Koninklijk besluit tot bepaling van de inhoud van de individuele gedragsregels als bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 22 april 2019 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector

bron: federale overheidsdienst financien

numac: 2024000834

pub.: 07/02/2024

prom.: 28/01/2024


staatsblad: https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)

28 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit tot bepaling van de inhoud van de individuele gedragsregels als bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U is voorgelegd heeft tot doel individuele gedragsregels die bankdienstverleners moeten naleven conform artikel 4, § 3 van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling voor de banksector (hierna de ` wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten') te voeren.

Deze individuele gedragsregels zijn beschreven in titel II van dit besluit (zie artikelen 3 tot 10).

Deze individuele gedragsregels beschrijven wat ten minste verwacht wordt van bankdienstverleners, hun verantwoordelijken en leiders bij de uitoefening van hun functie.

Ze beschrijven het vereiste gedrag opdat de cliënten van de geviseerde entiteiten er terecht vanuit zouden kunnen gaan dat ze bij dergelijke financiële instellingen een bijzonder hoge mate van eerlijkheid, integriteit en vakbekwaamheid zullen aantreffen. Die regels naleven verhoogt ook de integriteit van het bankberoep, wat het vertrouwen van het publiek in de banksector in het algemeen versterkt.

Het zijn regels van tuchtrechtelijke aard die op individuele basis van toepassing zijn. Ze geven vorm aan de drie beginselen die zijn ingeschreven in artikel 4, § 1 van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten. Volgens deze beginselen moeten bankdienstverleners: - eerlijk en integer handelen, - op vakbekwame en professionele wijze handelen, en, - de belangen van de cliënten behartigen en de cliënten billijk behandelen.

Deze regels geven richting aan de handelingen en het gedrag van de personen die ze moeten naleven bij de uitoefening van hun functie. Ze vervangen evenwel nooit het bestaande wettelijk en regelgevend kader waaraan alle bankdienstverleners steeds moeten voldoen. Ze zijn dus onverminderd van toepassing in dit wet- en regelgevend kader.

Voor de individuele gedragsregels wordt met `cliënt' zowel retailcliënten bedoeld als professionele cliënten en potentiële cliënten.

Overeenkomstig artikel 2 van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten, hebben de termen die in dit besluit worden gebruikt, de betekenis die hieraan is gegeven door deze bepaling.

De gemeenschappelijke regels zijn van toepassing op alle bankdienstverleners, m.a.w. zowel op de personen die bij een geviseerde entiteit, ook al dragen ze geen specifieke verantwoordelijkheid, op het Belgisch grondgebied, rechtstreeks aan het verrichten van bankactiviteiten deelnemen, als op hun verantwoordelijke leidinggevenden en op de personen die, conform de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003196 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van mechanismen voor een macropridentieel beleid en tot vaststelling van de specifieke taken van de Nationale Bank van België in het kader van haar opdracht om bij te dragen tot de stabiliteit van de financiële sector type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten of de wet van 22 maart 2006, bij een geviseerde entiteit permanent blijk moeten geven van professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid als vereist voor de uitoefening van hun functie.

De bijkomende regels voor de verantwoordelijke leidinggevenden willen deze personen individueel responsabiliseren voor het controleren van de activiteiten die onder hun verantwoordelijkheid vallen. Zo is het meer bepaald de bedoeling dat ze een verscherpte controle uitoefenen op de naleving van de interne procedures die zijn opgezet in het kader van de gecontroleerde activiteiten, alsook op de naleving van de gemeenschappelijke regels door de personen die onder hun verantwoordelijkheid en/of controle handelen.

De bijkomende regels voor de personen bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten moeten enerzijds vermijden dat ze de bankdienstverleners van hun geviseerde entiteit aanzetten tot gedragingen die indruisen tegen de voor hen geldende vereisten, en moeten er anderzijds voor zorgen dat ze passend reageren mochten ze dergelijke gedragingen vaststellen.

Artikel 3 van dit besluit bevat de regels die stellen dat de bankdienstverleners eerlijk en integer moeten handelen.

Dit beginsel weerspiegelt de behoefte om te kunnen steunen op betrouwbare markdeelnemers die het vertrouwen waard zijn. Kunnen rekenen op eerlijkheid en integriteit is eigen aan het vertrouwen dat elke, zowel professionele als particuliere cliënt moet kunnen hebben in de banksector.

Dit besluit vermeldt een aantal handelingen die niet getuigen van professionele eerlijkheid of integriteit zoals wordt verwacht van bankdienstverleners, met dien verstande dat deze lijst niet limitatief is.

Een van deze laakbare handelingen zijn met name handelingen, ongeacht welke, die tot doel hebben schade te berokkenen aan de belangen van een cliënt of de betrokken kredietinstelling of agent, dan wel enige andere derde, of die bedoeld zijn om er een onrechtmatig voordeel mee te behalen.

Hierbij wordt meer bepaald gedacht aan het bewust misleiden (of pogen te misleiden) van een cliënt, de geviseerde entiteit, een toezichthouder of een derde, bijvoorbeeld, wat betreft een belegging, een bankproduct, de eraan verbonden voorwaarden, risico's of rendementen, de kredietwaardigheid van een kredietnemer of de financiële situatie of kennis en ervaring van een belegger. Laakbaar gedrag is ook nalaten om een cliënt, de geviseerde entiteit of een toezichthouder erop te wijzen dat ze een feitelijk of juridisch element verkeerd interpreteren, terwijl de bankdienstverlener wel degelijk weet dat het verkeerd wordt geïnterpreteerd en welke de gevolgen daarvan zijn.

Een vergelijkbare situatie is wanneer een bankdienstverlener bankdiensten of -producten zou aanraden of wanneer hij bij discretionair beheer transacties zou verrichten voor rekening van een cliënt die redelijkerwijs niet adequaat zijn voor de cliënt, en dit met de bedoeling hem schade te berokkenen of er een persoonlijk voordeel mee te behalen.

In dit kader, wordt het begrip "toezichthouder" verstaan als elke autoriteit belast met het toezicht op het verrichten van bankactiviteiten of -diensten door de geviseerde entiteiten, of met het prudentieel toezicht dan wel het toezicht op het gebied van de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme op de geviseerde entiteiten, in dit geval niet enkel de FSMA, maar ook de Nationale Bank van België en de FOD Economie.

Een ander voorbeeld van een handeling die niet als eerlijk of integer gedrag kan worden beschouwd zoals dat mag worden verwacht van bankdienstverleners die zo'n handeling stellen, is tot slot het ontwerpen van financiële constructies die ertoe strekken inbreuken op wettelijke of reglementaire vereisten te verhullen. Hier worden zowel inbreuken door een geviseerde entiteit als inbreuken door een cliënt bedoeld. Als de constructie ertoe strekt belastingfraude te verhullen, zou dit onder bepaalde voorwaarden ook een bijzonder mechanisme in de zin van de bankwet kunnen vormen. In dat geval doet de toepassing van dit besluit en van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten geen afbreuk aan de bevoegdheden van de NBB ter zake en aan de maatregelen die zij, in voorkomend geval, tegen de betrokken kredietinstelling zou kunnen nemen.

Artikel 4 van dit besluit bevat de regels die stellen dat een bankdienstverlener op vakbekwame en professionele wijze moet handelen.

Een bankdienstverlener handelt niet op vakbekwame en professionele wijze als zijn handelingen indruisen tegen het wettelijk en regelgevend kader dat op hem persoonlijk van toepassing is bij de uitoefening van zijn beroepsactiviteiten (bv. de regels over marktmisbruik), of tegen de interne procedures die de naleving waarborgen van het wettelijk en regelgevend kader dat van toepassing is op de bankactiviteiten en -diensten (bv. de MiFID-gedragsregels of de regels van het Wetboek van Economisch Recht over kredietverlening).

Om op vakbekwame en professionele wijze te handelen, moeten de bankdienstverleners er ook voor zorgen dat ze op de hoogte blijven van het geldende wettelijk en regelgevend kader dat van toepassing is op de bankactiviteiten en -diensten, van de interne procedures van hun geviseerde entiteit die de naleving van dit kader waarborgen, en van elke wijziging die hierin wordt aangebracht. Zo kunnen ze bijvoorbeeld niet weigeren om de opleidingen te volgen die daartoe door hun werkgever worden georganiseerd. Voorts moeten ze erop toezien dat ze steeds blijven voldoen aan hun verplichtingen op het vlak van opleiding en beroepskennis, zowel aan de eventuele wettelijke of reglementaire regels ter zake als aan de regels die zouden zijn voorgeschreven door hun werkgever.

Deze verplichting is een middelenverbintenis.

Artikel 5 van dit besluit verduidelijkt de regels op grond waarvan de bankdienstverleners, als zij handelen, rekening moeten houden met de belangen van de cliënten en de cliënten billijk moeten behandelen.

De naleving van de legitieme belangen en de billijke behandeling van de cliënt zijn immers fundamentele en centrale beginselen om het vertrouwen van het publiek in het beroep van bankier te vergroten.

De bankdienstverleners moeten er met name voor zorgen dat ze de legitieme belangen van hun cliënten behartigen en dat ze hen billijk behandelen. Dit omvat vele aspecten waaronder, met name, (i) de toetsing of de voorgestelde diensten of producten adequaat zijn gezien de situatie van de cliënt, (ii) de correcte, volledige en transparante informatieverstrekking aan de cliënt over de voorgestelde diensten of producten, en (iii) een correcte en transparante voorstelling van de risico's die de cliënt loopt.

De volgende gedragingen zijn niet-limitatieve voorbeelden van gedragingen die erop kunnen wijzen dat de belangen van een cliënt zijn verwaarloosd, of dat de cliënt niet billijk is behandeld: het feit dat een bankdienstverlener een cliënt een bankproduct verstrekt dat niet beantwoordt aan de kenmerken als gevraagd door de cliënt, en dit zonder hiervoor enige reden op te geven of uitleg te verstrekken over de geschiktheid van dit product, alsook het feit dat er geen relevante informatie wordt verstrekt of ten minste ter beschikking wordt gesteld van de cliënt, terwijl de bankdienstverlener zich bewust is of zou moeten zijn van de relevantie en het nut van die informatie voor de correcte beoordeling, door de cliënt, van een product of een belegging en meer bepaald van de reikwijdte van zijn verbintenissen, van de desbetreffende kosten en lasten, en van de betrokken risico's. Deze regel om een cliënt alle relevante informatie ter beschikking te stellen over de bankdienst of het bankproduct dat hem wordt aangeboden, voorgesteld en/of verstrekt, is van toepassing, onverminderd striktere wettelijke of reglementaire regels (bijvoorbeeld de eis om een specifieke informatiefiche te verstrekken, of de specifieke informatieverplichtingen in de reglementering die voortvloeit uit de MiFID-richtlijn). Het kan ook een oneerlijke behandeling van de klant vormen als een dienstverlener de aangeboden dienst differentieert voor klanten die zich in een objectief identieke situatie bevinden.

Te noteren valt dat bepaalde handelingen of gedragingen een inbreuk kunnen vormen op verschillende regels die door dit besluit worden vastgelegd. Zo zouden bijvoorbeeld inbreuken op het wettelijke en reglementaire kader of op de interne procedures van de geviseerde entiteit ook handelingen kunnen vormen die ertoe kunnen leiden dat de professionele eerlijkheid en integriteit van de bankdienstverlener in twijfel worden getrokken, als die inbreuken zijn gepleegd met de bedoeling om de belangen van een cliënt, de geviseerde entiteit of een derde te schaden of er een onrechtmatig voordeel uit te halen. Als de FSMA dergelijke inbreuken vaststelt, zou zij er ook kunnen van uitgaan dat de bankdienstverlener de legitieme belangen van een cliënt heeft verwaarloosd, of zijn cliënten niet billijk heeft behandeld, wat derhalve ook een inbreuk op artikel 5 van dit besluit zou kunnen vormen.

De artikelen 6 tot 8 van dit besluit beschrijven de bijkomende regels die voor de verantwoordelijke leidinggevenden gelden. Als bankdienstverleners in de zin van artikel 4, § 1, eerste lid, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten, moeten de verantwoordelijke leidinggevenden de gemeenschappelijke regels naleven.

In aanvulling op de gemeenschappelijke regels en onverminderd de verantwoordelijkheid van de effectieve leiding wordt van de verantwoordelijke leidinggevenden een specifiek gedrag verwacht omwille het totaalbeeld dat zij verondersteld worden te hebben van de activiteiten waarvoor zij verantwoordelijk zijn, en van de controle die zij uitoefenen op die activiteiten en op de dienstverleners die deze activiteiten verrichten.

In dat opzicht kan van een verantwoordelijke leidinggevende worden verwacht dat hij een redelijke controle uitoefent op de handelingen van de andere bankdienstverleners waarvoor hij de facto verantwoordelijk is, en met name op de naleving, door laatstgenoemden, van het op die bankactiviteiten en -diensten toepasselijke wettelijke en reglementaire kader, de individuele gedragsregels, en de interne regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van dat kader en die regels. Bovendien kan worden verwacht dat een verantwoordelijke leidinggevende maatregelen neemt als hij vaststelt dat de bankdienstverleners voor wie hij de facto verantwoordelijk is, een inbreuk hebben gepleegd op dat kader, die regels en die procedures.

Bovendien zijn het in eerste instantie de verantwoordelijke leidinggevenden die moeten promoten en aanmoedigen dat hun teams het op de bankactiviteiten en -diensten toepasselijke wettelijke en reglementaire kader, de individuele gedragsregels, en de interne regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van dat kader en die regels naleven, en die moeten nagaan of alle bankdienstverleners voor wie zij verantwoordelijk zijn, op de hoogte worden gehouden van de toepasselijke regels.

Van de verantwoordelijke leidinggevenden wordt ook verwacht dat zij ervan afzien om de bankdienstverleners er toe aan te zetten zich op een manier te gedragen die zou kunnen indruisen tegen voornoemd kader, voornoemde regels of voornoemde interne procedures, en dit ongeacht het gedrag of de praktijk in kwestie, bijvoorbeeld via hun resultaatsverwachtingen.

Het is niet de bedoeling dat die bijkomende regels de geviseerde entiteit nieuwe organisatorische vereisten opleggen, maar wel dat zij, voor de verantwoordelijke leidinggevenden, een individuele verantwoordelijkheid invoeren voor de controle op de naleving van de interne regels en procedures door de personen voor wie zij in feite of in rechte verantwoordelijk zijn.

De verantwoordelijke leidinggevende kan echter niet verantwoordelijk worden gesteld voor elke geïsoleerde en punctuele individuele inbreuk binnen zijn teams. Hier wordt dus eerder de onachtzaamheid bij de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden geviseerd die het ontstaan van praktijken tot gevolg hebben die indruisen tegen het wettelijke en reglementaire kader, tegen de interne regels en procedures met het oog op de tenuitvoerlegging van dat kader, en tegen die individuele gedragsregels.

De artikelen 9 en 10 leggen specifieke en bijkomende regels vast voor de personen bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten. Als bankdienstverleners in de zin van artikel 4, § 1, eerste lid, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten moeten laatstgenoemden de gemeenschappelijke regels naleven. Ook moeten zij de regels toepassen die specifiek van toepassing zijn op de verantwoordelijke leidinggevenden wanneer zij aan die definitie voldoen, met andere woorden, wanneer zij de facto verantwoordelijk zijn voor de personen die die rechtstreeks deelnemen aan het verrichten van bankactiviteiten of -diensten op het Belgisch grondgebied, dan wel die personen controleren. Dat zou met name het geval moeten zijn voor de effectieve leiders die verantwoordelijk zijn voor een operationeel departement bij een geviseerde entiteit.

Bepaalde individuele gedragsregels die specifiek van toepassing zijn op de verantwoordelijke leidinggevenden, worden ook van toepassing verklaard op de personen bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten, inclusief deze die niet zouden voldoen aan de wettelijke definitie van verantwoordelijke leidinggevende. Zo zou het bijvoorbeeld onaanvaardbaar zijn dat een dergelijke persoon afbreuk doet aan de naleving van het wettelijke en reglementaire kader of van de door dit besluit vastgelegde gedragsregels, en dit door de andere bankdienstverleners bij hun entiteit ertoe aan te zetten een inbreuk te plegen op dat kader of op die regels, en dit ongeacht om welke reden dat gebeurt. Ook wordt van deze personen verwacht dat zij maatregelen nemen als zij bepaalde praktijken zouden vaststellen die tegen de toepasselijke regels indruisen.

Deze specifieke regels zijn van toepassing onverminderd hun andere wettelijke verantwoordelijkheden en verplichtingen.

Ontwerpartikel 11 bepaalt de inwerkingtreding van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten en van Hoofdstuk 14 van de wet van 20 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2023 pub. 15/01/2024 numac 2023048672 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten houdende diverse financiële bepalingen, dat over de bankierseed handelt.

Krachtens artikel 117 van voornoemde wet bepaalt de Koning, op voorstel van de FSMA, de datum van inwerkingtreding van dat Hoofdstuk 14 naargelang de categorieën van bankdienstverleners als bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten en/of naargelang de categorieën van geviseerde entiteiten.

Het ontwerpartikel onderscheidt dus twee datums van inwerkingtreding van de wet, naargelang zij van toepassing is ten aanzien van de personen als bedoeld in artikel 4, § 1, 1° en 2°, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten, die actief zijn bij de kredietinstellingen als bedoeld in artikel 3, 1° tot 3°, van dezelfde wet, of ten aanzien van alle andere personen die onder de toepassing vallen van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten.

De ontwerpbepaling bepaalt zo dat de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten en Hoofdstuk 14 van de wet van 20 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2023 pub. 15/01/2024 numac 2023048672 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten houdende diverse financiële bepalingen eerst in werking treden ten aanzien van de personen die, bij een kredietinstelling, permanent blijk moeten geven van professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid als vereist voor de uitoefening van hun functie, en ten aanzien van de verantwoordelijke leidinggevenden van de kredietinstellingen. Die inwerkingtreding zal 12 maanden na de publicatie van de wet van 20 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2023 pub. 15/01/2024 numac 2023048672 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten houdende diverse financiële bepalingen plaatsvinden.

Het gehanteerde onderscheidingscriterium is dat van de verantwoordelijkheid van de personen die bij de inwerkingtreding van de wet in de eerste plaats betrokken zijn.

De wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten en Hoofdstuk 14 van de wet van 20 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2023 pub. 15/01/2024 numac 2023048672 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten houdende diverse financiële bepalingen zullen 18 maanden later plaatsvinden ten aanzien van alle andere betrokken geviseerde personen en entiteiten (waaronder met name de agenten), i.e. 30 maanden na de publicatie van de wet.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, Le Ministre des Finances, V. VAN PETEGHEM

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Tweede kamer De door de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij op 27 december 2023 ingediende aanvraag om advies over een ontwerp van koninklijk besluit `tot bepaling van de inhoud van de individuele gedragsregels als bedoeld in artikel 4, § 3 van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector', ingeschreven op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.253/2, werd op 28 december 2023 van de rol afgevoerd, overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. 28 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit tot bepaling van de inhoud van de individuele gedragsregels als bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector, artikel 4, § 3, derde lid, vervangen door de wet van 20 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2023 pub. 15/01/2024 numac 2023048672 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten houdende diverse financiële bepalingen en artikel 15, § 2;

Gelet op de de wet van 20 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2023 pub. 15/01/2024 numac 2023048672 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten houdende diverse financiële bepalingen, artikel 117 ;

Gelet op het voorstel van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 6 november 2023 Gelet op het advies van de Nationale Bank van België van 28 november 2023;

Gelet op de raadpleging van de betrokken geviseerde entiteiten via hun beroepsverenigingen ;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen die op 27 december 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de beslissing 75.253/2 van de Raad van State om geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het overleg in de Ministerraad, Op de voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - VOORWERP EN DEFINITIES

Artikel 1.Dit besluit bepaalt de inhoud van de individuele gedragsregels als bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° " wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten": de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten tot invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling voor de banksector;2° "bankproducten": de financiële producten die worden gecommercialiseerd door een geviseerde entiteit in het kader van het verrichten van bankdiensten.3° "toezichthouder": elke autoriteit belast met het toezicht op het verrichten van bankactiviteiten of - diensten door de geviseerde entiteiten, het prudentieel toezicht dan wel het toezicht op het gebied van de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme op de geviseerde entiteiten. TITEL II. - INDIVIDUELE GEDRAGSREGELS HOOFDSTUK I. - Regels die van toepassing zijn op alle bankdienstverleners

Art. 3.§ 1. Bankdienstverleners handelen eerlijk en integer. § 2. De volgende handelingen kunnen, onder meer, niet worden beschouwd als eerlijk of integer gedrag, zoals verwacht wordt van een bankdienstverlener: a) elke praktijk die aanleiding kan geven tot het opleggen van een van de in artikel 20, § 1, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003196 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van mechanismen voor een macropridentieel beleid en tot vaststelling van de specifieke taken van de Nationale Bank van België in het kader van haar opdracht om bij te dragen tot de stabiliteit van de financiële sector type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen opgesomde straffen;b) opzettelijk verhullen van gegevens, informatie of documenten waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze relevant zijn voor de cliënt;c) verstrekken van valse of misleidende gegevens, informatie of documenten, terwijl de bankdienstverlener wist of had moeten weten dat die gegevens, informatie of documenten vals of misleidend waren;d) gebruik van activa van een cliënt of van de betrokken geviseerde entiteit voor andere doeleinden dan vastgelegd in het wettelijke en reglementaire kader of dan overeengekomen tussen de partijen e) gebruik van vertrouwelijke informatie voor andere doeleinden dan vastgelegd in het wettelijke en reglementaire kader of dan overeengekomen tussen de partijen;f) ontwerpen van financiële constructies die ertoe strekken inbreuken op wettelijke of reglementaire vereisten te verhullen;g) misbruik maken van de situatie waarbij een cliënt zich in een fysiek, mentaal of economisch zwakke positie bevindt om hem ertoe te bewegen een handeling al dan niet te verrichten die nadelig is voor zijn vermogen;g) elk gedrag dat ertoe strekt de belangen van een cliënt, van de geviseerde entiteit of van elke andere derde te schaden, of er een onrechtmatig voordeel uit te halen.

Art. 4.§ 1. Bankdienstverleners handelen op vakbekwame en professionele wijze.

De inbreuken op de volgende reglementeringen en procedures zijn, onder meer, handelingen die niet op vakbekwame en professionele wijze zijn verricht als vereist van een bankdienstverlener die ze zou plegen: a) het op hen toepasselijke wettelijke en reglementaire kader bij de uitoefening van hun beroepsactiviteiten;en b) de interne procedures van de geviseerde entiteit die tot doel hebben de naleving van het op de bankactiviteiten en -diensten toepasselijke wettelijke en reglementaire kader te garanderen. § 2. Bankdienstverleners blijven zich op de hoogte houden van het op de bankactiviteiten en -diensten toepasselijke wettelijke en reglementaire kader, de interne procedures van de geviseerde entiteit die ertoe strekken de naleving van dat kader te garanderen, alsook elke wijziging die daarin wordt aangebracht. § 3. Bankdienstverleners zien erop toe te allen tijde hun verplichtingen inzake opleidingen en beroepskennis na te leven.

Art. 5.§ 1. Bankdienstverleners zien erop toe dat: a) zij de legitieme belangen van hun cliënten behartigen;b) zij de cliënten billijk behandelen. § 2. In hun relatie met een cliënt zien bankdienstverleners erop toe dat ze hem geen bankdienst- of product aanbieden, voorstellen en/of verstrekken waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het voor hem niet adequaat is. § 3. Bankdienstverleners zien er ook op toe dat alle nuttige informatie over de aangeboden, voorgestelde en/of verrichte bankdiensten of -producten ter beschikking wordt gesteld van de cliënt, zodat hij zich een correct beeld kan vormen van de reikwijdte van zijn verbintenissen, van de kosten en lasten, en van de bijbehorende risico's. § 4. Bankdienstverleners zien erop toe dat zij de potentiële winst niet vals of misleidend voorstellen, of de aandacht van de cliënt hoofdzakelijk op die winst vestigen zonder de risico's op soortgelijke wijze voor te stellen. HOOFDSTUK 2. - Bijkomende regels die gelden voor de verantwoordelijke leidinggevenden

Art. 6.Naast de naleving van de in de artikelen 3 tot en met 5 bedoelde regels, conformeren verantwoordelijke leidinggevenden zich ook permanent aan de door de artikelen 7 en 8 voorgeschreven regels.

Art. 7.§ 1. Verantwoordelijke leidinggevenden bevorderen en stimuleren de naleving van het op de bankactiviteiten en -diensten toepasselijke wettelijke en reglementaire kader, van de individuele gedragsregels, alsook van de interne regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van dat kader en van die regels bij de bankdienstverleners voor wie zij de facto verantwoordelijk zijn. § 2. Verantwoordelijke leidinggevenden zetten voornoemde bankdienstverleners er niet toe aan zich op een manier te gedragen die zou kunnen indruisen tegen het kader, de regels of de interne procedures als bedoeld in paragraaf 1. § 3. Verantwoordelijke leidinggevenden zorgen er met name voor dat de voornoemde bankdienstverleners op de hoogte worden gehouden over het kader, de regels en de interne procedures als bedoeld in paragraaf 1, over de eventuele wijzigingen die erin worden aangebracht, alsook over alle voor hun activiteiten relevante communicatie met de betrokken toezichthouders.

Art. 8.§ 1. Verantwoordelijke leidinggevenden oefenen een redelijke controle uit op de handelingen van de bankdienstverleners voor wie zij de facto verantwoordelijk zijn, en met name op de naleving, door de bankdienstverleners, van het op de bankactiviteiten en -diensten toepasselijke wettelijke en reglementaire kader, de individuele gedragsregels, alsook de interne regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van dat kader en van die regels. § 2. Verantwoordelijke leidinggevenden nemen alle redelijke en passende maatregelen om een einde te stellen aan elke praktijk die een inbreuk zou kunnen vormen op het kader, de regels of de interne procedures als bedoeld in paragraaf 1, die zij zouden vaststellen in hoofde van de bankdienstverleners voor wie zij de facto verantwoordelijk zijn. HOOFDSTUK 3. - Bijkomende regels die gelden voor de personen bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten

Art. 9.Naast de naleving van de in de artikelen 3 tot en met 5 bedoelde regels, en, in voorkomend geval, de in de artikelen 7 en 8 bedoelde regels, conformeren de personen bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten zich ook permanent aan de door artikel 10 voorgeschreven regels.

Art. 10.§ 1. De personen als bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten zetten de bankdienstverleners van hun geviseerde entiteit er, via hun resultaatsverwachtingen of enige andere gedragingen of praktijken, niet toe aan zich op een manier te gedragen die zou kunnen indruisen tegen het op de bankactiviteiten en -diensten toepasselijke wettelijke en reglementaire kader, de individuele gedragsregels, alsook de interne regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van dat kader en van die regels. § 2. De personen als bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 02/05/2019 numac 2019041038 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten nemen alle redelijke en passende maatregelen om een einde te stellen aan elke praktijk die een inbreuk zou kunnen vormen op het kader, de regels of de interne procedures als bedoeld in paragraaf 1, die zij zouden vaststellen in hoofde van de bankdienstverleners van hun geviseerde entiteit.

TITEL III. - INWERKINGTREDING EN SLOTBEPALING

Gegeven te Brussel, 28 januari 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

Titel van het document:	Koninklijk besluit tot bepaling van de inhoud van de individuele gedragsregels als bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 22 april 2019 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector
Url van de betrokken pagina:	https://etaamb.openjustice.be/nl/koninklijk-besluit-van-28-januari-2024_n2024000834.html
Te verwijderen woorden:
E-mail adres:*
Opmerkingen:*
* Optionele velden

Koninklijk besluit tot bepaling van de inhoud van de individuele gedragsregels als bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 22 april 2019 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector

Zijn uw gegevens weergegeven op deze pagina?