gepubliceerd op 18 december 1999
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 1999-2000 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling
25 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 1999-2000 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende oprichting van een Fonds voor de bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven van risicogroepen en bedienden in de scheikundige nijverheid, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 12 mei 1992 en 10 juni 1998;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 september 1991, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 betreffende de syndicale vorming, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het sectorieel akkoord 1995-1996, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 31 mei 1994 en 7 augustus 1995, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 31 mei 1994 en 9 juli 1998, inzonderheid op artikel 17bis;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumbarema, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 september 1994;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het sectorieel akkoord 1995-1996, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995 betreffende het sectorieel akkoord 1995-1996, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 7 augustus 1995 en 5 juli 1998, inzonderheid op artikel 12;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 1999-2000 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 november 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Koninklijk besluit van 13 september 1991, Belgisch Staatsblad van 15 november 1991.
Koninklijk besluit van 12 mei 1992, Belgisch Staatsblad van 8 juli 1992.
Koninklijk besluit van 31 mei 1994, Belgisch Staatsblad van 15 juli 1994.
Koninklijk besluit van 31 mei 1994, Belgisch Staatsblad van 20 juli 1994.
Koninklijk besluit van 15 september 1994, Belgisch Staatsblad van 24 november 1994.
Koninklijk besluit van 7 augustus 1995, Belgisch Staatsblad van 6 oktober 1995.
Koninklijk besluit van 10 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 21 juli 1998.
Koninklijk besluit van 5 juli 1998, Belgisch Staatsblad van 13 augustus 1998.
Koninklijk besluit van 9 juli 1998, Belgisch Staatsblad van 13 augustus 1998.
Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 maart 1999 Nationaal akkoord 1999-2000 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 20 april 1999 onder het nummer 50.551/COF/207) Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de functieklassificatie van 1947 en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, met uitzondering van artikel 7, dat van toepassing is op de handelsvertegenwoordigers.
Duur
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van twee jaar, van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000.
Basisafspraken voor het sociaal overleg op ondernemingsvlak
Art. 3.De sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid onderschrijven ten volle de basisafspraken opgenomen in het interprofessioneel akkoord 1999-2000.
Zij vragen ondubbelzinnig aan de onderhandelaars op ondernemingsvlak om de aanbevelingen van het interprofessioneel akkoord, inzake loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling zoals omkaderd en geconcretiseerd in de onderhavige sectorale collectieve arbeidsovereenkomst concreet gestalte te geven in hun collectieve arbeidsovereenkomsten.
De sociale gesprekspartners en de onderhandelaars op ondernemingsvlak zullen, meer bepaald voor hogervermelde elementen, in dezelfde geest als tijdens de onderhandelingen voor de akkoorden gesloten in 1997-1998 de bepalingen naleven van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.
Maatregelen inzake tewerkstelling/vorming
Art. 4.§ 1. In uitvoering van de basisafspraken inzake tewerkstelling/vorming zoals bepaald in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de ondernemingen met een syndicale afvaardiging uitgenodigd om de inspanning inzake tewerkstelling/vorming in te vullen in hun collectieve arbeidsovereenkomsten met concrete maatregelen. Hiertoe kan geput worden uit volgend niet-beperkend menu : 1° het recht om deeltijds te werken met verhoudingsgewijs behoud van inkomen.Dit recht is beperkt tot 3 pct. van het bediendenbestand en kan niet door meer dan 10 pct. van het bediendenbestand van een divisie, een afdeling of een dienst uitgeoefend worden; het recht dient toepasbaar te zijn voor minimum één bediende in de onderneming; 2° in het raam van het wettelijk recht op loopbaanonderbreking ten belope van 3 pct.van het personeelsbestand wordt bijzondere aandacht gegeven aan deeltijdse loopbaanonderbreking voor de bedienden ouder dan 50 jaar en aan volledige loopbaanonderbreking; 3° het op halftijds brugpensioen stellen vanaf de leeftijd van 55 jaar;4° de invoering van alternatieve uurroosters met beperking van overuren;5° bijkomende inspanning inzake permanente vorming bovenop de wettelijke bijdrage van 0,10 pct.voor de risicogroepen.
De invoering van deze maatregelen mag geen verstoring van de arbeidsorganisatie met zich meebrengen en dient rekening te houden met de mogelijkheden tot vervanging.
Bedoelde ondernemingen die voor bijkomende tewerkstelling zorgen, kunnen collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten, waarbij men voorziet dat de aangroei van tewerkstelling wordt aanzien als de concrete invulling van de gevraagde engagementen in het interprofessioneel akkoord 1999-2000.
De ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomsten vermelden dat zij gesloten zijn in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000 en van dit nationaal akkoord. Zij worden voor neerlegging verzonden naar de griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Een afschrift van deze ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomsten wordt ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van dit nationaal akkoord van in kennis brengt. § 2. Voor de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging wordt de mogelijkheid geboden bij toetredingsakte de inspanning voor tewerkstelling en/of vorming in te vullen door zich te verbinden tot 2 of meer effectief toepasbare en controleerbare maatregelen van de vijf in §1 vermelde maatregelen van het menu.
De toetreding gebeurt door de betekening van een toetredingsakte, waarvan een model in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt toegevoegd.
Deze toetredingsakte dient door de werkgever aan elke bediende schriftelijk te worden meegedeeld. Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de bedienden waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven.
Deze toetredingsakte dient te vermelden dat zij opgemaakt is in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000 en van dit nationaal akkoord. Zij wordt - na de hierboven vermelde termijn van acht dagen en samen met het register - voor neerlegging verzonden naar de griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Een afschrift van deze toetredingsakte wordt ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van dit nationaal akkoord van in kennis brengt. § 3. Om de zes maanden zullen de ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst in beperkt comité tot een evaluatie overgaan van het effect ervan.
Minimumbarema
Art. 5.Vanaf 1 april 1999 wordt het minimumbarema, vastgelegd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumbarema (koninklijk besluit van 15 september 1994, Belgisch Staatsblad van 24 november 1994), dat van kracht is op 31 maart 1999, met 1 pct. verhoogd.
Vanaf 1 april 2000 wordt bedoeld minimumbarema, van kracht op 31 maart 2000, met 750 F verhoogd.
Het hierbovenvermeld minimumbarema volgt de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen volgens het stelsel dat van kracht is in de scheikundige nijverheid en komt overeen met het spilindexcijfer 102,33 (basis1996=100) Weddeverhogingen
Art. 6.De maandwedde, zoals bepaald op 31 december 1998, van de voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde bedienden van de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging, wordt uiterlijk per 1 januari 2000 verhoogd met 750 F bruto, onverminderd de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 1998.
Deze verhoging gebeurt in voorafname en/of na verrekening van alle andere, volgens bedrijfseigen modaliteiten, effectieve verhogingen van het loon en/of andere geldelijke of in geld waardeerbare toegekende nieuwe voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever.
Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun brutowaarde aan te rekenen op de verhoging bepaald door huidige overeenkomst.
Voor de deeltijds tewerkgestelde gebaremiseerde bedienden wordt de maandwedde pro rata hun arbeidsprestaties en onder dezelfde voorwaarden als de voltijdsen verhoogd.
Handelsvertegenwoordigers
Art. 7.§ 1. Eindejaarspremie Aangezien de functie van handelsvertegenwoordiger niet tot de functies behoort welke zijn opgenomen in de classificatie der functies waarvan sprake in artikel 1, wordt er voor de handelsvertegenwoordigers, zonder afbreuk te doen aan gunstiger regelingen op ondernemingsvlak, een specifieke regeling betreffende de eindejaarspremie voorzien : - voor het jaar 1999, en uiterlijk betaalbaar in januari 2000, wordt door de werkgever een eindejaarspremie toegekend gelijk aan 50 pct. van het tot 70.000 F bruto begrensde maandloon (vaste wedde vermeerderd met eventuele gemiddelde commissielonen) van december 1999; - vanaf het jaar 2000, en uiterlijk betaalbaar in januari 2001, wordt door de werkgever een eindejaarspremie toegekend gelijk aan 60 pct. van het tot 70.000 F bruto begrensde maandloon (vaste wedde vermeerderd met eventuele gemiddelde commissielonen) van december 2000.
Voor de handelsvertegenwoordiger, waarvan de wedde geheel of gedeeltelijk samengesteld is uit commissielonen, wordt de premie berekend op het maandgemiddelde van dit loon van de laatste 12 maanden.
Deze toekenning gebeurt in voorafname en/of na verrekening van alle andere, volgens bedrijfseigen modaliteiten, geldelijke of in geld waardeerbare toegekende voordelen, welke ook hun benaming weze, waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever De toekenningsmodaliteiten, afwijkingen, gelijkstellingen betreffende deze eindejaarspremie zijn voor het overige dezelfde als deze zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de eindejaarspremie van 25 juli 1997, van toepassing voor de gebaremiseerde bedienden, en meer bepaald zoals voorzien in artikel 2, artikelen 4 tot en met 8 en artikel 10 van hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst. De toekenningsmodaliteiten zullen in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegd worden. § 2. Minimumwedde Artikel 12, laatste alinea, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid betreffende het sectorieel akkoord 1995-1996 (K.B. 7 augustus 1995, Belgisch Staatsblad 6 oktober 1995), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1998 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995 betreffende het sectorieel akkoord 1995-1996 (K.B. 5 juli 1998, Belgisch Staatsblad 13 augustus 1998), betreffende het specifieke minimumloon voor handelsvertegenwoordigers wordt vervangen door volgende alinea : « Gedurende de proeftijd echter is de maandelijkse minimumwedde ingevolge voorgaande alinea's ten minste gelijk aan de hogervermelde schaalminima volgens leeftijd van categorie I. » Conventioneel brugpensioen
Art. 8.§ 1. Brugpensioen vanaf 58 jaar De collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 december 1998 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd. § 2. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan De collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 1998 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd met ongewijzigde toepassing van de erin vastgelegde modaliteiten.
Financiering van het voordeel aan de gesyndiceerde bedienden
Art. 9.Artikel 8, tweede lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 betreffende de syndicale vorming (K.B. 31 mei 1994, Belgisch Staatsblad 20 juli 1994), zoals gewijzigd door artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het sectorieel akkoord 1995-1996, wordt als volgt gewijzigd : « Met ingang van 1 januari 1999 zorgt deze financiële reserve bovendien voor de dekking van een gedeelte van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden onder de in artikel 1 bedoelde bedienden, ten belope van jaarlijks 57 miljoen F. ».
Externe syndicale opdrachten
Art. 10.Artikel 17bis, eerste en tweede lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen (K.B. 31 mei 1994, Belgisch Staatsblad 15 juli 1994), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993 houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen (K.B. 9 juli 1998, Belgisch Staatsblad 13 augustus 1998), wordt vervangen door hetgeen volgt : « In de ondernemingen waar een syndicale afvaardiging bestaat worden maximum 2 dagen, samengesteld in pool, per jaar per effectief mandaat bezoldigd, met het oog op externe syndicale opdrachten; deze dagen kunnen door de gewone en/of plaatsvervangende syndicale afgevaardigden benut worden, indien de noodzakelijkheid van de dienst het toelaat. » Fonds voor Vorming (0,10 pct. - risicogroepen)
Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het Fonds voor de bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven van risicogroepen en bedienden in de scheikundige nijverheid (K.B. 10 juni 1998, Belgisch Staatsblad 21 juli 1998), wordt verlengd voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met dien verstande dat voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000 de werkgeversbijdrage die aan het Fonds gestort wordt 0,10 pct. bedraagt van de weddemassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst van bedienden.
Overleg en sociale vrede
Art. 12.Met inachtneming van de sociale vrede en van de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze collectieve arbeidsovereenkomsten aan elkaars verwachtingen hebben voldaan. Zij is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1999.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Bijlage - Model van toetredingsakte overeenkomstig artikel 4, §2 van het nationaal akkoord gesloten op 8 maart 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid I Identiteit van de onderneming 1.1. Naam en voornaam of firmanaam................................................ 1.2. Woonplaats of sociale zetel straat....................................nr. ...... postnummer............. gemeente.................... 1.3 Zetel technische bedrijfseenheid (exploitatiezetel) straat . . . . . postnummer................... gemeente . . . . . 1.4. Telefoon................... Fax..................... 1.5. Identiteit van de ondertekenaar....................................................... functie . . . . . 1.6. Nr paritair comité . . . . . 1.7. Inschrijvingsnummer bij de RSZ : . . . . . 1.8. Aantal bij de RSZ aangegeven bedienden op 31 december 1998 : . . . . .
II. Toetredingsverklaring Deze toetredingsakte wordt onderschreven in uitvoering van artikel 4, § 2 van het nationaal akkoord 1999-2000 gesloten op 8 maart 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.
De ondergetekende werkgever verklaart voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000 toe te treden tot artikel 4, § 2 van het nationaal akkoord 1999-2000 gesloten op 8 maart 1999 in het Paritair Comité voor bedienden uit de scheikundige nijverheid. Hij treedt bijgevolg toe voor de bovenvermelde periode tot tenminste twee van de arbeidsherverdelende maatregelen voorzien in het voornoemd akkoord 1999-2000, die hierna opgesomd zijn : (1), (2) _ het recht om deeltijds te werken met verhoudingsgewijs behoud van inkomen. Dit recht is beperkt tot 3 pct. van het bediendenbestand en kan niet door meer dan 10 pct. van het bediendenbestand van een divisie, een afdeling of een dienst uitgeoefend worden; het recht is toepasbaar voor minimum één baremieke bediende in de onderneming; _ in het raam van het wettelijk recht op loopbaanonderbreking ten belope van 3 pct. van het personeelsbestand wordt bijzondere aandacht gegeven aan deeltijdse loopbaanonderbreking voor de bedienden ouder dan 50 jaar en aan volledige loopbaanonderbreking; het recht is toepasbaar voor minimum één baremieke bediende in de onderneming; _ het op halftijds brugpensioen stellen vanaf de leeftijd van 55 jaar; het recht is toepasbaar voor minimum één baremieke bediende in de onderneming; _ de invoering van alternatieve uurroosters met beperking van de overuren (3); _ bijkomende inspanning inzake permanente vorming bovenop de wettelijke bijdrage van 0,10 pct. voor de risicogroepen.
De invoering van deze maatregelen mag geen verstoring van de arbeidsorganisatie met zich meebrengen en dient rekening te houden met de mogelijkheden tot vervanging. (1) Aankruisen naast elke maatregel tot dewelke de werkgever toetreedt.(2) Indien de werkgever wenst supplementaire voorwaarden te voorzien voor de toepassing van de arbeidsherverdelende maatregelen waartoe hij toetreedt, dient hij deze te melden naast elke maatregel bij dewelke hij toetreedt.(3) Er dient in bijlage van deze toetredingsakte een beschrijving van de invulling van deze maatregel te worden verschaft. III Verbintenissen A. De ondertekenende werkgever bevestigt dat deze toetredingsakte aan elke bediende schriftelijk werd medegedeeld, gedurende 8 dagen ter raadpleging aan de bedienden werd voorgelegd en dat er hen gedurende voornoemde termijn van 8 dagen een register ter beschikking werd gesteld waarin zij hun opmerkingen mochten schrijven.
B. De werkgever engageert zich tot de naleving van deze toetredingsakte en tot de toepassing, overeenkomstig en voor de duur van het voornoemd nationaal akkoord 1999-2000, dit is van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000, van de maatregelen tot dewelke hij in punt II hierboven toegetreden is.
IV. Procedure Een exemplaar van deze toetredingsakte wordt, na de in punt II A hierbovenvermelde raadpleging, samen met het register vermeld in artikel 4, § 2 van de hogervermelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, voor neerlegging verzonden naar de griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Een afschrift van deze toetredingsakte wordt, samen met een afschrift van het voornoemd register, ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van in kennis brengt.
Eigenhandig te schrijven : « Ik bevestig op mijn eer dat deze verklaring getrouw, volledig en controleerbaar is" Opgemaakt te.........., op.................................. (ondertekening en identiteit van de ondertekenaar) Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1999.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX.