Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2006
gepubliceerd op 27 juli 2006

Koninklijk besluit tot invoering van een aanvulling op de kinderbijslag in de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006022702
pub.
27/07/2006
prom.
20/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/20/2006022702/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot invoering van een aanvulling op de kinderbijslag in de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 maart 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 juli 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 20 juli 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat dit besluit tot doel heeft de gezinnen vanaf de maand augustus 2006 een aanvullende kinderbijslag toe te kennen bestemd voor het ondersteunen en stimuleren van hun koopkracht in een periode van het jaar waarin de specifieke kosten voor de zorg en de scholing van kinderen zich opstapelen;

Overwegende dat dit besluit, dat de bedragen en de uitbetalingswijze van de aanvulling op de kinderbijslag vaststelt, zo snel mogelijk moet worden genomen opdat de instellingen bevoegd voor de uitbetaling van deze aanvulling op de kinderbijslag in staat zijn tijdig de nodige praktische maatregelen te nemen om de uitbetaling tijdig te kunnen verzekeren, wat onder andere een redelijke termijn vergt voor de aanpassing van hun informatica- en boekhoudkundige programma's;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Middenstand, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen wordt een artikel 21bis ingevoegd, luidende als volgt : «

Art. 21bis.Voor het jaar 2006 wordt een aanvulling op de kinderbijslag toegekend voor de maand juli 2006 ten voordele van de kinderen die in 2006 minstens 6 jaar en hoogstens 17 jaar oud zijn.

Het bedrag van deze aanvulling bedraagt : 1. 44,40 EUR voor een kind dat minstens 6 jaar en hoogstens 11 jaar wordt in het jaar 2006;2. 62,16 EUR voor een kind dat minstens 12 jaar en hoogstens 17 jaar wordt in het jaar 2006.»

Art. 2.Artikel 36, § 1, van het voormeld koninklijk besluit van 8 april 1976, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 januari 1977, wordt aangevuld met de volgende leden : « De aanvulling op de kinderbijslag bedoeld in artikel 21bis wordt uitbetaald in de loop van de maand augustus 2006. Echter, voor het kind dat 6 jaar wordt tussen 1 augustus en 31 december 2006, wordt de aanvulling uitbetaald in de loop van de maand waarin het kind 6 jaar oud wordt.

De kinderbijslag en de aanvulling op de kinderbijslag bedoeld in artikel 21bis worden afzonderlijk betaald. »

Art. 3.Artikel 36, § 2, van het voormeld koninklijk besluit van 8 april 1976, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 1985, wordt aangevuld met het volgende lid : « De uitbetaling van de aanvulling op de kinderbijslag bedoeld in artikel 21bis wordt geschorst tot op het ogenblik dat de rechthebbende, overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 38, voldaan heeft aan zijn verplichtingen met betrekking tot het tweede en derde kwartaal voorafgaand aan dat waarin de aanvulling overeenkomstig de eerste paragraaf moet worden uitbetaald. »

Art. 4.In artikel 37, eerste lid, 1°, van het voormeld koninklijk besluit van 8 april 1976, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2000, worden de woorden « in de artikelen 20, § 2, en 21 » vervangen door de woorden « in de artikelen 20, § 2, 21 en 21bis ».

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2006.

Art. 6.Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^