Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 april 2007
gepubliceerd op 18 juni 2007

Koninklijk besluit tot invoering van een aanvulling op de kinderbijslag voor bepaalde éénoudergezinnen in de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007022754
pub.
18/06/2007
prom.
27/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/27/2007022754/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot invoering van een aanvulling op de kinderbijslag voor bepaalde éénoudergezinnen in de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 maart 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 maart 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 maart 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 maart 2007;

Gelet op het advies nr. 42.641/1 van de Raad van State, gegeven op 3 april 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de door dit besluit beoogde maatregel vanaf de maand mei 2007 toepasbaar is;

Overwegende dat de Ministerraad in een eerste lezing het voorontwerp van wet heeft goedgekeurd dat een verhoging van 17,41 e uro per maand van de maandelijkse kinderbijslag voorziet voor elk kind, dat opgroeit in een éénoudergezin dat aan de opgelegde voorwaarden voldoet;

Overwegende dat het een sociale maatregel betreft, bedoeld om de meest kwetsbare éénoudergezinnen wat meer financiële armslag te geven;

Overwegende dat de bevoegde instellingen voor de betaling van de gezinsbijslagen tijdig van de bepalingen van dit besluit moeten verwittigd zijn, namelijk om hun informatica-programma's in de mogelijkheid te stellen een correcte uitvoering ervan te verzekeren;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Middenstand, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen wordt een artikel 17ter ingevoegd, luidende als volgt : «

Art. 17ter.§ 1. Wanneer de rechthebbende een recht opent op de maandelijkse kinderbijslag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, wordt er een aanvulling op de kinderbijslag van 17,41 EUR toegekend, voor zover de volgende voorwaarden tegelijk vervuld zijn : - de bijslagtrekkende vormt geen feitelijk gezin in de zin van artikel 8, § 2, en is niet gehuwd, behalve indien het huwelijk is uitgemond in een feitelijke scheiding. De feitelijke scheiding moet bewezen worden door het feit dat de betrokken personen een aparte hoofdverblijfplaats hebben, overeenkomstig artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot invoering van een rijksregister voor natuurlijke personen. Er wordt een uitzondering gemaakt voor gevallen waarin uit andere officiële documenten blijkt dat de feitelijke scheiding heeft plaatsgehad, hoewel dit niet of niet meer overeenstemt met de verkregen inlichtingen uit het voormelde rijksregister; - de bijslagtrekkende geniet geen beroepsinkomen en/of vervangingsinkomen dat meer bedraagt dan het maximum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering voor de werknemer met personen ten laste, dat wordt bepaald in artikel 213, derde lid, eerste zin, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, vermenigvuldigd met 27.

De inkomsten, die in aanmerking worden genomen, zijn de inkomsten die door Ons zijn vastgelegd in het kader van de omschrijving van de hoedanigheid als rechthebbende met personen ten laste; - daarentegen mag de rechthebbende geen recht openen op een aanvullende bijslag, bedoeld in artikel 17, tweede lid, 17bis of 19, § 1. § 2. Het in artikel 17, tweede lid bedoelde bedrag van 192,81 EUR wordt echter vervangen door het bedrag van 206,43 EUR indien het aan een bijslagtrekkende bedoeld in § 1 is verschuldigd. § 3. De bijslag van 3,79 EUR bedoeld in artikel 17bis, § 1, 3° wordt evenwel gebracht op 17,41 EUR indien hij aan een bijslagtrekkende bedoeld in § 1 is verschuldigd. »

Art. 2.De aanvulling op de kinderbijslag van 17,41 EUR wordt eveneens toegekend indien hij verschuldigd is aan een bijslagtrekkende, bedoeld in artikel 17ter ten gunste van een rechtgevend kind overeenkomstig artikel 26, § 2, 2°, van het voormeld koninklijk besluit van 8 april 1976. Deze aanvullende bijslag wordt geïndexeerd met toepassing van artikel 23 van hetzelfde besluit.

Art. 3.Artikel 19, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 december 1996, wordt aangevuld als volgt : « Het bedrag « 192,81 EUR », verschuldigd aan een bijslagtrekkende bedoeld in artikel 17ter, wordt echter vervangen door het bedrag « 206,43 EUR ». »

Art. 4.In artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het volgende lid wordt toegevoegd tussen het eerste lid en het tweede lid : « Indien de bijslagtrekkende de in artikel 17ter bedoelde voorwaarden vervult, worden de bedragen « 68,42 EUR », « 126,60 EUR » en « 189,02 EUR » verhoogd met een aanvulling van 17,41 EUR.»; 2° het volgende lid wordt toegevoegd tussen het derde lid en het vierde lid : « Indien de bijslagtrekkende de voorwaarden van artikel 17ter vervult, wordt het bedrag « 192,81 EUR » bedoeld in het vorig lid opgetrokken naar « 206,43 EUR ».»

Art. 5.In artikel 24, § 2, van het voormeld koninklijk besluit van 8 april 1976 wordt tussen het eerste en tweede lid het volgende lid ingevoegd : « Bij afwijking van het eerste lid, wordt de kinderbijslag toegekend vanaf de eerste dag van de maand in de loop waarvan er een indexering of een invoering van een nieuw voordeel plaatsheeft. »

Art. 6.In artikel 36, § 1 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd : « De aanvulling op de kinderbijslag bedoeld in artikel 17ter wordt samen met de maandelijkse kinderbijslag uitgekeerd. »

Art. 7.In het opschrift van het koninklijk besluit van 19 juli 2005 tot uitvoering van de artikelen 17, 17bis, 19 en 20, § 1, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen worden de woorden « van de artikelen 17, 17bis, 19 en 20, § 1, » vervangen door de woorden « van de artikelen 17, 17bis, 17ter, 19 en 20, § 1. »

Art. 8.In artikel 1, eerste lid, van het voormelde koninklijk besluit van 19 juli 2005 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 april 2007 worden de woorden « Voor de toepassing van de artikelen 17, 17bis, 19 en 20, § 1, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 » vervangen door de woorden « Voor de toepassing van de artikelen 17, 17bis, 17ter, 19 en 20, § 1, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 ».

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2007.

Art. 10.Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^