte splijtstoffen ingediend.

In navolging van het advies van het FANC van juni 2011 over het Afvalplan van 2011, lijkt het ons voorbarig om nu al bij koninklijk besluit de gastformatie (of gastgesteente) van een diepe-bergingsinstallatie vast te leggen. Onafhankelijk van de keuze die later zal worden gemaakt, is het belangrijk nu al te noteren dat de gesteenten die in aanmerking komen voor berging geschikte kenmerken moeten vertonen, met name wat de langetermijnstabiliteit, de hydrogeologische eigenschappen en de retentie van de radionucliden betreft.

Het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel, dat vastgesteld wordt in dit besluit, slaat dus enkel op het diepe-bergingsconcept. De keuze van de mogelijke gastformatie(s) (of gastgesteente(n)) zal later worden vastgelegd, wanneer daarover overleg is gepleegd met alle belanghebbende partijen, overeenkomstig artikel 8 van het besluit.

De diepe berging kan verschillende varianten aannemen: in galerijen of in boorgaten. De eerste variant is het voorwerp van de belangrijkste studies geweest en is gekozen door alle landen die geopteerd hebben voor diepe berging. De tweede wordt door sommige landen bestudeerd voor de berging van hun gehele inventaris van hoogactief en/of langlevend afval of van een beperkt deel ervan. De keuze tussen beide ontwerpen of voor een gemengde oplossing zal in een later stadium van de vaststelling van de beleidsmaatregel worden gemaakt. Een derde variant, die van een diepe-bergingsinstallatie die, in België of in een ander land, gedeeld wordt met een of meer andere landen, krijgt specifieke aandacht in het kader van de omkeerbaarheid van de beleidsmaatregel en wordt behandeld in artikel 7, § 2, van dit besluit.

In overeenstemming met artikel 179, § 7, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat uitdrukkelijk bepaalt dat het op het Belgisch grondgebied geproduceerde radioactief afval ook daar wordt geborgen, wordt voorgesteld diepe berging op nationaal grondgebied uit te voeren. Deze berging op nationaal grondgebied werd als referentie beschouwd in het kader van de milieueffectenbeoordeling.

De diepe-bergingsoplossing zou op meerdere plaatsen uitgevoerd kunnen worden, bijvoorbeeld naargelang van de kenmerken van het radioactieve afval, de specifieke eigenschappen van de mogelijke gastformaties (of gastgesteenten) of de maatschappelijke omstandigheden. Er kunnen dus meerdere sites gekozen worden om de uitvoering van een diepe-bergingsoplossing te verzekeren.

De diepe berging is bestemd om mens en milieu te beschermen tegen de radiologische risico's van radioactief afval, gedurende periodes die de monitoring- en onderhoudsmogelijkheden ver overschrijden (namelijk enkele honderdduizenden jaren of zelfs een periode in de orde van een miljoen jaar). De langetermijnveiligheid van een bergingsinstallatie berust in het bijzonder op veiligheidsmaatregelen die op lange termijn passief moeten kunnen worden (dat wil zeggen dat ze niet langer een interventie van de mens vereisen). Diepe berging geschiedt zonder de intentie het afval later terug te nemen, maar zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om dat toch gedurende een bepaalde periode te doen. Artikel 179, § 6, vierde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt immers dat modaliteiten van omkeerbaarheid, terugneembaarheid en monitoring moeten worden vastgesteld voor een te bepalen periode als elementen voor het ontwerp en de exploitatie van elke bergingsinstallatie. Deze modaliteiten worden opgesteld rekening houdend met de noodzaak de veiligheid van de bergingsinstallatie te verzekeren. De bergingsinstallatie zal dus worden ontworpen als een installatie die op lange termijn passief is, wat inhoudt dat ze op het einde van de operationele fase opgevuld en afgesloten zal moeten worden. Er moet evenwel voor ogen gehouden worden dat gedurende gans deze fase en totdat een beslissing tot de gedeeltelijke of volledige sluiting genomen is en door de bevoegde autoriteiten toegestaan wordt, de modaliteiten van exploitatie zodanig zouden kunnen zijn dat de toegankelijkheid tot het afval vergelijkbaar is met deze in een opslaginstallatie. Gedurende deze fase blijft er een mogelijkheid om reeds geborgen afval terug te nemen, om redenen van veiligheid, nucleaire beveiliging, technologische vooruitgang of maatschappelijke keuzes. De vaststelling van de modaliteiten inzake omkeerbaarheid en terugneembaarheid zal het voorwerp zijn van een specifiek deel van de Nationale Beleidsmaatregel (artikel 4, § 1, 2°, van het besluit).

De tweede paragraaf van artikel 6 bepaalt dat NIRAS rekening houdt met de oplossing bedoeld in de eerste paragraaf om het referentiescenario vast te stellen, zoals bepaald in artikel 16, 3°, van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 houdende bepaling van de opdrachten en de werkingsmodaliteiten van de openbare instelling voor het beheer van radioactief afval en splijtstoffen, teneinde de kosten van het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval te ramen.

Ten slotte bepaalt de derde paragraaf van artikel 6 dat de Instelling de ontwikkelingen en optimaliseringen volgt en documenteert van de in de eerste paragraaf bedoelde oplossing, alsook de veilige alternatieven voor de genoemde oplossing. Deze gedocumenteerde opvolging moet het mogelijk maken (i) de verschillende varianten van diepe berging (berging in galerijen, berging in boorgaten, gedeelde berging), (ii) de mogelijkheden tot optimalisering van diepe berging, in het bijzonder inzake geavanceerde nucleaire technologieën en (iii) de veilige alternatieven voor deze oplossing, die zich in de toekomst zouden voordoen, te analyseren. Deze informatie heeft met name betrekking op ontwikkelingen op het gebied van wetenschappelijke kennis en technologische innovaties en op dat van de maatschappelijke waarden. Dit komt tegemoet aan een breed gedeelde bezorgdheid, in het bijzonder in de adviezen van de drie Gewesten, die naar voren is gekomen tijdens de publieksraadpleging in het kader van de procedure van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu. Zo herinnert het Waalse Gewest bijvoorbeeld aan het belang om het onderzoek naar alternatieven voort te zetten, in het bijzonder door samen te werken met andere landen.

Het Vlaamse Gewest wijst op de noodzaak om de oplossing te kunnen aanpassen aan de evolutie van de kennis en de toekomstige innovaties en vraagt NIRAS de ontwikkelingen in verschillende wetenschappelijke en technische domeinen met betrekking tot alternatieve beheeropties te blijven volgen en evalueren.

Artikel 7 - Opvolging van de ontwikkelingen met betrekking tot de verschillende aspecten van het langetermijnbeheer van het afval Teneinde over relevante informatie te beschikken om een of meer delen van de Nationale Beleidsmaatregel te heroverwegen en de te nemen beslissingen te evalueren, wordt in de eerste paragraaf van artikel 6 van dit besluit voorgesteld dat de Instelling de pertinente ontwikkelingen met betrekking tot de verschillende aspecten van het langetermijnbeheer van het in artikel 3 bedoelde afval en de onderlinge afhankelijkheid ervan voortdurend opvolgt en documenteert, niet alleen op technisch en wetenschappelijk vlak om de veiligheid, de nucleaire beveiliging en de bescherming van het milieu, die uiterst belangrijk worden geacht, te verzekeren, maar ook op maatschappelijk en financieel vlak, zowel nationaal als internationaal. Dit komt ook tegemoet aan een breed gedeelde bezorgdheid die naar voren is gekomen tijdens de publieksraadpleging in het kader van de procedure van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu.

Vervolgens wordt gevraagd dat de resultaten van deze opvolging en de resultaten van de veiligheidsevaluaties en milieueffectenbeoordelingen, de eisen inzake kostenbeheersing, de terugkoppeling van ervaringen op het gebied van berging op nationaal en internationaal vlak, de wettelijke en reglementaire evoluties, de veranderingen in de verwachtingen en waarden van de samenleving, alsook de wijze waarop deze gedocumenteerde opvolging wordt verzekerd, worden geïntegreerd in de voorstellen tot Nationale Beleidsmaatregel, zoals bedoeld in artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, en meer bepaald in het besluitvormingsproces dat het voorwerp is van artikel 8 van dit besluit. De Instelling wordt in het bijzonder gevraagd de ontwikkelingen inzake diepe berging, ook in boorgaten, en inzake geavanceerde nucleaire technologieën te blijven volgen. Zoals eerder vermeld, kunnen deze laatste op termijn een mogelijkheid bieden om de diepe berging te optimaliseren. Ze zijn overigens ook het voorwerp van diepgaande studies onder leiding van het Studiecentrum voor Kernenergie. - Gedeelde berging Zoals reeds vermeld, is uit de publieksraadpleging, uitgevoerd in het kader van de procedure van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu, zeer duidelijk gebleken dat verschillende officiële instanties, waaronder het Adviescomité SEA en het FANC, alsook de bevolking wijzen op de noodzaak om de mogelijkheid om een diepe-bergingsinstallatie te ontwikkelen die gedeeld wordt met een of meer andere landen te onderzoeken.

Artikel 179, § 7, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt specifiek dat "het op het Belgisch grondgebied geproduceerde radioactief afval [er] wordt [...] geborgen." Deze bepaling sluit echter niet uit dat op termijn kan worden geopteerd voor de berging van Belgisch radioactief afval in een bergingsinstallatie in een ander land of voor de berging van buitenlands afval in België, onder bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd door de Europese Commissie en de richtlijn 2011/70.

Daarnaast zijn er verschillende internationale initiatieven die betrekking hebben op gedeelde berging, maar geen enkele daarvan heeft tot nu toe geleid tot de ontwikkeling en, a fortiori, de realisatie van een gemeenschappelijke installatie voor twee of meer landen. In het verslag dat ze in 2017 bij het Europees Parlement indiende, merkt de Europese Commissie op dat veel lidstaten de mogelijkheid van gedeelde oplossingen nu eens als hun referentiestrategie, dan weer als variant overwegen. Er wordt erkend dat een beleidsmaatregel die op een dergelijke optie is gebaseerd, de landen niet van verdere nationale ontwikkelingen onheft zolang de uitvoerbaarheid van de oplossing van gedeelde berging niet is aangetoond.

Bovendien moet worden opgemerkt dat een van de beginselen die ten grondslag liggen aan gedeelde berging wederkerigheid is, wat inhoudt dat de bergingsinstallatie zich a priori zou kunnen bevinden op het grondgebied van gelijk welk land dat aan de oplossing meewerkt.

Het lijkt er dus op dat, in dit stadium van de Nationale Beleidsmaatregel, de ontwikkeling van diepe berging op het nationale grondgebied de weg is die moet worden bewandeld, wat niet belet dat de mogelijkheid van gedeelde berging, in België of in een ander land, wordt onderzocht.

Daarom wordt in de tweede paragraaf van artikel 7 van het besluit voorgesteld dat de Instelling de nodige initiatieven neemt om de mogelijkheid en het belang van deze variant te beoordelen. Deze initiatieven impliceren dat de Instelling contact opneemt met haar tegenhangers, dat wil zeggen de entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van radioactief afval, in de buurlanden en in landen die belangstelling hebben getoond voor gedeelde berging. De Instelling zal de resultaten van dit onderzoek integreren om voorstellen te formuleren voor de volgende delen van de Nationale Beleidsmaatregel, zoals bedoeld in artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Er kan echter al worden opgemerkt dat er tussen België en het Groothertogdom Luxemburg een intergouvernementeel akkoord bestaat over het beheer en de berging van radioactief afval van het Groothertogdom Luxemburg op het grondgebied van het Koninkrijk België. Dat akkoord, dat gesloten werd op 4 juli 2016, werd goedgekeurd bij de Belgische wet van 10 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019011403 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende het beheer en de definitieve berging van het radioactief afval van het Groothertogdom Luxemburg op het grondgebied van het Koninkrijk België, gedaan te Luxemburg op 4 juli 2016 (2) type wet prom. 10/03/2019 pub. 22/03/2019 numac 2019040797 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot tenuitvoerlegging van het Verdrag van `s-Gravenhage van 13 januari 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen sluiten. Door de radiologische aard van een deel van het afval dat onder dat akkoord valt, moet dit afval dus diep geborgen worden. In de praktijk zal de diepe-bergingsinstallatie die het voorwerp van dit besluit is dus zeer kleine hoeveelheden afval uit het Groothertogdom Luxemburg bevatten. - Omkeerbaarheid van de besluitvorming In de derde paragraaf van artikel 7 van het besluit wordt ten slotte het begrip "omkeerbaarheid van de Nationale Beleidsmaatregel" ingevoerd, waardoor het mogelijk is om, desgevallend, geheel of gedeeltelijk terug te komen op de Nationale Beleidsmaatregel om rekening te houden met de wetenschappelijke, technische en maatschappelijke ontwikkelingen.

De mogelijkheid om de genomen beslissingen ter herzien of er zelfs op terug te komen in het licht van de wetenschappelijke, technische, maatschappelijke, reglementaire of internationale ontwikkelingen en veranderingen is niet alleen een belangrijke wens die naar voren gekomen is tijdens de raadpleging van 2020, in het bijzonder door de deelstaatentiteiten, maar ook een goede praktijk voor een project dat meerdere decennia zal duren. Zo, bijvoorbeeld, onderstreept het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn advies de noodzaak om bergingsoplossingen in aanmerking te nemen die omkeerbaar zijn, zodat de toekomstige generaties kunnen beslissen om het geborgen afval terug te nemen, mocht een toekomstige technologie de veiligheid nog meer kunnen versterken en de effecten op mens en milieu kunnen verminderen.

Het begrip "omkeerbaarheid" wordt vaak verward met het begrip "terugneembaarheid" dat er meestal mee wordt geassocieerd. Hoewel beide begrippen in het Belgische recht en in de richtlijn 2011/70 worden gebruikt, zijn ze er niet in gedefinieerd. De betekenis die er hier aan gegeven wordt, is gebaseerd op de internationale publicatie "Reversibility of Decisions and Retrievability of Radioactive Waste - Considerations for National Geological Disposal Programmes" van het kernenergieagentschap van de OESO van 2012 en is ook ontleend aan een recente gezamenlijke denkoefening van het FANC en de Instelling over de technische implicaties van deze begrippen.

Omkeerbaarheid onderscheidt zich van terugneembaarheid in die zin dat ze betrekking heeft op de besluitvormingsaspecten, terwijl de terugneembaarheid op de fysieke terugneming van het geborgen afval slaat.

Omkeerbaarheid, zoals begrepen in dit besluit, verwijst naar het "vermogen om terug te komen op beslissingen die tijdens de ontwikkeling en geleidelijke uitvoering van een berging zijn genomen, ongeacht de feitelijke uitoefening van dit vermogen; omkeerbaarheid kan dus leiden tot het wijzigen, herzien of terugdraaien van een genomen beslissing"; men spreekt daarom over de omkeerbaarheid van de besluitvorming. De effectieve uitoefening van omkeerbaarheid in het kader van een besluitvormingstraject is de concrete actie van het wijzigen, heroverwegen of terugdraaien van een reeds genomen beslissing, hetzij door van richting te veranderen (dat wil zeggen het voortzetten van het geplande traject, maar door er een of meer wijzigingen in aan te brengen), hetzij eventueel door een vroegere situatie te herstellen of de bestaande situatie opnieuw te beoordelen.

Dit is schematisch weergegeven in de onderstaande figuur (volgens NEA nr. 7105, 2012).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Omkeerbaarheid van de besluitvorming houdt in dat eerdere beslissingen opnieuw kunnen worden beoordeeld en, desgevallend, gewijzigd (NEA, ibid.). Ze kan daarom optimaal worden toegepast in een stapsgewijs besluitvormingsproces. Ze houdt in dat er maatregelen moeten worden genomen om een bepaalde beslissing te heroverwegen en de verschillende opties die in elke fase mogelijk zijn, waaronder een terugkeer naar een vroegere situatie, te identificeren.

Terwijl er te allen tijde voor moet worden gezorgd dat de veiligheidseisen worden nageleefd, moet de omkeerbaarheid aanpassingen of veranderingen in de strategie mogelijk maken, rekening houdend met de informatie die tijdens het uitvoeringsproces wordt verzameld. Deze informatie heeft met name betrekking op ontwikkelingen op het gebied van wetenschappelijke kennis en technologische innovaties en op dat van de maatschappelijke waarden. Ze bevordert ook het blijvende karakter van een dialoog met de belanghebbenden in het besluitvormingsproces.

Terugneembaarheid verwijst naar "het vermogen om het afval terug te nemen nadat het in een bergingsinstallatie is geplaatst, ongeacht de effectieve uitoefening van dit vermogen." Het gaat om de concrete actie van het terugnemen van het geborgen afval. Terugneembaarheid impliceert dus dat bij het ontwerp en de exploitatie van de bergingsinstallatie maatregelen worden genomen om het afval, zo nodig, terug te nemen.

Er moet worden op gewezen dat de terugneembaarheid geen basiselement van de langetermijnveiligheid van de berging van het afval is, aangezien deze gebaseerd moet zijn op veiligheidsvoorzieningen die op lange termijn passief moeten kunnen worden (artikel 179, § 6, eerste lid, 3°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten). Omkeerbaarheid en terugneembaarheid mogen de veiligheid van de berging nooit in gevaar brengen.

Technisch gezien wordt een onderscheid gemaakt tussen de terugneembaarheid van het afval tijdens de exploitatiefase (operationele fase) van de berging, dat wil zeggen wanneer de plaatsen waar het afval is geborgen nog niet (volledig) zijn afgedicht, en de terugneembaarheid na het afdichten van deze plaatsen of zelfs na de volledige sluiting van de bergingsinstallatie.

Om afval terug te nemen tijdens de operationele fase, voordat de bergingsgalerijen worden afgedicht, worden doorgaans technische middelen gebruikt die identiek of vergelijkbaar zijn met de middelen die voor de plaatsing van het afval worden gebruikt. Zodra de bergingsplaatsen afgedicht zijn of de bergingsinstallatie gesloten is, kan het voor het terugnemen van het afval nodig zijn andere technische middelen in te zetten dan die welke voor de plaatsing van het afval worden gebruikt.

De ultieme terugneembaarheid kan worden overwogen nadat de bergingsinstallatie volledig afgesloten is en verwijst naar de mogelijkheid om afvalcolli terug te nemen na het vermoede of bewezen verlies van de integriteit ervan. Ze bestaat uit de mijnbouwkundige terugname van afval met alle nodige middelen.

De effectieve uitoefening van de terugneembaarheid kan onderworpen zijn aan veiligheidseisen of aan economische en maatschappelijke redenen. In elk geval is ze onderworpen aan de drie principes van stralingsbescherming, namelijk rechtvaardiging, optimalisering en toepassing van individuele dosislimieten ten gevolge van de blootstelling aan ioniserende stralingen (artikel 20, 20.1.1.1., van het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten0 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen).

Het effectief terugnemen van het afval zal steeds moeilijker worden naarmate de bergingsinstallaties een definitieve vorm en functie aannemen. Zo zal het bijvoorbeeld gemakkelijker zijn afval terug te nemen tijdens de operationele fase vóór de afdichting van de bergingsgalerijen dan tijdens de fase waarin deze galerijen (al dan niet gedeeltelijk) worden afgesloten. Uit veiligheids- en beveiligingsoverwegingen ("safeguards" of internationale garanties) worden ook beperkingen opgelegd aan het gemak waarmee het afval kan worden teruggenomen. Er moet worden opgemerkt dat de beslissing om een bergingsinstallatie geheel of gedeeltelijk te sluiten een beslissing is die met volledige kennis van zaken door de toekomstige generaties zal worden genomen en die onderworpen moet zijn aan de passende vergunningen, in het bijzonder die vermeld in artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

De principes van omkeerbaarheid en terugneembaarheid zijn reeds vermeld in artikel 179, § 6, vierde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten als onderdeel van de Nationale Beleidsmaatregel. Artikel 6, derde paragraaf, preciseert verder de toepassing van het principe van omkeerbaarheid van de besluitvorming in de Nationale Beleidsmaatregel.

Het legt het verband tussen, aan de ene kant, de omkeerbaarheid van de besluitvorming en, aan de andere kant, de opvolging en documentatie die de in artikel 6, eerste lid, bedoelde heroverwegingen mogelijk maken. Het preciseert tevens dat de omkeerbaarheid van de besluitvorming geldt voor alle delen van de Nationale Beleidsmaatregel, met inbegrip van het eerste deel bedoeld in artikel 5, eerste lid, van dit besluit. Overeenkomstig het artikel 179, § 6, vierde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zal de vaststelling van de gedetailleerde modaliteiten inzake omkeerbaarheid, terugneembaarheid en monitoring deel uitmaken van de Nationale Beleidsmaatregel (cf. artikel 4, § 1, 2°, van dit besluit).

De invoering van omkeerbaarheid van de besluitvorming tijdens de hele ontwikkelingsperiode van een diepe-bergingsinstallatie, maar ook tijdens de uitvoering ervan, heeft ook gevolgen voor de terugneembaarheid van het afval. De omkeerbaarheid van de beslissingen houdt immers in dat bij het ontwerp van de bergingsinstallaties maatregelen worden genomen die de terugname van het afval gedurende een bepaalde periode en volgens nader te bepalen modaliteiten vergemakkelijken.

Artikel 8 Artikel 8 van het besluit heeft betrekking op het proces van voorbereiding van de beslissingen dat gepaard moet gaan met de ontwikkeling van de langetermijnbeheeroplossing tot aan de aanvraag van een oprichtings- en exploitatievergunning voor een of meer bergingssites, in overeenstemming met een specifiek vergunningsstelsel voor dit soort installaties.

Dit besluitvormingsproces is onontbeerlijk, zoals blijkt uit artikel 179, § 6, eerste lid, 6°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten: "in alle stadia van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval wordt een met bewijskrachtige gegevens onderbouwd en gedocumenteerd besluitvormingsproces gevolgd", omdat er momenteel geen regels bestaan die de ontwikkeling en uitvoering van de Nationale Beleidsmaatregel organiseren tussen het ogenblik waarop de oplossing voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval wordt gekozen en het ogenblik waarop de site(s) voor de uitvoering van deze oplossing wordt (worden) aangeduid.

De eerste paragraaf bepaalt de doelstellingen van het besluitvormingsproces. Dat proces draagt bij tot de stapsgewijze vaststelling en instandhouding van de Nationale Beleidsmaatregel, tot de vergunningsaanvraag voor de oprichting en exploitatie, zoals bedoeld in artikel 5, § 2, is ingediend.

De Instelling maakt een indicatief tijdschema van het besluitvormingsproces op. Dit tijdschema wordt regelmatig opnieuw beoordeeld, rekening houdend met de laatste stand van de Nationale Beleidsmaatregel.

Dit tijdschema, hoe indicatief ook, is noodzakelijk voor de Instelling om het referentiescenario voor het langetermijnbeheer van radioactief afval vast te stellen. Dat scenario wordt toegepast in het kader van de kostenraming van de afvalopslag- en bergingsactiviteiten en houdt rekening met de referentieprogramma's van de producenten bedoeld in artikel 16, § 1, 3°, van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 houdende bepaling van de opdrachten en werkingsmodaliteiten van de openbare Instelling voor het beheer van radioactief afval en splijtstoffen op het vlak van het fonds op lange termijn.

Een dergelijk tijdschema is ook vereist in het kader van de opstelling van het Nationale Programma bedoeld in artikel 179, § 8, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, ter uitvoering van de richtlijn 2011/70. Volgens het vijfde lid, b), van deze paragraaf omvat het Nationale Programma inderdaad "de belangrijke mijlpalen en duidelijke tijdsbestekken voor het bereiken van deze mijlpalen in het licht van de globale doelstellingen die worden nagestreefd door het Nationale Programma".

De tweede paragraaf preciseert dat de Instelling belast is met het uitbrengen van een voorstel dat dit proces bepaalt. Daartoe zal zij de betrokken belanghebbenden op nationaal, regionaal en lokaal niveau raadplegen, desgevallend rekening houdend met de grensoverschrijdende aspecten. Er wordt gevraagd dat de Instelling in dit verband initiatieven neemt zodra dit besluit in werking treedt.

Naast het publiek, zijn de belanghebbenden bijvoorbeeld het FANC, de gewesten, de producenten van radioactief afval, de burgermaatschappij of de lokale collectiviteiten, die elk uit een of meer gemeenten of representatieve organen van deze gemeenten kunnen bestaan, en die ermee instemmen om samen te werken met de Instelling in het kader van de uitwerking van de diepe berging. De gemeenten waar tijdelijk radioactief afval of verbruikte splijtstoffen zijn opgeslagen, worden ook als belanghebbende partijen beschouwd, met dien verstande dat het feit dat ze een tijdelijke opslag hebben aanvaard of aanvaarden niet automatisch betekent dat ze ermee instemmen een diepe-bergingsinstallatie te ontvangen.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 10.2 van richtlijn 2011/70, neemt de Instelling de nodige maatregelen om een effectieve participatie van het publiek aan de voorbereiding van het besluitvormingsproces te garanderen. Het begrip "publiek" omvat de burgermaatschappij en de institutionele actoren. Dergelijke maatregelen laten met name toe om een interactie tussen de burgermaatschappij en deskundigen met verschillende achtergronden te garanderen, om zo op het vlak van het besluitvormingsproces tot maatschappelijk breed gedragen aanbevelingen te komen.

De derde paragraaf preciseert dat de Instelling op ad-hoc basis en te gelegener tijd alle bevoegde overheden zal raadplegen die mogelijk betrokken zijn bij de voorbereiding van de Nationale Beleidsmaatregel, en dit gedurende de gehele duur van de vaststelling ervan.

Dit komt tegemoet aan een bezorgdheid die de drie Gewesten hebben geuit in hun adviezen die ontvangen werden in het kader van de publieksraadpleging bepaald door de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu. Zo zullen de Gewesten op een gestructureerde wijze worden geraadpleegd in het kader van en gedurende het hele besluitvormingsproces, met inachtneming van hun bevoegdheden en prerogatieven en die van de andere entiteiten.

De derde paragraaf onderstreept de bijzondere rol van het FANC, dat regelmatig door de Instelling zal worden geraadpleegd om ervoor te zorgen dat de veiligheids- en nucleaire beveiligingsaspecten, alsook de specifieke eisen van de diepe berging in acht worden genomen en in overeenstemming zijn met het wetgevende en reglementaire veiligheids- en vergunningskader en met de evolutie ervan. Er zullen waarschijnlijk meerdere decennia verlopen tussen het ogenblik waarop de diepe-bergingsoplossing wordt gekozen en de indiening van de oprichtings- en exploitatievergunningsaanvraag, bedoeld in artikel 16, § 1, van de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, voor de bergingsinstallatie. Rekening houdend met deze periode en met het unieke en innoverende karakter van een dergelijke installatie, voorziet de derde paragraaf in overleg tussen de Instelling en het FANC, zodra het eerste deel van de beleidsmaatregel is vastgesteld, dus vanaf de inwerkingtreding van dit besluit. Deze raadpleging moet het mogelijk maken geleidelijk en op basis van argumenten te oordelen of de door de Instelling ontwikkelde oplossing kan worden vergund, overeenkomstig de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.

Aangezien al deze raadplegingen worden uitgevoerd in overeenstemming met de respectieve bevoegdheden van elk van deze overheden, lopen zij geenszins vooruit op de uitreiking van de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van de diepe berging. Het betreft in het bijzonder het voorafgaand overleg voorzien in artikel 16/1 van de vermelde wet van de 15 april 1994, dat overeenstemt met de "pre-licensing" periode, en met de raadpleging bepaald in artikel 33, zesde lid, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten0 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, dat bepaalt dat "Het Agentschap [...] met NIRAS een overeenkomst [sluit] met het oog op de wederzijdse uitwisseling van informatie en raadpleging betreffende de aspecten van het beheer van radioactieve afvalstoffen die de uitoefening van de bevoegdheden van beide instellingen kunnen beïnvloeden". Tijdens deze periode is het voor de Instelling aan te bevelen om het FANC te raadplegen over de veiligheid en de nucleaire beveiliging van het bergingsproject, over de verenigbaarheid van het project met de eisen voor de uitreiking van een oprichtings- en exploitatievergunning en over de bijkomende maatregelen die, desgevallend, moeten worden genomen op basis van de wetgeving en de reglementering met betrekking tot het FANC. Dit houdt in dat de Instelling het FANC regelmatig informeert over de resultaten van haar onderzoeks- en ontwikkelingsstudies. Dit raadplegingsproces tijdens de prelicensing-periode biedt het FANC de gelegenheid zijn eventuele opmerkingen en verwachtingen tijdens het hele proces voor de aanneming van de Nationale Beleidsmaatregel te formuleren, naast de adviezen geformuleerd in toepassing van artikel 179, § 6, eerste lid, 6°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, en dit zonder afbreuk te doen aan het oordeel van het FANC in het kader van een latere vergunningsaanvraag. Er moet worden opgemerkt dat het besluitvormingsproces niet eindigt met de vergunningsaanvraag voor de oprichting en exploitatie van de bergingsinstallatie. Zoals hierboven vermeld, moet het specifieke wetgevende en reglementaire kader voor dit soort installaties nog worden vastgesteld. En aangezien de exploitatie van een diepe-bergingsinstallatie over meerdere decennia gespreid is, blijft de omkeerbaarheid van de beslissingen relevant tijdens de hele operationele fase, volgens modaliteiten die in een later stadium zullen worden vastgesteld.

Het besluitvormingsproces moet de voorbereiding mogelijk maken van de voorstellen bedoeld in artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten met betrekking tot de volgende delen van de Nationale Beleidsmaatregel, op basis van criteria die door de Koning zijn goedgekeurd, met name om de beslissingen in termen van omkeerbaarheid van de Nationale Beleidsmaatregel te objectiveren. Het besluitvormingsproces maakt het met name mogelijk rekening te houden met de in artikel 6, eerste en tweede paragraaf, van het besluit bedoelde opvolging, alsook met de resultaten van de veiligheidsevaluaties en de milieueffectenbeoordelingen, de eisen inzake kostenbeheersing, feedback over berging op nationaal en internationaal niveau, wijzigingen in de wet- en regelgeving en veranderingen in de verwachtingen en waarden van de samenleving.

In de vierde paragraaf worden de belangrijkste kenmerken van het besluitvormingsproces bepaald. Deze kenmerken, die hier op conceptuele wijze worden verwoord, zullen tijdens de voorbereiding en vaststelling van het tweede deel van de Nationale Beleidsmaatregel worden gepreciseerd en geconcretiseerd. 1° Het besluitvormingsproces moet de verschillende aspecten van het beheer van radioactief afval, niet alleen de veiligheidsaspecten, maar ook de nucleaire beveiligingsaspecten, wetenschappelijke en technische aspecten, ethische en maatschappelijke aspecten, milieuaspecten en financiële aspecten, en de onderlinge afhankelijkheid ervan, op beredeneerde wijze in overweging nemen, in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire vereisten. De ethische aspecten omvatten de waarden die door de samenleving worden gedragen en de evolutie ervan.

De tekst legt ook de nadruk op de systeembenadering van diepe berging.

Het zijn inderdaad de bovenbedoelde aspecten die, in combinatie met een systeembenadering, de haalbaarheid van diepe berging bepalen en de geleidelijke optimalisering en uitvoering ervan beïnvloeden.

De systeembenadering van het ontwerp van een diepe-bergingsinstallatie omvat, in één zelfde geheel, het geconditioneerde radioactieve afval (met inbegrip van de verpakking), de kunstmatige barrières van de bergingsinstallatie, de gastformatie of gastgesteente en houdt rekening met de geologische omgeving ervan.

Overeenkomstig artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, moet het besluitvormingsproces vooruitgaan in met bewijskrachtige gegevens onderbouwde en gedocumenteerde stappen die formeel worden bekrachtigd door de bevoegde instanties, met name het FANC voor de aspecten inzake veiligheid en nucleaire beveiliging en het Adviescomité ingesteld bij artikel 5, § 1, van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu.

Telkens wanneer dat nodig is en in overeenstemming met de op de verschillende institutionele niveaus geldende regelgeving, zal de vaststelling van een deel van de Nationale Beleidsmaatregel vergezeld gaan van een milieueffectenbeoordeling op strategisch of projectniveau, ook in een grensoverschrijdende context, en van de daaraan verbonden raadplegingen.

Wanneer een beslissing gevolgen kan hebben voor de nucleaire veiligheid, zal ze worden ondersteund door een preliminair veiligheidsdossier dat aan het FANC zal worden voorgelegd. 2° Rekening houdend met de noodzaak van een effectieve participatie van het publiek aan het besluitvormingsproces, en in toepassing van artikel 197, § 6, eerste en derde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, moet het besluitvormingsproces participatief, billijk en transparant zijn, zodat alle betrokken partijen, met inbegrip van de burgermaatschappij, in elke fase de gelegenheid krijgen om met kennis van zaken deel te nemen aan de voorbereiding van de beslissingen.Het is dus, voor elke fase, de bedoeling de verschillende betrokken entiteiten op nationaal, regionaal en lokaal vlak en, desgevallend, op internationaal vlak, te informeren en bij het proces te betrekken, overeenkomstig de bepalingen betreffende de toegang tot informatie en de inspraak van het publiek (Verdrag van Aarhus) en de milieueffectenbeoordeling in een grensoverschrijdende context (Verdrag van Espoo), door hun eigen expertise te ontwikkelen en in te zetten, teneinde een constructieve dialoog tot stand te brengen die uitmondt in beslissingen die door alle belanghebbenden worden gedragen.

Dit punt komt ook tegemoet aan een sterke wens, uitgesproken tijdens de in 2020 georganiseerde raadpleging, om de verschillende institutionele niveaus in België te betrekken, vanaf het huidige stadium van de Nationale Beleidsmaatregel. Verschillende grenslanden delen deze wens. Naast de wettelijke verplichtingen van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu en de bovenvermelde verdragen van Aarhus en Espoo, is het dus van belang ervoor te zorgen dat deze betrokkenheid en de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende instanties in het besluitvormingsproces worden verduidelijkt. In dat kader zou de Koning, zoals uitdrukkelijk bepaald in de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten (artikelen 13 en 14), specifieke modaliteiten kunnen treffen voor de organisatie van de raadpleging van de bevoegde overheden en het publiek over de invoering van de latere delen van de Nationale Beleidsmaatregel. Deze modaliteiten kunnen bijvoorbeeld op niet exhaustieve wijze betrekking hebben op het verzamelen en opvolgen van de adviezen van het publiek of de in wet bedoelde instanties, of op het verstrekken van informatie in het kader van een grensoverschrijdende raadpleging.

In antwoord op de opmerking van de Raad van State in punt 17 van zijn advies 71.926/1/V van 12 augustus 2022, wordt gepreciseerd dat het uitsluitend aan de Koning toekomt om, overeenkomstig artikel 5 van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001, de voornoemde modaliteiten van effectieve participatie van het publiek vast te stellen, op voorstel van NIRAS. In deze context is het aan NIRAS om de nodige initiatieven te nemen om voorstellen ter zake voor te bereiden.

De Koning zou de organisatie van de participatieprocessen ook aan NIRAS kunnen toevertrouwen. Deze instelling krijgt op dit gebied dus geen enkele regelgevende bevoegdheid toegewezen.

Er moet ook op gewezen worden dat artikel 5 van de voornoemde wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten niet van toepassing is op het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel zoals het door dit besluit wordt vastgesteld. Dit artikel treedt immers tegelijk met dit besluit in werking en dus nadat het eerste deel van de bovengenoemde beleidsmaatregel is vastgesteld.

De eisen die voortvloeien uit de omkeerbaarheid zoals bedoeld in artikel 7, de gedocumenteerde aard van het besluitvormingsproces, gekoppeld aan de mogelijkheid voor de belanghebbenden om deel te nemen aan de voorbereiding van de beslissingen en hun expertise op te bouwen, komen tegemoet aan een wens die herhaaldelijk naar voren is gekomen tijdens de raadpleging, namelijk het verzekeren van de duurzaamheid van de kennis over het afval en de diepe berging. 3° Het besluitvormingsproces draagt, in fine, door de in 3° vermelde kenmerken, bij tot de in artikel 179, § 2, 4° en 11°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bedoelde integratie van een bergingsinstallatie voor radioactief afval in een lokale collectiviteit, met inbegrip van de financiering van de activiteiten en projecten van de lokale collectiviteit(en).De financiering van deze activiteiten en projecten wordt verzekerd door het Fonds op middellange termijn bedoeld in artikel 179, § 2, 11°, zesde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Dit kenmerk onderstreept duidelijk dat de beslissingen met betrekking tot de verschillende fasen en met name de fase waarin de diepe-bergingssite(s) wordt (worden) gekozen, niet zullen worden opgelegd aan de belanghebbenden, maar het resultaat zullen zijn van een participatieproces, in het bijzonder met de lokale of supra-lokale gemeenschappen die mogelijk een dergelijke bergingsinstallatie zullen ontvangen; deze belanghebbenden zullen dan ook worden betrokken bij het besluitvormingsproces. 4° Het besluitvormingsproces wordt, tenslotte, zo omschreven dat de modaliteiten voor de opvolging van de Nationale Beleidsmaatregel, bedoeld in artikel 179, § 6, zesde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, worden verduidelijkt. Artikel 9 Dit artikel voorziet in de inwerkingtreding van artikel 5 van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001, zodat dit artikel 5 en dit besluit gelijktijdig in werking treden.

Artikel 10 Dit artikel vereist geen bijzondere commentaar.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN

Raad van State afdeling Wetgeving Advies 71.926/1/V van 12 augustus 2022 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval en tot verduidelijking van het stapsgewijze proces voor de vaststelling van de andere delen van deze Nationale Beleidsmaatregel' Op 14 juli 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Energie verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege verlengd tot 31 augustus 2022,(1) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval en tot verduidelijking van het stapsgewijze proces voor de vaststelling van de andere delen van deze Nationale Beleidsmaatregel'.

Het ontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 9 augustus 2022. De kamer was samengesteld uit Geert Debersaques, kamervoorzitter, voorzitter, Wilfried Van Vaerenbergh, kamervoorzitter, Kaat Leus, staatsraad, Jan Velaers, assessor, en Astrid Truyens, griffier. Het verslag is uitgebracht door Arne Carton, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 12 augustus 2022. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2.1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit bevat regels over het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregelen inzake het beheer van het radioactief afval en de verbruikte splijtstof in de zin van artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980' en inzake het stapsgewijze proces voor de vaststelling van de andere delen van deze Nationale Beleidsmaatregelen. 2.2. Artikel 2 van het ontwerp bepaalt op welke soorten van radioactief afval het ontwerp van toepassing is. Artikel 3 van het ontwerp geeft het stapsgewijs traject van de Nationale Beleidsmaatregel weer (paragraaf 1), bepaalt dat de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (hierna: NIRAS) de nodige initiatieven neemt om de voorstellen te doen die zijn bedoeld in artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten (paragraaf 2) en voorziet in een overlegverplichting tussen NIRAS en de houders van verbruikte splijtstoffen (paragraaf 3). Artikel 4 van het ontwerp bepaalt dat de verwerking van radioactief afval moet gebeuren rekening houdend met de noodzaak om de diepe berging op termijn te verzekeren en voorziet de mogelijkheid voor NIRAS om een oprichtings- en exploitatievergunning in dit kader aan te vragen.

Artikel 5, § 1, bepaalt dat het voorontwerp van langetermijnbeheerconcept voor het radioactieve afval, in afwachting van het resultaat van het besluitvormingsproces bedoeld in artikel 7, de diepe berging van dit afval is op Belgisch grondgebied. Artikel 5, §§ 2 en 3, en artikel 6 leggen een aantal verplichtingen op aan NIRAS. Artikel 7 voorziet in nadere regels inzake het besluitvormingsproces en de rol van NIRAS daarbij. Artikel 9, 1°, van het ontwerp regelt de inwerkingtreding van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten `tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001'. Het te nemen besluit treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (artikel 9, 2°, van het ontwerp). 3.1. Voor het ontworpen besluit wordt rechtsgrond gezocht in artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980', in artikel 7 van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten `tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001' en in de artikelen 105 en 108 van de Grondwet.

De wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten is op 22 juli 2022 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en is op 1 augustus 2022 in werking getreden. 3.2. Ingevolge de wijziging van artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bij artikel 5, 1°, van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten, luidt artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten thans als volgt: "Rekening houdende met de noodzaak van een effectieve participatie van het publiek aan het besluitvormingsproces, stelt de Koning bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de Instelling en na advies van de bevoegde regelgevende autoriteit, Nationale Beleidsmaatregelen vast en houdt deze in stand met betrekking tot het beheer van het radioactief afval en van de verbruikte splijtstof, in functie van de fysische, chemische en radiologische eigenschappen van het afval en van de verbruikte splijtstof, gebaseerd ten minste op de volgende algemene uitgangspunten: 1° de productie van radioactief afval wordt beperkt tot een zo laag als redelijkerwijze haalbaar niveau, wat de activiteit en het volume betreft, door middel van gepaste ontwerpmaatregelen en praktijken inzake bedrijfsvoering en ontmanteling, met inbegrip van de opwerking en het hergebruik van stoffen;2° er wordt rekening gehouden met de onderlinge afhankelijkheid van alle stappen in de productie en het beheer van de verbruikte splijtstof en het radioactief afval;3° de verbruikte splijtstof en het radioactief afval worden op een veilige manier beheerd, waarbij de veiligheid op lange termijn van een bergingsinstallatie onder meer op veiligheidsmaatregelen berust die op lange termijn passief moeten kunnen worden;4° de maatregelen worden ten uitvoer gelegd volgens een graduele aanpak;5° de kosten voor het beheer van de verbruikte splijtstof en het radioactief afval zijn ten laste van diegenen die deze stoffen hebben geproduceerd; 6° in alle stadia van het beheer van de verbruikte splijtstof en het radioactief afval wordt een met bewijskrachtige gegevens onderbouwd en gedocumenteerd besluitvormingsproces gevolgd." Die bepaling biedt rechtsgrond voor de artikelen 1 tot 8 en 9, 2°, van het ontwerp. 3.3. Voor artikel 7 van het ontwerp wordt, onder voorbehoud van hetgeen wordt opgemerkt in opmerking 17 over artikel 7, § 4, 3°, van het ontwerp, bijkomend rechtsgrond geboden door artikel 179, § 6, derde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals ingevoegd bij artikel 5, 2°, van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten. Deze bepaling luidt: "De Koning bepaalt op voorstel van de Instelling de mechanismen inzake effectieve participatie van het publiek aan het besluitvormingsproces omtrent het beheer van de verbruikte splijtstof en het radioactief afval." 3.4. Artikel 9, 1°, van het ontwerp regelt de inwerkingtreding van "artikel 4 van de wet van xxx tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001".

Voor die bepaling wordt rechtsgrond gezocht in artikel 7 van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten, dat echter geen machtiging aan de Koning omvat. Wel bepaalt artikel 8 van de voornoemde wet: "De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van artikel 5." Het aangehaalde artikel 8 biedt rechtsgrond voor artikel 9, 1°, van het ontwerp, met dien verstande dat de verwijzing naar "artikel 4 van de wet van xxx tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001" moet worden vervangen door een verwijzing naar artikel 5 van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten. 3.5. De artikelen 105 en 108 van de Grondwet bieden geen bijkomende rechtsgrond voor het ontwerp.

VORMVEREISTEN 4. In de aanhef wordt melding gemaakt van een regelgevingsimpactanalyse, die echter niet blijkt te zijn uitgevoerd. Volgens de gemachtigde is er geen regelgevingsimpactanalyse vereist omdat het ontwerp autoregulering van de federale overheid zou betreffen, zodat de in artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging' bedoelde vrijstelling van toepassing zou zijn.

Met dat standpunt kan niet worden ingestemd. Het ontwerp heeft immers ook gevolgen voor derden en houdt dus meer in dan autoregulering binnen de federale overheid. Zo voorziet het ontwerp in een verplichting tot overleg met de houders van verbruikte splijtstoffen (artikel 3, § 3, van het ontwerp) en wordt de beleidskeuze gemaakt om radioactief afval te bergen op het Belgisch grondgebied (artikel 5, § 1, van het ontwerp).

De regelgevingsimpactanalyse zal dus nog moeten worden uitgevoerd. 5. In de aanhef wordt verwezen naar de bekendmaking van de verklaring bedoeld in artikel 16 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten `betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu'.Die bepaling luidt: "Wanneer een plan of een programma dat krachtens artikel 6 onderworpen is aan een milieueffectenbeoordeling wordt aangenomen, stelt de federale overheid bedoeld in artikel 3, 1°, a), een verklaring op die samenvat hoe de milieuoverwegingen werden geïntegreerd in het plan of programma en hoe rekening werd gehouden met het milieueffectenrapport en met de raadplegingen, georganiseerd overeenkomstig de artikelen 12, 13 en 14 en die de redenen vermeldt waarom is gekozen voor het plan of programma zoals het is aangenomen, zulks in het licht van de andere redelijke alternatieven die werden in overweging genomen en met vermelding van de belangrijkste maatregelen voor de monitoring van de aanzienlijke gevolgen voor het milieu van de tenuitvoerlegging van het plan of programma.

Wanneer een plan of een programma betreffende het milieu dat niet onderworpen is aan een milieueffectenbeoordeling wordt aangenomen, stelt de federale overheid bedoeld in artikel 3, 1°, a), een verklaring op die samenvat hoe rekening werd gehouden met de in toepassing van artikel 14 gehouden publieksraadpleging.

Het plan of programma zoals het werd aangenomen en de overeenkomstig lid 1 en 2 opgestelde verklaring worden bekendgemaakt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad en verspreid op de Federale Portaalsite.

Binnen tien dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, wordt een kopie van het plan of programma samen met de verklaring toegestuurd aan de in toepassing van artikel 12, tweede lid, geraadpleegde instanties en eventueel aan de Staat die in toepassing van artikel 13 werd geraadpleegd." De gemachtigde deelde mee dat de bekendmaking van de verklaring in het Belgisch Staatsblad samen met het te nemen besluit zal gebeuren.

Er zal over moeten worden gewaakt dat die bekendmaking effectief plaatsvindt. Er dient ook over te worden gewaakt dat de vereiste vermelding op de Federale Portaalsite overeenkomstig artikel 16, derde lid, van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten en de kennisgevingen bedoeld in artikel 16, vierde lid, van dezelfde wet eveneens zullen gebeuren. 6. Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst ten gevolge van het vervullen van het sub 4 vermelde vormvereiste nog wijzigingen zou ondergaan,(2) moeten de gewijzigde of toegevoegde bepalingen, ter inachtneming van het voorschrift van artikel 3, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, alsnog aan de afdeling Wetgeving worden voorgelegd. ONDERZOEK VAN DE TEKST Voorafgaande opmerking 7. Het voor advies voorgelegde ontwerp stemt overeen met de tekst die eerder reeds voor advies aan de Raad van State werd voorgelegd en die aanleiding heeft gegeven tot het advies 71.340/3 van 5 mei 2022.(3) In dat advies heeft de Raad de destijds ingediende adviesaanvraag voorbarig en bijgevolg onontvankelijk verklaard.

Zoals hiervoor reeds bleek uit de rechtsgrondanalyse, hebben de stellers van het ontwerp de tekst waarover de Raad van State advies 71.340/3 heeft uitgebracht niet aangepast aan de tekst van de latere wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten. De tekst is evenmin aangepast aan een eerdere wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bij de wet van 7 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/11/2021 pub. 15/12/2021 numac 2021022582 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 sluiten `houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980'.(4) Een dergelijke werkwijze valt te betreuren. Het leidt er immers toe dat de Raad van State, afdeling Wetgeving, advies moet geven over een tekst waarin onvoldoende rekening is gehouden met recente wijzigingen van het juridisch kader, hoewel de adviesaanvrager daartoe de mogelijkheid had.

Algemene opmerkingen 8. Zoals blijkt uit het verslag aan de Koning, strekt het ontwerp tot de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 `tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval'. Artikel 4, leden 1 tot 3, van richtlijn 2011/70/Euratom luidt: "1. Er worden door de lidstaten nationale beleidsmaatregelen betreffende het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval opgesteld en in stand gehouden. Onverminderd artikel 2, lid 3, dragen de lidstaten de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor hun beheer van verbruikte splijtstof en het daardoor geproduceerde radioactief afval. 2. Indien radioactief afval of verbruikte splijtstof wordt overgebracht naar een lidstaat of een derde land, blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veilige en verantwoorde berging van dit materiaal, ook voor al het als bijproduct gegenereerd afval, berusten bij de lidstaat of het derde land van waaruit het radioactief materiaal is verzonden.3. Het nationale beleid wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten: a) de productie van radioactief afval wordt tot het praktisch haalbare minimum beperkt, zowel wat de activiteit als het volume ervan betreft, door middel van aangepaste ontwerpmaatregelen en praktijken inzake bedrijfsvoering en ontmanteling, met inbegrip van recycling en hergebruik van materialen;b) er wordt rekening gehouden met de onderlinge afhankelijkheid van alle stappen in de productie en het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval;c) verbruikte splijtstof en radioactief afval worden op een veilige manier beheerd, voor de lange termijn onder meer met passieve veiligheidsmaatregelen;d) bij de uitvoering van de maatregelen wordt een graduele aanpak gevolgd;e) de kosten voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval komen ten laste van degene die deze materialen hebben geproduceerd; f) in alle stadia van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval wordt een empirisch onderbouwd en gedocumenteerd besluitvormingsproces gevolgd." In het verslag aan de Koning wordt gesteld dat het de bedoeling is om stapsgewijs de in artikel 4 bedoelde nationale beleidsmaatregelen vast te stellen: "In eerste instantie maakt het vaststellen van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel een eerste beleidsbeslissing over de technische oplossing of de eindbestemming voor hoogactief en/of langlevend afval in België mogelijk. Het gaat dus om een voorontwerp van het concept, maar zonder te preciseren waar, hoe en wanneer dit concept zal worden uitgevoerd. Pas wanneer dit eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel is vastgesteld, zullen meer concrete plannen en beslissingen kunnen bepalen waar, hoe en wanneer de eindbestemming kan worden uitgevoerd, in overleg met alle relevante belanghebbenden." In dat verband om nadere toelichting gevraagd, onder meer rekening houdend met het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie inzake de omzetting van richtlijn 2011/70/Euratom,(5) stelde de gemachtigde: "L'avant-projet d'arrêté royal vise à répondre à l'obligation prévue à l'article 4 de la directive 2011/70 transposé par l'article 179, § 6, de la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires 1979-1980, qui dispose notamment que `par arrêté délibéré en Conseil des ministres, sur proposition de l'Organisme et après avis de l'autorité de réglementation compétente, le Roi institue et maintient des Politiques nationales en matière de gestion des déchets radioactifs et du combustible usé, en fonction des caractéristiques physiques, chimiques et radiologiques des déchets et du combustible usé'.

Dans ce cadre, l'arrêté en projet vise à définir, d'une part, le cadre nécessaire à la fixation par étapes et au maintien de la Politique nationale en matière de gestion à long terme des déchets radioactifs de haute activité et/ou de longue durée de vie et, d'autre part, la première partie de ladite Politique.

La Politique nationale ne sera intégralement constituée que lorsque le ou les sites sur lequel ou lesquels est mis en oeuvre le stockage en profondeur aura ou auront été choisis, ce choix ne pouvant intervenir qu'à un stade ultérieur.

Sur la base du retour d'expériences provenant de projets similaires à l'étranger, la durée qui peut s'écouler entre une première décision sur le principe de gestion par stockage en profondeur et sa mise en oeuvre se compte en décennies. De nombreuses décisions sont nécessaires afin de fixer notamment le choix des roches hôtes à considérer, le ou les sites de mise en oeuvre ou encore les rôles et responsabilités des différentes parties prenantes. Ainsi la plupart des Pays Membres de l'UE ayant une Politique nationale de stockage en profondeur n'ont pas encore de site de mise en oeuvre défini. Il apparaît donc judicieux de permettre que la Politique nationale soit subdivisée en plusieurs parties qui s'inscrivent dans un trajet progressif devant conduire à la mise en oeuvre de la solution de gestion à long terme.

Dans la mesure où l'arrêté en projet fixe le cadre nécessaire à l'institution progressive de la politique nationale et en fixe la première partie, il nous semble qu'il répond à l'obligation imposée aux Etat membres d'instituer et maintenir des politiques nationales et, par conséquent, aux griefs qui fondent la procédure d'infraction initiée par la Commission européenne.

L'article 12 de la Directive 2011/70 porte sur le Programme national qui, conformément à l'article 179, paragraphe 8 de la loi du 8 août 1980, a été approuvé par l'arrêté ministériel portant fixation du premier Programme National de gestion du combustible usé et des déchets radioactifs du 3 octobre 2016 (publié au Moniteur belge le 15 juin 2017).

Ce dernier inclut non seulement les Politiques nationales et les objectifs qu'elles cherchent à atteindre mais aussi de nombreux aspects liés notamment à la mise en pratique de ces Politiques." Uit die toelichting kan worden opgemaakt dat de omzetting van richtlijn 2011/70/Euratom op een fragmentaire wijze gebeurt.(6) Er zal in elk geval over moeten worden gewaakt dat het door middel van het ontwerp gecreëerde kader - dat weinig concreet is, meermaals artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten parafraseert en een aantal niet-normatieve bepalingen omvat (zie verder, opmerkingen 10 en 11) - in latere fases concreter wordt om op die manier een rechtskader te creëren dat volledig beantwoordt aan de vereisten opgelegd door richtlijn 2011/70/Euratom, hetgeen op dit ogenblik niet het geval lijkt te zijn. 9. Bij de omzetting van een richtlijn dient in een apart artikel in het dispositief een verwijzing naar de omgezette richtlijn te worden opgenomen.(7) Er dient bijgevolg aan het ontwerp een nieuw artikel 2 te worden toegevoegd waarin wordt verwezen naar de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2011/70/Euratom. De daaropvolgende artikelen dienen dan te worden vernummerd.

Aangezien de omzetting niet beperkt is tot artikel 4 van richtlijn 2011/70/Euratom,(8) verdient het eveneens aanbeveling om een omzettingstabel toe te voegen aan het verslag aan de Koning. 10. Bepalingen die enkel een hogere rechtsnorm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, horen in beginsel niet thuis in een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen bepalingen en erdoor verkeerdelijk de indruk kan worden gewekt dat de overgenomen regels kunnen worden gewijzigd door de overheid die de regels overneemt.Enkel wanneer het voor een goed begrip van de ontworpen regeling onontbeerlijk is dat bepalingen uit een hogere rechtsnorm worden overgenomen, kan dergelijke werkwijze worden gebillijkt, en dan enkel indien de oorsprong van de betrokken regels wordt vermeld (door het aanbrengen van de vermelding "overeenkomstig artikel ... van de wet van ...") en de overname correct en letterlijk gebeurt om geen onduidelijkheid te doen ontstaan omtrent de juiste draagwijdte ervan.

Wat het voorliggend ontwerp betreft, zijn een aantal bepalingen van het ontwerp niet onontbeerlijk voor de goede verstaanbaarheid van het ontwerp. Zo wordt meermaals verwezen naar het principe van de omkeerbaarheid van de Nationale Beleidsmaatregel (artikel 3, § 1, en artikel 6, § 3, van het ontwerp), terwijl dit beginsel al voortvloeit uit artikel 179, § 6, vierde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en het aan de Koning toekomt om de concrete modaliteiten ervan uit te werken. Voorts is bijvoorbeeld artikel 7, § 4, 2°, van het ontwerp, dat vereist dat de Nationale Beleidsmaatregel wordt vastgesteld met "bewijskrachtige en gedocumenteerde gegevens" louter een parafrasering van artikel 179, § 6, eerste lid, 6°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Het verdient aanbeveling om de bepalingen die enkel een hogere rechtsnorm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, uit het ontwerp weg te laten. 11. Het ontwerp bevat ook bepaalde zinsneden die op zich niet van normatieve aard zijn.Er kan bijvoorbeeld worden verwezen naar artikel 3, § 2, van het ontwerp, dat bepaalt dat NIRAS "te gelegener tijd, rekening houdend met de evolutie van het besluitvormingsproces" bepaalde voorstellen uitbrengt, en de voorwaarde in artikel 7, § 4, 1°, van het ontwerp dat bepaalde aspecten "op een doordachte manier worden bekeken".

Het verdient aanbeveling om dergelijke niet-normatieve bepalingen ofwel concreet uit te werken in duidelijk normatieve regels, ofwel uit het ontwerp weg te laten.

Opschrift, aanhef en de artikelen 3, 6 en 7 12.1. Het opschrift, de aanhef en de artikelen 3, 6 en 7 van het ontwerp moeten in overeenstemming worden gebracht met de tekst van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, waarin wordt verwezen naar "Nationale beleidsmaatregelen". De woorden "Nationale beleidsmaatregel" moeten dus telkens worden vervangen door de woorden "Nationale beleidsmaatregelen". 12.2. Gelet op de terminologie die wordt gehanteerd in artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en artikel 2 van het ontwerp, dient de zinsnede in het opschrift "met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval", die het toepassingsgebied van het ontwerp onjuist weergeeft, te worden vervangen door de zinsnede "met betrekking tot het beheer van radioactief afval en van als afval beschouwde verbruikte splijtstof".

Aanhef 13. De verwijzing naar de rechtsgrond biedende bepalingen in de aanhef moet nog worden aangepast in het licht van hetgeen bij de bespreking van de rechtsgrond is uiteengezet.De verwijzing naar de artikelen 105 en 108 van de Grondwet moet worden weggelaten. Er ontbreekt nog een verwijzing naar artikel 179, § 6, derde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals ingevoegd door de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten. Bij de verwijzing naar artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten moet worden vermeld dat deze bepaling is vervangen door de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten (en moet de verwijzing naar een invoeging bij wet van 3 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/06/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014011342 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, wat de omzetting in het interne recht betreft van Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval sluiten worden weggelaten). Tevens moet worden verwezen naar artikel 8 (en niet artikel 7) van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten.

Artikel 2 14. Artikel 2 omschrijft het materieel toepassingsgebied van het ontwerp, met name "hoogradioactief afval en op laag- en middelactief langlevend afval, met inbegrip van verbruikte splijtstof die als radioactief afval wordt beschouwd, radioactief afval afkomstig van de opwerking van verbruikte splijtstoffen en overtollige splijtstoffen die als radioactief afval worden beschouwd" en "ander radioactief afval, waarvan de kenmerken verenigbaar zijn of verenigbaar worden gemaakt met de diepe berging". In het verslag aan de Koning bij het ontwerp wordt een andere indeling vermeld, waarbij radioactief afval wordt ingedeeld in afval van categorieën A, B en C. Het verdient aanbeveling, met het oog op de rechtszekerheid, om de toelichting in het verslag aan de Koning te verduidelijken aan de hand van de terminologie die gehanteerd wordt in artikel 2 van het ontwerp.

Artikelen 3 tot 7 15. In de artikelen 3 tot 7 van het ontwerp wordt op niet-eenvormige wijze verwezen naar "het in artikel 2 bedoelde afval" en "het radioactieve afval bedoeld in artikel 2".De tekst dient eenvormig te worden gemaakt.

Artikel 5 16. In artikel 5, § 2, van het ontwerp moet de verwijzing naar "NIRAS" worden vervangen door een verwijzing naar het in artikel 1, 2°, van het ontwerp gedefinieerde begrip "Instelling". Artikel 7 17. In artikel 7, § 4, 3°, van het ontwerp wordt gesteld dat de participatieve, billijke en transparante voorbereiding van beslissingen gebeurt "met middelen die de wettelijke en reglementaire verplichtingen aanvullen, zoals met name deliberatieve processen of representatieve panels samengesteld uit experten en burgers, in toepassing van artikel 179, § 6, lid 1 en lid 3 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten". De draagwijdte van de aangehaalde zinsnede is onduidelijk. Het verslag aan de Koning stelt in dat verband: "(...) In dat kader zou de Koning, zoals uitdrukkelijk bepaald in de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten (artikelen 13 en 14), specifieke modaliteiten kunnen treffen voor de organisatie van de raadpleging van de bevoegde overheden en het publiek over de invoering van de latere delen van de Nationale Beleidsmaatregel. Deze modaliteiten kunnen bijvoorbeeld op niet exhaustieve wijze betrekking hebben op het verzamelen en opvolgen van de adviezen van het publiek of de in wet bedoelde instanties, of op het verstrekken van informatie in het kader van een grensoverschrijdende raadpleging.

Ter ondersteuning van de voorbereiding van de beslissingen die overeenkomstig de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten genomen zullen worden, kan de Instelling bovendien, aanvullend en vooraf, een maatschappelijk debat organiseren waarbij de burgermaatschappij in grote mate wordt betrokken. Dit debat kan verschillende vormen aannemen, waarbij in het bijzonder gebruikgemaakt wordt van overlegprocessen of representatieve panels van deskundigen en burgers." Uit die toelichting blijkt dat beoogd wordt om NIRAS te machtigen om in te staan voor de organisatie van deliberatieve processen of representatieve panels inzake het besluitvormingsproces betreffende het beheer van de verbruikte splijtstof en het radioactief afval (hetgeen verdergaand lijkt te zijn dan de organisatie van een "maatschappelijk debat" waarnaar in het verslag aan de Koning wordt verwezen).

Een dergelijke machtiging lijkt vooreerst niet inpasbaar in artikel 179, § 6, derde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat enkel in een mogelijkheid voorziet voor NIRAS om voorstellen te doen aan de Koning over mechanismen inzake effectieve participatie van het publiek aan het besluitvormingsproces: "De Koning bepaalt op voorstel van de Instelling de mechanismen inzake effectieve participatie van het publiek aan het besluitvormingsproces omtrent het beheer van de verbruikte splijtstof en het radioactief afval." Daarnaast is het verlenen van verordenende bevoegdheid aan een openbare instelling, zoals NIRAS, in beginsel niet in overeenstemming met de algemene publiekrechtelijke beginselen omdat erdoor geraakt wordt aan het beginsel van de eenheid van de verordenende macht en een rechtstreekse parlementaire controle ontbreekt. Bovendien ontbreken de waarborgen waarmee de klassieke regelgeving gepaard gaat, zoals die inzake de bekendmaking, de preventieve controle van de Raad van State, afdeling Wetgeving, en de duidelijke plaats in de hiërarchie der normen. Dergelijke delegaties kunnen dan ook enkel worden gebillijkt voor zover zij zeer beperkt zijn en een niet-beleidsmatig karakter hebben, door hun detailmatige of hoofdzakelijk technische draagwijdte.

De instellingen die de betrokken reglementering dienen toe te passen moeten hierbij zowel aan rechterlijke controle als aan politieke controle onderworpen zijn.(9) Wat de draagwijdte van deze delegatie betreft, moet worden opgemerkt dat die ook inhoudelijke beleidskeuzes kan inhouden (bijvoorbeeld welke categorieën van burgers en experten zullen worden betrokken en of de participatieve processen zullen plaatsvinden op internationaal, nationaal, regionaal dan wel lokaal niveau), zonder dat in dit verband wordt voorzien in bijzondere waarborgen van politieke controle.

Aangezien het gaat om essentiële beleidskeuzes, is de delegatie aan NIRAS niet aanvaardbaar en dient het ontwerp ter zake in een eigen regeling te voorzien. 18. In artikel 7, § 4, 4°, van het ontwerp moet de verwijzing naar artikel 179, § 2, 4°, tweede lid, ingevolge een wijziging door de wet van 7 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/11/2021 pub. 15/12/2021 numac 2021022582 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 sluiten, worden vervangen door een verwijzing naar artikel 179, § 2, 4°, achtste lid.19. In artikel 7, § 4, 5°, van het ontwerp moet de verwijzing naar artikel 179, § 6, vijfde lid, worden vervangen door een verwijzing naar artikel 179, § 6, zesde lid.Artikel 5, 2°, van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten heeft immers een nieuw tweede lid ingevoegd in artikel 179, § 6, van de wet 8 augustus 1980, waardoor de nummering van de navolgende leden is gewijzigd.

Artikelen 8 en 9 20. Het is vanuit legistiek oogpunt gebruikelijk dat de inwerkingtredingsbepaling voorafgaat aan de uitvoeringsbepaling.De artikelen 8 en 9 van het ontwerp dienen bijgevolg van plaats te worden gewisseld.

Artikel 9 21. Aangezien het niet nodig is om de gemeenrechtelijke regel te herhalen dat het te nemen besluit in werking treedt op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad,(10) kan artikel 9 eenvoudigweg als volgt worden geformuleerd: "Artikel 5 van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 treedt in werking." Zowel artikel 5 van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten als het aan te nemen besluit treden dan in werking op de tiende dag na de dag van de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad.

De Griffier, Astrid TRUYENS De Voorzitter, Geert DEBERSAQUES _______ Nota's (1) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege verlengd wordt met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus.(2) Namelijk andere wijzigingen dan diegene waarvan in het advies melding wordt gemaakt of wijzigingen die ertoe strekken tegemoet te komen aan hetgeen in het advies wordt opgemerkt. (3) Adv.RvS 71.340/3 van 5 mei 2022 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval en tot verduidelijking van het stapsgewijze proces voor de vaststelling van de andere delen van deze Nationale Beleidsmaatregel'. (4) Dit blijkt uit de niet aangepaste verwijzing naar artikel 179, § 2, 4°, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten (zie verder, opmerking 18).(5) Op 27 november 2019 heeft de Europese Commissie een met redenen omkleed advies uitgebracht op grond van artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wegens de niet-tijdige omzetting van richtlijn 2011/70/Euratom door de Belgische Staat (document 2018/2013 C(2019) 8235 final).Dat advies betreft de omzetting van artikel 12, lid 1, a) en b), juncto artikel 4, lid 1, en artikel 12, lid 1, h), van de voormelde richtlijn. (6) Daarbij valt op te merken dat het ministerieel besluit van 3 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten1 `tot vaststelling van het eerste Nationaal Programma voor het beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval', waar de gemachtigde naar verwijst, dateert van voor het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie. (7) Beginselen van de Wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, 94.1 en 94.2. (8) Het ontwerp strekt bijvoorbeeld ook tot omzetting van artikel 10, lid 2, van richtlijn 2011/70/Euratom (cf.het advies over het voorontwerp van wet dat rechtsgrond biedt voor het voorliggend ontwerp: adv.RvS 71.379/3 van 20 mei 2022 over een voorontwerp van wet `tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001', opmerking 4). (9) Vergelijk met de toetsingscriteria die het Grondwettelijk Hof gebruikt om delegaties van verordenende bevoegdheid door de wetgever aan een autonome administratieve overheid of een gedecentraliseerde openbare instelling te beoordelen;zie GwH 11 juni 2015, nr. 86/2015, B.22.4, en GwH 9 juni 2016, nr. 89/2016, B.9.6.4: "De artikelen 33, 105 en 108 van de Grondwet verzetten zich niet ertegen dat, in een bepaalde technische materie, de wetgever specifieke uitvoerende bevoegdheden toevertrouwt aan een autonome administratieve overheid die zowel aan de jurisdictionele controle als aan de parlementaire controle is onderworpen, en verbieden de wetgever niet om delegaties te verlenen aan een uitvoerend orgaan, op voorwaarde dat die betrekking hebben op de uitvoering van maatregelen waarvan het doel door de bevoegde wetgever is bepaald, in het bijzonder in technische en ingewikkelde materies."; zie GwH 19 november 2015, nr. 162/2015, B.8.4: "Artikel 33 van de Grondwet en artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten [tot hervorming der instellingen] staan niet eraan in de weg dat de wetgever specifieke uitvoerende bevoegdheden toevertrouwt aan een gedecentraliseerde openbare instelling die aan een bestuurlijk toezicht en aan een rechterlijke toetsing is onderworpen." Zie ook GwH 14 mei 2020, nr. 67/2020, B.41.2: "Een delegatie aan een gedecentraliseerde openbare instelling die aan een bestuurlijk toezicht en aan een rechterlijke toetsing is onderworpen is evenwel niet in strijd met het wettigheidsbeginsel voor zover de machtiging voldoende nauwkeurig is omschreven en betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van maatregelen waarvan de essentiële elementen voorafgaandelijk door de wetgever zijn vastgesteld." (10) Artikel 6 van de wet van 31 mei 1961 `betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen'. 28 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het eerste deel van de Nationale Beleidsmaatregel met betrekking tot het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval en tot verduidelijking van het stapsgewijze proces voor de vaststelling van de andere delen van deze Nationale Beleidsmaatregel FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, artikel 179, § 6, eerste en derde lid, ingevoegd bij de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten ;

Gelet op de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001, artikel 8 ;

Gelet op de adviezen van het Adviescomité voor de beoordelingsprocedure van de effecten van de plannen en programma's die aanzienlijke effecten kunnen hebben op het milieu bedoeld in artikel 5 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van plannen en programma's in verband met het milieu, respectievelijk gegeven op 21 november 2019 en 12 juni 2020;

Gelet op de adviezen, gegeven overeenkomstig de bepalingen van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van plannen en programma's in verband met het milieu, op 11 juni 2020 door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, op 12 juni 2020 door de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en op 12 juni 2020 door de drie gewesten;

Gelet op de verklaring opgesteld door NIRAS en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad in overeenstemming met artikel 16 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van plannen en programma's in verband met het milieu en die samenvat hoe de milieuoverwegingen werden geïntegreerd in het besluit en hoe rekening werd gehouden met het milieueffectenrapport en met de raadplegingen, georganiseerd overeenkomstig de artikelen 12, 13 en 14 van de voornoemde wet en die de redenen vermeldt waarom is gekozen voor het besluit zoals het is aangenomen, zulks in het licht van de andere redelijke alternatieven die werden in overweging genomen en met vermelding van de belangrijkste maatregelen voor de monitoring van de aanzienlijke gevolgen voor het milieu van de tenuitvoerlegging van het besluit;

Gelet op het advies van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, gegeven op 20 mei 2021, overeenkomstig artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 maart 2022 ;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 22 maart 2022;

Gelet op het advies 71.926/1/V van de Raad van State, gegeven op 12 augustus 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het voorstel van de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS);

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Overwegende het met redenen omkleed advies van 27 november 2019 aan het Koninkrijk België gericht op grond van artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wegens niet-naleving van de verplichting om een nationaal programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval aan te nemen in overeenstemming met de vereisten van Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval; dat in het bijzonder de Belgische autoriteiten worden bekritiseerd omdat ze nog geen Nationale Beleidsmaatregel hebben vastgesteld voor het langetermijnbeheer van hoogactief en langlevend radioactief afval;

Overwegende dat het belangrijk is om een Nationale Beleidsmaatregel aan te nemen om de kosten van het langetermijnbeheer van radioactief afval te kunnen inschatten op basis van door de bevoegde autoriteiten genomen beslissingen, en om de financiering ervan door de begunstigden van de prestaties van NIRAS te verzekeren, met strikte inachtneming van het principe "de vervuiler betaalt", in overeenstemming met artikel 179, § 2, 11°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;

Overwegende dat het noodzakelijk is om een Nationale Beleidsmaatregel inzake het langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval vast te stellen;

Overwegende de noodzaak van een effectieve participatie van het publiek aan het besluitvormingsproces;

Overwegende dat het voorstel van de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen gebaseerd is op de uitgangspunten opgenomen in artikel 179, § 6, lid 1, 1° tot 6°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 ;

Overwegende de wet van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2003 pub. 28/02/2003 numac 2003011096 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie sluiten houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie;

Overwegende de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales;

Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Energie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten: de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;2° Instelling: de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen, opgericht bij artikel 179, § 2, 1°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten;3° diepe berging: de berging op een passende diepte om het langetermijnbeheer van het radioactieve afval waarop dit besluit betrekking heeft, te garanderen.

Art. 2.Het doel van deze wet is de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

Art. 3.Dit besluit is van toepassing op hoogradioactief afval en op laag- en middelactief langlevend afval, met inbegrip van verbruikte splijtstof die als radioactief afval wordt beschouwd, radioactief afval afkomstig van de opwerking van verbruikte splijtstoffen en overtollige splijtstoffen die als radioactief afval worden beschouwd.

Dit besluit is ook van toepassing op ander radioactief afval, waarvan de kenmerken verenigbaar zijn of verenigbaar worden gemaakt met de diepe berging.

Art. 4.§ 1. De Nationale Beleidsmaatregel wordt stapsgewijs vastgesteld en bestaat uit verschillende delen die, afzonderlijk of gezamenlijk, ten minste de volgende aspecten vastleggen, die deel uitmaken van een geleidelijk traject dat moet leiden tot de uitvoering van de oplossing voor het langetermijnbeheer van het radioactieve afval bedoeld in artikel 3, zoals ontwikkeld en, desgevallend, heroverwogen, in de loop van dit traject overeenkomstig dit besluit: 1° het in artikel 8 bedoelde besluitvormingsproces;2° de modaliteiten van omkeerbaarheid, terugneembaarheid en monitoring bedoeld in artikel 179, § 6, vierde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, gedurende een nader te bepalen periode, die zal worden vastgesteld na raadpleging van alle belanghebbenden, met inbegrip van het maatschappelijk middenveld, in het participatieve kader bedoeld in artikel 8, § 4, 2° ;3° de keuze van de langetermijnbeheeroplossing voor het radioactieve afval bedoeld in artikel 3;4° de keuze van de locatie of locaties waar de berging uitgevoerd wordt, overeenkomstig artikel 179, § 6, vijfde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. De Nationale Beleidsmaatregel wordt voorbereid, ontwikkeld, heroverwogen en, in voorkomend geval, aangepast rekening houdend met het omkeerbare karakter ervan, in het kader van het besluitvormingsproces bedoeld in artikel 8. § 2. Om Ons in staat te stellen, in het kader van de vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregel, het statuut van de verschillende soorten verbruikte splijtstoffen te bepalen, overlegt de Instelling met de houders ervan alvorens de voorstellen bedoeld in artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten te formuleren. Dit overleg moet de Instelling ook in staat stellen te gelegener tijd de volumes evenals de fysische, chemische en radiologische kenmerken van het radioactieve afval bedoeld in artikel 3, dat bestemd is voor diepe berging, vast te stellen.

Art. 5.§ 1. Het radioactieve afval bedoeld in artikel 3 wordt verwerkt en geconditioneerd rekening gehouden met de noodzaak om de verenigbaarheid ervan met de diepe berging op termijn te verzekeren. § 2. Zodra er door Ons een locatie voor diepe berging is gekozen, overeenkomstig artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, kan de Instelling, voor de realisatie van de bergingsinstallatie op deze locatie, de oprichtings- en exploitatievergunning aanvragen, zoals bedoeld in artikel 16, § 1, van de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.

Art. 6.§ 1. Het voorontwerp van langetermijnbeheerconcept voor het radioactieve afval bedoeld in artikel 3 is, in afwachting van het resultaat van het besluitvormingsproces bedoeld in artikel 8, diepe berging van dit afval op Belgisch grondgebied op een of meer locaties, overeenkomstig de uitgangspunten opgenomen in artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, en beantwoordend aan de vereisten van de Bevoegde regelgevende autoriteit. § 2. De Instelling houdt rekening met het voorontwerp van langetermijnbeheerconcept bedoeld in de eerste paragraaf om het referentiescenario vast te stellen, zoals bepaald in artikel 16, 3°, van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 houdende bepaling van de opdrachten en de werkingsmodaliteiten van de openbare instelling voor het beheer van radioactief afval en splijtstoffen. § 3. De Instelling volgt en documenteert de ontwikkelingen en optimaliseringen van de bovenvermelde oplossing, in het bijzonder met betrekking tot berging in diepe boorgaten en geavanceerde nucleaire technologieën, alsook de veilige alternatieven voor de genoemde oplossing.

Art. 7.§ 1. Om regelmatig één of meerdere delen van de Nationale Beleidsmaatregel te kunnen heroverwegen, volgt en documenteert de Instelling, tijdens de hele vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregel en de uitwerking en tenuitvoerlegging van de langetermijnbeheeroplossing vermeld in de eerste paragraaf van artikel 5, de vooruitgang met betrekking tot de verschillende aspecten van het langetermijnbeheer van het radioactieve afval bedoeld in artikel 3 en de onderlinge afhankelijkheid ervan, dat wil zeggen niet alleen de aspecten inzake veiligheid, nucleaire beveiliging en milieubescherming die van primordiaal belang zijn, maar ook de wetenschappelijke, technische, financiële, maatschappelijke en reglementaire aspecten, op internationaal en nationaal vlak. § 2. In dat kader neemt de Instelling initiatieven teneinde na te gaan of het mogelijk is een diepe bergingsinstallatie te ontwikkelen die met een of meer landen wordt gedeeld, overeenkomstig artikel 179, § 7, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Daartoe neemt de Instelling contact met de entiteiten verantwoordelijk voor het beheer van het radioactieve afval in de aangrenzende landen en met landen die daartoe blijk hebben gegeven van enige belangstelling. § 3. Bij het formuleren van de voorstellen bedoeld in artikel 179, § 6, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, houdt de Instelling rekening met de resultaten verkregen in het kader van de opvolging bedoeld in de eerste paragraaf en in artikel 6, § 3, en, in het bijzonder, met de omkeerbaarheid van de Nationale Beleidsmaatregel, die de mogelijkheid inhoudt, na heroverweging, om terug te komen op een of meer delen van deze Beleidsmaatregel, met inbegrip van het eerste deel hiervan zoals vermeld in de eerste paragraaf van artikel 6.

Art. 8.§ 1. Het besluitvormingsproces draagt bij tot de stapsgewijze vaststelling en instandhouding van de Nationale Beleidsmaatregel en loopt tot aan de aanvraag van de oprichtings- en exploitatievergunning zoals bedoeld in artikel 5, § 2.

De Instelling maakt een indicatief tijdschema op voor het besluitvormingsproces dat de belangrijke mijlpalen in het licht van de globale doelstellingen die worden nagestreefd door het Nationale Programma, bedoeld in artikel 179, § 8, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, omvat. Dit tijdschema wordt regelmatig opnieuw beoordeeld, rekening houdend met de laatste stand van de Nationale Beleidsmaatregel. § 2. De Instelling neemt de nodige initiatieven om, na raadpleging van de betrokken belanghebbenden, op nationaal, regionaal en lokaal vlak, met inbegrip van de Bevoegde regelgevende autoriteit en, in voorkomend geval, rekening houdend met de grensoverschrijdende aspecten, een voorstel tot besluitvormingsproces te formuleren.

Het voorstel tot besluitvormingsproces bevat de criteria waarmee de Instelling rekening houdt bij het formuleren van de voorstellen bedoeld in artikel 179, § 6, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten met betrekking tot de nog nader te bepalen delen van de Nationale Beleidsmaatregel, en die, onder andere, in de mogelijkheid voorzien om op een of meer delen van de Nationale Beleidsmaatregel terug te komen, in overeenstemming met artikel 7. § 3. Tijdens de hele vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregel, raadpleegt de Instelling te gelegener tijd de autoriteiten op verschillende institutionele niveaus, voor de zaken die tot hun bevoegdheid behoren, die betrokken kunnen zijn bij de voorbereiding van deze Beleidsmaatregel en de uitvoering ervan.

In dat kader, en onverminderd artikel 16 van de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, bepaalt het besluitvormingsproces dat de Instelling gedurende het gehele proces voor de vaststelling van de Nationale Beleidsmaatregel de Bevoegde regelgevende autoriteit raadpleegt over de aspecten inzake nucleaire veiligheid en beveiliging, alsook over de eisen waaraan de diepe berging moet voldoen om te kunnen worden vergund. § 4. Het besluitvormingsproces zorgt ervoor: 1° dat de verschillende aspecten van het beheer van radioactief afval en de onderlinge afhankelijkheid ervan worden bekeken, met name niet alleen de aspecten inzake veiligheid, nucleaire beveiliging en milieubescherming, maar ook de wetenschappelijke, technische, financiële, maatschappelijke en reglementaire aspecten.Deze aspecten, in combinatie met een systeembenadering van de diepe berging, bepalen de haalbaarheid van de diepe berging en bepalen de geleidelijke optimalisering en uitvoering ervan. Deze benadering omvat het radioactieve afval bedoeld in artikel 3, met inbegrip van de verpakking ervan, de kunstmatige barrières en het gastgesteente of de gastformatie, en houdt rekening met de omgeving ervan; 2° dat de voorbereiding van de beslissingen op een participatieve, billijke en transparante wijze verloopt, door met name deliberatieve processen of representatieve panels samengesteld uit experten en burgers, om te verzekeren dat in elke fase alle belanghebbenden, met inbegrip van het maatschappelijk middenveld, op nationaal, regionaal en lokaal niveau, en in voorkomend geval internationaal niveau, geïnformeerd worden en de kans krijgen om met kennis van zaken betrokken te worden.3° dat, overeenkomstig artikel 179, § 2, 4°, negende lid, en 11°, zevende tot achttiende lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, het maatschappelijke draagvlak dat noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de diepe bergingsoplossing en de integratie van de diepe bergingsinstallatie in een of meer lokale collectiviteiten op termijn mogelijk zijn;4° dat de modaliteiten van opvolging van de Nationale Beleidsmaatregel erin opgenomen zijn, overeenkomstig artikel 179, § 6, zesde lid, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Art. 9.Artikel 5 van de wet van 12 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015344 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 type wet prom. 12/07/2022 pub. 22/07/2022 numac 2022015343 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten tot wijziging van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 en tot wijziging van de programmawet van 30 december 2001 treedt in werking.

Art. 10.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 oktober 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^