Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 mei 2018
gepubliceerd op 18 juni 2018

Koninklijk besluit betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018012476
pub.
18/06/2018
prom.
23/05/2018
ELI
eli/besluit/2018/05/23/2018012476/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MEI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, in het bijzonder de artikelen 61, 4°, 147, 150 en 259;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen;

Gelet op advies 62.355/2 van de Raad van State gegeven op 22 november 2017 en advies 63.306/2 van de Raad van State gegeven op 7 mei 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003;

Op voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° wet: de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;2° opleidingsinstelling: de onderneming zoals bedoeld in artikel 10 van de wet, die een opleiding aanbiedt of organiseert met betrekking tot domeinen zoals bedoeld in artikel 3 van de wet, of die zich als dusdanig bekendmaakt;3° testcentrum: centrum zoals bedoeld in artikel 151 van de wet;4° test: examen afgenomen door een testcentrum;5° leidinggevend personeel: persoon die de werkelijke leiding heeft, zoals bedoeld in artikel 2, 25° van de wet, binnen een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst;6° strategisch leidinggevende: het leidinggevend personeel dat ofwel: a) de leiding heeft over het geheel van de bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst, b) gezag uitoefent over alle bewakings- of veiligheidsagenten van de bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst, c) gezag uitoefent over andere strategisch of operationeel leidinggevenden van de bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst;7° operationeel leidinggevende: leidinggevend personeelslid dat gezag uitoefent over meer dan 15 bewakingsagenten zonder dat dit verantwoordelijkheden inhoudt van een strategisch leidinggevende;8° meewerkend leidinggevende: personeelslid dat gezag uitoefent over maximum 15 bewakingsagenten zonder dat dit verantwoordelijkheden inhoudt van een strategisch leidinggevende;9° bewakingsagent: personeelslid zoals bedoeld in artikel 2, 5° van de wet;10° commercieel vertegenwoordiger: persoon zoals bedoeld in artikel 60, 4° van de wet met uitzondering van de persoon die deze functie binnen een opleidingsinstelling uitoefent;11° lesgever en cursuscoördinator van een opleidingsinstelling: de personen zoals bedoeld in artikel 60, 5° van de wet;12° alarmcentrale particuliere eCall" : de oproepcentrale van de particuliere ITS-dienstaanbieder die de particuliere eCall verwerkt en die, overeenkomstig artikel 16 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, hiervoor een vergunning heeft bekomen van de minister van Binnenlandse Zaken teneinde op basis van de minimumreeks van gegevens de situatie en de ernst van het incident die de particuliere eCall heeft veroorzaakt te evalueren op basis van de regels vastgelegd overeenkomstig de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;13° telebewaking: bewakingsactiviteit zoals bedoeld in artikel 3 van de wet die hoofdzakelijk bestaat uit het bekijken van beelden van bewakingscamera's en/of het bedienen van camerasystemen;14° nucleaire site: nucleaire installaties in de zin van artikel 1bis, eerste streepje van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en de nucleaire vervoerbedrijven in de zin van artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties met inbegrip van de tijdelijke opslagruimtes zoals bepaald in artikel 5 van hetzelfde besluit;15° havenfaciliteit: een locatie zoals bedoeld in artikel 5, 6° van de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging;16° werkdag: alle dagen behalve een zaterdag, een zondag en wettelijke feestdagen;17° SELOR: het selectiebureau van de Federale Overheid dat deel uitmaakt van de FOD Beleid en Ondersteuning;18° administratie: de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Directie Private Veiligheid bij de FOD Binnenlandse Zaken;19° Minister: de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken. HOOFDSTUK 2. - Vereisten inzake beroepsopleiding en vorming van het personeel

Art. 2.Elke leidinggevende, bewakingsagent of commercieel vertegenwoordiger van een onderneming of interne dienst moet, al naargelang de functie, beschikken over de competenties bepaald in bijlage 1.

Art. 3.Elk lid van het leidinggevend personeel moet voldoen aan volgende opleidingsvereisten: 1° voor het uitoefenen van de functie van strategisch leidinggevende: houder zijn van een `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende';2° voor het uitoefenen van de functie van operationeel leidinggevende: houder zijn van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende' of het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende';3° voor het uitoefenen van de functie van meewerkend leidinggevende houder zijn van het bekwaamheidsattest vereist voor de bewakingsagenten waarover hij leiding heeft en ofwel: - houder zijn van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende'; - houder zijn van het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende'; - minstens twaalf maanden houder zijn van een identifcatiekaart voor de betrokken bewakingsactiviteit. 4° de personen bedoeld onder 1° en 2° dienen houder te zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat;deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafging, een attest bekwamen, bedoeld in artikel 10, 11 of 12; 5° de personen bedoeld onder 3° dienen houder te zijn van een `bijscholingsattest bewakingsagent' of een `bijscholingsattest leidinggevend personeel', afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat;deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat, een attest bekwamen, bedoeld, naargelang het geval in de artikelen 10, 11,12,14,15, 17 of 19.

Art. 4.Elke commercieel vertegenwoordiger moet voldoen aan volgende opleidingsvereisten: 1° houder zijn van het `bekwaamheidsattest - commercieel vertegenwoordiger' of het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende';2° houder zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat;deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat, een attest bekwamen bedoeld in artikel 10 of 11.

Art. 5.Elke cursuscoördinator moet voldoen aan volgende opleidingsvereisten: 1° houder zijn van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende';2° houder zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat;deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafging, een attest bekwamen, bedoeld in artikel 10 of 11.

Art. 6.Elke bewakingsagent moet voldoen aan volgende opleidingsvereisten: 1° voor het uitoefenen van activiteiten bedoeld in artikel 3, 1°, 7°, 9° en 13° van de wet: houder zijn van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent'; voor het uitoefenen van activiteiten bedoeld in artikel 3, 1°, 7° en 13° van de wet waarvoor enkel het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' vereist is, en voor zover deze activiteiten voor het eerst worden uitgeoefend en dit gedurende een periode van minder dan 6 maanden, geslaagd zijn voor de vakken bedoeld in artikel 14, 1°, 2° en 3° van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' en voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot de tijdelijke kaart in uitvoering van artikel 76, vierde lid van de wet;2° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 2° van de wet: houder zijn van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- mobiele bewaking en interventie na alarm';3° voor het uitoefenen van de activiteiten bedoeld in artikel 3, 3° a), b) en d) van de wet: houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- beveiligd vervoer'; Indien de activiteit bedoeld in artikel 3, b) van de wet uitgeoefend wordt volgens het bepaalde in Verordening EU nr. 1214/2011 van het Europees parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone: bijkomend houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - grensoverschrijdend transport'; 4° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 3°, c) van de wet: houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- geldtelcentrum' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer';5° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 4° van de wet: houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale' en indien hij binnen de alarmcentrale particuliere eCalls beheert, bijkomend houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale particuliere eCall';6° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 4° van de wet, voor zover deze activiteit zich beperkt tot het beheer van pariculiere eCalls: houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale particuliere eCall';7° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 5° van de wet: houder zijn van het `algemeen bekwaamheidsattest- bewakingsagent' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - bescherming van personen';8° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 6° van de wet: houder zijn van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- winkelinspecteur';9° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 8° van de wet: houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmilieu';10° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 10° van de wet: houder zijn van het `algemeen bekwaamheidsattest- bewakingsagent' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - vaststelling materiële feiten - controle betalend parkeren';11° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 11° van de wet: houder zijn van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - begeleiding groepen van personen met het oog op verkeersveiligheid';12° voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3,12° van de wet: houder zijn van de eventueel vereiste toestemmingen en attesten waaruit blijkt dat hij het technisch middel correct en reglementair kan bedienen en houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - bediening technische middelen of het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent;13° voor het uitoefenen van de activiteiten bedoeld in artikel 3, 1°, 2°, 9° en 13° van de wet op werkposten die een nucleaire site uitmaken en voor het uitoefenen van de activiteiten bedoeld in artikel 3, 3° a) van de wet voor opdrachtgevers van een nucleaire site, al naargelang de uitgevoerde activiteit: houder zijn van de attesten vereist voor het uitoefenen van de activiteit en het 'bekwaamheidsattest bewakingsagent - bewaking nucleaire sites';14° voor het uitoefenen van de activiteiten bedoeld in artikel 3, 1°, 2°, 9° en 13° van de wet op werkposten die een havenfaciliteit uitmaken, al naargelang de uitgevoerde activiteit: houder zijn van de attesten vereist voor het uitoefenen van de activiteit en het 'bekwaamheidsattest bewakingsagent - havenbewaking';15° voor het uitoefenen van activiteiten op gewapende wijze houder zijn van de attesten vereist voor het uitoefenen van de activiteit en houder zijn van: 1) het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - gewapende opdrachten' en indien de activiteiten worden uitgeoefend met een wapen waarvan de aard, het model en type niet overeenstemt met het wapen gebruikt in de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - gewapende opdrachten' dient betrokkene bijkomend te beschikken over een `bekwaamheidsattest bewakingsagent - aanpassingsopleiding gewapende opdrachten' voor dit wapen;2) het `attest- schiettest bewakingsagent' waaruit blijkt dat de betrokkene met goed gevolg en ononderbroken om de zes maanden een schiettest heeft afgelegd met een wapen waarvan de aard, het model en het type overeenstemmen met het wapen dat bij de uitvoering van de activiteiten gebruikt wordt en waarvoor hij beschikt over het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - gewapende opdrachten' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - aanpassingsopleiding gewapende opdrachten';16° voor het uitoefenen van telebewaking: houder zijn van het bekwaamheidsattest dat overeenstemt met de activiteiten waarbinnen de telebewaking wordt uitgevoerd en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- telebewaking';17° voor het uitoefenen van activiteiten bedoeld in artikel 3 van de wet waarbij beelden geïnterpreteerd worden van apparaten die door middel van röntgenstralen goederen en de inhoud ervan tot beelden verwerken om gevaarlijke voorwerpen of stoffen te detecteren, houder zijn van: 1) het bekwaamheidsattest vereist voor het uitoefenen van de betrokken activiteit;2) een `attest bewakingsagent- analyse x-ray beelden' dat maximum 1 jaar oud is. Het bepaalde onder 2) is niet van toepassing indien hij deze activiteiten, al dan niet tegelijkertijd, uitoefent binnen een luchthaven en voldoet aan de vereisten bepaald in uitvoering van verordening (EU) 2015/1998 van de Commissie van 5 november 2015 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchthaven; 18° houder zijn van een `bijscholingsattest bewakingsagent' of een `bijscholingsattest- leidinggevend personeel bewaking' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van de identificatiekaart voorafgaat; De vereiste bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing voor personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat, een attest bekwamen, bedoeld in de artikelen 10, 11, 12, 14 tot en met 20;

In afwijking op het eerste en tweede lid, moeten de personen die houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - grensoverschrijdend transport', houder zijn van een `bijscholingsattest grensoverschrijdend transport', de eerste keer te volgen uiterlijk drie jaar na de uitreiking van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - grensoverschrijdend transport' en vervolgens uitgereikt om de drie jaar.

Art. 7.Elke bewakingsagent moet houder zijn van een `attest psychotechnisch onderzoek'. HOOFDSTUK 3. - Opleidingen Afdeling 1. - Toegangsvoorwaarden

Art. 8.Voorafgaand aan de inschrijving tot de opleiding informeert de opleidingsinstelling de kandidaat over: 1° de wettelijke voorwaarden waaraan de betrokkene moet voldoen om de functie uit te oefenen waarop de beoogde opleiding betrekking heeft;2° de regels die betrekking hebben op de examens en de herexamens en de afgifte van attesten en certificaten;3° in voorkomend geval, de verplichting tot bijscholing om de functie uit te oefenen waarop de beoogde opleiding betrekking heeft.

Art. 9.De opleidingsinstelling laat de kandidaat enkel deelnemen aan de opleiding indien hij aantoont dat hij voldoet aan volgende voorwaarden: 1° een uittreksel uit het strafregister heeft voorgelegd dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, of een gelijkwaardig getuigschrift indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, dat niet ouder is dan zes maanden waaruit blijkt dat hij niet veroordeeld is wegens misdrijven bepaald in artikel 61, 1° van de wet;2° een identiteitsdocument heeft voorgelegd waaruit blijkt dat hij voldoet aan artikel 61, 2° van de wet;3° voor de opleidingen, bedoeld in de artikelen 15 tot en met 33 het bewijs heeft voorgelegd te beschikken over een `attest psychotechnisch onderzoek';4° voor de opleidingen, bedoeld in de artikelen 21, 23 tot en met 26 en 28 het bewijs heeft voorgelegd te beschikken over het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent';5° voor de opleiding bedoeld in artikel 27, 29 en 30 het bewijs heeft voorgelegd te beschikken over het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer';6° voor de opleiding bedoeld in artikel 31 het bewijs heeft voorgelegd te beschikken over het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale';7° voor de opleidingen, bedoeld in de artikelen 23, 27 tot en met 30 ingeschreven is door de de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst, waartoe hij behoort en waarvoor hij over een identificatiekaart beschikt;8° voor de opleiding bedoeld in artikel 17 ingeschreven is door de bewakingsonderneming waartoe hij behoort en die vergund is voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, 4° van de wet;9° voor de opleidingen, bedoeld in de artikelen 15, 16, 22 en 33, ingeschreven is bij de opleidingsinstelling door de bewakingsonderneming of door de interne bewakingsdienst waartoe hij behoort en die vergund is voor één of meer activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, 3° a), b), c) en d) van de wet;10° voor de opleiding, bedoeld in artikel 22 het bewijs heeft voorgelegd dat hij beschikt over het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer';11° voor de opleidingen, bedoeld in de artikelen 10 tot en met 12, 14 tot en met 29 en 31 voordien dezelfde opleiding, met inbegrip van de examens en herexamens, maximaal eenmaal gevolgd heeft;12° voor de opleiding bedoeld in artikel 30 het bewijs heeft voorgelegd waaruit blijkt dat hij maximum zes maanden eerder één van volgende attesten bekwam: het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - gewapende opdrachten, het `attest schiettest bewakingsagent', of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - aanpassingsopleiding gewapende opdrachten';13° voor de bijscholing bedoeld in artikel 13 houder zijn van een `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende', een `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende', of het `bekwaamheidsattest -commercieel vertegenwoordiger';14° voor de bijscholing bedoeld in artikel 32, het bewijs heeft voorgelegd dat hij beschikt over een van de attesten zoals bedoeld in de artikelen 14 tot en met 20;15° voor de bijscholing bedoeld in artikel 33 het bewijs heeft voorgelegd dat hij beschikt over het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- grensoverschrijdend transport'. Afdeling 2. - Commercieel vertegenwoordiger

Art. 10.Het `bekwaamheidsattest - commercieel vertegenwoordiger' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene een opleiding van 60 lesuren en bestaande uit volgende vakken met goed gevolg heeft gevolgd: 1° Grondige studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking: 40 lesuren;2° Grondrechten en aan de bewaking aanverwante juridische regelingen: 12 lesuren;3° Training aan de hand van dilemma's tussen sociale, wettelijke, ethische bepalingen en commerciële belangen: 8 lesuren. Afdeling 3. - Leidinggevend personeel

Art. 11.Het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene een opleiding van 116 lesuren en bestaande uit volgende vakken met goed gevolg heeft gevolgd: 1° Organisatie van de publieke en private veiligheidssector: 12 lesuren;2° Grondige studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking: 40 lesuren;3° Grondrechten en aan de bewaking aanverwante juridische regelingen: 12 lesuren;4° Toegepaste aansprakelijkheid: 8 lesuren;5° Recente criminaliteitsontwikkelingen: 4 lesuren;6° Veiligheids- en risicoanalyse: 8 lesuren;7° Security awareness: 8 lesuren;8° Maatschappelijke en culturele vorming: 8 lesuren;9° Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten: 8 lesuren;10° Training aan de hand van dilemma's tussen sociale, wettelijke, ethische bepalingen en commerciële belangen: 8 lesuren.

Art. 12.Het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene een opleiding van 80 lesuren en bestaande uit volgende vakken met goed gevolg heeft gevolgd: 1° Organisatie van de bewakingssector: 4 lesuren;2° Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent : 24 lesuren;3° Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen : 8 lesuren;4° Veiligheids- en risicoanalyse: 8 lesuren;5° Organisatie van de bewakingspost en het toezicht op bewakingsagenten: 16 lesuren;6° Maatschappelijke en culturele vorming: 8 lesuren;7° Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten: 4 lesuren;8° Training aan de hand van dilemma's tussen sociale, wettelijke, ethische bepalingen en commerciële belangen: 8 lesuren.

Art. 13.Het `bijscholingattest leidinggevend personeel' wordt pas verstrekt nadat betrokkene effectief een opleiding van minstens 16 lesuren volgt zonder afleggen van examens, waarvan: 1° minstens 8 lesuren betrekking hebben op de in de afgelopen jaren ontstane of vernieuwde regelgeving met betrekking tot private veiligheid;2° minstens 8 lesuren betrekking hebben op aanverwante wetgeving. Afdeling 4. - Bewakingsagent

Art. 14.Het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 139 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Organisatie van de bewakingssector: 4 lesuren;2° Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent: 24 lesuren;3° Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen: 8 lesuren;4° Communicatievaardigheden: 12 lesuren;5° Conflicthantering: 12 lesuren;6° Maatschappelijke en culturele vorming: 12 lesuren;7° Observatie, risico-inschatting en rapportering: 12 lesuren;8° Ontwijkingstechnieken: 12 lesuren;9° Gepast reageren bij crisissituaties: 8 lesuren;10° Bedrijfseerstehulpverlener: 15 lesuren;11° Brand, preventie en elementaire brandbestrijding: 8 lesuren;12° Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten: 4 lesuren;13° Praktijk van bewakingsmethodes- en technieken: 8 lesuren.

Art. 15.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 127 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Organisatie van het goederen- en geldtransport in de bewakingssector: 6 lesuren;2° Studie van de regelgeving betreffende de bewaking toegepast op het personeel dat goederen en geldtransport uitvoert: 8 lesuren;3° Grondige studie van de regelgeving betreffende de soorten goederen- en geldtransport met inbegrip van de concepten en beveiligingstechnieken: 24 lesuren;4° Toegepaste kennis van procedures en omgaan met gevaarsituaties: 32 lesuren;5° Conflicthantering: 12 lesuren;6° Analoge en digitale communicatievaardigheden: 4 lesuren;7° Rijtechnieken, defensieve rij- en rammingstechnieken: 20 lesuren;8° Bedrijfseerstehulpverlener: 15 lesuren;9° Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten: 6 lesuren.

Art. 16.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - geldtelcelcentrum' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 16 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Organisatie van goederen- en geldtransport in de bewakingssector: 2 lesuren;2° Studie van de regelgeving betreffende de bewaking toegepast op het personeel van het geldtelcentrum: 2 lesuren;3° Omgaan met mogelijke gevaarsituaties: 8 lesuren;4° Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten: 4 lesuren.

Art. 17.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- operator alarmcentrale' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 68 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Organisatie van de private veiligheidssector: 2 lesuren;2° Toegepaste wetgeving betreffende het beheer van een alarmcentrale: 6 lesuren;3° Organisatie van de noodcentrales en de interventie van politie- en hulpdiensten: 4 lesuren;4° Kennis van alarm-, camera- en volgsystemen: 8 lesuren;5° Procedures en technieken van toegangs- en sluitingscontrole op afstand: 4 lesuren;6° Toegepaste technieken van beeld- en datatransmissie: 4 lesuren;7° Procedures betreffende interventie na alarm, alarmprocedures en alarmverificaties: 16 lesuren;8° Toegepaste telefonische communicatievaardigheden: 24 lesuren.

Art. 18.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- operator alarmcentrale particuliere eCall' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 16 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Wetgeving met betrekking tot eCall: 3 lesuren;2° Organisatie van de interventiediensten: 1 lesuur;3° Methodes van alarmverificatie en procedures: 6 lesuren;4° Telefonische communicatievaardigheden en probleemoplossend handelen: 6 lesuren.

Art. 19.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmilieu' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 139 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Organisatie van de bewakingssector: 4 lesuren;2° Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent: 24 lesuren;3° Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen: 8 lesuren;4° Toegepaste wetgeving betreffende bewaking in het uitgaansmilieu: 4 lesuren;5° Veiligheidsrisico's in een uitgaansmilieu en de geïntegreerde aanpak ervan: 8 lesuren;6° Communicatievaardigheden: 12 lesuren;7° Conflicthantering in een uitgaansmilieu: 12 lesuren;8° Maatschappelijke en culturele vorming: 12 lesuren;9° Ontwijkingstechnieken: 12 lesuren;10° Gepast reageren bij crisissituaties: 8 lesuren;11° Bedrijfseerstehulpverlener: 15 lesuren;12° Brand, preventie en elementaire brandbestrijding: 8 lesuren;13° Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten: 4 lesuren;14° Praktijk van bewakingsmethodes en -technieken in een uitgaansomgeving: 8 lesuren.

Art. 20.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - bediening technische middelen' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 12 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° organisatie van de publieke en private veiligheidssector: 4 lesuren;2° toegepaste wetgeving betreffende het bedienen van technische middelen: 8 lesuren.

Art. 21.Het bekwaamheidsattest bewakingsagent- mobiele bewaking en interventie na alarm' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 32 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Toegepaste wetgeving betreffende mobiele bewaking en interventie na alarm: 4 lesuren;2° Toegepaste risicoanalyse en inschatting van gevaarsituaties: 4 lesuren;3° Werking en bediening van alarmsystemen: 4 lesuren;4° Communicatie met operatoren van alarmcentrales: 4 lesuren;5° Veilig rijgedrag: 8 lesuren;6° Methodes en technieken bij mobiele bewaking en interventie na alarm: 8 lesuren.

Art. 22.Het bekwaamheidsattest bewakingsagent - grensoverschrijdend transport wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 73 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Procedures voor grensoverschrijdend geldtransport: 8 lesuren;2° Recht van de Europese unie betreffende geldtransport: 6 lesuren;3° Het toepasselijke nationale recht betreffende geldtransport van de lidstaten van doorvoer en de lidstaten van ontvangst: 12 lesuren;4° Verkeersregels voor geldtransport in de lidstaten van doorvoer en de lidstaten van ontvangst: 6 lesuren;5° Nationale veiligheidsprotocollen bij overvallen in de lidstaten van doorvoer en de lidstaten van ontvangst: 12 lesuren;6° Organisatie van het geldtransport dat beveiligd wordt door IBNS en de operationele procedures die hierop betrekking hebben in de lidstaten van doorvoer en de lidstaten van ontvangst: 8 lesuren;7° Nationale operationele protocollen, voorschriften en regelgeving van de lidstaten van doorvoer en de lidstaten van ontvangst: 6 lesuren;8° Nationale noodprotocollen van de lidstaten van doorvoer en de lidstaten van ontvangst in geval van pech, een verkeersongeval of technische of mechanische storing in de apparatuur of het voertuig voor het geldtransport: 5 lesuren;9° Nationale administratieve procedures en bedrijfsregels binnen de lidstaten van doorvoer en de lidstaten van ontvangst betreffende de communicatie met het controlecentrum van alle lidstaten van doorvoer en alle lidstaten van ontvangst: 4 lesuren;10° Toepasselijk recht van de Europese unie en/of toepasselijke CAO's betreffende werktijden, aantal noodzakelijke pauzes, arbeidsomstandigheden en toepasselijke lonen: 2 lesuren;11° Toepasselijk recht van de Europese Unie en/of toepasselijke bepalingen van de CAO betreffende rustperiodes voor bewakers van geldtransporten: 4 lesuren;12° Nationale regelgeving op het gebied van gezondheid en veiligheid in de lidstaten van doorvoer en de lidstaten van ontvangst, die relevant is voor werknemers die waarden vervoeren en op werknemers die zich met grote voertuigen over de weg verplaatsen en protocollen in geval van lestel of ziekte van werknemers: 2 lesuren.

Art. 23.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - bescherming van personen' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 52 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Toegepaste wetgeving betreffende bescherming van personen: 3 lesuren;2° Organisatie van de publieke veiligheidsdiensten: 1 lesuur;3° Veiligheidsanalyse en opbouw van de beveiliging: 16 lesuren;4° Formaties en procedures bij bescherming van personen: 12 lesuren;5° Personenbescherming met wagens: 12 lesuren;6° Afschermingstechnieken: 8 lesuren.

Art. 24.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - winkelinspecteur' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 20 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Toegepaste wetgeving betreffende winkelinspectie: 4 lesuren;2° Toegepaste veiligheidsanalyse: 8 lesuren;3° Interventietechnieken en conflicthantering: 8 lesuren.

Art. 25.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - vaststelling materiële feiten - controle betalend parkeren' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 16 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Toegepaste wetgeving betreffende de controle op betalend parkeren: 4 lesuren;2° Procedures betreffende controle op betalend parkeren en de controle op geldigheid van parkeerbewijzen: 4 lesuren;3° Conflicthantering bij de controle op betalend parkeren: 8 lesuren.

Art. 26.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - begeleiding van groepen van personen met het oog op de verkeersveiligheid' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 12 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Toegepaste verkeersreglementering: 8 lesuren;2° Taakuitvoering en technieken: 4 lesuren.

Art. 27.Het bekwaamheidsattest bewakingsagent - bewaking nucleaire site wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 16 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Kennis van de nucleaire site als werkomgeving: 4 lesuren;2° Security op nucleaire sites: 4 lesuren;3° Bewakingsmethodes en - technieken op nucleaire sites: 8 lesuren.

Art. 28.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - havenbewaking' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 16 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Kennis van de haven als werkomgeving: 4 lesuren;2° Security in de haven: 4 lesuren;3° Bewakingsmethodes en - technieken in de haven: 8 lesuren.

Art. 29.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - gewapende opdrachten' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 44 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Toegepaste wetgeving betreffende het gewapend uitoefenen van bewakingsactiviteiten en wapenwetgeving: 4 lesuren;2° Toegepaste wettige verdediging bij het gewapend uitoefenen van bewakingsactiviteiten: 4 lesuren;3° Toegepaste wapenkennis en veiligheidstechnieken bij het hanteren van een wapen: 16 lesuren;4° Schietoefeningen: 20 lesuren.

Art. 30.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - aanpassingsopleiding gewapende opdrachten' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 8 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Toegepaste wapenkennis en veiligheidstechnieken bij het hanteren van een wapen: 4 lesuren;2° Schietoefeningen: 4 lesuren.

Art. 31.Het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - telebewaking' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een opleiding van 16 lesuren bestaande uit volgende vakken heeft gevolgd: 1° Toegepaste wetgeving betreffende telebewaking: 4 lesuren;2° De bediening van camerasystemen: 4 lesuren;3° Observeren en rapporteren aan de hand van camerabeelden: 8 lesuren.

Art. 32.Het `bijscholingattest bewakingsagent' wordt pas verstrekt nadat betrokkene effectief een opleiding van minstens 8 lesuren volgt, zonder afleggen van examens, die betrekking heeft op de in de afgelopen jaren ontstane of vernieuwde regelgeving met betrekking tot de bevoegdheden en de verplichtingen van de bewakingsagenten.

Art. 33.Het `bijscholingsattest grensoverschrijdend transport' wordt slechts verstrekt nadat de betrokkene een opleiding van minstens 8 lesuren die betrekking heeft op de opleiding, de procedures en technieken bedoeld in de opleiding `bekwaamheidsattest bewakingsagent - grensoverschrijdend transport', zonder afleggen van examens effectief heeft gevolgd. Afdeling 5. - Regels betreffende de organisatie van de opleidingen en

examens.

Onderafdeling 1. - Opleidingen

Art. 34.De opleidingen in dit besluit kunnen enkel aangeboden en georganiseerd worden indien de opleidingsinstelling en de opleiding respectievelijk vergund en erkend zijn conform de artikelen 31 en 148 van de wet.

Art. 35.De opleidingen en de inhoud ervan dienen aangepast te zijn aan de eindtermen bepaald in uitvoering van artikel 147 van de wet en de evolutie van de wetgeving met repercussies op de bewakingssector.

Iedere opleiding dient actueel, praktijkgericht en afgestemd te zijn op de functie en activiteit waarop de opleiding betrekking heeft.

Art. 36.De vakken kunnen enkel gedoceerd worden door lesgevers die voldoen aan de criteria bepaald in uitvoering van de artikels 147 en 61 van de wet.

Art. 37.De in dit besluit bedoelde lesuren: 1° bedragen 60 minuten;2° vormen het minimum van wat voor de onderscheiden opleidingen en vakken moet gedoceerd worden;3° omvatten niet de testen en de examens;4° mogen op de dagen dat de vakken bedoeld in de artikelen 12, 2° en 3°, 14, 2° en 3°, 15, 2° en 3° en 19, 2° en 3° worden gedoceerd, per lesdag het totaalaantal van 6 lesuren niet overschrijden. Tussen het einde van de opleiding voor deze vakken en het examen ervan dienen er voor studie en studiebegeleiding minstens vier vrije opeenvolgende dagen te worden voorzien.

Art. 38.De in dit besluit bepaalde opleidingen kunnen georganiseerd worden in een combinatie van online leren en klassikaal onderwijs waarbij geldt dat maximum 80% van de voorziene lestijd per vak kan vervangen worden door een online-leerprogramma.

De minister bepaalt de vakken die enkel door middel van klassikaal onderwijs mogen georganiseerd worden.

Art. 39.Indien er voor een aangekondigde opleiding nog geen cursisten ingeschreven zijn, kan de opleidingsinstelling op elk ogenblik een aangekondigde opleiding uitstellen of annuleren.

Art. 40.Indien er voor een aangekondigde opleiding cursisten zijn ingeschreven, kan de opleidingsinstelling de opleiding enkel uitstellen. In dit geval brengt ze de ingeschreven cursisten minimum drie weken voor de voorziene startdatum van de opleiding schriftelijk op de hoogte van het uitstel en van de latere data waarop deze opleiding zal plaatsvinden.

Indien aan deze vereiste niet voldaan is, moet de opleiding op het oorspronkelijk aangekondigde tijdstip doorgaan.

Art. 41.Een uitgestelde opleiding, bedoeld in artikel 40, mag niet opnieuw worden uitgesteld of geannuleerd en moet binnen de vier maanden na het oorspronkelijk aangekondigde tijdstip, worden georganiseerd, tenzij het uitsluitend cursisten betreft die ingeschreven zijn door een bewakingsonderneming, behorend tot dezelfde economische groep als de opleidingsinstelling.

Art. 42.Tijdens de vakken bedoeld in de artikelen 29, 2° en 3° en 30, 1° worden uitsluitend didactische wapens en inerte wapens gebruikt. Onder een didactisch wapen wordt een uitgezaagd en opengemaakt model van het wapen verstaan waardoor het mogelijk is op het wapen het algemene werkingsprincipe ervan te tonen alsook de werking van de beveiligingen.

Onder een inert wapen wordt een wapen verstaan dat in alles op het originele wapen lijkt en waarmee dezelfde handelingen mogelijk zijn, behoudens het slaghoedje van een patroon in een kamer te percuteren.

Art. 43.Bij de schietoefeningen bedoeld in de artikels 29,4° en 30,2° moeten minstens 50 patronen worden gebruikt en ze kunnen enkel uitgevoerd worden met een wapen waarvan de aard, het model en het type overeenstemt met het wapen waarop de opleiding bedoeld in de artikels 29,3° en 30,1° betrekking heeft.

Art. 44.Aankondiging van en publiciteit voor opleidingen kunnen enkel uitgaan van een opleidingsinstelling die voor de organisatie van de betrokken opleiding werd erkend.

Art. 45.Er kunnen geen opleidingen georganiseerd worden in de accommodatie van een opleidingsinstelling die eerder voor de organisatie van de desbetreffende opleiding(en) werd geweigerd of waarvan de erkenning werd ingetrokken of op plaatsen waar er verwarring kan ontstaan aangaande de aard of de organisator van de opleidingen.

Indien een opleiding georganiseerd wordt buiten de accommodatie van de opleidingsinstelling en dit niet aangekondigd is op haar website dient de opleidingsinstelling dit uiterlijk twee weken voor de start van de opleiding mee te delen aan de administratie.

Art. 46.De minister kan de modaliteiten voor de organisatie van de opleidingen nader bepalen.

Onderafdeling 2. - Examens

Art. 47.Hij die de opleiding regelmatig heeft gevolgd conform het reglement van de opleidingsinstelling, heeft het recht om deel te nemen aan alle examens die voor het bekomen van het bekwaamheidattest van deze opleiding worden georganiseerd.

Art. 48.Alle vakken worden geëxamineerd met toepassing van de volgende regels: 1° om te slagen voor de examens ter afsluiting van de opleidingen moet minimum vijftig procent van de punten behaald worden voor elk in dit besluit aangegeven of bijkomend gedoceerd vak;2° De examens kunnen enkel afgelegd worden binnen de opleidingsinsinstelling waar de opleiding gevolgd werd met uitzondering van de examens georganiseerd bij SELOR en in een erkend testcentrum; In afwijking van het eerste lid moet voor de vakken in de artikelen 11, 9°, 12, 7°, 14, 12°, 15, 9°, 16, 4° en 19, 13° geen examen afgelegd worden.

Art. 49.De herexamens kunnen afgelegd worden zonder de verplichting de opleiding opnieuw te volgen. Wie na het eerste herexamen niet geslaagd is, dient de vakken waarop hij geen vijftig procent van de punten behaalde opnieuw te volgen, alvorens hij opnieuw kan deelnemen aan de examens.

De examens en herexamens dienen binnen dezelfde opleidingsinstelling afgelegd te worden.

Art. 50.Ongeacht de opleidingsinstelling mag niemand zich meer dan viermaal aanmelden voor de op basis van dit besluit georganiseerde examens, met inbegrip van de herexamens die ten laatste drie maanden na het afleggen van het laatste examen van een vorige examenzitting moeten georganiseerd worden.

In afwijking op het eerste lid en rekening houdend met artikel 61 mag niemand zich meer dan tweemaal aanmelden voor het examen voor het vak schietoefeningen bedoeld in de artikelen 29,4° en 30,2° met inbegrip van de herkansing.

Art. 51.De periode tussen de eerste les van de opleiding tot het behalen van een bekwaamheidsattest waarvoor betrokkene is ingeschreven en de laatste keer waarbij hij aan de examens voor deze opleiding kan deelnemen, is beperkt tot 2 jaar.

Art. 52.Het examen voor de schietoefeningen bedoeld in de artikelen 29, 4° en 30, 2° wordt georganiseerd volgens het bepaalde in de artikelen 59 tot en met 61.

Art. 53.Het verloop van de examens kan door de minister worden vastgesteld in een examenreglement.

Art. 54.De administratie kan: 1° aanwezig zijn in de verschillende examencommissies van een opleidingsinstelling;2° een gepland examen vervangen door een door haar opgesteld schriftelijk examen;3° een gepland examen laten afnemen en beoordelen door een hiertoe door haar aangeduide persoon of instantie.

Art. 55.De examens voor de vakken bepaald door de minister van Binnenlandse Zaken en de vakken zoals bedoeld in de artikelen 10, 1° en 2°, 11, 2° en 3°, 12, 2° en 3°, 14, 2° en 3°, 15, 2° en 3° en 19, 2° en 3° kunnen enkel worden afgenomen door SELOR en door haar beoordeeld worden.

Art. 56.De cursist wordt voor deelname aan de examens afgenomen door SELOR ingeschreven door de opleidingsinstelling waarbij hij de opleiding waarop deze examens betrekking hebben, volgt.

De kosten verbonden aan de afname en beoordeling van deze examens zijn ten laste van deze opleidingsinstelling.

Art. 57.De minister kan de modaliteiten voor het verloop van de examens, bedoeld in artikel 47, en de beoordeling en de andere daarvoor noodzakelijke procedures nader bepalen. HOOFDSTUK 4. - Testen

Art. 58.De testen in dit besluit kunnen enkel afgenomen worden door een testcentrum hiertoe erkend door de minister. Afdeling 1. - Test tot het behalen van het `attest schiettest

bewakingsagent'

Art. 59.Een testcentrum laat de kandidaat enkel toe tot de test tot het behalen van het `attest schiettest bewakingsagent' indien indien hij aantoont dat hij voldoet aan volgende voorwaarden: 1° een uittreksel uit het strafregister heeft voorgelegd dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, of een gelijkwaardig getuigschrift indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, dat niet ouder is dan zes maanden waaruit blijkt dat hij niet veroordeeld is wegens misdrijven bepaald in artikel 61, 1° van de wet;2° ingeschreven is door de werkgever van de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst waartoe hij behoort en waarvoor hij over een identificatiekaart beschikt;3° het bewijs heeft voorgelegd dat hij maximum zes maanden eerder een `bekwaamheidsattest bewakingsagent- gewapende opdrachten', een `bekwaamheidsattest bewakingsagent aanpassingsopleiding gewapende opdrachten' of een `attest schiettest bewakingsagent' bekwam voor een wapen waarvan de aard, het model en het type overeenstemt met het wapen waarop de test betrekking heeft of de test aflegt in het kader van het volgen van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- gewapende opdrachten' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- aanpassingsopleiding gewapende opdrachten'.

Art. 60.De test tot het behalen van het `attest schiettest bewakingsagent' dient te voldoen aan volgende voorwaarden: 1° bestaan uit een attitude, vaardigheids- en schiettest in overeenstemming met de technische fiche gevoegd als bijlage 2;2° plaatsvinden in een door de overheid erkende schietstand;3° afgenomen en beoordeeld worden door een hiertoe erkende schietinstructeur die voldoet aan de criteria bepaald in uitvoering van artikel 61 en 147 van de wet;4° uitgevoerd worden met wapens en munitie, zoals bedoeld door of krachtens de wet, die door het testcentrum ter beschikking gesteld wordt of met wapens die toebehoren aan de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst die de kandidaat voor de schiettest heeft ingeschreven;5° vindt plaats met een wapen waarvan de aard, het model en het type overeenstemt met het wapen waarvoor betrokkene over het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - gewapende opdrachten' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- aanpassingsopleiding gewapende opdrachten' beschikt' of waarvoor hij de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- gewapende opdrachten' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - aanpassingsopleiding gewapende opdrachten' volgt;6° de schutter vuurt maximum 20 patronen af;7° de schutter voert de test rechtstaande uit en met maximum vier personen op de schietlijn. De minister kan de voorwaarden en modaliteiten voor de afname van deze test nader bepalen.

Art. 61.Om te slagen in de test tot het behalen van het `attest schiettest bewakingsagent' dient de betrokkene minimum 80% van de punten te behalen op elk onderdeel.

Wie niet slaagt in de schiettest kan maximum eenmaal herkansen en dit binnen hetzelfde testcentrum waar de eerste test afgenomen werd en binnen de drie maanden na het afleggen van de eerste schiettest.

Het testcentrum organiseert de herkansing binnen de drie maanden na het uitvoeren van de eerste schiettest. Afdeling 2. - Test tot het behalen van het `attest bewakingsagent -

analyse x-ray beelden'

Art. 62.Een kandidaat mag enkel deelnemen aan de test tot het behalen van het `attest bewakingsagent- analyse x-ray beelden' indien hij aantoont te voldoen aan volgende voorwaarden: 1° een uittreksel uit het strafregister heeft voorgelegd dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, of een gelijkwaardig getuigschrift indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, dat niet ouder is dan zes maanden waaruit blijkt dat hij niet veroordeeld is wegens misdrijven bepaald in artikel 61, 1° van de wet;2° ingeschreven is door de werkgever van de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst waartoe hij behoort en waarvoor hij over een identificatiekaart beschikt;3° indien tussen de herkansing voor een test tot het behalen van het `attest bewakingsagent -analyse x-ray beelden' en de inschrijving minimaal zes maanden verstreken zijn.

Art. 63.De test tot het behalen van het `attest bewakingsagent - analyse x-ray beelden' dient te voldoen aan de door de minister bepaalde voorwaarden.

Wie niet slaagt in de test tot het behalen van het `attest bewakingsagent- analyse x-ray beelden' kan herkansen binnen hetzelfde testcentrum waar de eerste test afgenomen werd en dit binnen de drie maanden na het afleggen van de eerste test.

Wie niet slaagt voor de herkansing kan gedurende zes maanden, vanaf de datum van herkansing, niet deelnemen aan een nieuwe test. HOOFDSTUK 5. - Psychotechnisch onderzoek Afdeling 1. - Toegangsvoorwaarden

Art. 64.Een kandidaat kan deelnemen aan een psychotechnisch onderzoek indien hij: 1° voor deelname bij SELOR: - ingeschreven wordt door een vergunde opleidingsinstelling; - maximum één keer niet geslaagd was voor het psychotechnisch onderzoek afgenomen door SELOR en er minstens twaalf maanden verstreken zijn sinds dit onderzoek. 2° voor deelname bij een intern testcentrum: - aangeworven is door de bewakingsonderneming waarvan het intern testcentrum deel uitmaakt of door een bewakingsonderneming die tot dezelfde economische groep behoort; - nooit deelgenomen heeft aan een psychotechnisch onderzoek afgenomen door SELOR waarvoor hij niet geslaagd was. Afdeling 2. - Onderzoek

Art. 65.Een `attest psychotechnisch onderzoek' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene met goed gevolg een psychotechnisch onderzoek heeft ondergaan waaruit blijkt dat hij een evenwichtige persoonlijkheid heeft en op psychologisch vlak voldoet aan de elementen bedoeld in artikel 64, 1°, 2°, 3° en 5° van de wet. Afdeling 3. - Regels inzake de organisatie van het psychotechnisch

onderzoek

Art. 66.De psychotechnische onderzoeken kunnen enkel en alleen worden afgenomen en beoordeeld door: 1° SELOR;2° een door de minister erkend intern testcentrum behorend tot een vergunde bewakingsonderneming. In het geval bedoeld onder 2°, kan het intern testcentrum enkel en alleen aan de personen die door de bewakingsonderneming, waarvan het intern testcentrum deel uitmaakt of door een bewakingsonderneming die tot dezelfde economische groep behoort, zijn aangeworven, een `attest psychotechnisch onderzoek' afleveren. Dit attest wordt afgeleverd bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst.

Art. 67.Een intern testcentrum kan enkel psychotechnische onderzoeken afnemen indien: 1° de afname en de beoordeling van de psychotechnische onderzoeken uitsluitend geschiedt door selectiedeskundigen die werkzaam zijn in vast dienstverband op basis van een contract van onbepaalde duur voor de betrokken bewakingsonderneming;2° aangaande de deskundigheid van de betrokken selectiedeskundigen, de wijze van testen, de testnormen, de beoordelingsnormen en de testprocedure een positief advies is uitgebracht door SELOR;3° minimaal 25 `attesten psychotechnisch onderzoek' per kalenderjaar worden afgeleverd. De minister kan de voorwaarden, zoals bepaald onder 2° nader bepalen.

Art. 68.Van de afname en de beoordeling van elke test, die aanleiding geeft tot de afgifte van een `attest psychotechnisch onderzoek', stelt de selectiedeskundige die de test afneemt, een schriftelijk testrapport op.

Dit testrapport bevat alle beoordelingselementen van de testen en tevens de overwegingen waaruit blijkt dat uit deze beoordelingselementen redelijkerwijze kan worden opgemaakt of betrokkene een evenwichtige persoonlijkheid heeft en voldoet aan de vereisten, bedoeld in artikel 64, 1°, 2°, 3° en 5° van de wet.

De minister kan de inhoud van het testrapport bedoeld in het vorige lid nader bepalen.

Art. 69.De minister kan de middelen, de minimaal te behalen resultaten en de methodes die bij de afname van de psychotechnisch onderzoek moeten worden aangewend nader bepalen. Hij kan de procedures die hiervoor moeten gevolgd worden, vastleggen.

Art. 70.SELOR kan steekproefsgewijs nagaan of uit de door een intern testcentrum opgestelde rapporten betreffende de psychotechnisch onderzoeken op een afdoende wijze blijkt of betrokkene al dan niet voldoet aan de vereisten, bedoeld in artikel 65.

De steekproef, bedoeld in het vorige lid, bedraagt minstens 25 testrapporten met een minimum van 10% van de in het lopende of afgelopen kalenderjaar opgestelde testrapporten. De steekproef wordt willekeurig door SELOR samengesteld.

Art. 71.Indien na toetsing, SELOR vaststelt dat een 'attest psychotechnisch onderzoek' werd afgeleverd zonder dat op een voldoende wijze vaststaat dat hij voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 65, is dit attest nietig en voldoet de betrokkene niet aan de uitoefeningsvoorwaarden bedoeld in artikel 61, 7° van de wet.

Het vorige lid is niet van toepassing indien de betrokken kandidaat binnen de twee maanden na de vaststelling door SELOR slaagt in een psychotechnisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 66,1°.

Art. 72.Indien uit tenminste 10 % van de door SELOR uitgevoerde steekproef blijkt dat de test nietig is, zoals bedoeld in artikel 71 of dat personen door de bewakingsonderneming worden aangeworven, zonder dat de in artikel 67 bedoelde bepalingen werden nageleefd, kan de minister de erkenning van het intern testcentrum intrekken.

Indien de erkenning van het intern testcentrum ingetrokken wordt kan het gedurende 2 jaar na deze beslissing geen nieuwe aanvraag tot erkenning indienen.

Art. 73.De kosten verbonden aan de uitvoering van het psychotechnisch onderzoek, bedoeld in artikel 66,1° zijn ten laste van de opleidingsinstelling die de kandidaat inschrijft.

De kosten verbonden aan de uitvoering van het psychotechnisch onderzoek, uitgevoerd door SELOR, bedoeld in artikel 71, tweede lid, zijn ten laste van de betrokken bewakingsonderneming.

De kosten verbonden aan de evaluatie van de criteria bepaald in de artikels 67 en 70 zijn ten laste van de bewakingsonderneming. HOOFDSTUK 6. - Vrijstellingen

Art. 74.Zij die beschikken over een geldig brevet van hulpverlener-ambulancier zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, een geldig attest bedrijfseerstehulpverlener of een diploma in de verpleegkunde, worden voor het `algemeen bekwaamheidattest bewakingsagent', het bekwaamheidsattest bewakingsagent- beveiligd vervoer' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmilieu' vrijgesteld voor het vak `bedrijfseerstehulpverlener'.

Art. 75.Zij die beschikken over een brevet van brandweerman, korporaal, sergeant, adjudant of officier bij de publieke brandweer, worden voor het `algemeen bekwaamheidattest bewakingsagent' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent uitgaansmilieu' vrijgesteld voor het vak `brand, preventie en elementaire brandbestrijding'.

Art. 76.Zij die beschikken over het `bekwaamheidsattest - commercieel vertegenwoordiger' worden vrijgesteld voor: 1° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende': - Grondige studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking: 40 lesuren; - Grondrechten en aan de bewaking aanverwante juridische regelingen: 12 lesuren; - Training aan de hand van dilemma's tussen sociale, wettelijke, ethische bepalingen en commerciële belangen: 8 lesuren. 2° Volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest - operationeel leidinggevende': - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen. - Training aan de hand van dilemma's tussen sociale, wettelijk, ethische bepalingen en commerciële belangen. 3° Volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bewaamheidsattest bewakingsagent': - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen. 4° Volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmilieu': - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen.

Art. 77.Zij die beschikken over het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende' worden vrijgesteld voor: 1° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Veiligheids- en risicoanalyse; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten; - Training aan de hand van dilemma's tussen sociale, wettelijk, ethische bepalingen en commerciële belangen. 2° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 3° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer': - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.4° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - geldtelcentrum': - Studie van de regelgeving betreffende de bewaking toegepast op het personeel van het geldtelcentrum; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 5° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest operator alarmcentrale: - Organisatie van de private veiligheidssector.6° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale particuliere eCall': - Organisatie van de interventiediensten.7° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmillieu': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Toegepaste wetgeving betreffende bewaking in het uitgaansmilieu; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.

Art. 78.Zij die beschikken over het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende' worden vrijgesteld voor: 1° volgend vak van de opleiding tot het behalen van het bekwaamheidsattest - commercieel vertegenwoordiger': - Training aan de hand van dilemma's tussen sociale, wettelijke, ethische bepalingen en commerciële belangen.2° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende': - Veiligheids- en risicoanalyse; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Training aan de hand van dilemma's tussen sociale, wettelijke, ethische bepalingen en commerciële belangen. 3° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 4° volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer' vrijgesteld: - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.5° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - geldtelcentrum': - Studie van de regelgeving betreffende de bewaking toegepast op het personeel van het geldtelcentrum; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 6° volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmillieu': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betreking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.

Art. 79.Zij die beschikken over het `algemeen bekwaamheidsattet bewakingsagent' worden vrijgesteld voor: 1° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende': - Maatschappelijke en culturele vorming.2° Volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Sociale verhoudingen en colectieve overeenkomsten. 3° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer': - Bedrijfseerstehulpverlener; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 4° Volgende vakken van de opleiding tot het bekomen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - geldtelcentrum': - Studie van de regelgeving betreffende de bewaking toegepast op het personeel van het geldtelcentrum; - Social verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 5° Volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmilieu': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Communicatievaardigheden; - Bedrijfseerstehulpverlener; - Ontwijkingstechnieken; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Brand, preventie en elementaire brandbestrijding; - Gepast reageren bij crisissituaties; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.

Art. 80.Zij die beschikken over het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer' worden vrijgesteld voor: 1° De opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - geldtelcentrum' 2° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende': - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.3° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bekwaamheidsattest - bewakingsagent': - Bedrijfseerstehulpverlener; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 4° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmilieu': - Bedrijfseerstehulpverlener; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.

Art. 81.Zij die beschikken over het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- geldtelcentrum' worden vrijgesteld voor: 1° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende': Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.2° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent': - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.3° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- uitgaansmilieu': Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten.

Art. 82.- Zij die beschikken over het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale' worden vrijgsteld voor volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale particuliere eCall': - Organisatie van de interventiediensten; - Telefonische communicatievaardigheden en probleemoplossend handelen.

Art. 83.Zij die beschikken over het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - uitgaansmilieu' worden vrijgesteld voor: 1° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende': - Maatschappelijke en culturele vorming.2° Volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 3° Volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent': - Organisatie van de bewakingssector; - Studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent; - Grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen; - Communicatievaardigheden; - Bedrijfseerstehulpverlener; - Ontwijkingstechnieken; - Maatschappelijke en culturele vorming; - Gepast reageren bij crisissituaties; - Brand, preventie en elementaire brandbestrijding; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 4° Volgend vak van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer': - Bedrijfseerstehulpverlener; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. 5° Volgende vakken van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - geldtelcentrum': - Studie van de regelgeving betreffende de bewaking toegepast op het personeel van het geldtelcentrum; - Sociale verhoudingen en collectieve overeenkomsten. HOOFDSTUK 7. - Regels inzake mededeling en beheer van gegevens en documenten Afdeling 1. - Mededelingen aan de deelnemers

Art. 84.De betrokkene die niet geslaagd is in de onderzoeken, de examens of de testen wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van de resultaten binnen de 5 werkdagen nadat de resultaten bekend zijn.

Hij heeft, op zijn verzoek, binnen een redelijke termijn recht op een evaluatiegesprek met de persoon die het psychotechnisch onderzoek heeft afgenomen of de examens met betrekking tot de opleidingen of de afname van de test heeft geëvalueerd.

Art. 85.De originele attesten worden aan de betrokkene afgegeven binnen de 10 dagen nadat de resultaten van de onderzoeken, de examens en de testen, die hij met goed gevolg heeft afgelegd, bekend zijn.

Indien het attest een `attest schiettest bewakingsagent' betreft dat afgegeven wordt naar aanleiding van de schiettest in het kader van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent gewapende opdrachten' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- aanpassingsopleiding gewapende opdrachten' kan het enkel afgegeven worden indien betrokkene geslaagd is voor de overige examens die in het kader van deze opleiding worden afgenomen.

Art. 86.Op straffe van nietigheid dient het attest overeen te stemmen met het model gevoegd als bijlage 3.

De attesten uitgereikt voor de opleidingen bedoeld in artikel 29, 30 en de test bedoeld in artikel 60, vermelden bijkomend de aard, het model en het type van wapen waarmee de opleiding of de schiettest heeft plaatsgevonden.

Art. 87.De attesten zijn opgesteld in de landstaal waarin de opleiding is gevolgd, waarin het psychotechnisch onderzoek is afgenomen of waarin de test werd afgelegd.

Art. 88.De attesten zijn geldig vanaf de datum van hun uitreiking, bedoeld in artikel 85. Afdeling 2. - Mededelingen aan de administratie

Art. 89.In het kader van de opleidingen stelt de opleidingsinstelling de administratie in kennis van: 1° de door de administratie bepaalde persoonsgegevens en de resultaten van de ingeschreven cursisten en dit binnen de week na het laatste examen voor een opleiding en binnen de week na de eventuele herexamens;2° de data en plaats waar een opleiding georganiseerd wordt indien deze niet vermeld staan op de website van de opleidingsinstelling en dit één week voor de aanvang van de opleiding. SELOR stelt, voor de door haar afgenomen examens de administratie en de opleidingsinstelling in kennis van de door de administratie bepaalde persoonsgegevens en de resultaten van de ingeschreven cursisten, binnen de dag na het bekomen van de resultaten.

Art. 90.In het kader van de psychotechnische onderzoeken stellen SELOR en de erkende interne testcentra de administratie uiterlijk één week na de beslissing over de resultaten van het psychotechnisch onderzoek in kennis van de door de administratie bepaalde persoonsgegevens van de kandidaten.

Art. 91.In het kader van de testen stellen de erkende testcentra de administratie in kennis van de volgende gegevens en inlichtingen: 1° de door de administratie bepaalde persoonsgegevens en de resultaten van de kandidaten en dit uiterlijk één week na de afname van de test; de data en plaats waar een test georganiseerd wordt indien deze niet vermeld staan op de website van het testcentrum en dit één week voor de aanvang van de test.

Art. 92.De wijze waarop de inlichtingen, bedoeld in de artikelen 89 tot en met 91 worden overgemaakt, gebeurt volgens de onderrichtingen van de administratie.

Art. 93.De administratie verstrekt, na de volledige ontvangst van de inlichtingen bedoeld in respectievelijk de artikelen 89, 1°, 90 en 91, 1° de afzender, per geslaagde kandidaat een attestnummer.Er mag geen attest worden uitgereikt zonder vermelding van dit attestnummer.

Art. 94.De cursuscoördinator licht de administratie onmiddellijk in over elke onregelmatigheid betreffende het verloop van de opleidingen en de examens;

Het testcentrum licht de administratie onmiddellijk in over elke onregelmatigheid betreffende de afname van de testen.

Art. 95.De cursuscoördinator brengt binnen de 5 dagen de administratie op de hoogte: 1° telkens de opleidingsinstelling tegen een lesgever, tengevolge van feiten die een misdrijf opleveren, of feiten die in strijd zijn met de deontologie van de lesgever, maatregelen heeft genomen die als gevolg hebben dat hij niet meer mag optreden als lesgever voor het vak in kwestie; telkens de opleidingsinstelling tegen een cursist, tengevolge van fraude of pogingen daartoe of het niet naleven van de regelgeving of tengevolge van zijn houding, uitgesloten is van de opleiding.

Art. 96.De melding, bedoeld in artikel 95, gebeurt volgens de onderrichtingen van de administratie en omvat minstens: 1° de namen en adressen van de personen die het voorwerp uitmaken van de maatregel;2° een omstandige omschrijving van de feiten die de maatregel schragen, alsook de plaats en het tijdstip waarop zich ze voordeden; de genomen maatregel en het tijdstip ervan. Afdeling 3. - Beheer van gegevens en documenten

Art. 97.De opleidingsinstellingen en de testcentra bewaren op het adres van een vestigingseenheid gedurende een periode van tien jaar alle documenten en gegevens die betrekking hebben op de inschrijving van de cursist, de data waarop hij de opleiding heeft gevolgd of de test heeft afgelegd, de resultaten van zijn examens of testen, evenals een kopie op papier of in elektronisch formaat van de attesten en diploma's die door de opleidingsinstelling of het testcentrum zijn verstrekt.

De kopie op papier of in elektronisch formaat waarborgt de controle op de authenticiteit van de herkomst en op de integriteit van de inhoud van het aan de cursist uitgereikte attest of diploma.

De instelling of het testcentrum meldt de administratie onverwijld elke wijziging van het in het eerste lid vermelde adres. HOOFDSTUK 8. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 98.Personen die een bekwaamheidsattest voor het uitoefenen van een leidinggevende functie bekwamen overeenkomstig de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid worden geacht te voldoen aan de vereisten inzake beroepsopleiding gesteld in dit besluit en worden gelijkgesteld met de houders van het bekwaamheidsattest dat ingevolge dit besluit toegang verleent tot het uitoefenen van dezelfde functies, indien zij voor 1 maart 2019 een `attest bijscholing nieuwe wet' behalen dat wordt uitgereikt indien betrokkene het onderdeel uit de opleiding bedoeld in artikel 13,1° volgt of na inwerkingtreding van de wet een `bijscholingsattest leidinggevend personeel behaalden en zij aan één van onderstaande voorwaarden voldoen: 1° ofwel voor de inwerkingtreding van dit besluit een identificatiekaart verkregen voor het uitoefenen van de overeenstemmende functie;2° ofwel het bekwaamheidsattest dat toegang verleent tot de overeenstemmende functie na 1 januari 2017 verkregen en een identificatiekaart voor deze functie bekomen waarvoor maximum 1 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag werd ingediend;3° ofwel uit de gegevens beschikbaar bij de administratie blijkt dat ze op datum van de inwerkingtreding van dit besluit erkend zijn als cursuscoördinator of lesgever en beschikken over het `bekwaamheidsattest leidinggevend personeel type A'. ofwel aantonen dat ze de functie van commercieel vertegenwoordiger ononderbroken uitoefenen sinds 1 januari 2016 en beschikken over het `bekwaamheidsattest leidinggevende personeel type A';

Art. 99.De personen die op 31 augustus 2018 erkend zijn als cursuscoördinator en de commercieel vertegenwoordigers die kunnen aantonen dat ze deze functie sinds 1 januari 2016 ononderbroken uitoefenen, zijn gelijkgesteld met houders van het `bekwaamheidsattest operationeel leiginggevende' indien ze beschikken over een `bekwaamheidsattest leidinggevend personeel type B'.

Art. 100.Voor de cursuscoördinatoren bedoeld in artikel 99 geldt dat zij hun functie, in afwijking van het bepaalde in artikel 5 verder kunnen blijven uitoefenen voor zover zij voldoen aan onderstaande voorwaarden: 1° de functie als cursuscoördinator ononderbroken blijven uitoefenen binnen dezelfde opleidingsinstelling;2° de opleidingsinstelling niet erkend is voor de organisatie van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende' of het `bijscholingsattest leidinggevend personeel';3° zij voor 1 maart 2019 een `attest bijscholing nieuwe wet' behalen zoals omschreven in artikel 98 of na inwerkingtreding van de wet een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' behaalden; houder zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat; deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafging, een attest bekwamen, bedoeld in artikel 10.

Art. 101.Voor de personen die het `attest bijscholing nieuwe wet' zoals bepaald in artikel 98 behalen, geldt dat zij tot 1 maart 2021 vrijgesteld zijn van het onderdeel bepaald in artikel 13, 1° van de opleiding tot het behalen van het `bijscholingsattest leidinggevend personeel'.

Art. 102.Personen die een bekwaamheidsattest voor het uitoefenen van een functie als bewakingsagent bekwamen in overeenstemming met de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid worden geacht te voldoen aan de vereisten inzake beroepsopleiding gesteld in dit besluit en worden gelijkgesteld met de houders van het bekwaamheidsattest dat ingevolge dit besluit toegang verleent tot het uitoefenen van dezelfde functies, indien zij: 1° ofwel voor inwerkingtreding van dit besluit een identificatiekaart verkregen voor het uitoefenen van de overeenstemmende functie;2° ofwel het bekwaamheidsattest dat toegang verleent tot de overeenstemmende functie na 1 januari 2017 verkregen en een identificatiekaart voor deze functie bekomen waarvoor maximum 1 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag werd ingediend;3° ofwel voor 1 maart 2021 houder zijn van het bekwaamheidsattest bewakingsagent - overgangsopleiding' dat slechts wordt verstrekt nadat betrokkene geslaagd is voor een opleiding van 48 lesuren bestaande uit volgende vakken van de opleiding bedoeld in artikel 14: - studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent: 24 lesuren; - grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen: 8 lesuren; - gepast reageren bij crisissituaties: 8 lesuren; praktijk van bewakingsmethodes en -technieken: 8 lesuren.

Art. 103.De houder van een `bekwaamheidsattest bewakingsagent - erfgoedbewaker' afgeleverd overeenkomstig de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid wordt geacht te voldoen aan de opleidingsvereisten bepaald in artikel 6, 1° en dit voor zover deze functie wordt uitgeoefend binnen de interne bewakingsdienst van een permanente instelling van publiek recht die cultureel erfgoed beheert, indien hij: 1° ofwel voor de uitoefening van deze functie een identificatiekaart verkreeg voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit; ofwel het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - erfgoedbewaker' na 1 januari 2017 behaalde en ten laatste op 1 maart 2019 over een identificatiekaart voor het uitoefenen van de functie van erfgoedbewaker beschikt.

Art. 104.De houder van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - erfgoedbewaker' die voldoet aan de voorwaarden in artikel 103 en de activiteiten wil uitoefenen waarvoor de opleidingsvereiste gesteld in artikel 6,1° geldt buiten een interne bewakingsdienst van een permanente instelling van publiek recht die cultureel erfgoed beheert, wordt gelijkgesteld met houder van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' indien hij houder is van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - overgangsopleiding erfgoedbewaker'.

Het bekwaamheidsattest bewakingsagent - overgangsopleiding erfgoedbewaker' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene een opleiding van 51 lesuren volgende vakken van de opleiding zoals bedoeld in artikel 14 met goed gevolg heeft gevolgd: - ontwijkingstechnieken: 12 lesuren; - Gepast reageren bij crisissituaties: 8 lesuren; - Bedrijfseerstehulverlener: 15 lesuren; - Brand, preventie en elementaire brandbestrijding: 8 lesuren; praktijk van bewakingsmethodes en -technieken: 8 lesuren.

Art. 105.In afwijking op het bepaalde onder artikel 102 wordt de houder van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - CIT', het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - geldtelcentrum' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale' uitgereikt overeenkomstig de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid gelijkgesteld met de houders van het bekwaamheidsattest dat ingevolge dit besluit toegang verleent tot het uitoefenen van deze functies indien hij: 1° ofwel voor inwerkingtreding van dit besluit een identificatiekaart verkreeg voor het uitoefenen van de overeenstemmende functie; ofwel het bekwaamheidsattest dat toegang verleent tot de overeenstemmende functie na 1 januari 2017 verkreeg en een identificatiekaart voor deze functie bekwam waarvoor maximum 1 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag werd ingediend.

Art. 106.Personen die de activiteiten bedoeld in artikel 3 van de wet waarbij beelden geïnterpreteerd worden van apparaten die door middel van röntgenstralen goederen en de inhoud ervan tot beelden verwerken om gevaarlijke voorwerpen of stoffen te detecteren, uitgeoefend hebben in een luchthaven en waarvoor het Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer in dit kader vaststelde dat ze voldeden aan de vereisten in uitvoering van verordening (EU) 2015/1998 van de Commissie van 5 november 2015 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchthaven, wordt het schriftelijk document waarin dit werd vastgesteld gelijkgesteld aan het 'attest bewakingsagent - analyse x-ray beelden' zoals bedoeld onder art. 6, 17°, 2).

De geldigheidstermijn van één jaar wordt in dit geval berekend vanaf de datum van vaststelling

Art. 107.Hij die op datum van de inwerkingtreding van dit besluit voldoet aan de voorwaarden inzake psychotechnisch onderzoek overeenkomstig de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid wordt gelijkgesteld met houders van het `attest psychotechnisch onderzoek' zoals voorzien in artikel 7.

Art. 108.De opleidingsinstelling die op 31 augustus 2018 erkend is voor de organisatie van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest leidinggevend personeel type A', het `bekwaamheidsattest leidinggevend personeel type B', het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent', het bekwaamheidsattest bewakingsagent- operator alarmcentrale', het `Bekwaamheidsattest bewakingsagent uitgaansmilieu', kan al naargelang de erkenning waarover ze beschikt respectievelijk de opleiding voorzien in de artikelen 11, 12, 14, 17 en 19 organiseren vanaf 1 september 2018 op voorwaarde dat ze voor 1 maart 2019 een aanvraag tot erkenning indient in uitvoering van artikel 148 van de wet.

Zij dient de organisatie van deze opleiding onmiddellijk te staken indien de minister de erkenning weigert.

Art. 109.De opleidingsinstelling die op 31 augustus 2018 erkend is voor de organisatie van de opleiding tot het behalen van het `bekwaamheidsattest leidinggevend personeel type A' kan de opleiding voorzien in artikel 10 organiseren vanaf 1 september 2018 op voorwaarde dat ze voor 1 maart 2019 een aanvraag tot erkenning indient in uitvoering van artikel 148 van de wet.

Zij dient de organisatie van deze opleiding onmiddellijk te staken indien de minister de erkenning weigert.

Art. 110.Overeenkomstig onderstaande tabel, kan de opleidingsinstelling die op 31 augustus 2018 erkend is voor de organisatie van een opleiding bedoeld in de linkerkolom de nieuwe opleiding bedoeld in de rechterkolom organiseren tot de vervaldatum van haar huidige erkenning vanaf 1 september 2018:

Op 31 augustus 2018 erkend voor de organisatie van de opleiding tot het behalen van:

Opleiding die overeenkomstig dit besluit kan georganiseerd worden:

Au 31 août 2018, agréé pour l'organisation de la formation en vue de l'obtention de :

Formation qui peut être organisée conformément au présent arrêté

Bekwaamheidsattest bewakingsagent- CIT

opleiding bedoeld in artikel 15

Attestation de compétence agent de gardiennage - CIT

Formation visée à l'article 15

Bekwaamheidsattest bewakingsagent - geldtelcentrum

opleiding bedoeld in artikel 16

Attestation de compétence agent de gardiennage - centre de comptage d'argent

Formation visée à l'article 16

Bekwaamheidsattest bewakingsagent- mobiele bewaking

opleiding bedoeld in artikel 21

Attestation de compétence agent de gardiennage - gardiennage mobile

Formation visée à l'article 21

Bekwaamheidsattest bewakingsagent- bescherming van personen

opleiding bedoeld in artikel 23

Attestation de compétence agent de gardiennage - protection de personnes

Formation visée à l'article 23

Bekwaamheidsattest bewakingsagent -winkelinspecteur

opleiding bedoeld in artikel 24

Attestation de compétence agent de gardiennage -inspecteur de magasin

Formation visée à l'article 24

Bekwaamheidsattest bewakingsagent -vaststelling materiële feiten

opleiding bedoeld in artikel 25

Attestation de compétence agent de gardiennage -constatation de faits matériels

Formation visée à l'article 25

Bekwaamheidsattest bewakingsagent- verkeersbegeleiding

opleiding bedoeld in artikel 26

Attestation de compétence agent de gardiennage - Accompagnement de la circulation

Formation visée à l'article 26

Bekwaamheidsattest bewakingsagent - havenbewaking

opleiding bedoeld in artikel 28

Attestation de compétence agent de gardiennage - gardiennage portuaire

Formation visée à l'article 28

Bekwaamheidsattest bewakingsagent - gewapende opdrachten

opleiding bedoeld in artikel 29

Attestation de compétence agent de gardiennage - missions armées

Formation visée à l'article 29

Bekwaamheidsattest bewakingsagent- aanpassingsopleiding gewapende opdrachten

opleiding bedoeld in artikel 30

Attestation de compétence agent de gardiennage - formation d'adaptation missions armées

Formation visée à l'article 30

Attest schietoefeningen

test bedoeld in artikel 60

Attestation exercices de tirs

test visé à l'article 60


Art. 111.De opleidingsinstelling die op 31 augustus 2018 erkend is voor de organisatie van de opleiding tot het behalen van het `bijscholingsattest leidinggevend personeel' of het `bijscholingsattest bewakingsagent' kan respectievelijk de opleiding bedoeld in artikel 13 of 32 organiseren tot de vervaldatum van haar erkenning op voorwaarde dat ze voor 1 maart 2019 een aanvraag tot erkenning voor de organisatie van de opleiding bedoeld in artikel 14 indient in uitvoering van artikel 148 van de wet.

Zij dient de organisatie van deze opleidingen onmiddellijk te staken indien de minister de erkenning weigert.

Art. 112.De opleidingen bedoeld in artikel 102, 3° tot het behalen van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - overgangsopleiding' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent -overgangsopleiding erfgoedbewaker' bedoeld in de artikelen 102, 3° en 104 kunnen vanaf 1 september 2018 georganiseerd worden door de opleidingsinstellingen die op 31 augustus 2018 erkend zijn voor de organisatie van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent'.

Art. 113.Voor de opleidingen bedoeld in de artikelen 10, 18, 20, 22, 27 en 31 en de test bedoeld in artikel 63 geldt dat eenieder die de functie uitoefent waarvoor deze opleiding of test vereist is, deze met succes moet volgen of afleggen binnen de door de minister bepaalde termijn.

Art. 114.Het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen wordt opgeheven met ingang van 1 september 2018 met uitzondering van de artikelen 60, tweede en derde lid, 69 tot en met 85, 96 tot en met 101.

Art. 115.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2018.

In afwijking van het eerste lid, bepaalt de minister de inwerkingtreding van artikel 93.

Art. 116.Onze minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 mei 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^