gepubliceerd op 10 november 2003
Koninklijk besluit betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid
24 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 april 1963 op het beheer van de instellingen van openbaar nut voor maatschappelijke zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 9, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 21, §§ 5 en 6;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 48, eerste lid;
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 47;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 21;
Gelet op de herstelwet van 31 juli 1984, inzonderheid op artikel 16, § 4, ingevoegd bij de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 oktober 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 oktober 2003;
Gelet op het protocol van 8 oktober 2003 van het Sectorcomité XX - Openbare Instellingen voor Sociale Zekerheid;
Gelet op dringendheid door het feit dat het koninklijk besluit van 13 maart 2003 betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal van de openbare instellingen voor sociale zekerheid vernietigd werd door het arrest nr. 122.881 van 16 september 2003 van de afdeling administratie van de Raad van State.
Gelet op het feit dat eruit voorvloeit dat de laureaten van de selectieproef die door dit besluit werd georganiseerd, bijgevolg niet benoemd kunnen worden, ondanks het feit dat ze definitief geslaagd zijn;
Gelet op het feit dat deze situatie onzekerheid creëert voor de huidige administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal inzake hun statuut;
Gelet op het feit dat belangrijk is, zowel in het belang van het goede beheer van de openbare instellingen voor sociale zekerheid als in het belang van de betrokken personen om zo snel mogelijk deze onzekerheid op te lossen.
Gelet op het advies 36.013/1 van de Raad van State, gegeven op 16 oktober 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en Pensioenen, Onze Minister van Budget, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Middenstand en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de openbare instellingen van sociale zekerheid bedoeld in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de wet van 12 december 1997.
Art. 2.§ 1. Er wordt een proef georganiseerd om na te gaan of de huidige houders van de graden van administrateur-generaal en van adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid over de algemene en bijzondere competenties beschikken die in het profiel van hun managementfunctie zijn vervat.
Dit profiel wordt opgesteld door het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale zekerheid.
Die proef, die wordt voorgesteld aan een commissie die wordt samengesteld zoals beschreven in artikel 3, heeft betrekking op de bestuursovereenkomst, het bestuursplan, de reeds geboekte resultaten, de meet- en oriënteringsinstrumenten en moet zorgen voor een evaluatie van de potentialiteiten die vereist zijn voor de vervulling van de managementfunctie. De proef leidt tot een gemotiveerde evaluatie met de vermelding « geschikt » of « niet-geschikt » van de commissie, die naar het beheerscomité van de instelling en de betrokkene wordt doorgestuurd. § 2. Indien de houder van de graad van administrateur-generaal « geschikt » wordt geacht, heeft de delegatie van het beheerscomité die de bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend, een onderhoud met de betrokkene.
Op basis van de gemotiveerde evaluatie en het resultaat van het onderhoud, formuleert het beheerscomité ten behoeve van de voogdijminister van de instelling een gemotiveerd voorstel om de betrokkene de managementfunctie gedurende zes jaar te laten uitoefenen.
Indien de houder van de graad van adjunct-administrateur-generaal « geschikt » wordt geacht, heeft de delegatie van het beheerscomité die de bestuursovereenkomst heeft ondertekend uit naam van de instelling een onderhoud met de betrokkene.
Op basis van de gemotiveerde evaluatie en van het resultaat van het onderhoud, formuleert het beheerscomité te behoeve van de voogdijminister van de instelling een gemotiveerd voorstel om de betrokkene de managementfunctie gedurende 6 jaar te laten uitoefenen.
De voogdijminister hoort de betrokkene.
Aan de geslaagde titularissen van de graad van administrateur-generaal of adjunct-administrateur-generaal wordt door Ons, bij in Ministerraad overlegd besluit, een managementfunctie toegekend, respectievelijk de managementfunctie van « administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal », voor een periode van zes jaar, op voorstel van de voogdijminister en van het betrokken beheerscomité.
Art. 3.De commissie wordt samengesteld door de gedelegeerd bestuurder van SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid. De profielen van de leden van de commissie worden vastgelegd in samenspraak met het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale zekerheid.
De Gedelegeerd bestuurder van SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, stuurt de samenstelling van de commissie door naar de Regeringsleden en het beheerscomité. Laatstgenoemden kunnen hem hun bezwaren binnen veertien kalenderdagen meedelen. SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, dient op de opmerkingen te antwoorden bij wijze van een gemotiveerde beslissing.
De commissie is samengesteld uit een meerderheid aan experten uit de sociale sector, de non-profit sector, het paritair beheer en, eventueel uit een expert die wordt gekozen om zijn bijzondere kennis inzake de materies die te maken hebben met specifieke aspecten van het functieprofiel. De commissie wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid. De voorzitters van de Franstalige en de Nederlandstalige commissie plegen overleg om de gelijke aanpak te waarborgen.
Art. 4.§ 1. Er wordt een proef georganiseerd om na te gaan of de huidige houders van de rangen 15 en 16 van de openbare instellingen van sociale zekerheid wiens functie in een managementfunctie van administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal wordt ingedeeld en die, op de datum van dit besluit, niet geschikt werden verklaard bij de selectie bedoeld in de artikelen 2 en 3, beschikken over de algemene en bijzondere competenties die in het profiel van de managementfunctie zijn vervat. Dit profiel wordt opgesteld door het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale zekerheid.
Die proef, die wordt voorgesteld aan een commissie die wordt samengesteld zoals beschreven in artikel 3 heeft betrekking op de bestuursovereenkomst, het bestuursplan, de reeds geboekte resultaten, de meet- en oriënteringsinstrumenten en moet zorgen voor een evaluatie van de potentialiteiten die vereist zijn voor de vervulling van de managementfunctie. De proef leidt tot een gemotiveerde evaluatie met de vermelding « geschikt » of « niet-geschikt » van de commissie, die naar het beheercomité van de instelling en de betrokkene wordt doorgestuurd. § 2. Indien de betrokkene « geschikt » wordt geacht, heeft de delegatie van het beheerscomité die de bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend, een onderhoud met de betrokkene.
Op basis van de gemotiveerde evaluatie en het resultaat van het onderhoud, formuleert het beheerscomité ten behoeve van de voogdijminister van de instelling een gemotiveerd voorstel om de betrokkene de managementfunctie gedurende 6 jaar te laten uitoefenen.
De voogdijminister hoort de betrokkene.
Aan de geslaagde titularissen wordt door Ons, bij in Ministerraad overleg besluit een managementfunctie toegekend voor een periode van zes jaar.
Indien de titularis niet is geslaagd, wordt de managementfunctie door het Beheerscomité vacant verklaard en wordt vervolgens een vergelijkende selectie georganiseerd.
Art. 5.De graden van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal worden in elke openbare instelling van sociale zekerheid afgeschaft vanaf het ogenblik waarop aan de betrokkene een managementfunctie is is toegekend.
Die houders behouden hun graad ten persoonlijke titel.
Zij behouden het voordeel van hun weddenschaal die gekoppeld is aan hun afgeschafte graad.
Art. 6.In het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende : «
Art. 2bis.Voor de houders van een managementfunctie van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal wordt het statuut bepaald door het koninklijk besluit van ... betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid ».
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 13 maart 2003.
Art. 8.Onze Minister van Werkgelegenheid en Pensioenen, van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid en Pensioenen, F. VANDENBROECKE De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. M. ARENA De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE