gepubliceerd op 22 juli 2022
Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales
12 JULI 2022. - Wet tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder: - Actoren: 1° Commissie voor nucleaire voorzieningen: de advies- en controlecommissie voor de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en het beheer van verbruikte splijtstof, bedoeld in deze wet;2° kernprovisievennootschap: de naamloze vennootschap Belgische Maatschappij voor Kernbrandstoffen Synatom, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot invoering ten voordele van de Staat van een bijzonder aandeel in Synatom en waarvan het statuut wordt geregeld door artikel 179, § 1, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, of iedere rechtsopvolgende vennootschap;3° kernexploitant: elke exploitant van in België gelegen kerncentrales en iedere rechtsopvolgende vennootschap;4° bijdragende vennootschap: iedere vennootschap andere dan een kernexploitant die een aandeel heeft of heeft gehad in de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen; - Basisbegrippen: 5° verbruikte splijtstof: de verbruikte splijtstof bedoeld in artikel 179, § 5, 11°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;6° beheer van de verbruikte splijtstof: het beheer van de verbruikte splijtstof, bedoeld in artikel 179, § 5, 12°, van de wet van 8 augustus betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;7° ontmanteling: geheel van de technische en administratieve verrichtingen (i) die een onderdeel uitmaken van de buitenbedrijfstelling van de kerncentrales, (ii) waarbij de nucleaire installaties gedemonteerd worden en de uitrustingen, structuren en componenten verwijderd of ontsmet worden voor de vrijgave, het hergebruik, de recyclage en het beheer van het radioactief afval dat eruit voortkomt, en (iii) die ertoe leidt dat de nucleaire installaties niet meer onderworpen zijn aan de wetgeving inzake de bescherming tegen ioniserende stralingen;8° voorzieningen voor de ontmanteling: de voorzieningen voor de kosten van de ontmanteling.Deze voorzieningen hebben onder meer betrekking op de kosten van de stopzetting van de reactor, de ontlading van de kernbrandstof en de sanering van de site; 9° voorzieningen voor het beheer van de verbruikte splijtstof: de voorzieningen voor de kosten van alle technische en administratieve verrichtingen verbonden aan het beheer van de verbruikte splijtstof;10° nucleaire voorzieningen: de voorzieningen voor de ontmanteling en de voorzieningen voor het beheer van de verbruikte splijtstof;11° het beheer van radioactief afval: het beheer van het radioactief afval, bedoeld in artikel 179, § 5, 8°, van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;12° kerncentrale: elke kerninstallatie die, op industriële wijze, elektriciteit produceert of geproduceerd heeft; - Financiële begrippen: 13° kapitaalsbeslissing: voor wat betreft de kernprovisievennootschap, elke vennootschap onder haar controle, elke kernexploitant en elke bijdragende vennootschap, een beslissing: a) betreffende dividenduitkeringen, of b) die een vermindering inhoudt van het eigen vermogen, of c) betreffende transacties met betrekking tot de verkoop of verwerving van aandelen of materiële vaste activa, tussen verbonden partijen in de zin van internationale standaarden voor jaarrekeningen, aangenomen in overeenstemming met Verordening (EG) 1606/2002, met uitzondering van transacties tussen, enerzijds, de kernexploitant of de bijdragende vennootschap en, anderzijds, de vennootschappen onder hun respectieve controle; voor wat betreft de kernprovisievennootschap en elke vennootschap onder haar controle, eveneens: d) een beslissing buiten het kader van het beheer van de activa die de tegenwaarde vormen van de nucleaire voorzieningen overeenkomstig artikel 14 over een investering, desinvestering, deelneming of strategisch samenwerkingsverband, met inbegrip van een beslissing tot verwerving of oprichting van een andere entiteit, tot oprichting van een joint venture, tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst, tot inbreng of verwerving van een bedrijfstak, en tot fusie of splitsing;14° credit rating: de internationale quotering die wordt toegekend door een ratingbureau dat met instemming van de Commissie voor nucleaire voorzieningen werd geselecteerd; - Wetgeving en praktische begrippen: 15° koninklijk besluit van 10 juni 1994: het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot invoering ten voordele van de Staat van een bijzonder aandeel in Synatom;16° wet of deze wet: deze wet, alsook de regelmatig ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, zoals deze wet en haar uitvoeringsbesluiten en reglementen doorheen de tijd gewijzigd kunnen worden. Hoofdstuk 2. - Mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van de verbruikte splijtstof in deze kerncentrales (en bijdragen) Afdeling 1. - De Commissie voor nucleaire voorzieningen
Onderafdeling 1. - Oprichting en samenstelling
Art. 3.Er wordt een Commissie voor nucleaire voorzieningen opgericht, met eigen rechtspersoonlijkheid en met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Art. 4.§ 1. De Commissie voor nucleaire voorzieningen is samengesteld uit minstens de volgende zes personen: 1° de administrateur-generaal van de Administratie der Thesaurie of zijn plaatsvervanger;2° de voorzitter van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas of zijn plaatsvervanger;3° de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Begroting en Beleidsevaluatie van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning of zijn plaatsvervanger;4° een vertegenwoordiger van de Nationale Bank van België of zijn plaatsvervanger; 5° de directeur-generaal van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie of zijn plaatsvervanger; 6° een vertegenwoordiger van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten of zijn plaatsvervanger. De vertegenwoordigers bedoeld in de bepalingen onder 4° en 6° van het eerste lid, en de plaatsvervangers, bedoeld in het eerste lid, worden, op voorstel van de instelling die zij vertegenwoordigen, benoemd voor een hernieuwbare periode van vijf jaar, bij een Koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Twee bijkomende personen kunnen, op voordracht van de minister bevoegd voor Energie, als lid worden benoemd voor een hernieuwbare periode van vijf jaar, bij een Koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
De leden van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en hun plaatsvervangers moeten beschikken over expertise en ervaring in een of meer van de aangelegenheden die door de Commissie voor nucleaire voorzieningen worden behandeld en mogen geen directe of indirecte band hebben met een kernexploitant, een bijdragende vennootschap of enige andere onderneming die deel uitmaakt van een groep waartoe een kernexploitant of een bijdragende vennootschap behoort.
Bij de samenstelling van de Commissie voor nucleaire voorzieningen waakt de Koning er over dat de Commissie beschikt over expertise in alle aangelegenheden die door Commissie voor nucleaire voorzieningen worden behandeld.
De voorzitter wordt benoemd uit de leden van de Commissie voor nucleaire voorzieningen bij een Koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, voor een hernieuwbare periode van vijf jaar.
Indien een lid van de Commissie voor nucleaire voorzieningen zich in een toestand van belangenconflict bevindt ten aanzien van een onderwerp dat op een vergadering van de Commissie wordt besproken, trekt hij zich terug uit de discussie en neemt hij niet deel aan de beraadslagingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen over dit onderwerp. § 2. De directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en de directeur-generaal van de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen of hun afgevaardigden, kunnen met raadgevende stem de vergaderingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen bijwonen.
Indien de in het eerste lid bedoelde personen zich in een toestand van belangenconflict bevinden ten aanzien van een onderwerp dat op een vergadering van de Commissie voor nucleaire voorzieningen wordt besproken, mogen deze personen niet aanwezig zijn bij de beraadslagingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen over dit onderwerp.
De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan, met vermelding van de relevante agendapunten, de gedelegeerd bestuurder van de kernprovisievennootschap of iedere kernexploitant of hun afgevaardigden, uitnodigen om een gehele of gedeeltelijke vergadering van de Commissie voor nucleaire voorzieningen bij te wonen.
De in het derde lid bedoelde personen kunnen de Commissie voor nucleaire voorzieningen verzoeken te worden gehoord op een vergadering van de Commissie. De Commissie voor nucleaire voorzieningen willigt het verzoek om een hoorzitting in. In dat geval regelt zij de nadere regels van de hoorzitting. § 3. De twee vertegenwoordigers van de federale regering die in de raad van bestuur van de kernprovisievennootschap zetelen, kunnen, op uitnodiging van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, de gehele of een gedeelte van de vergaderingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen bijwonen. Tijdens hun deelname aan deze vergaderingen, brengen deze vertegenwoordigers van de federale regering die in de raad van bestuur van de kernprovisievennootschap zetelen, wanneer zij dit opportuun achten of wanneer het algemeen belang dit vereist, verslag uit aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen over informatie waarvan zij, op grond van hun mandaat als vertegenwoordigers, kennis hebben, en die een wezenlijke invloed kan hebben op het bestaan, de toereikendheid of de beschikbaarheid van de nucleaire voorzieningen. § 4. De Commissie voor nucleaire voorzieningen wordt bijgestaan door een vast secretariaat. Het vast secretariaat bestaat uit een secretaris-generaal die wordt bijgestaan door een multidisciplinair team. De leden van het vast secretariaat geven blijk van een uitstekende kennis van een of meer aangelegenheden die door de Commissie voor nucleaire voorzieningen worden behandeld.
De samenstelling en de werking van dit secretariaat worden door de Commissie voor nucleaire voorzieningen vastgelegd op basis van de middelen die nodig zijn voor de uitvoering van de opdrachten die haar overeenkomstig artikel 5 worden toevertrouwd. De Koning kan de minimumvereisten vaststellen waaraan de leden van het vast secretariaat moeten voldoen. § 5. De voorzitter zit de vergaderingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen voor. Hij ziet erop toe dat de notulen worden opgesteld en dat de beslissingen van de Commissie worden uitgevoerd.
De vergaderingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen worden voorbereid door de voorzitter, bijgestaan door het vast secretariaat.
Onderafdeling 2. - Opdracht en werkingsregels
Art. 5.§ 1. De Commissie voor nucleaire voorzieningen heeft een advies- en controlebevoegdheid over de volgende punten: 1° de aanleg, het beheer, het bestaan, de toereikendheid en de beschikbaarheid van de activa die de nucleaire voorzieningen vertegenwoordigen;2° de naleving door de kernprovisievennootschap, elke kernexploitant of bijdragende vennootschap van hun verplichtingen ingevolge deze wet of de overeenkomstig deze wet aangegane leningsovereenkomsten;3° de toepassing van de bepalingen van deze wet en, in het algemeen, elke aangelegenheid met betrekking tot de toepassing van deze wet. § 2. Met het oog op het vervullen van de in paragraaf 1 genoemde opdracht, oefent de Commissie voor nucleaire voorzieningen toezicht uit over en kan zij, op eigen initiatief dan wel op vraag van elke bevoegde overheid, beslissingen nemen en adviezen verlenen over onder meer: 1° de methoden voor de berekening en voor de aanleg van nucleaire voorzieningen, de toepassing van deze methoden en de periodieke evaluatie van de geschiktheid van deze methoden, overeenkomstig artikel 12;2° het herzien van het maximale percentage van de fondsen die de tegenwaarde vormen van de desbetreffende voorzieningen die de kernprovisievennootschap kan lenen aan de kernexploitanten, overeenkomstig artikel 15;3° elke voorgestelde wijziging van de regels van bestuur, of van de bevoegdheden van een orgaan of een gevolmachtigde van de kernprovisievennootschap;4° de voorwaarden waaronder de kernprovisievennootschap met toepassing van deze wet een lening kan verstrekken, met inbegrip van de zekerheden met betrekking tot de terugbetaling van de leningen, de naleving door de kernprovisievennootschap en de ontlener van hun contractuele en wettelijke verplichtingen, en de beschikbaarheid van de tegenwaarde van het bedrag van deze leningen;5° het beleid van de kernexploitanten en bijdragende vennootschappen inzake voorrechten, hypotheken en inpandgeving;6° de gegevens die de kernprovisievennootschap, elke kernexploitant of elke bijdragende vennootschap haar krachtens de wet ter beschikking stelt;7° de categorieën van activa waarin en het beleid overeenkomstig dewelke, overeenkomstig artikel 15, § 5, eerste lid, 1°, de kernprovisievennootschap het deel van de voorzieningen investeert dat zij niet uitleent aan de kernexploitanten of aan de met hen verbonden vennootschappen, alsook de voorwaarden waartegen deze investeringen worden gerealiseerd;en 8° in het algemeen, de aanleg, het beheer, het bestaan, de toereikendheid en de beschikbaarheid van de nucleaire voorzieningen.
Art. 6.§ 1. Behoudens andersluidende bepaling in deze wet, brengt de Commissie voor nucleaire voorzieningen haar adviezen uit en neemt zij haar beslissingen bij gewone meerderheid. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De adviezen en beslissingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen zijn bindend voor de kernprovisievennootschap, de kernexploitant of de bijdragende vennootschap die de bestemmeling is van deze adviezen en beslissingen, met uitzondering van de adviezen waaraan de Commissie voor nucleaire voorzieningen uitdrukkelijk een raadgevend karakter toekent. De Commissie voor nucleaire voorzieningen beslist discretionair of haar adviezen al dan niet raadgevend zijn. De adviezen en beslissingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen worden met redenen omkleed.
De adviezen en beslissingen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen worden aangenomen nadat, voor wat betreft haar bevoegdheden, het advies van de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte splijtstoffen is gevraagd. § 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden die haar krachtens deze wet worden toegekend, kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen elke beslissing nemen waarin deze wet voorziet, met inbegrip van de volgende beslissingen: 1° wanneer zij vaststelt dat de kernprovisievennootschap, een kernexploitant of een bijdragende vennootschap een bepaling van deze wet of van een ingevolge deze wet gesloten overeenkomst dreigt te overtreden, kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen: a) verbieden dat één van deze entiteiten de betrokken handeling uitvoert of gebieden dat zij zich onthoudt van enig handelen teneinde de verwachte overtreding te voorkomen;b) één van deze entiteiten gelasten om ervoor te zorgen dat alle maatregelen ter voorkoming van de dreigende overtreding binnen een door haar gestelde termijn worden genomen;2° de Commissie voor nucleaire voorzieningen kan, wanneer zij een overtreding van deze wet of enige krachtens deze wet gesloten overeenkomst vaststelt, zich richten tot de kernprovisievennootschap, elke kernexploitant of bijdragende vennootschap en: a) deze gelasten de overtreding binnen een bepaalde termijn te staken en deze wet of de betrokken overeenkomst na te leven;b) deze gelasten de toestand van vóór de overtreding te herstellen en, in voorkomend geval, alle overgedragen activa aan de betrokken entiteit te restitueren;c) in elk van de onder a) en b) bedoelde gevallen, deze gelasten elke vordering en rechtsmiddel, vereist met het oog op de onder a) en b) genoemde doeleinden, aan te wenden ten aanzien van elke juridische entiteit waartegen dergelijke rechtsvorderingen of rechtsmiddelen bestaan;d) deze verbieden een beslissing te nemen, een rechtshandeling of een gedraging aan te nemen die rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg zou geven aan de vastgestelde overtreding;3° wanneer zij, na de in 1° en 2° bedoelde bevelen te hebben uitgevaardigd, vaststelt dat de kernprovisievennootschap geen gebruik maakt van de rechtsmiddelen en vorderingen die kunnen worden uitgeoefend om haar bevelen te doen naleven, kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen een lasthebber ad hoc aanwijzen om in naam en voor rekening van de kernprovisievennootschap de nodige rechtsmiddelen en vorderingen in te zetten met het oog op de naleving van die bevelen. De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan, samen met de in 1° en 2° van het eerste lid bedoelde bestuurlijke maatregelen, een bestuurlijke dwangsom opleggen, voor het geval haar bevelen niet of niet volledig worden uitgevoerd. De beslissing om een in de 1° en 2 van het eerste lid bedoelde bestuurlijke maatregel op te leggen, bepaalt de hoogte van het bedrag van de dwangsom en de nadere regels.
De dwangsom kan worden vastgesteld hetzij op een enig bedrag, hetzij op een bedrag per tijdseenheid of per overtreding. In de laatste twee gevallen kan eveneens een bedrag worden bepaald waarboven geen dwangsom meer verbeurd wordt.
Op verzoek van de kernprovisievennootschap, van elke kernexploitant of van elke bijdragende vennootschap kan de dwangsom worden opgeheven, kan de looptijd ervan worden geschorst voor een bepaalde termijn of kan het bedrag van de dwangsom worden verminderd, in geval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de kernprovisievennootschap, de kernexploitant of de bijdragende vennootschap om aan zijn verplichtingen te voldoen.
De opheffing van de bestuurlijke maatregel brengt automatisch de opheffing van de bestuurlijke dwangsom met zich mee.
De dwangsom is van rechtswege opeisbaar op de dag nadat de bestuurlijke maatregel moest zijn uitgevoerd.
De dwangsom verjaart na verloop van een termijn van zes maanden na de dag waarop ze is verbeurd.
De bestuurlijke dwangsommen worden geïnd en ingevorderd ten gunste van de schatkist door de algemene administratie van de inning en de invordering van de Federale Overheidsdienst Financiën die daartoe over een uitvoerbare titel moet beschikken. § 3. Elke kapitaalsbeslissing wordt vooraf ter goedkeuring aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen voorgelegd in de volgende gevallen: 1° indien de overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2 uitgeleende bedragen 66 % of meer bedragen van de nucleaire voorzieningen;of 2° indien de overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2 uitgeleende bedragen meer dan 33 % en minder dan 66 % bedragen van de nucleaire voorzieningen, en het voorwerp van de kapitaalsbeslissing, of van het geheel van kapitaalsbeslissingen op jaarbasis, een waarde vertegenwoordigt van meer dan 750 000 000,00 euro;of 3° indien de overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2 uitgeleende bedragen minder dan 33 % bedragen van de nucleaire voorzieningen, en het voorwerp van de kapitaalsbeslissing, of van het geheel van kapitaalsbeslissingen op jaarbasis, een waarde vertegenwoordigt van meer dan 1 000 000 000,00 euro;of 4° indien het voorwerp van de kapitaalsbeslissing, of van het geheel van kapitaalsbeslissingen op jaarbasis, een waarde vertegenwoordigt van meer dan 1 500 000 000,00 euro. De Commissie voor nucleaire voorzieningen beoordeelt of de in het eerste lid bedoelde beslissing een reëel risico vormt voor het bestaan, de toereikendheid en de beschikbaarheid van de activa die de tegenwaarde vormen van de nucleaire voorzieningen en mag haar goedkeuring slechts weigeren indien een dergelijk reëel risico bestaat.
In toepassing van deze paragraaf neemt de Commissie voor nucleaire voorzieningen beslissingen met een meerderheid van twee derde van haar stemmen en spreekt zich uit binnen de dertig dagen na ontvangst van een volledig projectdossier. Indien de Commissie voor nucleaire voorzieningen niet binnen de hierboven gestelde termijn optreedt, wordt de toestemming geacht te zijn verleend. § 4. De Commissie voor nucleaire voorzieningen betekent haar gemotiveerde advies of beslissing per aangetekend schrijven aan de belanghebbende entiteiten.
Er kan door elke belanghebbende partij tegen elk bindend advies of elke beslissing van de Commissie voor nucleaire voorzieningen een beroep worden ingesteld bij het Marktenhof. Dit beroep heeft geen schorsende werking, behalve voor wat betreft de administratieve geldboete.
Het beroep is slechts ontvankelijk indien er voorafgaandelijk een overleg heeft plaatsgevonden omtrent dit advies of deze beslissing tussen de partij die overweegt om een beroep in te stellen en de Commissie voor nucleaire voorzieningen. De partij die overweegt om een beroep in te stellen vraagt dit overleg aan bij de Commissie voor nucleaire voorzieningen. Dit overleg moet worden aangevraagd binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het advies of de beslissing van de Commissie voor nucleaire voorzieningen. Het overleg wordt afgesloten ten laatste vijftien dagen na de vraag tot overleg.
De Commissie voor nucleaire voorzieningen bevestigt of herziet haar gemotiveerd advies of beslissing en stelt de betrokken entiteit daarvan binnen een termijn van vijftien dagen na het afsluiten van het overleg per aangetekend schrijven in kennis. De belanghebbende partij kan tegen dit advies of deze beslissing binnen een termijn van dertig dagen na deze kennisgeving een beroep instellen bij het Marktenhof.
De belanghebbende partij die bij het Marktenhof een beroep instelt, zendt gelijktijdig met het instellen van dat beroep een afschrift daarvan aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen. § 5. Binnen de vijf dagen na het schriftelijk verzoek van een betrokken entiteit, verstrekt de Commissie voor nucleaire voorzieningen deze een afschrift van elk advies, rapport, studie of document en alle statistieken of andere gegevens waarop een beslissing of advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen ten aanzien van haar is gebaseerd, of waarnaar in een dergelijke beslissing of advies wordt verwezen. Deze afschriften kunnen in elektronische vorm worden overgemaakt.
Art. 7.§ 1. De kernprovisievennootschap, elke kernexploitant of bijdragende vennootschap verstrekt de Commissie voor nucleaire voorzieningen onverwijld alle informatie die een wezenlijke impact heeft of kan hebben op de beoordeling van het bestaan, de toereikendheid of de beschikbaarheid van de nucleaire voorzieningen, alsmede de in de paragrafen 2 tot en met 6 bedoelde informatie, binnen de daarin vastgestelde termijnen.
De in het eerste lid bedoelde informatie wordt verstrekt aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen, (i) op eigen initiatief door de kernprovisievennootschap, elke kernexploitant of bijdragende vennootschap, of (ii) binnen de tien dagen na een schriftelijk verzoek vanwege de Commissie voor nucleaire voorzieningen.
Na ontvangst van elke informatie kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen een schriftelijk verzoek om bijkomende informatie overmaken. Een dergelijk verzoek wordt uiterlijk binnen zestien dagen na ontvangst ervan beantwoord.
Elke kernexploitant of bijdragende vennootschap verstrekt de kernprovisievennootschap alle informatie die de kernprovisievennootschap overeenkomstig paragrafen 1 en 2 aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen moet verstrekken, met inbegrip van alle relevante documenten dienaangaande. De kernprovisievennootschap laat deze verplichting opnemen in elke overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2 gesloten leningsovereenkomst. § 2. Onverminderd paragraaf 1, verstrekt de kernprovisievennootschap de informatie betreffende de volgende onderwerpen aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen, met inbegrip van alle relevante documenten dienaangaande: 1° driejaarlijks, op een datum vast te leggen door de Commissie voor nucleaire voorzieningen: de basiskarakteristieken van de provisievorming voor de ontmanteling en voor het beheer van verbruikte splijtstof, zoals de achterliggende strategische aanpak, het ontwikkelingsprogramma, het uitvoeringsprogramma, de timing, de raming van de benodigde financiële middelen, het bedrag van de uitgaven en de betalingskalender;2° jaarlijks, op een datum vast te leggen door de Commissie voor nucleaire voorzieningen: a) het bedrag van de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling en voor het beheer van de verbruikte splijtstof evenals de evaluatie van de activa die deze voorzieningen vertegenwoordigen;b) de berekening van de toelagen die de kernexploitanten aan de kernprovisievennootschap verschuldigd zijn voor het lopende boekjaar;c) de uitgaven voor de komende drie jaren;d) de algemene oriëntatie van haar investeringspolitiek;e) het uitstaande bedrag van de verstrekte leningen overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2;en f) de internationale credit rating van de kernexploitant en de schuldratio driemaandelijks vastgesteld ten aanzien van het eigen vermogen van de kernexploitant, zoals bedoeld in artikel 15;3° elk semester, op een datum vast te leggen door de Commissie voor nucleaire voorzieningen: a) een vereenvoudigd statutair semestrieel financieel overzicht met een beoordeling van haar garanties, met inbegrip van haar garanties buiten de balans, nagezien door een erkende bedrijfsrevisor;b) een vereenvoudigd, geconsolideerd semestrieel financieel overzicht, met een beoordeling van haar garanties buiten de balans, nagezien door een erkende bedrijfsrevisor;4° elke maand, op een datum vast te leggen door de Commissie voor nucleaire voorzieningen: een verslag met de volgende financiële informatie over de kernprovisievennootschap en de vennootschappen onder haar controle: a) netto-activa;b) aantal aandelen;c) Netto-inventariswaarde (NIW);d) boekhoudkundige waardering;e) historische NIW;f) meerwaarde op NIW;g) nettoresultaat;h) gerealiseerde meerwaarden/Dividenduitkering;i) samenstelling van de portefeuille (waarden einde van de maand);j) betalingen in afwachting van toewijzing;5° onmiddellijk: a) alle overeenkomsten gesloten tussen haar en de Nationale instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen, inzake de ontmanteling van kerncentrales en het beheer van de verbruikte splijtstof en radioactieve afvalstoffen;b) het bestaan, in voorkomend geval, van elke wanbetaling van enig bedrag die haar door een kernexploitant of een bijdragende vennootschap verschuldigd is overeenkomstig deze wet of enige overeenkomst;c) elk ontwerp van kapitaalsbeslissing in de zin van artikel 2, 13°, en onder de voorwaarden van artikel 6, § 3;6° zodra zij er kennis van heeft: a) elke beleidswijziging op het vlak van zakelijke of persoonlijke zekerheden van elke kernexploitant;b) ieder voornemen tot wijziging van haar statuten. § 3. Onverminderd paragraaf 1, verstrekt elke kernexploitant alle informatie betreffende de volgende onderwerpen aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen, met inbegrip van alle relevante documenten dienaangaande: 1° elk semester, op een datum vast te leggen door de Commissie voor nucleaire voorzieningen: a) een vereenvoudigd statutair semestrieel financieel overzicht met inbegrip van een beoordeling van haar garanties buiten de balans en een overzicht van de bestanddelen van de materiële, immateriële en financiële vaste activa en hun waarde, nagezien door een erkende bedrijfsrevisor;b) een vereenvoudigd, geconsolideerd semestrieel financieel overzicht met een beoordeling van haar garanties buiten de balans en een overzicht van de bestanddelen van de materiële, immateriële en financiële vaste activa en hun waarde, nagezien door een erkende bedrijfsrevisor;c) een verslag over de stand van de zekerheden ter dekking van de lening die is toegekend overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2;2° onmiddellijk: a) de voorgenomen toekenning aan enige derde van een zakelijke zekerheid, met inbegrip van een hypotheek, of een persoonlijke zekerheid, dat buiten de normale bedrijfsuitoefening tot stand is gekomen;b) het bestaan, in voorkomend geval, van een of meerdere wanbetalingen in het kader van een overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2, gesloten leningsovereenkomst;c) alle overeenkomsten gesloten tussen de kernexploitanten of verbonden vennootschappen en de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen inzake de ontmanteling van kerncentrales en het beheer van verbruikte splijtstof en van radioactieve afvalstoffen;d) elk ontwerp van kapitaalsbeslissing in de zin van artikel 2, 13°, en onder de voorwaarden van artikel 6, § 3;3° zodra hij er kennis van heeft: a) het bestaan van enig element dat later een wezenlijke invloed kan hebben op zijn schuldratio of credit rating;b) ieder voorstel tot significante wijziging in zijn aandeelhouderschap;c) ieder voorstel tot fusie, splitsing, ontbinding of inbreng van algemeenheid of van een bedrijfstak;d) elk element dat tot een faillissement of een vereffening kan leiden;4° met een door de Koning bepaalde frequentie: alle informatie betreffende het vermogen van de kernexploitant om te voldoen aan zijn verplichtingen krachtens deze wet of krachtens elke leningsovereenkomst gesloten overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2, met inbegrip van informatie betreffende de financiële situatie van de kernexploitant, zoals bepaald door de Koning bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na overleg met elke kernexploitant. § 4. Onverminderd paragraaf 1, verstrekt elke bijdragende vennootschap informatie betreffende de volgende onderwerpen aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen, met inbegrip van alle relevante documenten dienaangaande: 1° elk semester, op een datum vast te leggen door de Commissie voor nucleaire voorzieningen: a) een vereenvoudigd statutair semestrieel financieel overzicht met inbegrip van een beoordeling van haar garanties buiten de balans en een overzicht van de bestanddelen van de materiële, immateriële en financiële vaste activa en hun waarde, nagezien door een erkende bedrijfsrevisor;b) een vereenvoudigd, geconsolideerd semestrieel financieel overzicht met een beoordeling van haar garanties buiten de balans en een overzicht van de bestanddelen van de materiële, immateriële en financiële vaste activa en hun waarde, nagezien door een erkende bedrijfsrevisor;2° onmiddellijk: a) de voorgenomen toekenning aan enige derde van een zakelijke zekerheid, met inbegrip van een hypotheek, of een persoonlijke zekerheid, dat buiten de normale bedrijfsuitoefening tot stand is gekomen;b) elk ontwerp van kapitaalsbeslissing in de zin van artikel 2, 13°, en onder de voorwaarden van artikel 6, § 3;3° zodra zij er kennis van heeft: a) ieder voorstel tot significante wijziging in haar aandeelhouderschap;b) ieder voorstel tot fusie, splitsing, ontbinding of inbreng van algemeenheid of van een bedrijfstak;c) elk element dat tot een faillissement of een vereffening kan leiden. § 5. Alle informatie die op grond van enige andere bepaling van deze wet wordt verstrekt, wordt met originele of met als voor eensluidend verklaarde afschriften van alle relevante documenten, meegedeeld. § 6. De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan, in uitvoering van zijn opdrachten, het advies vragen van nationale, buitenlandse of internationale instellingen of gespecialiseerde kenniscentra, zoals de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen of het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
De kosten van deze adviezen blijven ten laste van de instellingen of van de gespecialiseerde kenniscentra van wie zij worden gevraagd in de mate dat deze kosten reeds door de kernexploitanten op basis van andere wettelijke of reglementaire bepalingen gedekt zijn. De kosten van deze adviezen zijn ten laste van de kernprovisievennootschap indien ze niet gedekt zijn door andere wettelijke of reglementaire bepalingen.
Art. 8.§ 1. De Commissie voor nucleaire voorzieningen legt elk jaar een verslag van haar activiteiten tegelijk voor aan de minister bevoegd voor Energie en aan de federale wetgevende Kamers. De Commissie voor nucleaire voorzieningen ziet erop toe dat het verslag op passende wijze wordt bekendgemaakt. Dit verslag wordt voorgelegd door de Commissie voor nucleaire voorzieningen vóór 1 oktober van het jaar dat volgt op het betrokken werkingsjaar en bevat de staat van haar werkingskosten. § 2. De leden en het personeel van het vast secretariaat van de Commissie voor nucleaire voorzieningen zijn gebonden door het beroepsgeheim en mogen de vertrouwelijke gegevens die hun ter kennis zijn gekomen op grond van hun functie bij de Commissie voor nucleaire voorzieningen aan niemand bekendmaken, behalve wanneer zij worden opgeroepen om in rechte te getuigen, onverminderd de uitwisseling van informatie die uitdrukkelijk is bepaald of toegestaan bij wet, decreet of ordonnantie of door verordeningen, besluiten of richtlijnen, vastgesteld door de instellingen van de Europese Unie.
De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan, naast haar jaarlijks verslag over haar werkzaamheden, te allen tijde aan de minister bevoegd voor Energie, alle nuttige informatie meedelen die (i) een materiële impact heeft of kan hebben op de beoordeling van het bestaan, de toereikendheid of de beschikbaarheid van nucleaire voorzieningen of (ii) een bedreiging inhoudt of kan inhouden voor het algemeen belang dat verband houdt met het bestaan, de toereikendheid of de beschikbaarheid van de nucleaire voorzieningen.
In het kader van elke informatieverstrekking aan de minister bevoegd voor Energie, overeenkomstig het tweede lid, waakt de Commissie voor nucleaire voorzieningen erover om de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige of persoonlijke gegevens te bewaren. De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan hiertoe, na overleg met de kernprovisievennootschap, elke kernexploitant of bijdragende vennootschap, richtsnoeren opstellen die de informatie aangeven die binnen het toepassingsgebied van de vertrouwelijkheid valt. § 3. De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan vertrouwelijke informatie overeenkomstig paragraaf 2, meedelen aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen, op voorwaarde dat zij bestemd is voor de uitvoering van de taken van die instanties en dat de informatie in hun hoofde gedekt is door een gelijkwaardige geheimhoudingsverplichting als die van paragraaf 2.
Onverminderd de strengere bepalingen van de bijzondere wetten die op hen van toepassing zijn, zijn het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen, gebonden door het in paragraaf 2 bedoelde beroepsgeheim ten aanzien van de vertrouwelijke informatie die zij ingevolge het eerste lid van de Commissie voor nucleaire bepalingen ontvangen. § 4. De Commissie voor nucleaire voorzieningen, de leden en hun respectievelijke plaatsvervangers, de raadgevende leden en hun afgevaardigden en het personeel van het vast secretariaat, zijn niet burgerlijk aansprakelijk voor hun adviezen, handelingen of gedragingen in de uitoefening van de wettelijke opdrachten van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, behalve in geval van bedrog of zware fout.
Art. 9.De werkings- en secretariaatskosten alsook de kosten voor de adviezen, gevraagd door de Commissie voor nucleaire voorzieningen krachtens artikel 7, § 6, waarvoor bij een Koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, een jaarlijks maximumbedrag wordt bepaald, zijn ten laste van de kernprovisievennootschap. Deze laatste rekent ze door aan de kernexploitanten en aan de bijdragende vennootschappen, naar verhouding van hun aandeel in de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen.
De Commissie voor nucleaire voorzieningen legt jaarlijks een voorstel van budget voor aan de minister bevoegd voor Energie.
Zodra de begroting is goedgekeurd door de minister bevoegd voor Energie, zijn de daarin opgenomen bedragen, op eerste verzoek van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, rechtstreeks opeisbaar bij de kernprovisievennootschap.
Art. 10.De Koning bepaalt, op voorstel van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, een huishoudelijk reglement.
De Koning bepaalt, bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels en werkingskosten van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en van haar vast secretariaat, met inbegrip van het bedrag van de zitpenningen die toekomen aan haar leden. Afdeling 2. - Nadere regels voor de aanleg en het beheer van de
voorzieningen voor de ontmanteling en het beheer van verbruikte splijtstof en bijdragen Onderafdeling 1. - Aanleg van de voorzieningen voor de ontmanteling en het beheer van de verbruikte splijtstof
Art. 11.§ 1. De kernprovisievennootschap is verantwoordelijk om de dekking van de kosten van de ontmanteling van de kerncentrales en het beheer van de verbruikte splijtstof, afkomstig van deze kerncentrales te verzekeren.
De kernprovisievennootschap boekt afzonderlijk de voorzieningen en de activa die de tegenwaarde vormen van de nucleaire voorzieningen, berekend overeenkomstig de in artikel 12 bedoelde of krachtens dat artikel vastgestelde methoden. De activa die de tegenwaarde vormen van de nucleaire voorzieningen, mogen alleen worden gebruikt voor de financiering van het beheer van de verbruikte splijtstof of voor de ontmanteling. De activa die de tegenwaarde vormen van de nucleaire voorzieningen kunnen geen voorwerp uitmaken van een beslag, tenzij op vraag van de Staat of van de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen, ingeval de kernprovisievennootschap of een persoon die voor haar rekening optreedt de wettelijke of contractuele verplichtingen die van toepassing zijn op de financiering van de ontmanteling van kerncentrales en het beheer van verbruikte splijtstof, niet naleeft.
Wanneer de Commissie voor nucleaire voorzieningen een ontoereikendheid of een tekortkoming vaststelt in de evaluatie, de berekening of het bedrag van de voorzieningen, of in de samenstelling of het beheer van de activa die deze voorzieningen vertegenwoordigen, kan zij de nodige maatregelen opleggen om deze situatie te regulariseren, overeenkomstig artikel 6. § 2. De kernexploitanten en de bijdragende vennootschappen zijn gehouden tot de betaling aan de kernprovisievennootschap van de bedragen die overeenstemmen met de toelagen voor de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van de verbruikte splijtstof, berekend overeenkomstig artikel 12.
Elke kernexploitant en, overeenkomstig artikel 20, elke bijdragende vennootschap, hebben de onvoorwaardelijke verplichting om alle op hen rustende geldelijke verplichtingen tijdig na te komen en hun vermogen en activiteiten dienovereenkomstig te beheren.
De kernprovisievennootschap, elke kernexploitant en elke bijdragende vennootschap stellen, ook wanneer zij in aanmerking komen voor de vrijstellingen voorzien in artikelen 3:25 en 3:26 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, geconsolideerde financiële staten op, nagezien door een erkende bedrijfsrevisor, voor kennisneming van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en in de door de Commissie voor nucleaire voorzieningen bepaalde vorm. Het boekjaar van de kernprovisievennootschap valt samen met dat van de kernexploitant. § 3. De kernexploitanten maken, in driemaandelijkse betalingsschijven, aan de kernprovisievennootschap een totaalbedrag over dat gelijk is aan de toelagen voor de voorzieningen voor de ontmanteling van de kerncentrales en het beheer van de verbruikte splijtstof voor het lopende boekjaar na aftrek van de bedragen die rechtstreeks door de bijdragende vennootschappen aan de kernprovisievennootschap moeten worden gestort. § 4. De voorzieningen voor de ontmanteling zullen worden aangelegd teneinde, voor elke kerncentrale, het volledig geactualiseerd bedrag van de kosten van ontmanteling te dekken bij de geprogrammeerde uitdienstname van de betrokken kerncentrale, te weten uiterlijk op de data bepaald in artikel 4, § 1, van de wet van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2003 pub. 28/02/2003 numac 2003011096 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie sluiten houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie.
De ontmanteling zal worden verzekerd door de kernexploitanten voor rekening van de kernprovisievennootschap en de kosten van ontmanteling zullen door de kernprovisievennootschap worden aangerekend op de voorzieningen die ze heeft aangelegd. Indien, tijdens de ontmanteling, de voorzieningen voor de ontmanteling lager blijken te zijn dan de kosten van ontmanteling, zullen de kernexploitanten aan de kernprovisievennootschap het bedrag overmaken dat nodig is om het overschot aan kosten van de ontmanteling te dekken op het moment dat dit is verschuldigd. § 5. De voorzieningen voor het beheer van de verbruikte splijtstof worden jaarlijks door de kernprovisievennootschap vermeerderd naar evenredigheid van de in het betrokken jaar voortgebrachte hoeveelheid verbruikte splijtstof.
Het beheer van de verbruikte splijtstof zal uitsluitend worden verzekerd door de kernprovisievennootschap en de kosten van het beheer van de verbruikte splijtstof zullen door de kernprovisievennootschap worden aangerekend op de voorzieningen die zij heeft aangelegd.
Indien, tijdens de verrichtingen van het beheer van verbruikte splijtstof, de voorzieningen voor het beheer van de verbruikte splijtstof lager blijken te zijn dan de kosten van beheer van de verbruikte splijtstof, zullen de kernexploitanten aan de kernprovisievennootschap het bedrag overmaken dat nodig is om het overschot aan kosten van het beheer van de verbruikte splijtstof te dekken op het moment dat dit is verschuldigd. § 6. De kernexploitanten blijven hoofdelijk aansprakelijk voor de dekking van hun aandeel in het tekort aan nucleaire voorzieningen, ook indien zij de hoedanigheid van kernexploitant niet meer hebben of indien zij niet langer een aandeel hebben in de industriële productie van elektriciteit middels de bestraling van splijtstoffen. Het eigen aandeel van deze exploitanten in de dekking van het tekort aan nucleaire voorzieningen wordt proportioneel vastgesteld ten aanzien van hun eigen bijdrage aan het totale geactualiseerde bedrag van de reeds aangelegde nucleaire voorzieningen.
Art. 12.§ 1. Driejaarlijks voert de Commissie voor nucleaire voorzieningen een audit uit van de methoden die worden gebruikt voor de berekening van de aanleg van de nucleaire voorzieningen, alsook van hun toereikendheid, inzonderheid in het licht van de informatie, bedoeld in artikel 7, en dit in overleg met de kernprovisievennootschap en, voor de voorzieningen voor de ontmanteling, met de betrokken kernexploitanten. § 2. In voorkomend geval maken de kernprovisievennootschap en de betrokken kernexploitant aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen, op eigen initiatief of op vraag van deze laatste, een voorstel over tot herziening van de methode van aanleg van voorzieningen voor de ontmanteling en een voorstel tot herziening van de methode van aanleg van de voorzieningen voor het beheer van verbruikte splijtstof, met tenminste de volgende elementen: 1° een uitgewerkt scenario voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof;2° een gedetailleerde raming van de betrokken kosten, alsmede een planning in de tijd van de voorziene uitgaven;en; 3° een berekeningsmethode voor de opbouw van de nucleaire voorzieningen, met gebruik van actualisatie- en kapitalisatievoeten volgens geijkte technieken van financiële analyse. De kernprovisievennootschap en de betrokken kernexploitanten houden in hun voorstel rekening met de technologische ontwikkelingen en de alternatieve oplossingen in binnen- en buitenland, en hun kosten. § 3. De voorstellen, bedoeld in paragraaf 2, worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen. Indien het de voorstellen niet goedkeurt, deelt de Commissie voor nucleaire voorzieningen haar bemerkingen mee aan de kernprovisievennootschap en, indien het voorzieningen voor de ontmanteling betreft, aan de betrokken kernexploitant binnen de honderdtwintig dagen na ontvangst van het voorstel, en nodigt zij hen uit om, binnen zestig dagen, hetzij een nieuw voorstel over te maken dat rekening houdt met deze bemerkingen, hetzij een gemotiveerd advies dat de redenen weergeeft waarom zij menen deze bemerkingen niet te kunnen volgen. Vervolgens neemt de Commissie voor nucleaire voorzieningen haar beslissing.
De Commissie voor nucleaire voorzieningen houdt, in voorkomend geval, bij haar beoordeling rekening met de adviezen, bedoeld in artikel 7, § 6. § 4. Wanneer zich een gebeurtenis voordoet die naar haar oordeel een aanzienlijke invloed heeft op de toereikendheid van de berekeningsmethoden die worden gebruikt voor het aanleggen van de voorzieningen voor de ontmanteling en het beheer van de verbruikte splijtstof, kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen de in dit artikel bedoelde herzieningsprocedure vervroegd opstarten.
Onderafdeling 2. - De kernprovisievennootschap
Art. 13.§ 1. De kernprovisievennootschap beheert haar activa in overeenstemming met haar maatschappelijke doel, overeenkomstig haar taak van algemeen belang, met het doel het bestaan, de beschikbaarheid en de toereikendheid van de voorzieningen te waarborgen. § 2. De bestuurders van de kernprovisievennootschap zijn natuurlijke personen. De raad van bestuur van de kernprovisievennootschap bestaat uit ten minste drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 7:87 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Eén onafhankelijk bestuurder is van het andere geslacht dan de andere twee.
De voorzitter van de raad van bestuur wordt benoemd uit deze onafhankelijke bestuurders.
De benoeming van de onafhankelijke bestuurders kan slechts plaatsvinden na het bekomen van een gunstig advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen betreffende de onafhankelijkheid van de onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 7:87 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, dat gegeven wordt binnen een periode van dertig dagen vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de intentie tot benoeming van deze onafhankelijke bestuurders. § 3. Alle leden van het wettelijk bestuursorgaan van de kernprovisievennootschap, alsook de personen die belast zijn met het dagelijks beheer, moeten te allen tijde de nodige betrouwbaarheid en deskundigheid aan de dag leggen om hun taken te vervullen.
Op verzoek van de Commissie voor nucleaire voorzieningen en na overleg met haar, beoordeelt de FSMA de vereiste professionele betrouwbaarheid en de adequate deskundigheid van de in het eerste lid bedoelde leden.
Voor de reeds benoemde leden vindt deze beoordeling plaats binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze wet.
De kernprovisievennootschap verstrekt de Commissie voor nucleaire voorzieningen alle documenten en inlichtingen die haar moeten toelaten te oordelen of de personen wier benoeming wordt voorgesteld, beschikken over de vereiste professionele betrouwbaarheid, adequate deskundigheid en, voor wat de onafhankelijke bestuurders betreft, de vereiste onafhankelijkheid om hun taken overeenkomstig deze paragraaf uit te oefenen. § 4. De kernprovisievennootschap beschikt over (i) een investeringscomité, dat bestaat uit ten minste één onafhankelijke bestuurder, en (ii) een auditcomité, dat voor de meerderheid bestaat uit onafhankelijke bestuurders. § 5. Paragraaf 3 is naar analogie van toepassing op de wettelijke bestuursorganen van de dochterondernemingen van de kernprovisievennootschap en op de personen die belast zijn met het effectieve bestuur van deze dochterondernemingen wier maatschappelijke doel gericht is op het beheer van de activa die de nucleaire voorzieningen vertegenwoordigen. § 6. De twee Regeringsvertegenwoordigers die in de raad van bestuur van de kernprovisievennootschap zetelen, kunnen eveneens als waarnemer zetelen in het bestuursorgaan van de dochterondernemingen van de kernprovisievennootschap. Indien zij vaststellen dat een voorgenomen of reeds genomen beslissing van een dochtervennootschap strijdig is met de krachtlijnen van het energiebeleid van het land, met inbegrip van de doelstellingen van de regering inzake de energiebevoorrading van het land, en de toereikendheid van de aangelegde voorzieningen voor de ontmanteling van kerncentrales en voor het beheer van de verbruikte splijtstof in deze kerncentrales, kunnen zij deze kwestie binnen de twee werkdagen na hun vaststelling voorleggen aan de raad van bestuur van de kernprovisievennootschap.
Onderafdeling 3. - Beheer van de voorzieningen voor de ontmanteling en het beheer van de verbruikte splijtstof
Art. 14.§ 1. De kernprovisievennootschap belegt de activa die de voorzieningen vertegenwoordigen, overeenkomstig artikel 15. De activa moeten voldoen aan het voorzorgsbeginsel, en met name aan de volgende regels: 1° de activa worden belegd op een wijze die de veiligheid, de kwaliteit, de benodigde liquiditeit en de rentabiliteit van het geheel van de nucleaire voorzieningen waarborgt;2° de activa worden hoofdzakelijk belegd op gereglementeerde markten. In alle gevallen worden de activa belegd volgens het voorzorgsbeginsel; 3° de activa zijn voldoende gediversifieerd teneinde een disproportionele afhankelijkheid van een bepaald actief, een bepaalde emittent, een bepaalde groep van ondernemingen, of een bepaalde geografische zone en een bovenmatige accumulatie van risico's in de totale belegde portefeuille te vermijden. § 2. De Koning kan de modaliteiten van deze regels ter zake bepalen bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Art. 15.§ 1. Het bedrag van de uitstaande leningen tussen de kernprovisievennootschap en de kernexploitant dat de tegenwaarde vertegenwoordigt van de voorzieningen voor het beheer van verbruikte splijtstof, zal tegen 31 december 2025 aan de kernprovisievennootschap worden terugbetaald. De terugbetaling van het uitstaande bedrag zal geschieden volgens volgende jaarplanning, in gelijke betalingen aan het eind van elk kwartaal, volgens het onderstaande schema. Het bedrag van de uitstaande leningen tussen de kernprovisievennootschap en de kernexploitant dat de tegenwaarde vertegenwoordigt van de voorzieningen voor het beheer van verbruikte splijtstof, mogen niet hoger zijn dan onderstaande bedragen.
In miljoenen euro's
2022
2023
2024
2025
En millions d'Euros
2022
2023
2024
2025
Terugbetaling uiterlijk op 31 december van het betrokken jaar
894
889
931
1.071
Remboursement réalisé pour le 31 décembre de l'année concernée
894
889
931
1.071
Nog af te lossen hoofdsom op 31 december van het betrokken jaar
2.891
2.002
1.071
0
Montant en principal restant à rembourser le 31 décembre de l'année concernée
2.891
2.002
1.071
0
De tegenwaarde van de voorzieningen voor het beheer van de verbruikte splijtstof mag niet het voorwerp uitmaken van enige nieuwe lening aan enige kernexploitant, enige vennootschap die tot dezelfde groep als een kernexploitant behoort, of enige bijdragende vennootschap.
De rentevoet die in tussentijd zal worden toegepast is de geldende rente voor kredieten aan niet-financiële vennootschappen. Indien de geldende rente voor kredieten aan niet-financiële vennootschappen lager is dan de actualisatievoet, wordt de actualisatievoet toegepast. § 2. Het bedrag van de uitstaande leningen tussen de kernprovisievennootschap en de kernexploitant dat de tegenwaarde vertegenwoordigt van de voorzieningen voor de ontmanteling, zal tegen 31 december 2030 aan de kernprovisievennootschap worden terugbetaald.
De terugbetaling van het uitstaande bedrag zal geschieden volgens volgende jaarplanning, in gelijke betalingen aan het eind van elk kwartaal, volgens het onderstaande schema. Het bedrag van de uitstaande leningen tussen de kernprovisievennootschap en de kernexploitant dat de tegenwaarde vertegenwoordigt van de voorzieningen voor de ontmanteling, mag niet hoger zijn dan onderstaande bedragen.
In miljoenen euro's
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
En millions d'euros
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Terugbetaling uiterlijk op 31 december van het betrokken jaar
683
683
683
683
364
364
364
364
364
Remboursement réalisé pour le 31 décembre de l'année concernée
683
683
683
683
364
364
364
364
364
Nog af te lossen hoofdsom op 31 december van het betrokken jaar
3869
3186
2503
1820
1456
1092
728
364
0
Montant en principal restant à rembourser le 31 décembre de l'année concernée
3869
3186
2503
1820
1456
1092
728
364
0
De tegenwaarde van de voorzieningen voor de ontmanteling mag niet het voorwerp uitmaken van enige nieuwe lening aan enige kernexploitant, enige vennootschap die tot dezelfde groep als een kernexploitant behoort of enige bijdragende vennootschap.
In afwijking van het tweede lid, mag de tegenwaarde van de voorzieningen voor de ontmanteling het voorwerp uitmaken van een nieuwe lening aan een kernexploitant indien, in toepassing van artikel 12, de voorzieningen voor de ontmanteling verhogen. Het bedrag van deze lening mag niet hoger zijn dan deze verhoging. De terugbetaling van ten minste vijfentwintig procent van het uitstaande bedrag van deze lening zal geschieden in de twaalf maanden volgend op de datum van de beslissing tot herziening van de nucleaire voorzieningen. De terugbetaling van het saldo van deze lening zal daarna geschieden ten laatste in de zeven daaropvolgende jaren, in gelijke betalingen aan het eind van elk kwartaal.
De rentevoet die zal worden toegepast is de geldende rente voor kredieten aan niet-financiële vennootschappen. Indien de geldende rente voor kredieten aan niet-financiële vennootschappen lager is dan de actualisatievoet, wordt de actualisatievoet toegepast. § 3. Onverminderd paragrafen 1 en 2, kan de kernprovisievennootschap enkel lenen aan kernexploitanten die kunnen worden beschouwd als schuldenaars van goede kwaliteit, tot een maximum van vijfenzeventig procent van het bedrag van de voorzieningen voor ontmanteling, respectievelijk voor het beheer van verbruikte splijtstof. De kwaliteit van het krediet van elke kernexploitant wordt gemeten en periodiek opnieuw geëvalueerd door middel van een schuldratio ten aanzien van het eigen vermogen, op geconsolideerde basis, en van een credit rating.
De evolutie van de kwaliteit van het krediet van de kernexploitant wordt aan deze criteria getoetst op basis van een geleidelijke en transparante schaal, vastgesteld in een overeenkomst tussen de Staat, de kernprovisievennootschap en de kernexploitanten. Nadat deze overeenkomst is opgezegd overeenkomstig de daarin gestelde voorwaarden, stelt de Koning deze schaal vast bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Zolang dit koninklijk besluit niet in werking is getreden, blijven de transparante schaal en de beschouwing van het geconsolideerde toepassingsgebied van de kernexploitanten die onder voormelde overeenkomst vallen, evenwel gelden.
Indien zich belangrijke wijzigingen voordoen aan de methodiek van de credit rating of indien ingevolge andere externe ontwikkelingen, de schaal niet langer toereikend is om de solvabiliteit te meten van een onderneming zoals de kernexploitant, kan de kernprovisievennootschap of de kernexploitant aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen wijzigingen voorstellen aan deze schaal of aan de definitie of de meting van de indicatoren, of kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen eisen dat zij dergelijke wijzigingen voorstellen. Indien de Commissie voor nucleaire voorzieningen en de kernprovisievennootschap of de kernexploitant hierover geen akkoord bereiken, kan de Koning, op voorstel van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, de schaal vaststellen bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad. De Koning is gemachtigd deze paragraaf aan te passen na de inwerkingtreding van het in het tweede lid bedoelde koninklijk besluit. § 4. De voorwaarden van de leningen toegekend door de kernprovisievennootschap in toepassing van paragrafen 1 en 2, worden bepaald in één of meerdere overeenkomsten afgesloten tussen de kernprovisievennootschap en de betrokken kernexploitant.
Voor elke lening die overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 werd toegekend en betrekking heeft op de tegenwaarde van de nucleaire voorzieningen, stelt de betrokken ontlener aan de kernprovisievennootschap een of meer door hemzelf of voor zijn rekening aangegane zakelijke of persoonlijke zekerheden, die de volledige terugbetaling van de krachtens de paragrafen 1 en 2 geleende bedragen, in hoofdsom, intresten en kosten, op passende wijze dekken.
Deze zekerheden worden door de Commissie voor nucleaire voorzieningen voorafgaandelijk goedgekeurd. Zij worden in de leningsovereenkomsten opgenomen en zijn onderworpen aan het Belgische recht.
In geval van een waardevermindering van een of meer door de kernexploitant gestelde zakelijke of persoonlijke zekerheden, waarvan de Commissie voor nucleaire voorzieningen oordeelt dat deze van aanzienlijke en blijvende aard is, kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen, binnen de door haar te bepalen termijn, eisen dat een of meer aanvullende zekerheden worden gesteld om de volledige terugbetaling, in hoofdsom, intresten en kosten, van de krachtens de paragrafen 1 en 2 geleende bedragen op passende wijze te dekken.
Voorafgaand aan hun ondertekening worden de ontwerpovereenkomsten meegedeeld aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen, en zij mogen pas worden ondertekend na goedkeuring door deze laatste. De Commissie voor nucleaire voorzieningen controleert de overeenstemming ervan met de bepalingen van deze wet, met de overeenkomst gesloten tussen de Staat, de kernprovisievennootschap en de kernexploitanten en, bij de inwerkingtreding ervan, met het in paragraaf 3, tweede lid, bedoelde koninklijk besluit. Binnen de twintig werkdagen stelt zij de kernprovisievennootschap schriftelijk in kennis van haar weigering of goedkeuring. De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan haar goedkeuring afhankelijk stellen van het verstrekken van een of meerdere zekerheden die hoger zijn dan of verschillen van de zekerheden die voorgesteld werden door of voor rekening van de betrokken ontlener. Zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, mag naderhand geen enkele wijziging aan de leningsovereenkomst worden aangebracht.
Elke leningsovereenkomst dient te bepalen dat de vervroegde terugbetaling, van de hoofdsom en de intresten, van het gehele overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2 geleende bedrag, in ieder geval kan worden geëist wanneer blijkt dat het bedrag van de aldus verstrekte leningen het in de paragrafen 1 en 2 van dit artikel bedoelde maximum, dat, overeenkomstig artikel 16, naar beneden kan worden herzien, overschrijdt. § 5. Het gedeelte van de tegenwaarde van de nucleaire voorzieningen dat niet het voorwerp uitmaakt van leningen aan kernexploitanten overeenkomstig de paragrafen 1 en 2, wordt door de kernprovisievennootschap geplaatst: 1° in activa, uitgegeven door rechtspersonen andere dan bijdragende vennootschappen, kernexploitanten of ermee verbonden vennootschappen, met uitzondering van de dochtervennootschappen van de kernprovisievennootschap, die voldoen aan de minimumcriteria op sociaal gebied, en op het gebied van leefmilieu, mensenrechten en behoorlijk bestuur, met aandacht voor een voldoende diversificatie en spreiding van de beleggingen teneinde het risico te beperken;2° in leningen aan rechtspersonen andere dan kernexploitanten of vennootschappen verbonden aan kernexploitanten, in overeenstemming met het derde lid. In afwijking van het eerste lid, beperkt de Commissie voor nucleaire voorzieningen het percentage dat de kernprovisievennootschap kan beleggen in activa uitgegeven door rechtspersonen die actief zijn in de fossiele en nucleaire energiesector. Dit percentage is zo laag als redelijk mogelijk.
De voorwaarden voor de leningen, bedoeld in het eerste lid, 2°, en de zekerheden die door de begunstigden van deze leningen moeten worden gevestigd ten gunste van de kernprovisievennootschap om de beschikbaarheid van de tegenwaarde van deze sommen te garanderen, worden vastgelegd in de overeenkomsten tussen de kernprovisievennootschap en de begunstigden. Deze overeenkomsten worden aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen ter goedkeuring voorgelegd, waarbij deze laatste nagaat of ze in overeenstemming zijn met de bepalingen van deze wet. Indien geen enkele overeenkomst wordt gesloten, neemt de Ministerraad een beslissing op eensluidend advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen. § 6. De kernprovisievennootschap houdt binnen de activa die de tegenwaarde vormen van de daartoe bestemde voorzieningen op ieder ogenblik voldoende liquiditeiten aan, in de vorm van financiële activa die in minder dan dertig dagen liquideerbaar zijn, om alle kosten verbonden met de ontmanteling en het beheer van de verbruikte splijtstof gedurende de volgende drie werkingsjaren te financieren.
Art. 16.§ 1. Binnen de grenzen voorzien in artikel 15, kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen het maximumpercentage verlagen van de fondsen die de kernprovisievennootschap mag uitlenen aan een kernexploitant, naarmate de kredietkwaliteit van de kernexploitant wijzigt in het licht van de in artikel 15 vastgestelde criteria. Van zodra de Commissie voor nucleaire voorzieningen het percentage van de fondsen die de kernprovisievennootschap aan een kernexploitant kan lenen in toepassing van deze wet verlaagt, bepaalt ze het bedrag dat deze laatste aan de kernprovisievennootschap dient terug te storten van de leningen die hem werden toegekend in uitvoering van artikel 15, §§ 1 en 2. De Commissie voor nucleaire voorzieningen stelt tevens een zo kort mogelijke termijn vast binnen dewelke deze terugbetaling dient te zijn uitgevoerd, rekening houdend met de tijdsbestekken om de fondsen te mobiliseren. § 2. Ingeval een bedrag dat overeenkomstig artikel 11, door een kernexploitant aan de kernprovisievennootschap verschuldigd is, niet tijdig wordt betaald, en na ingebrekestelling waarin een periode voor rechtzetting van dertig dagen wordt voorzien, vordert de kernprovisievennootschap onverwijld, zonder afbreuk te doen aan de verdere nakoming van de verplichtingen door de bijdragende vennootschap of kernexploitant, de volledige terugbetaling, in hoofdsom en rente, van alle leningen die, in voorkomend geval, zijn verstrekt overeenkomstig artikel 15, §§ 1 en 2. Hetgeen voorafgaat doet geen afbreuk aan de uitoefening door de Commissie voor nucleaire voorzieningen van de bevoegdheden die haar overeenkomstig deze wet worden toegekend. Indien de kernprovisievennootschap de in dit artikel bedoelde terugbetaling niet vordert, kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen deze terugbetaling zelf eisen van de betrokken kernexploitant. § 3. In geval van een belangrijke wijziging van het aandeelhouderschap van de kernexploitant aan wie een lening verstrekt wordt, waarvan de Commissie voor nucleaire voorzieningen oordeelt dat ze een reëel risico vormt voor het bestaan, de toereikendheid en de beschikbaarheid van de activa die de tegenwaarde vormen van de nucleaire voorzieningen, kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen de kernprovisievennootschap verplichten de volledige terugbetaling van de krachtens artikel 15, §§ 1 en 2 geleende bedragen te eisen, in hoofdsom, intresten en kosten, zonder afbreuk te doen aan de verdere nakoming van de verplichtingen door de kernexploitant en de bijdragende vennootschap.
In het bijzondere geval van een verandering van de controlerende aandeelhouder van de kernexploitant kan de Commissie voor nucleaire voorzieningen de kernprovisievennootschap verplichten de volledige terugbetaling van de krachtens artikel 15, §§ 1 en 2 geleende bedragen te eisen, in hoofdsom, intresten en kosten, en zonder afbreuk te doen aan de verdere nakoming van de verplichtingen door de kernexploitant en de bijdragende vennootschap.
Art. 17.Zodra de kernprovisievennootschap fondsen ter beschikking stelt aan een kernexploitant in het kader van een leningsovereenkomst bedoeld in artikel 15, §§ 1 en 2, ontstaat een algemeen voorrecht op de roerende goederen van de kernexploitanten ten voordele van de kernprovisievennootschap. Dit voorrecht waarborgt de terugbetaling van de betrokken leningen ten belope van het ontleende bedrag in hoofdsom, intresten en kosten. Dit algemeen voorrecht op de roerende goederen dekt ook alle fondsen die ter beschikking werden gesteld aan elke kernexploitant in het kader van een leningsovereenkomst, bedoeld in artikel 15, die werd afgesloten vóór de inwerkingtreding van deze wet.
Het voorrecht bedoeld in het eerste lid, vervalt van zodra het volledige bedrag van alle leningen aan de kernexploitant toegekend, in het kader van een of meer leningsovereenkomsten, bedoeld in artikel 15, §§ 1 en 2, volledig is terugbetaald aan de kernprovisievennootschap, in hoofdsom, intresten en kosten.
De leningsovereenkomsten, bedoeld in artikel 15, §§ 1 en 2, bevatten een zogenaamde "negative pledge"-clausule krachtens dewelke de betrokken ontlener zijn activa niet mag belasten met hypotheken en zakelijke of persoonlijke zekerheden, ter ondersteuning van zijn financiële schuld of de financiële schuld van derden, behalve indien hij een gelijkwaardige zekerheid kan stellen of verschaffen ten gunste van de kernprovisievennootschap, of indien hij een voorafgaande toestemming van de Commissie voor nucleaire voorzieningen heeft bekomen. Dit verbod geldt niet voor bestaande zekerheden en zekerheden gesteld in de normale bedrijfsvoering.
Art. 18.Het voorrecht bedoeld in artikel 17 komt in rang onmiddellijk na dit bedoeld in artikel 19, 4°, nonies, van de hypotheekwet van 16 december 1851.
Art. 19.De Commissie voor nucleaire voorzieningen waakt erover dat de voorzieningen aangelegd krachtens artikel 11, de kosten van ontmanteling en van beheer van verbruikte splijtstof niet overstijgen.
Hoofdstuk 3. - Bijdragende vennootschappen
Art. 20.§ 1. De bijdragende vennootschappen storten driemaandelijks hun aandeel in het totale bedrag van de toelage voor de voorzieningen voor de ontmanteling aan de kernprovisievennootschap.
De nadere regels voor de in deze paragraaf georganiseerde bijdrage, worden bepaald in één of meerdere overeenkomsten afgesloten of af te sluiten tussen de betrokken vennootschap en de betrokken kernexploitant. Deze overeenkomsten worden meegedeeld aan de Commissie voor nucleaire voorzieningen. § 2. De in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde bijdrage is verschuldigd zodra een vennootschap een aandeel neemt in de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen en zolang zij dit aandeel behoudt. § 3. Elke bijdragende vennootschap blijft aansprakelijk voor de dekking van het tekort aan nucleaire voorzieningen, ook indien zij geen bijdragende vennootschap volgens artikel 2, 4° meer is. Deze aansprakelijkheid wordt proportioneel vastgesteld ten aanzien van diens bijdrage aan het totale geactualiseerde bedrag van de reeds aangelegde nucleaire voorzieningen. § 4. De kernprovisievennootschap en de betrokken kernexploitant stellen de bijdragende vennootschappen in kennis van hun voorstellen en gemotiveerde adviezen, als bedoeld in artikel 12, §§ 2 en 3.
Hoofdstuk 4. - Sancties
Art. 21.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie voor nucleaire voorzieningen krachtens artikel 6, kunnen de inbreuken op de verplichtingen opgenomen in de artikelen 6, § 3, 7, 11, 12, § 2, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20 en 27 van deze wet of haar uitvoeringsbesluiten, het voorwerp uitmaken van strafsancties of administratieve sancties. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde inbreuken worden gestraft met een geldboete van 2 500 euro tot 5 000 000 euro en met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar, of met één van deze straffen alleen.
Worden met dezelfde straffen gestraft, zij die de Commissie voor nucleaire voorzieningen, de leden en hun respectievelijke plaatsvervangers, en de leden van het vast secretariaat bij de uitoefening van hun opdracht krachtens deze wet belemmeren, zij die weigeren hun informatie te verstrekken die zij gehouden zijn mee te delen krachtens deze wet, of hun bewust verkeerde of onvolledige informatie verstrekken.
Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek zijn van toepassing op de bij deze wet of haar uitvoeringsbesluiten omschreven inbreuken. § 3. Onverminderd de ambtsbevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, bedoeld in artikel 8 van het Wetboek van strafvordering, wijst de Koning de leden van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, de plaatsvervangers en de leden van het vast secretariaat van de Commissie voor nucleaire voorzieningen aan die bevoegd zijn om de inbreuken op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten op te sporen en vast te stellen. Hun proces-verbaal heeft bewijskracht tot het tegenbewijs wordt geleverd.
De overeenkomstig het eerste lid aangewezen personen leggen, voorafgaand aan de uitoefening van hun functie, de eed af, in de termen bepaald bij artikel 2 van het decreet van 20 juli 1831Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/1831 pub. 26/07/2012 numac 2012000423 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Decreet « betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie ». - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie, in handen van de minister bevoegd voor Energie of van de voorzitter van de Commissie voor nucleaire voorzieningen.
De overeenkomstig het eerste lid aangewezen personen kunnen: 1° gebouwen, werkplaatsen en hun aanhorigheden tijdens de openings- of werkuren betreden, wanneer zulks voor de uitoefening van hun opdracht noodzakelijk is;2° alle dienstige vaststellingen doen, zich documenten, stukken, boeken en voorwerpen die bij de opsporing en vaststelling van inbreuken nodig zijn, doen vertonen en die in beslag nemen. Wanneer deze handelingen de kenmerken van een huiszoeking vertonen, mogen ze door de overeenkomstig het eerste lid aangewezen personen enkel worden gesteld met machtiging van de onderzoeksrechter of de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg die daartoe bij verzoekschrift is aangezocht. § 4. De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan, wanneer zij een in paragraaf 1 bedoelde inbreuk vaststelt, nadat de betrokkene werd gehoord of naar behoren werd opgeroepen, een administratieve geldboete opleggen. De Commissie voor nucleaire voorzieningen bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete en motiveert haar beslissing. De boete mag niet lager zijn dan 1 250 euro, noch hoger dan 5 000 000 euro. De administratieve boete wordt ten gunste van de schatkist geïnd door de algemene administratie van de inning en de invordering van de Federale Overheidsdienst Financiën die daartoe over een uitvoerbare titel moet beschikken. § 5. De krachtens paragraaf 1 bestrafbare feiten worden door de overeenkomstig paragraaf 3, eerste lid aangewezen personen in een proces-verbaal vastgesteld. Het origineel van het proces-verbaal wordt aan de procureur des Konings verstuurd. § 6. De procureur des Konings beschikt over een termijn van zes maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal, om de Commissie voor nucleaire voorzieningen in te lichten dat er een strafrechtelijke vervolging is ingeleid.
De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan krachtens paragraaf 4 geen administratieve geldboete opleggen vóór de termijn van zes maanden verstreken is, behalve indien de procureur des Konings daarvóór meedeelt dat hij het feit geen verder gevolg geeft.
De betaling van de krachtens paragraaf 4 opgelegde administratieve boete dooft de mogelijkheid om een strafrechtelijke vervolging in te zetten voor de bedoelde feiten. § 7. Het besluit van de Regent van 18 maart 1831 is van toepassing op de krachtens paragraaf 4 opgelegde administratieve geldboeten. § 8. De Koning bepaalt de nadere procedureregels die van toepassing zijn op de krachtens paragraaf 4 opgelegde administratieve geldboeten, met inbegrip van de uitoefening van de rechten van de verdediging.
Hoofdstuk 5. - Wijzigings-, slot- en overgangsbepalingen
Art. 22.De Commissie voor nucleaire voorzieningen stelt een verslag op waarin, rekening houdend met mogelijke scenario's van aansprakelijkheid, de oprichting wordt geanalyseerd van een onafhankelijk orgaan dat in de plaats zou treden van 1° de kernprovisievennootschap, de kernexploitanten en de bijdragende vennootschappen;of 2° de kernprovisievennootschap alleen, teneinde de financiering te waarborgen van het beheer van: a) de verbruikte splijtstof en het radioactief afval, b) de verbruikte splijtstof alleen. De Commissie voor nucleaire voorzieningen wint het advies in van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen en, indien nodig, van andere Belgische of buitenlandse instellingen of expertisecentra.
De Commissie voor nucleaire voorzieningen raadpleegt de kernexploitanten en de bijdragende vennootschappen alvorens tot haar conclusies te komen. De Commissie voor nucleaire voorzieningen legt haar verslag binnen de twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze wet voor aan de minister van Energie.
Art. 23.In artikel 207, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek wordt de bepaling onder 4° aangevuld met de woorden "of op het gebied van prudentieel toezicht".
Art. 24.Het opschrift van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales wordt vervangen als volgt: "Wet op de repartitiebijdrage".
Art. 25.In dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016011557 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze centrales en van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009652 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen sluiten, worden de volgende artikelen opgeheven: - de artikelen 3 tot en met 12, met uitzondering van artikel 11, § 5; - het artikel 14, §§ 1 tot en met 7; - de artikelen 15 tot en met 22; - de artikelen 23 tot en met 25.
Art. 26.§ 1. Artikel 2 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016011557 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze centrales en van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009652 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen sluiten, wordt aangevuld met een bepaling onder 11°, luidende: "11° bijdragende vennootschap: iedere vennootschap andere dan een kernexploitant die een aandeel heeft of heeft gehad in de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen." § 2. In dezelfde wet worden de woorden "in artikel 24, § 1" telkens vervangen door de woorden "in artikel 2, 11° ".
Art. 27.Binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet, wijzigt de kernprovisievennootschap haar statuten en neemt zij alle andere vereiste maatregelen om aan de bepalingen van deze wet te voldoen.
Elke kernexploitant aan wie een lening werd toegekend door de kernprovisievennootschap, stelt binnen de twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet de vereiste zekerheden overeenkomstig de in artikel 15, § 4, voorziene bepalingen.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 12 juli 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 55-2640 (2021/2022) Integraal Verslag : 7 juli 2022