Etaamb.openjustice.be
Decreet van 13 maart 2009
gepubliceerd op 17 april 2009

Decreet betreffende de sectorconvenants in het raam van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2009201605
pub.
17/04/2009
prom.
13/03/2009
ELI
eli/decreet/2009/03/13/2009201605/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 2009. - Decreet betreffende de sectorconvenants in het raam van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet betreffende de sectorconvenants in het raam van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° administratie : het departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie;2° representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties : de werkgevers- en werknemersorganisaties, vermeld in artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;3° sectorconvenant : de per bedrijfstak gesloten beleids- of bestuursovereenkomst tot formulering of tenuitvoerlegging van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid;4° Vlaamse werkgelegenheidsbeleid : het geheel van gemeenschaps- en gewestbevoegdheden, vermeld in artikel 4, 15° en 16°, en in artikel 6, IX, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;5° sectorconsulent : deskundige, belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant, die paritair wordt aangestuurd.

Art. 3.Het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, kan met de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties een sectorconvenant sluiten.

Art. 4.Het sectorconvenant bevat sectorspecifieke maatregelen die betrekking hebben op : 1° het ondersteunen en uitvoeren van de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;2° het ondersteunen en uitvoeren van een competentiebeleid waaronder leven lang leren;3° het ondersteunen en uitvoeren van het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt. De Vlaamse Regering kan die maatregelen specificeren, beperken of uitbreiden na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité.

Op basis van dat overleg maakt de Vlaamse Regering een model van sectorconvenant op dat als leidraad wordt aangewend om de sectorconvenants te sluiten.

Art. 5.Het sectorconvenant bevat minstens bepalingen over : 1° het toepassingsgebied en de vermelding van de identiteit van de contracterende partijen;2° de verbintenissen van de contracterende partijen, met inbegrip van : a) de beoogde doelstellingen en de wijze waarop die gemeten of gewaardeerd worden aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve voortgangsindicatoren;b) de toekenning van subsidiemiddelen met een opgave van de doeleinden waarvoor ze worden verleend;c) de verantwoordelijkheden en engagementen van de contracterende partijen;3° het actieplan dat de verbintenissen, vermeld in 2°, concretiseert met de maatregelen, methodieken en termijnen om die verbintenissen te bereiken;4° de rapportering en verantwoording, begeleiding, voortgangscontrole en evaluatie;5° de wijzigbaarheid van het sectorconvenant;6° de datum van aanvang en beëindiging van het sectorconvenant;7° de toezichts- en controlemechanismen;8° de wijze waarop de sectorconsulenten betrokken worden bij de thematische netwerken georganiseerd door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. HOOFDSTUK II. - Duur en beëindiging van het sectorconvenant

Art. 6.Het sectorconvenant wordt gesloten voor een periode van twee jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.

Art. 7.Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd van het sectorconvenant, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging.

De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzeggingstermijn in acht nemen. Behoudens andersluidend beding in het sectorconvenant bedraagt de opzeggingstermijn zes maanden. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving.

Met behoud van de toepassing van het tweede lid, kan het sectorconvenant door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzeggingstermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist.

Als bij de evaluatie van het voortgangsrapport, vermeld in artikel 9, door de administratie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, vermeld in het actieplan, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzeggingstermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding. HOOFDSTUK III. - Wijzigbaarheid van het sectorconvenant

Art. 8.De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant, vermeld in artikel 5, 2° en 3°, tijdens de looptijd van het sectorconvenant worden doorgevoerd. HOOFDSTUK IV. - Verantwoording en evaluatie

Art. 9.De representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties bezorgen een voortgangsrapport ter evaluatie aan de administratie dertien maanden na de inwerkingtreding van het sectorconvenant en een eindrapport een maand na het verstrijken van de looptijd van het sectorconvenant.

Het voortgangsrapport en het eindrapport bevatten informatie over het afgelopen werkjaar van het sectorconvenant en omvatten inzonderheid : 1° de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan;2° de toetsing van de realisaties aan de voortgangsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant en het actieplan;3° de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen. De Vlaamse Regering kan de vorm en de inhoud van het voortgangsrapport en van het eindrapport nader bepalen.

Art. 10.De Vlaamse Regering pleegt overleg met de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties over de bevindingen van het voortgangsrapport en van het eindrapport aan de hand van de evaluaties door de administratie. Bij die evaluaties wordt nagegaan of de verbintenissen, vermeld in artikel 5, 2°, zijn bereikt.

De Vlaamse Regering motiveert schriftelijk haar opmerkingen over het voortgangsrapport en over het eindrapport.

Naast het overleg met betrekking tot het voortgangsrapport kan er ad-hocoverleg worden georganiseerd tussen de Vlaamse Regering en de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties over de uitvoering van het actieplan van het sectorconvenant.

Art. 11.De Vlaamse Regering brengt tweejaarlijks verslag uit aan het Vlaams Parlement over de uitvoering van het sectorconvenant. Dat verslag wordt besproken in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité. HOOFDSTUK V. - Financiering

Art. 12.Afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten wordt aan de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties een toelage toegekend op basis van het ingediende actieplan in het kader van het gesloten sectorconvenant.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de toekenning en de uitbetaling van de toelage, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de grootte van de sector, de mate waarin de in artikel 5 beschreven verbintenissen worden gerealiseerd en de mate waarin specifieke beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd. HOOFDSTUK VI. - Controle en toezicht

Art. 13.De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Art. 14.De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 15.De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing op de convenants die gesloten worden na de inwerkingtreding van dit decreet.

Het decreet doet geen afbreuk aan de convenants die gesloten zijn voor de inwerkingtreding van dit decreet. Die convenants kunnen evenwel enkel gewijzigd of hernieuwd worden volgens de bepalingen van dit decreet.

Art. 16.Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum, en uiterlijk op 1 januari 2010.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 13 maart 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Zitting 2008-2009 Stukken.- Ontwerp van decreet : 1985, Nr. 1. - Verslag : 1985, Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1985, Nr. 3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : middagvergadering van 4 maart 2009.

^