gepubliceerd op 18 april 2007
Koninklijk besluit tot invoering van een aanvulling op de kinderbijslag in de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen
16 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot invoering van een aanvulling op de kinderbijslag in de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 maart 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen, inzonderheid op artikel 1, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 augustus 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 november 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 november 2006;
Gelet op het advies nr. 41.872/1 van de Raad van State, gegeven op 27 december 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Middenstand, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen wordt een artikel 21ter ingevoegd, luidende : «
Art. 21ter.Voor het jaar 2007 worden de bedragen opgenomen in de artikelen 17, 18, 19 en 20, § 1 verhoogd met een jaarlijkse bijslag van : 1° 44,40 EUR voor een kind dat minstens 5 jaar oud is op 31 december van het burgerlijk jaar dat voorafgaat aan dat in de loop waarvan deze jaarlijkse bijslag verschuldigd is en op deze datum nog niet de leeftijd heeft bereikt van 11 jaar;2° 62,16 EUR voor een kind dat minstens 11 jaar oud is op 31 december van het burgerlijk jaar dat voorafgaat aan dat in de loop waarvan deze jaarlijkse bijslag verschuldigd is en op deze datum nog niet de leeftijd heeft bereikt van 17 jaar.»
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 21quater ingevoegd, luidende als volgt : «
Art. 21quater.Vanaf het jaar 2008 worden de bedragen opgenomen in de artikelen 17, 18, 19 en 20, § 1 verhoogd met een jaarlijkse bijslag van 62,16 EUR voor een kind dat minstens 11 jaar oud is op 31 december van het burgerlijk jaar dat voorafgaat aan dat in de loop waarvan deze jaarlijkse bijslag verschuldigd is en op deze datum nog niet de leeftijd heeft bereikt van 17 jaar.
Uiterlijk op 1 januari 2008, voor wat het kind beoogd in artikel 1 1° betreft, mag er door ons beslist worden dat ofwel de aanvulling voor dat kind ook toegekend zal worden na 2007, ofwel dat een andere aanvulling bestemd voor dezelfde of een andere categorie van rechtgevende kinderen toegekend zal worden na 2007. De budgettaire impact moet in beide gevallen identiek zijn. »
Art. 3.In artikel 36 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, tweede lid wordt vervangen als volgt : « De aanvulling op de kinderbijslag, bedoeld in artikel 21bis, en de jaarlijkse bijslagen, bedoeld in de artikelen 21ter en 21quater, worden toegekend bij de kinderbijslag die betrekking heeft op de maand juli en worden uitbetaald in de loop van de maand augustus.Echter, voor wat het jaar 2006 betreft, wordt de aanvulling op de kinderbijslag bedoeld in artikel 21bis, voor het kind dat 6 jaar wordt tussen 1 augustus en 31 december 2006, slechts uitbetaald in de loop van de maand waarin het kind effectief 6 jaar oud wordt. »; 2° § 1, derde lid wordt vervangen als volgt : « De kinderbijslag, de aanvulling op de kinderbijslag bedoeld in artikel 21bis en de jaarlijkse bijslagen bedoeld in de artikelen 21ter en 21quater worden afzonderlijk betaald.»; 3° § 2, tweede lid wordt vervangen als volgt : « De uitbetaling van de aanvulling op de kinderbijslag, bedoeld in artikel 21bis, en de uitbetaling van de jaarlijkse bijslagen, bedoeld in de artikelen 21ter en 21quater, worden geschorst tot op het ogenblik dat de rechthebbende, overeenkomstig het koninklijk besluit nr.38, voldaan heeft aan zijn verplichtingen met betrekking tot het tweede en derde kwartaal voorafgaand aan dat waarin overeenkomstig het tweede lid van de eerste paragraaf de aanvulling en de bijslagen moeten worden uitbetaald. »
Art. 4.In artikel 37, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006, worden de woorden « in de artikelen 20, § 2, 21 en 21bis » vervangen door de woorden « in de artikelen 20, § 2, 21, 21bis, 21ter en 21quater ».
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007.
Art. 6.Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE