gepubliceerd op 04 april 2003
Koninklijk besluit van 27 maart 2003 houdende invoering van een elektronisch systeem
27 MAART 2003. - Koninklijk besluit van 27 maart 2003 houdende invoering van een elektronisch systeem
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij zijne Majesteit ter ondertekening wensen voor te leggen, kadert in de vastgelegde doelstellingen inzake E-government teneinde te komen tot een vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten ten gunste van de burgers en ondernemingen.
Toepassing wordt gemaakt van artikel 409 van de programmawet van 24 december 2002 dat uwe Majesteit toelaat om, bij in Ministerraad overlegd besluit, van kracht zijnde wettelijke bepalingen in te trekken, aan te vullen, te wijzigen of te vervangen, om bij de uitvoering van bepaalde administratieve formaliteiten elektronisch verkeer tussen enerzijds de burgers en de ondernemingen, en anderzijds de publieke overheden mogelijk te maken.
In dit geval betreft het de formaliteit opgelegd aan de aan personenbelasting onderworpen belastingplichtigen om jaarlijks binnen de voorgeschreven vorm en termijn een aangifte in te dienen bij de Federale Overheidsdienst Financiën teneinde hun persoonlijke bijdrage aan de overheidsuitgaven te bepalen.
Nu moet deze aangifte door de belastingplichtigen verplicht op papier worden overgemaakt, hetgeen ongemakken met zich kan brengen die verband houden met risico's op schrijffouten alsook met de verplichting om hun aangifte op de post te doen of bij de bevoegde belastingdienst af te geven.
Sinds het aanslagjaar 2002 werd een eerste stap in de richting van een toenemend gebruik van moderne communicatiemiddelen gezet in het kader van het project « Finform » waarbij de burger het formulier van de aangifte in de personenbelasting via internet ter beschikking wordt gesteld.
Dit formulier kan bij de belastingplichtige worden gedownload en ingevuld met behulp van verscheidene hulpprogramma's om vergissingen of nalatigheden te voorkomen en afgedrukt worden. Deze afdrukken, gevoegd bij het klassiek aangifteformulier en verzonden aan de bevoegde belastingdienst, maken een geldige aangifte in de personenbelasting uit.
De gebruiksvoorwaarden van het systeem « Finform » worden jaarlijks bepaald in de koninklijke besluiten die respectievelijk het model van deel 1 en deel 2 van het aangifteformulier in de personenbelasting vaststellen.
Het voorliggend ontwerp is opnieuw een stap vooruit omdat het de belastingplichtige de keuze laat om, naast de traditionele aangifte op papier en de aangifte gedaan volgens het systeem « Finform », zijn aangifte volledig elektronisch volgens een beveiligde procedure aan de Federale Overheidsdienst Financiën over te maken.
De toegang tot het systeem van de elektronische aangifte zal van de kant van de burger wel een voorafgaande registratie aan de hand van geïndividualiseerde vragen vereisen teneinde nauwkeurig zijn identiteit te waarborgen. Verder zal de belastingplichtige zich bij elk gebruik van het systeem van elektronische aangifte moeten waarmerken op basis van een lijst geheime codes die hem voorafgaand per post worden toegezonden en waarvan één ervan specifiek vereist is tijdens de aanvraag tot verbinding. Ingeval van gemeenschappelijke aangifte moet door de echtgeno(o)t(e) van de belastingplichtige ook een afzonderlijke procedure van registratie en aanmelding gevolgd worden.
Er wordt opgemerkt dat deze procedure van waarmerking voorlopig is en dat zij zal worden vervangen door de elektronische identiteitskaart vanaf het moment dat deze voor alle burgers beschikbaar is.
De burger die op die wijze geregistreerd en gewaarmerkt is, zal dan ook de mogelijkheid hebben om zijn aangifte on-line in te vullen en te verzenden, hierbij genietend van uitgewerkte bijstand indien bij het invullen van de rubrieken van de aangifte vergissingen of nalatigheden zijn vastgesteld. Op basis van de gegevens in zijn aangifte zal hem on-line ook een simulatie van de berekening van het bedrag van de belasting worden aangeboden.
Eens de overmaking gebeurd is, zal de belastingplichtige van de Federale Overheidsdienst Financiën een gedateerde bevestiging van de neerlegging van zijn aangifte ontvangen die hij als bewijs op zijn computer zal kunnen bewaren, maar die hij ook zal kunnen consulteren bij elke nieuwe verbinding.
Behalve het aangewende systeem van registratie en waarmerking, zal de vertrouwelijkheid worden verzekerd via diverse wijzen van bescherming van de gebruikte verbindingen en de gegevensbank binnen de FOD Financiën. Op die manier is de bescherming van het privé-leven van de burger gewaarborgd in de zin dat enkel hijzelf en ook de ambtenaren van de FOD Financiën toegang zullen hebben tot de gegevens van de zijn aangifte.
Voor aanslagjaar 2003 zal enkel deel 1 van de aangifte personenbelasting volgens het systeem van de elektronische aangifte beschikbaar zijn. De bedrijfsleiders en de zelfstandigen, die verplicht zijn om deel 2 van de aangifte in te vullen, zullen hiervan tijdelijk nog geen gebruik kunnen maken. De elektronische aangifte wordt gedaan ten persoonlijke titel en kan momenteel dus niet worden uitgevoerd door een tussenpersoon of mandataris.
Op korte termijn zal een elektronische aangifte ook worden voorzien voor andere soorten aangiftes, zoals de aangifte in de vennootschapsbelasting.
Overeenkomstig het laatste lid van artikel 409 van de programmawet van 24 december 2002, moet dit artikel worden bekrachtigd door een wet uiterlijk op de eerste dag van de twaalfde maand die volgt op zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad .
Commentaar op de artikelen Artikel 1 Zoals zonet uiteengezet vormt de invoeging van een nieuw artikel 307bis in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 de wettelijke bekrachtiging van de keuze die de belastingplichtige wordt geboden om zijn aangifte op papier of langs elektronische weg in te dienen.
In dit opzicht verwoordt de eerste paragraaf van het nieuwe artikel 307bis het principe dat een met respect voor de specifieke gebruikersinstructies ingevulde en verstuurde elektronische aangifte dezelfde juridische uitwerking heeft als een juist bevonden gedateerde en ondertekende aangifte die via de traditionele papieren weg wordt verricht.
In feite gaat het om niet meer dan een simpel alternatief dat de belastingplichtige wordt aangereikt en dat niet meer voordelen of nadelen heeft dan deze die verbonden zijn aan de gebruikte verzendingswijze.
Met diezelfde bekommernis om een elektronische aangifte volledig gelijk te stellen met een traditionele papieren aangifte wil paragraaf 2 van het nieuwe artikel 307bis garanderen dat alle bepalingen in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, die betrekking hebben op de aangifte of naar de aangifte verwijzen, daadwerkelijk toegepast kunnen worden op de elektronische aangifte, met uitzondering van deze waarvan de aard zelf inhoudt dat zij slechts kunnen toegepast worden op de « papieren » aangifte. Als voorbeeld van dergelijke bepaling kan artikel 307, § 1, eerste lid, WIB92, aangehaald worden dat voorziet dat : « De aangifte wordt gedaan op een formulier, waarvan het model door de Koning wordt vastgesteld en dat wordt uitgereikt door de dienst die daartoe door de directeur-generaal van de directe belastingen werd aangewezen. » Artikel 2 De datum van inwerkingtreding van voorliggend besluit stemt overeen met het ogenblik waarop het systeem van elektronische aangifte daadwerkelijk operationeel zal zijn. Het zal dus kunnen gebruikt worden met het oog op de verzending van de aangifte personenbelasting voor het aanslagjaar 2003.
Het advies van de Raad van State werd gegeven op 21 maart 2003. Er werd rekening gehouden met dit advies in die mate dat de tweede paragraaf van artikel 307bis nieuw werd geherformuleerd teneinde de draagwijdte te bepalen van de afwijkingen die er in worden beoogt.
Het is daarentegen niet opportuun gebleken de beschikking van artikel 307bis nieuw aan te vullen met de vermelding van de gebruiksregels eigen aan de elektronische aangifte ten einde te beantwoorden aan de wens van de Raad van State om de rechtszekerheid te vrijwaren. Deze wordt inderdaad voldoende verzekerd door de wettelijke gelijkstelling van de elektronische aangifte met de « papieren » aangifte evenals door de principiële toepassing voor de elektronische aangifte van alle bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die betrekking hebben op of melding maken van de aangifte.
Men kan ook onderstrepen dat de gebruiksregels eigen aan de « papieren » aangifte evenmin het voorwerp van specifieke wetsbepalingen uitmaken.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS
ADVIES 35.107/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 18 maart 2003 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot invoering van een systeem van elektonische aangifte", heeft op 21 maart 2003 het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.
De motivering in de brief luidt als volgt : « L'urgence est motivée par les considérations suivantes : - la réalisation progressive de l'E-Government doit permettre à certaines catégories de contribuables de transmettre d'ores et déjà leur déclaration en matière d'impôt des personnes physiques de manière électronique; - cette faculté doit être mise à leur disposition à partir de l'exercice d'imposition 2003; - il convient dès lors de mettre rapidement les contribuables en état d'opérer leur choix entre la transmission de leur déclaration à l'impôt des personnes physiques par la voie papier ou par la voie électronique et de leur annoncer au plus tôt cette possibilité par, l'intermédiaire de la brochure jointe à la déclaration IPP dont l'impression ne peut prendre du retard car elle conditionne l'envoi même des déclarations IPP. » De Raad van State, afdeling Wetgeving, beperkt zich, overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoordineerde wetten op de Raad van State, tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan.
Gelet op de zeer korte termijn die de Raad van State is toegemeten en op het grote aantal zaken dat hem met verzoek om spoedbehandeling is voorgelegd, beperkt hij zich tot het maken van de volgende opmerkingen.
Rechtsgrond Op grond van het verslag aan de Koning kan men zich een relatief duidelijk idee vormen van de strekking van het ontwerpbesluit, alsmede over de wijze waarop het zal worden toegepast.
Uit dit verslag blijkt evenwel ook duidelijk dat het ontworpen dispositief onvolledig is, zodat de "afwijkingen" waarvan sprake is in het ontworpen artikel 307bis , § 2, van het WIB, op grond van de ontworpen paragraaf 1 niet kunnen worden bepaald.
Het ontworpen artikel 307bis van het WIB moet worden aangevuld om het op zichzelf bevattelijker te maken en een minimum aan rechtszekerheid tot stand te brengen, inzonderheid op het stuk van het bewijs (ondertekening, datum, regeling voor de bijlagen, inzonderheid als ze een wezenlijk onderdeel van de aangifte vormen).
Overigens is de verwijzing in het Wetboek van de inkomstenbelastingen naar de in de elektronische aangifte "voorkomende aanduidingen", door de beknopte aard ervan, in rechte niet aanvaardbaar : krachtens artikel 409 van de programmawet van 24 december 2002 staat het aan de Koning om die aangelegenheid te regelen, onder voorrecht van de bekrachtiging bij wet waarin datzelfde artikel voorziet.
Voorafgaande vormvereisten Aangezien het ontwerp, overeenkomstig het voormelde artikel 409, vastgesteld is na overleg in de Ministerraad, moet het vijfde lid van de aanhef vervallen en het voordrachtformulier vervangen worden door de volgende formule : « Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, ».
De kamer was samengesteld uit : de heren : Y. Kreins, kamervoorzitter;
J. Jaumotte, M. Baguet, staatsraden;
Mevr. A.-C. Van Geersdaele, toegevoegd griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Jaumotte.
De greffier, A.-C. Van Geersdaele.
De voorzitter, Y. Kreins.
27 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot invoering van een systeem van elektronische aangifte ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 24 december 2002, inzonderheid op artikel 409;
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3bis , § 1, ingevoegd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 13 maart 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : - dat de voortschrijdende uitvoering van E-Government aan zekere categorieën van belastingplichtigen moet toelaten vanaf nu hun aangifte inzake de personenbelasting langs elektronische weg in te dienen; - dat deze mogelijkheid tot hun beschikking moet staan vanaf het aanslagjaar 2003; - dat het bijgevolg past om de belastingplichtigen vlug in staat te stellen hun keuze te maken tussen de overzending van hun aangifte in de personenbelasting langs papieren weg of langs elektronische; - dat het besluit dus bij hoogdringendheid moet worden getroffen;
Gelet op het advies 35.107/2 van de Raad van State, gegeven op 21 maart 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een artikel 307bis , wordt ingevoegd in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, luidende : « Art. 307bis . § 1. De elektronische aangifte, door de Federale Overheidsdienst Financiën ter beschikking gesteld, die werd ingevuld en overgezonden overeenkomstig de daarin voorkomende aanduidingen, wordt gelijkgesteld met een gewaarmerkte, gedagtekende en ondertekende aangifte bedoeld in artikel 307, § 2. § 2. De bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voorzover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 22 mei 2003.
Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS