gepubliceerd op 29 juni 2020
Koninklijk besluit nr. 35 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19
24 JUNI 2020. - Koninklijk besluit nr. 35 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp dat u nu voorgelegd wordt, vormt een aanvulling op een ontwerp dat u reeds eerder heeft ondertekend, meer bepaald het koninklijk besluit nr. 10 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19. De context en de doelstellingen die in het verslag aan de Koning bij het betrokken besluit werden uiteengezet, blijven dan ook onverkort gelden.
Door de onverdroten inzet van velen heeft de COVID-19 crisis aan kracht ingeboet. Tegelijkertijd blijven de experten waarschuwen voor een tweede golf en wijzen ze erop dat de crisis maar echt kan worden bezweerd als een werkbaar vaccin wordt ontwikkeld.
De klinische toestand in de ziekenhuizen is momenteel stabiel en het aantal opgenomen COVID-19 patiënten neemt gestaag af. Echter, aan de ziekenhuizen wordt gevraagd om nog steeds buffercapaciteit vrij te houden voor een eventuele tweede golf. Bovendien heeft de epidemie nog steeds een grote impact op de normale dienstverlening van de ziekenhuizen door de vele extra veiligheidsmaatregelen.
Deze context houdt in dat ziekenhuizen tegelijkertijd met extra kosten en minder ontvangsten blijven geconfronteerd.
Dit ontwerp wil aan de liquiditeitsproblemen bij ziekenhuizen die voortvloeien uit de mindere dienstverlening en het behoud van een buffercapaciteit bij een heropflakkering van de epidemie, alsmede aan het risico van verhoging van deze problemen, tegemoet komen door enerzijds een nieuw voorschot (in twee schijven) in het vooruitzicht te stellen en anderzijds mogelijkheden te voorzien om de verrekening van het voorschot rechtstreeks aan de ziekenhuizen uit te betalen (dus zonder de gebruikelijke vertraging inherent aan het BFM).
In tegenstelling tot het eerste voorschot, worden de psychiatrische ziekenhuizen ook mee in het vizier genomen bij het tweede voorschot.
Intussen is duidelijk gebleken dat psychiatrische ziekenhuizen ook de impact hebben gevoeld van de epidemie. Bovendien valt te verwachten dat ze een belangrijke rol zullen spelen in de nazorg van de epidemie en de bijhorende quarantainemaatregelen.
Momenteel is het koffiedik kijken hoe lang de crisis nog zal aanslepen en wanneer en hoe erg de tweede epidemiegolf zal zijn. Daarom is gekozen voor het onmiddellijk uitbetalen aan de algemene en psychiatrische ziekenhuizen van een eerste schijf van in totaal 500 miljoen euro voorschot. Het uitbetalen van de tweede schijf van 500 miljoen euro voorschot zal gebeuren in de maand oktober 2020.
Er zal een monitoring van de financiële situatie van de ziekenhuizen opgestart worden zodat men er zich kan van verzekeren dat de voorziene mechanismen volstaan.
In voorkomend geval zal een nieuwe schijf moeten worden vrijgemaakt, meer bepaald als zich een nieuwe golf voordoet of als de activiteiten in de ziekenhuizen voor enige tijd geïmpacteerd blijven zodat de inkomsten van de ziekenhuizen onvoldoende zijn om al hun kosten of meerkosten te dekken. In dat geval zal een nieuwe schijf worden vrijgemaakt om thesaurieproblemen te vermijden en de financiële leefbaarheid van de sector te behouden.
Als dezelfde omstandigheden zich voordoen, zullen opnieuw maatregelen moeten worden genomen die een belangrijke impact zullen hebben op de besteding van de budgetten van de ziekteverzekering. Gedurende de laatste weken werd een sterke daling vastgesteld in de ziekenhuisactiviteit wat leidt tot een sterke vermindering in de uitgaven van de verschillende partiële bedrotingsdoelstellingen van de geneeskundige verzorging. Ongetwijfeld zal dit fenomeen zich opnieuw voordoen als de tweede golf dezelfde omvang en dezelfde impact zou hebben.
Het doel en de finaliteit van deze financiering zijn strikt beperkt tot het antwoord op de twee hierbovenvermelde problemen en risico's: de liquiditeitsproblemen die voortvloeien uit de extra kosten en de geringere ontvangsten waarmee de ziekenhuizen te kampen hebben. In overleg met de vertegenwoordigers van de sector wordt momenteel hard gewerkt aan het opstellen van duidelijke en precieze regels en mechanismen op basis waarvan de meerkosten van de crisis definitief zullen worden gedekt. Daarbij zullen met name de rekeningen uit het rekeningstelsel van ziekenhuizen moeten worden geïdentificeerd, die zullen worden vergeleken. De verrekening van het eerste voorschot dat na de publicatie van KB nr. 10 werd uitbetaald aan de algemene ziekenhuizen, zal eveneens geschieden op basis van deze rekenmethode.
De methode zal verzekeren dat de financiering die voortvloeit uit beide hier beschreven mechanismen, de werkelijke meerkosten waarvoor deze mechanismen ontworpen zijn, niet overschrijdt.
Als antwoord op de opmerking van de afdeling Wetgeving van de Raad van State dat de voorgestelde maatregel aan de Europese Commissie moet worden gemeld, wordt verduidelijkt dat een dergelijke kennisgeving niet vereist is wanneer, zoals in casu, de maatregel een compensatie vormt voor een openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in het besluit van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
Zodra aan de voorwaarden van dit Besluit is voldaan, kan deze compensatie worden verleend zonder voorafgaande kennisgeving.
De voorgestelde maatregelen in dit geval voldoen aan de voorwaarden van het aangehaalde besluit van 20 december 2011.
De toegekende steun vormt een vergoeding voor de uitvoering van de dienst van algemeen belang waarmee de ziekenhuizen worden belast overeenkomstig artikel 2 van de gecoördineerde wet op ziekenhuizen en andere zorginstellingen van 10 juli 2008.
Zoals hierboven vermeld, wordt het vermijden van overcompensatie gegarandeerd in overeenstemming met de algemene regels voor de uiteindelijke vaststelling van het BFM. In artikel 1 van het ontwerp wordt een nieuw artikel 1/1 aan KB nr. 10 toegevoegd. Dit artikel beschrijft het mechanisme van het tweede voorschot met de hierboven vermelde drempelwaarde voor de tweede schijf. Het voorschot is onderverdeeld in twee schijven van 500 miljoen euro.
Artikel 2 voegt een artikel 3/1 in KB nr. 10 in. De oorspronkelijke tekst van KB nr. 10 bepaalde niet uitdrukkelijk dat het voorschot zou verrekend worden met een definitief bedrag dat zal bepaald worden met toepassing van artikel 101 van de ziekenhuiswet. Dit artikel uit de ziekenhuiswet laat toe om kosten te dekken voor extra dienstverlening tijdens een epidemie. In overleg met de sector worden deze kosten momenteel in kaart gebracht en worden regels bepaald hoe deze zullen worden gedekt. Uiteraard kan de uitkomst van de regularisatie positief of negatief zijn. De verrekening zal gebeuren via het kanaal van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. Tot slot bepaalt dit artikel dat de uitbetaling van het definitief bedrag rechtstreeks en in één uitbetaling aan de ziekenhuizen kan gebeuren. Het budget van financiële middelen wordt slechts tweemaal per jaar berekend en wordt in maandelijkse schijven uitbetaald, met start van de uitbetaling 4 maanden na de vaststelling van het budget. Het gebruikelijke betalingsmechanisme laat met andere woorden niet toe om de vele extra meerkosten van de epidemie snel te vergoeden.
In artikel 3 wordt bepaald dat ook het tweede voorschot over de ziekenhuizen zal worden verdeeld via hetzelfde berekeningsmechanisme als het eerste voorschot.
Artikel 4 brengt gelijkaardige wijzigingen aan. Het eerste voorschot werd onmiddellijk na de bekendmaking van KB nr. 10 in het Staatsblad, gestort. De eerste schijf van het tweede voorschot zal onmiddellijk uitbetaald worden, de tweede schijf zal uitbetaald worden op 5 oktober 2020. Vervolgens wordt opnieuw een wijziging aangebracht om duidelijk te maken dat psychiatrische ziekenhuizen ook geviseerd worden door het tweede voorschot. In artikel 5 van het KB nr. 10 wordt door artikel 5 een kleine wijziging aangebracht om duidelijk te maken dat de budgetten voor het tweede voorschot op dezelfde manier zullen worden vrijgemaakt als voor het eerste voorschot.
Tot slot past artikel 6 het oorspronkelijk opschrift van KB nr. 10 aan aan het feit dat nu ook de psychiatrische ziekenhuizen een voorschot zullen ontvangen.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 67.584/3 van 16 juni 2020 over een ontwerp van koninklijk besluit nr. 35 `tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID 19' Op 9 juni 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit nr. 35 `tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19'.
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 11 juni 2020. De kamer was samengesteld uit Jo BAERT, kamervoorzitter, Jeroen VAN NIEUWENHOVE en Koen MUYLLE, staatsraden, en Astrid TRUYENS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Tim CORTHAUT, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen VAN NIEUWENHOVE, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 16 juni 2020. 1. Aangezien de adviesaanvraag gesteund is op artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten `die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I)', waarin verwezen wordt naar artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Strekking van het ontwerp 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot de wijziging van het koninklijk besluit nr.10 van 19 april 2020 `voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19'. Dat koninklijk besluit voorzag in een voorschot van 1 miljard euro voor de algemene ziekenhuizen om tegemoet te komen aan het inkomenverlies en de bijkomende uitgaven door de COVID-19-pandemie.
Artikel 1 van het ontwerp strekt tot de invoering van een nieuw voorschot, dat zal worden toegekend in twee schijven van telkens 500 miljoen euro (ontworpen artikel 1/1). De eerste schijf wordt onmiddellijk vrijgemaakt, de tweede vanaf oktober. Anders dan het bestaande voorschot wordt dat nieuwe voorschot niet alleen toegekend aan de algemene ziekenhuizen, maar ook aan de psychiatrische ziekenhuizen.
Artikel 2 van het ontwerp strekt tot de invoeging van een nieuw artikel 3/1 in het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020, dat verduidelijkt dat zowel het bestaande als het nieuwe voorschot zullen worden verrekend met de tegemoetkoming voor de kosten voor dienstverlening tijdens de epidemie die zullen worden gedragen door het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen overeenkomstig artikel 101 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling sluiten `op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen' (hierna: de ziekenhuiswet). (1) De Koning wordt gemachtigd om de nadere regels te bepalen over die verrekening en over een spreiding in de tijd over meerdere dienstjaren. Bovendien is voorzien in de mogelijkheid van een versnelde uitbetaling van dat onderdeel van het budget van financiële middelen, in afwijking van het normale betalingsmechanisme. De Koning wordt gemachtigd om nadere regels te bepalen over de uitbetaling van die tegemoetkoming en de verrekening van de voorschotbedragen.
Artikel 3 van het ontwerp vult artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 aan met een nieuw tweede lid dat de voorlopige verdeelsleutel voor de nieuwe voorschotten vaststelt op basis van het deel van elk ziekenhuis in verhouding tot de totale RIZIV-uitgaven van de ziekenhuizen voor het geheel van de activiteiten, zoals gedefinieerd in het artikel 2 van voormelde besluit, op basis van de RIZIV-documenten P, aangevuld met het variabele deel van zijn budget van financiële middelen, de forfaits dagziekenhuizen evenals de geneesmiddelen voor het volledig jaar 2018.
Artikel 4 van het ontwerp strekt tot de wijziging van artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 teneinde de nadere regels inzake de administratieve afhandeling van de uitbetaling aan te passen aan het nieuwe voorschot.
Artikel 5 van het ontwerp strekt tot de wijziging van artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 teneinde de minister bevoegd voor volksgezondheid op te dragen ook het bedrag van het nieuwe voorschot vrij te maken door herverdeling in de partiële begrotingsdoelstellingen van de geneeskundige verzorging, in naleving van de globale begrotingsdoelstelling die voor 2020 al is vastgesteld.
Artikel 6 van het ontwerp strekt tot het opheffen van het woord "algemene" in het opschrift van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020, nu het besluit voortaan zowel toepasselijk is op de algemene als de psychiatrische ziekenhuizen.
Het te nemen besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (artikel 7).
Rechtsgrond 3. Het ontworpen besluit vindt rechtsgrond in het in het eerste lid van de aanhef vermelde artikel 5, § 1, 2°, 3° en 5°, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten `die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II)'.Op grond van die bepaling kan de Koning, teneinde het België mogelijk te maken te reageren op de COVID-19-epidemie of -pandemie en de gevolgen ervan op te vangen, maatregelen nemen om de noodzakelijke logistieke en opvangcapaciteit, met inbegrip van de bevoorradingszekerheid, te vrijwaren of erin bijkomend te voorzien (2° ), directe of indirecte steun bieden aan of beschermende maatregelen nemen voor de getroffen financiële sectoren, de economische sectoren, de profit- en non-profitsector, de bedrijven en de huishoudens om de gevolgen van de pandemie te beperken (3° ) en aanpassingen doorvoeren in het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht, met het oog op de bescherming van de werknemers en van de bevolking, de goede organisatie van de ondernemingen en de overheid, met vrijwaring van de economische belangen van het land en de continuïteit van de kritieke sectoren (5° ). De besluiten die de voormelde maatregelen bevatten, mogen overeenkomstig artikel 5, § 2, van die wet ook de geldende wettelijke bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen, zelfs inzake aangelegenheden die de Grondwet uitdrukkelijk aan de wet voorbehoudt.
Vormvereisten 4. Zoals de Raad van State reeds heeft opgemerkt in advies 67.210/3 van 14 april 2020 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020, (2) moest dat besluit worden aangemeld bij de Europese Commissie als voorgenomen staatssteunmaatregel, overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De `Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak' (3) van de Europese Commissie doet geen afbreuk aan deze verplichting, maar houdt enkel het engagement in van de Commissie voor een snellere en - op een aantal punten - soepelere beoordeling van de verenigbaarheid van staatssteunmaatregelen met de interne markt.
Die conclusie geldt ook voor dit ontwerp van wijzigingsbesluit, des te meer nu uit de opmaat voor de verrekeningsregeling in het ontworpen artikel 3/1 van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 duidelijk blijkt dat de voorschotten in de meeste gevallen niet zullen worden teruggevorderd, maar zullen worden verrekend met de vergoeding van de effectieve kosten van de pandemie die overeenkomstig artikel 101 van de ziekenhuiswet ten laste kunnen worden gelegd van het budget van financiële middelen, zonder dat al omschreven is welke kosten precies in aanmerking komen voor vergoeding en tegen welke voorwaarden (zie daarover ook opmerking 5). Bovendien komt de mogelijkheid om voor ziekenhuizen die te veel zouden ontvangen, de verrekening over verschillende dienstjaren te spreiden, in de feiten neer op het toekennen van een renteloze lening.
Net als in advies 67.210/3 werd uiteengezet, kunnen de activiteiten van ziekenhuizen worden beschouwd als diensten van algemeen economisch belang die aan de staatssteunregels kunnen ontsnappen, maar ook nu moet worden vastgesteld dat niet is voldaan aan de voorwaarden om de compensatie voor prestaties in het kader van openbaredienstverplichtingen niet als staatssteun te beschouwen. (4) Algemene opmerking 5. Het ontworpen artikel 3/1 het koninklijk besluit nr.10 van 19 april 2020 (artikel 2 van het ontwerp) kan worden beschouwd als een opmaat voor een verrekeningsregeling, maar daarmee is nog niet tegemoetgekomen aan de in advies 67.210/3 gemaakte opmerkingen van de Raad van State dat dringend moet worden verduidelijkt welke kosten precies worden gedekt door de voorschotregeling en hoe de voorschotten precies zullen worden verrekend. (5) De onzekerheid van de algemene en psychiatrische ziekenhuizen over de bestemming van de voorschotten (6) en over de verrekening ervan blijft dan ook bestaan zolang geen regeling wordt vastgesteld met betrekking tot het budget van financiële middelen ter uitvoering van de mogelijkheid die artikel 101 van de ziekenhuiswet biedt en zolang geen concrete en precieze verrekeningsregels worden uitgewerkt.
Slotopmerking 6. Gelet op artikel 7, tweede en derde lid, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten `die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II)', moet het te nemen besluit bij wet worden bekrachtigd binnen een termijn van een jaar vanaf de inwerkingtreding ervan, anders zal het geacht worden nooit uitwerking te hebben gehad. De griffier, Astrid Truyens De voorzitter, Jo BAERT _______ Nota's (1) Die wetsbepaling werd met dat oogmerk gewijzigd bij het koninklijk besluit nr.8 van 19 april 2020 `tot wijziging van artikel 101 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen'. Zie ook het koninklijk besluit van 19 april 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/04/2020 pub. 22/04/2020 numac 2020030656 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende de afkondiging van de toestand van de coronavirus COVID-19 epidemie op het Belgisch grondgebied sluiten `houdende de afkondiging van de toestand van de coronavirus COVID-19 epidemie op het Belgisch grondgebied', waarmee de mogelijkheid wordt gecreëerd om toepassing te maken van die wetsbepaling. (2) Opmerkingen 5.1 tot 5.3 van dat advies. (3) Mededeling van de Commissie - Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (2020/C 91 I/01), zoals gewijzigd (https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX:52020XC0320(03)). (4) HvJ 24 juli 2003, C-280/00, Altmark Trans GmbH en Regierungspräsidium Magdeburg, ECLI:EU:C:2003:415.Zie de voorwaarden vervat in het DAEB-vrijstellingsbesluit (besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 `betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen'). (5) Adv.RvS 67.210/3, opmerkingen 6.1 tot 7.2. (6) Zoals de vraag of alleen kosten voor de aanschaf van goederen of diensten in rekening kunnen worden gebracht, dan wel ook personeelskosten of eventueel zelfs gederfde winst door raadplegingen en opnames die moesten worden uitgesteld. 24 JUNI 2020. - Koninklijk besluit nr. 35 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), artikel 5, § 1, 2°, 3° en 5° ;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 juni 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 4 juni 2020;
Gelet op artikel 8, § 2, 1° en 2°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging is dit besluit uitgezonderd van de regelgevingsimpactanalyse;
Gelet op advies 67.584/3 van de Raad van State, gegeven op 16 juni 2020, met toepassing van artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I);
Overwegende dat de ziekenhuizen ten gevolge van de epidemie door het coronavirus COVID-19 die België treft, ongewone, hoge en onvoorziene meerkosten het hoofd moeten bieden; aangezien het einde van de epidemie nog niet in zicht is; aangezien bij een sterke heropflakkering van het aantal besmette personen de normale dienstverlening van ziekenhuizen snel terug gereduceerd zal worden, met een sterke impact op de liquiditeitspositie van deze ziekenhuizen; aangezien via de gewone kanalen voor de financiering van de ziekenhuizen niet snel bijkomende budgetten kunnen worden toegekend aan de ziekenhuizen;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19, wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 1/1.Om de voortdurende financiële impact van de COVID-19 epidemie op te vangen, wordt een bijkomend voorschot vrijgemaakt ten behoeve van de algemene en psychiatrische ziekenhuizen.
Het voorschot bestaat uit twee betalingsschijven: a) een eerste schijf van 500 miljoen euro wordt onmiddellijk vrijgemaakt; b) een tweede schijf van 500 miljoen euro wordt vrijgemaakt vanaf de maand oktober 2020.".
Art. 2.In het hetzelfde besluit wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 3/1.De voorschotbedragen bedoeld in de artikelen 1 en 1/1 worden afgerekend met de dekking van kosten voor de dienstverlening ingevolge een epidemie, zoals bedoeld in artikel 101 van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. Als het uitbetaalde voorschotbedrag aan een ziekenhuis hoger blijkt dan de kosten voor dienstverlening tijdens de epidemie die berekend worden met toepassing van bedoeld artikel, zal het saldo in mindering worden gebracht van het budget van financiële middelen van het ziekenhuis, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. De Koning kan modaliteiten bepalen inzake de manier waarop het saldo in mindering wordt gebracht evenals een eventuele spreiding in de tijd over meerdere budgetten van financiële middelen.
Om de uitbetaling van de tegemoetkoming in de kosten met toepassing van artikel 101 van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen sneller te laten verlopen, kan deze uitbetaling of een deel ervan, in afwijking van het normale betalingsmechanisme van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, rechtstreeks aan de ziekenhuizen gebeuren. De Koning kan nadere modaliteiten bepalen inzake de uitbetaling van de tegemoetkoming en de verrekening van de voorschotbedragen.".
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende: "De verdeling van het bedrag bedoeld in artikel 1/1 wordt voorlopig uitgevoerd door de storting van een voorschot dat wordt berekend op basis van het deel van elk ziekenhuis in verhouding tot de totale RIZIV uitgaven van de ziekenhuizen voor het geheel van de activiteiten, zoals gedefinieerd in het artikel 2, op basis van de RIZIV documenten P, aangevuld met het variabele deel van zijn budget van financiële middelen, de forfaits dagziekenhuizen evenals de geneesmiddelen voor het volledig jaar 2018.".
Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden ", voor wat betreft de voorschotten bedoeld in artikel 1 en in artikel 1/1, tweede lid, a)," ingevoegd tussen de woorden "invaliditeitsverzekering" en de woorden "zo snel mogelijk" en worden de woorden "en voor wat betreft het voorschot bedoeld in artikel 1/1, tweede lid, b), op 5 oktober 2020" ingevoegd tussen de woorden "Staatsblad," en de woorden "gestort op de bankrekening";2° in het tweede lid wordt het woord "algemene" opgeheven.
Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt" vervangen door de woorden "De bedragen bedoeld in artikelen 1 en 1/1 worden".
Art. 6.In het opschrift van het koninklijk besluit nr. 10 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19, wordt het woord "algemene" opgeheven.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 8.De minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 juni 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK