gepubliceerd op 17 oktober 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1971 tot oprichting van een "Fonds voor de diamantnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten
23 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1971 tot oprichting van een "Fonds voor de diamantnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1971 tot oprichting van een "Fonds voor de diamantnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 mei 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2012 Coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1971 tot oprichting van een "Fonds voor de diamantnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 2012 onder het nummer 111893/CO/324)
Artikel 1.Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, heeft het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van een "Fonds voor de diamantnijverheid", waarvan de statuten hierna worden bepaald.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en coördineert de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1971 tot oprichting van een "Fonds voor de diamantnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten (955/CO/324).
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1972.
Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan slechts worden opgezegd door een éénparig akkoord van alle betrokken partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, die per aangetekende brief moet worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1971 tot oprichting van een "Fonds voor de diamantnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel en doel
Artikel 1.Overeenkomstig de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid wordt, met ingang van 1 januari 1972, een "Fonds voor de diamantnijverheid" opgericht, hierna genoemd het "fonds".
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 2018 Antwerpen, Hoveniersstraat 22.
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° aan de diamantarbeiders, arbeidsters en leerlingen aanvullende sociale voordelen toe te kennen;2° het innen van de voor zijn werking nodige bijdragen en inkomsten;3° aan het in 1° vermeld werkliedenpersoneel het loon toe te kennen voor rustdagen welke voortvloeien uit het organiseren van de arbeidsduurverkorting;4° het aangeven en het betalen van de sociale zekerheidsafdrachten voor de compenserende rustdagen als zogenaamde "derde betalende";5° het uitbetalen van de gelijkaardige voordelen in het kader van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen sluiten betreffende de sluiting van de ondernemingen;6° het uitbetalen van de aanvullende vergoeding brugpensioen en de daaraan verbonden kosten voor wat betreft de brugpensioenen die zijn ingegaan vóór 1 januari 2008;7° het financieren van bijkomende opleidingen ten voordele van de vorming en de tewerkstelling in de diamantnijverheid, onder andere : a) de uitvoering van de wetgeving inzake de inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen, overeenkomstig de artikelen 188 tot 195 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I);b) de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2009 betreffende de opleiding en de vorming in de ondernemingen;c) de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2010 betreffende de korte modules in de diamantopleidingen;d) de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2009 betreffende de stagiairs in de diamantvakschool;e) de uitvoering en de medewerking aan de doelstellingen zoals opgenomen in de oprichtingsakte van 27 maart 2012 met betrekking tot de oprichting van de stichting van openbaar nut "Antwerp International Training Center on Corporate Opportunities" (ITTCO);f) de uitvoering van de in uitvoering van het decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/03/2009 pub. 17/04/2009 numac 2009201605 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de sectorconvenants in het raam van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid sluiten betreffende de sectorconvenants in het raam van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid, afgesloten sectorconvenants tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de diamantsector (PC nr.324). HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 4.De bepalingen van deze statuten zijn van toepassing : 1° op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;2° op het werkliedenpersoneel, zijnde diamantarbeiders, arbeidsters en leerlingen, dat door de onder 1° bedoelde werkgevers wordt tewerkgesteld, met uitzondering van de technische bedienden. HOOFDSTUK III. - Gerechtigden, aard en modaliteiten van toekenning en uitkering van de voordelen Afdeling 1. - Loon voor arbeidsduurverkorting
Art. 5.Het loon verschuldigd voor de rustdagen zoals bedoeld in artikel 3, 3°, wordt, ten laste van het fonds, aan de rechthebbende uitbetaald door de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid.
Per werknemer bedraagt de brutovergoeding 2 pct. van de bezoldigingen voor de periode tijdens dewelke de arbeidsduurverkorting van kracht is, zoals zij worden aangegeven in het kader van de sociale zekerheid. Afdeling 2. - Voordelen zoals voorzien door de wetgeving met
betrekking tot de sluiting van ondernemingen
Art. 6.Aan de diamantarbeiders, arbeidsters en leerlingen worden gelijkaardige voordelen als deze voorzien in titel III, titel IV, hoofdstuk II, afdelingen 1, 3 en 7 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen sluiten betreffende de sluiting van de ondernemingen, verleend aan de diamantarbeiders, ten laste van het fonds. Afdeling 3. - Aanvullende vergoeding brugpensioenen toegekend vóór 1
januari 2008.
Art. 7.1° Ingeval de werkgever, schuldenaar van de aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, hun toegekend krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, in gebreke blijft, betaalt het fonds de vergoedingen, respectievelijk bedoeld in voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 en in de betreffende sectorale collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de brugpensionering. 2° In dat geval laat de werknemer-crediteur van de aanvullende vergoeding, op zijn verzoek, het fonds in zijn rechten treden tegen de werkgever die de vergoeding verschuldigd is.3° De werkgever die een op de aanvullende vergoeding rechthebbende bejaarde werknemer wenst te ontslaan, is ertoe gehouden, indien hij het voordeel bedoeld in 1° van dit artikel wenst te genieten, daartoe vooraf een met redenen omkleed schriftelijk verzoek te richten aan de raad van beheer van het fonds.4° De raad van beheer van het fonds stelt de voorwaarden vast welke in elk individueel geval moeten worden nageleefd.
Art. 8.Tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de brugpensionering in de diamantnijverheid, wordt de aanvullende vergoeding en de bijzondere werkgeversbijdrage op het conventioneel brugpensioen, bestemd voor de sector arbeidsvoorziening en werkloosheid, vereffend door het fonds.
Art. 9.Gedurende de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de brugpensioenregeling in de diamantnijverheid wordt het bedrag van de aanvullende vergoeding verhoogd met 1 EUR per vergoede dag, voor wat betreft de vóór 1 januari 2008 ingegane brugpensioenen.
De betalingsmodaliteiten worden vastgesteld door de raad van beheer. Afdeling 4. - Vorming en opleiding in de diamantnijverheid
Onderafdeling 1. - Inspanningen ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen
Art. 10.Het fonds is belast met de financiering van de inspanningen ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen en het plan inzake de actieve begeleiding en opvolging van werklozen, zoals voorzien door de artikelen 188 en 195 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I).
Onderafdeling 2. - Opleidingen in de onderneming
Art. 11.Het fonds is belast met het bevorderen van de opleidingen in de ondernemingen, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2009 betreffende de opleiding en de vorming in de ondernemingen.
Onderafdeling 3. - Leerlingen-stagiairs van de diamantvakschool SIHA
Art. 12.Het fonds stelt middelen ter beschikking om de opleiding van stagiairs in de onderneming te faciliteren overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2009 betreffende de stagiairs in de diamantvakschool.
Onderafdeling 4. - Korte modules in de diamantopleidingen
Art. 13.Het fonds is belast met het bevorderen van korte modules in diamantopleidingen, ingericht door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2010 betreffende de korte modules in de diamantopleidingen.
Onderafdeling 5. - Participeren in nationale en internationale initiatieven ter bevordering van de opleiding in de diamantnijverheid
Art. 14.Het fonds is belast met het participeren in de ontwikkeling en uitvoering van opleidingsprogramma's die geschikt zijn voor een levenslange vorming van werknemers. HOOFDSTUK IV. - Beheer
Art. 15.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. Deze raad van beheer bestaat uit vier leden, te weten twee vertegenwoordigers van de werkgevers en twee vertegenwoordigers van de werknemers.
De leden van de raad van beheer worden door het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel aangewezen.
Art. 16.Elk jaar duidt de raad van beheer in zijn midden een voorzitter, ondervoorzitter en secretaris aan.
Art. 17.De raad van beheer wordt door zijn voorzitter bijeengeroepen.
De voorzitter is ertoe gehouden de raad tenminste éénmaal per kwartaal bijeen te roepen en telkens wanneer tenminste twee leden er om verzoeken.
De uitnodigingen vermelden de agenda. De notulen worden door de secretaris opgesteld en door de voorzitter van de vergadering ondertekend.
De uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders.
Wanneer tot stemming moet overgegaan worden, dient een gelijk aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is het getal ongelijk, dan onthoudt zich het jongste lid. De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda voorkomende kwesties in de aanwezigheid van tenminste de helft van de leden, die tot de werknemersafvaardiging en ten minste de helft van de leden die tot de werkgeversafvaardiging behoren.
De beslissingen worden met gewone meerderheid van stemmen genomen.
Art. 18.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en alle maatregelen te nemen die voor zijn goede werking zijn vereist.
Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden inzake het beheer en de leiding van het fonds.
De raad van beheer treedt in rechte op in naam van het fonds, op vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigde beheerder.
Der raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of meer van zijn leden en zelfs aan derden.
Voor alle handelingen, andere dan deze waarvoor de raad een speciale volmacht heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van twee beheerders, één van de werkgeverszijde en één van de werknemerszijde.
De verantwoordelijkheid van de beheerders beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van verplichtingen van het fonds. HOOFDSTUK V. - Financiering Afdeling 1. - Financiering : algemene bijdragen en fondsen
Art. 19.Het fonds beschikt over de bijdragen verschuldigd door de bij artikel 4, 1°, bedoelde werkgevers en de fondsen voorzien bij artikel 24. Afdeling 2. - Financiering van de voordelen zoals voorzien door de
wetgeving met betrekking tot de sluiting van ondernemingen
Art. 20.Ter financiering van de in artikel 6 bedoelde voordelen storten de in artikel 4, 1° bedoelde werkgevers, uiterlijk op 30 september van elk jaar, aan het fonds een bijdrage welke tenminste gelijk is aan de bijdrage vastgesteld voor het "Fonds voor vergoeding van de in geval van sluiting van onderneming ontslagen werknemers".
De betaling van voormelde bijdrage geschiedt onder dezelfde regels als deze van toepassing op de invordering van de bijdragen voor jaarlijkse vakantie door de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid. Afdeling 3. - Financiering van het loon voor arbeidsduurverkorting
Art. 21.Ter financiering van het bij artikel 5 bedoeld loon storten de werkgevers een bijdrage gelijk aan 2 pct. van de bezoldigingen zoals zij worden aangegeven in het kader van de sociale zekerheid.
Bedoelde bijdrage van 2 pct. is maandelijks te storten aan de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid, opgericht bij besluit van de Regent van 11 mei 1946, onder dezelfde regels als deze van toepassing op de invordering van de bijdragen voor jaarlijkse vakantie door voornoemde instelling.
Voor de aangifte en de betaling van de bijdragen aan de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid worden de brutolonen aangegeven aan 110 pct., overeenkomstig artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1982 tot regeling van de sociale zekerheidsafdrachten in verband met de compenserende rustdagen in de diamantnijverheid en tot wijziging van de statuten van het "Fonds voor de diamantnijverheid", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 september 1982. Afdeling 4. - Financiering van de inspanningen ten voordelen van
personen die behoren tot de risicogroepen
Art. 22.Het fonds beschikt over de bijdragen betreffende de inspanningen ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen, dit ten behoeve van de vorming en de tewerkstelling van personen die behoren tot de risicogroepen en de actieve begeleiding en opvolging van werklozen, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2011 tot vaststelling van nadere maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen in de diamantnijverheid. Afdeling 5. - Het aangeven en het betalen van de sociale
zekerheidsafdrachten voor de compenserende rustdagen als zogenaamde "derde betalende"
Art. 23.§ 1. Voor de sociale zekerheidsafdrachten geldt de aanslagvoet diamantnijverheid die van toepassing is in het kwartaal waarin de rustdagen werden betaald. § 2. De werkgeversbijdrage wordt geïnd als éénmalige jaarlijkse bijkomende heffing, te voldoen vóór het einde van het kwartaal waarin de rustdagen worden betaald. § 3. De werknemersbijdrage wordt door bemiddeling van de werkgevers aan het fonds overgemaakt, op hetzelfde tijdstip als de bijdrage vermeld in § 2. § 4. De werkgevers- en werknemersbijdragen bedoeld in § 2 en § 3, worden geïnd door de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid. Afdeling 6. - Financiering ingevolge initiatieven uitgaande van de
Belgische federale, regionale en lokale overheden
Art. 24.Het fonds krijgt het beheer over de door de overheid ter beschikking gestelde fondsen voor het toekennen van de sociale voordelen en de initiatieven voorgeschreven bij de artikelen 5 tot 14.
De inning en de invordering van de bijdragen, vastgesteld bij artikel 23, worden verzekerd door de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Afdeling 7. - Financiering ingevolge de initiatieven tot participatie
in de ontwikkeling en in de uitvoering van opleidingsprogramma's in het kader van de stichting van openbaar nut "Antwerp International Training Center on Corporate Opportunities"
Art. 25.Het fonds krijgt het beheer over de fondsen in het kader van de initiatieven tot participatie in de ontwikkeling in de en uitvoering van opleidingsprogramma's in het kader van de stichting van openbaar nut" Antwerp International Training Center on Corporate Opportunities". HOOFDSTUK VI. - Begroting en rekeningen
Art. 26.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 december van elk jaar.
Art. 27.Elk jaar in de loop van het vierde kwartaal stelt de raad van beheer een begroting op voor het volgende dienstjaar en legt deze ter goedkeuring voor aan het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.
Art. 28.De raad van beheer en de revisor of de expert-boekhouder aangeduid door het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel bij toepassing van artikel 12 van de wat van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, stellen jaarlijks elk een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht tijdens het afgelopen jaar. Deze verslagen worden ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel uiterlijk tijdens de maand december. HOOFDSTUK VII. - Betwistingen
Art. 29.Onverminderd de bepalingen van artikel 22 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid is de raad van beheer bevoegd de betwistbare gevallen te beslechten. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening
Art. 30.Het fonds kan enkel worden ontbonden in geval van opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Het paritair comité wijst alsdan de vereffenaars aan, bepaalt hun bevoegdheden en bezoldigingen en stelt de bestemming vast welke aan het vermogen van het fonds wordt gegeven, overeenkomstig het doel waartoe het fonds is opgericht.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK