Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 maart 2022
gepubliceerd op 30 maart 2022

Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit, van aardgas en van warmte via warmtenetten in het kader van residentiële contracten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2022020620
pub.
30/03/2022
prom.
23/03/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 MAART 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit, van aardgas en van warmte via warmtenetten in het kader van residentiële contracten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Sinds enige tijd wordt de ganse Europese Unie geconfronteerd met een scherpe stijging van de energieprijzen, onder meer veroorzaakt door een toegenomen wereldwijde vraag naar energie ten gevolge van het economische herstel na de COVID-19-crisis, geopolitieke instabiliteit en bevoorradingsproblemen.

Sinds de invasie van de Russische troepen op het Oekraïense grondgebied en de oorlog die daaruit is voortgevloeid, is deze situatie van inflatie van de energieprijzen, die al zeer kritiek was, niet meer onder controle.

De stijging is op dit ogenblik van die aard dat steeds meer gezinnen (in het bijzonder degene met variabele contracten of degene die hun energieleverancier failliet zagen gaan) hun energiefactuur nog nauwelijks kunnen betalen, ook al is er voor bijna twintig procent van de bevolking een sociaal tarief dat bovendien eveneens zal worden verlengd tot en met 30 september 2022. Rekening houdend met de enorme stijging van de energieprijzen, dringen doortastende en onmiddellijke maatregelen zich op.

Op 13 oktober 2021 publiceerde de Europese Commissie een mededeling aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: "De stijgende energieprijzen aanpakken: een toolbox met initiatieven en steunmaatregelen" (COM (2021) 660).

Eén van de maatregelen die worden opgesomd in de hierboven vermelde mededeling van de Europese Commissie, is een verlaging van het btw-tarief op energieproducten.

Dit ontwerp van koninklijk besluit voorziet daarom in respons op de huidige uitzonderlijke omstandigheden in nieuwe aanvullende maatregelen bovenop degene die werden ingevoerd door het koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten (Belgisch Staatsblad, 28 februari 2022, p. 16847). Dit koninklijk besluit verlengt enerzijds de verlaging van het btw-tarief voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten tot en met 30 september 2022.

Daarnaast voegt het in het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven (hierna: "koninklijk besluit nr. 20 ") een tijdelijke bepaling in op grond waarvan de levering van aardgas en van warmte via warmtenetten onderworpen is aan het verlaagd tarief van 6 pct.

Om huishoudens zo snel mogelijk van de noodzakelijke financiële ondersteuning te voorzien, zal deze nieuwe maatregel al in werking treden op 1 april 2022 en van toepassing zijn tot en met 30 september 2022.

Deze tijdelijke verlaging van het btw-tarief, die een dringende maatregel uitmaakt om de gevolgen van de prijsstijging van energie voor de gezinnen op korte termijn te verzachten, kan op zich niet als een definitieve oplossing worden beschouwd voor het energievraagstuk.

Dat moet immers ten gronde worden opgelost door op langere termijn een omwenteling te realiseren in de manier waarop onze westerse samenleving met energie omgaat om op die manier niet langer afhankelijk te zijn van de schaarste aan fossiele energiebronnen: enerzijds moet het energieverbruik zo veel mogelijk worden geoptimaliseerd en anderzijds moet er ten volle worden ingezet op de transitie van fossiele naar hernieuwbare en duurzame energiebronnen.

Onafgezien van deze overwegingen, maakt het vraagstuk van de energieafhankelijkheid ten aanzien van bepaalde wereldspelers (zoals Rusland) integraal deel uit van deze denkoefening.

Om in dat perspectief ondertussen de financiële gevolgen van de tijdelijke enorme prijsstijgingen op de energiemarkt voor huishoudens te temperen, zullen deze maatregelen van toepassing zijn tot en met 30 september 2022. De bedoeling is om na deze fase een meer structurele oplossing uit te werken die zoveel mogelijk flexibiliteit en opties biedt om de energiefactuur te moduleren, onder meer in functie van de evolutie van de marktprijs.

Op grond van de artikelen 98 en 99 van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "richtlijn 2006/112/EG") hebben de lidstaten de mogelijkheid om één of twee verlaagde btw-tarieven toe te passen, die niet lager mogen zijn dan 5 pct., voor de goederen en diensten die opgenomen zijn in de bijlage III van de richtlijn 2006/112/EG. Niettegenstaande de levering van elektriciteit, aardgas en warmte via warmtenetten niet is opgenomen in voormelde bijlage III hebben de lidstaten op grond van artikel 102 van de richtlijn 2006/112/EG evenwel de mogelijkheid om een verlaagd btw-tarief toe te passen op de leveringen van aardgas, elektriciteit of stadsverwarming, mits raadpleging van het btw-comité.

Overeenkomstig artikel 102 van de richtlijn 2006/112/EG zoals van kracht op het moment van de inwerkingtreding van deze maatregelen, werd het btw-comité geraadpleegd met betrekking tot de invoering van het verlaagd btw-tarief van 6 pct. op bepaalde leveringen van elektriciteit, gas en warmte via warmtenetten.

Die raadpleging werd uitgevoerd bij brief van 18 maart 2022 van de Belgische Permanente Vertegenwoordiging aan de Europese commissie Europese waarbij alle nodige elementen van de beoogde maatregel werden meegedeeld.

Op 7 december 2021 werd door de Ecofin-raad een richtlijn goedgekeurd die strekt tot wijziging van richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de verlaagde btw-tarieven, die normaal gesproken in de loop van april 2022 in werking zal treden. Vanaf dat moment is de raadplegingsprocedure die momenteel is voorzien door artikel 102 van Richtlijn 2006/112/EG niet langer noodzakelijk wanneer een lidstaat een verlaagd btw-tarief wenst toe te passen op dergelijke leveringen van elektriciteit, van aardgas en van warmte via warmtenetten, aangezien deze goederen opgenomen zijn in de nieuwe versie van bijlage III van richtlijn 2006/112/EG. Rekening houdend met de onmiddellijke inwerkingtreding van dergelijke bepalingen op lopende procedures, zou dergelijke procedure niet meer noodzakelijk zijn indien deze procedure nog niet is afgerond op het moment van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG. Omwille van de onzekerheid omtrent de effectieve datum van inwerkingtreding van de nieuwe richtlijnbepalingen, werd de raadplegingsprocedure hoe dan ook opgestart.

Daarnaast breidt dit ontwerp van koninklijk besluit het voordeel van de maandelijkse teruggaaf uit tot de belastingplichtigen waarvan de economische activiteit bestaat uit de levering van aardgas of warmte via warmtenetten waarvoor het verlaagd btw-tarief van toepassing is onder de voorwaarden van artikel 1bis/1 van het koninklijk besluit nr. 20. Deze belastingplichtigen dragen algemeen genomen een voorbelasting tegen het btw-tarief van 21 pct.zodat zij, door de verlaging van het btw-tarief voor de levering van aardgas en van warmte via warmte netwerken aan huishoudelijke afnemers, zich regelmatig of systematisch in een btw-teruggavepositie zullen bevinden.

Toelichting bij de artikelen Artikel 1 Artikel 1 van dit ontwerp vervangt artikel 81, § 2, eerste lid, 6°, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten (Belgisch Staatsblad, 28 februari 2022, p. 16847).

Deze bepaling voert, in haar huidige formulering, een recht op maandelijkse teruggaaf in van de btw-kredieten in het voordeel van de belastingplichtigen waarvan de economische activiteit bestaat uit de levering van elektriciteit, onderworpen aan het verlaagd btw-tarief overeenkomstig artikel 1bis van koninklijk besluit nr. 20. Artikel 1 van het ontwerp breidt het voordeel van deze maandelijkse teruggaaf uit tot de belastingplichtigen waarvan de economische activiteit bestaat uit de levering van aardgas en warmte via warmtenetten aan residentiële afnemers, die eveneens onderworpen is aan het verlaagd btw-tarief van 6 pct., overeenkomstig het nieuwe artikel 1bis/1 van het koninklijk besluit nr. 20, ingevoegd door artikel 3 van dit ontwerp.

De toepassing van deze maandelijkse teruggaaf op dit nieuw geval beantwoordt aan dezelfde voorwaarden en modaliteiten als die van toepassing op de elektriciteitsleveranciers, met name: - het minimumbedrag van het btw-krediet moet 50 euro bedragen, zoals voor alle andere gevallen van maandelijkse teruggaaf; - alle aangiften met betrekking tot de handelingen van het lopende jaar moeten ingediend zijn uiterlijk de twintigste dag van de maand volgend op de maand op het einde waarvan het door de Staat verschuldigde bedrag blijkt; - deze periodieke aangiften worden uitsluitend via elektronische weg ingediend (hetgeen een principiële verplichting is voor alle belastingplichtigen); - de bedoelde belastingplichtigen genieten de teruggaaf uiterlijk de tweede maand volgend op het tijdvak waarop de maandaangifte betrekking heeft; - deze maandelijkse teruggaaf is onderworpen aan de uitreiking van een vergunning door de bevoegde dienst van de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde waaronder de belastingplichtige ressorteert, die op elk ogenblik deze vergunning kan intrekken indien de belastingplichtige niet langer aan de bijzondere voorwaarden voldoet die vereist zijn voor de maandelijkse teruggaaf.

Artikel 2 Artikel 2 van het ontwerp verlengt de tarifaire gunstmaatregel betreffende de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten.

Het voormelde koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten heeft een verlaging van het btw-tarief ingevoerd voor de levering van elektriciteit voor residentiële afnemers, of in concreto, in het kader van het contract waarvoor, met het oog op de afsluiting ervan, door de afnemer-natuurlijke persoon geen ondernemingsnummer is meegedeeld.

Deze maatregel was, rekening houdend met de toenmalige economische context, voorzien voor een periode van vier maanden, van 1 maart 2022 tot en met 30 juni 2022. Op termijn was het de bedoeling om een structurele maatregel uit te werken die een maximum van flexibiliteit en opties zou bevatten in het kader van de modulering van de elektriciteitsfactuur, onder andere in functie van de evolutie van de marktprijzen.

De geopolitieke context met de oorlog in Oekraïne en de, onder andere door de Europese Unie, ten opzichte van Rusland genomen economische sancties, hebben een prijsexplosie veroorzaakt van energieproducten en meer specifiek van de prijzen van aardgas en elektriciteit.

In die context is gebleken dat de initiële maatregel inzake de verlaging van het btw-tarief op de levering van elektriciteit aan particulieren, die loopt tot en met 30 juni 2022, moet verlengd worden om de Belgische huishoudens toe te laten het hoofd te bieden aan deze prijsexplosie.

Artikel 2 van het ontwerp verlengt derhalve deze maatregel tot en met 30 september 2022. Een evaluatie van deze maatregel zal in elk geval uitgevoerd worden voor het einde ervan in functie van de voortdurend veranderende economische en geopolitieke context.

De verlenging van deze maatregel behoudt het oorspronkelijke toepassingsgebied en de toepassingsmodaliteiten, met name: - het verlaagd tarief van 6 pct. is uitsluitend van toepassing op de zogenaamde residentiële of niet-professionele contracten in het kader waarvan de afnemer-natuurlijke persoon een klant is die zijn elektriciteit in principe aankoopt voor zijn huishoudelijke consumptie (wordt in concreto bedoeld, de levering van elektriciteit in het kader van een contract waarvoor, met het oog op de afsluiting ervan, door de afnemer-natuurlijk persoon, geen ondernemingsnummer is meegedeeld); - deze maatregel is niet van toepassing op de andere dan hiervoor bedoelde residentiële klanten, zoals de personen die verblijven in woonzorgcentra, opvangcentra of zorginstellingen, rekening houdend met de bestaande verschillen tussen een particuliere afnemer en een collectieve voorziening zoals deze instellingen (zie hierover het verslag aan de Koning bij het voormelde koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, in antwoord op het advies nr. 70.978/3 van de Raad van State over dit koninklijk besluit, op dat moment nog in ontwerp); - het verlaagd btw-tarief is van toepassing op alle componenten van de elektriciteitsfactuur die onderworpen zijn aan de btw; - de regel met betrekking tot het tarief van toepassing op de gefactureerde of aangerekende voorschotten na 1 maart maar vóór 1 april 2022 (waarvoor het tarief van 21 pct. van toepassing is geweest rekening houdend met de technische moeilijkheden die de elektriciteitsleveranciers het onmogelijk maakten om het tarief van 6 pct. vanaf 1 maart 2022 toe te passen op deze voorschotten) is niet gewijzigd; - voor de eindafrekening die betrekking heeft op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 maart 2022 (aanvang van de tijdelijke regeling) dan wel op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 oktober 2022 (afloop van de tijdelijke regeling), wordt de maatstaf van heffing met betrekking tot het volledige daadwerkelijke verbruik tijdens die periode per onderscheiden btw-tarief omgeslagen en dit rekening houdend met dat verbruik vóór en na het tijdstip van de betrokken tariefwijziging; - de berekening van het verbruik tijdens de bedoelde periode gebeurt in principe op basis van het werkelijke verbruik van de afnemer-natuurlijk persoon. Wanneer de gegevens met betrekking tot het werkelijk verbruik niet beschikbaar zijn vóór de opmaak van de eindafrekening door de leverancier, zal dit verbruik evenwel bepaald worden aan de hand van het op de elektriciteitsmarkt vastgelegde verbruiksprofiel dat per kwartier van een volledig jaar het relatieve gebruik weergeeft van een bepaald type van afnemers-natuurlijke personen.

In concreto vervangt artikel 2 van het ontwerp in artikel 1bis van het koninklijk besluit nr. 20, telkens de woorden "30 juni 2022" door de woorden "30 september 2022" en de woorden "1 juli 2022" door de woorden "1 oktober 2022".

Artikel 3 Artikel 3 van het ontwerp verlaagt het btw-tarief voor de levering van aardgas en van warmte via warmtenetten van 21 pct. tot 6 pct. voor een periode van 1 april 2022 tot en met 30 september 2022.

Het toepassingsgebied van deze maatregel is op alle punten vergelijkbaar met de tarifaire gunstregeling voor de levering van elektriciteit aan particulieren.

Het verlaagd tarief is enkel van toepassing op de zogenaamde residentiële of niet-professionele contracten in het kader waarvan de natuurlijke persoon een afnemer is die zijn aardgas of zijn warmte via een warmtenet in principe voor huishoudelijk verbruik aankoopt. In concreto wordt bedoeld de levering van aardgas en van warmte via warmtenetten in het kader van het contract waarvoor, met het oog op de afsluiting ervan, door de afnemer-natuurlijke persoon geen ondernemingsnummer is meegedeeld. Zoals aangegeven in het verslag aan de Koning bij het voormelde koninklijk besluit van 21 februari 2021 met betrekking tot de elektriciteitsleveranciers, blijkt dat dit binaire criterium het enige mogelijke is voor de gasleveranciers en de leveranciers van warmte via warmtenetten om deze maatregel effectief op de gezinnen toe te passen en zowel voor de energieleveranciers als voor hun afnemers volledige rechtszekerheid te waarborgen.

Zoals voor de maatregel inzake het verlaagd btw-tarief voor de levering van elektriciteit, is deze maatregel dus niet van toepassing op contracten afgesloten door collectieve voorzieningen zoals woonzorgcentra, opvangcentra of zorginstellingen. In punt 8 van zijn advies nr. 70.978/3 met betrekking tot het voormelde koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, op dat moment in ontwerp, maakt de Raad van State een voorbehoud met betrekking tot het feit dat bepaalde natuurlijke personen die eindverbruiker zijn zonder afnemer te zijn, zoals bijvoorbeeld mensen die in de voormelde collectieve voorzieningen verblijven, niet het verlaagd btw-tarief genieten, op grond van het principe dat die personen ook financieel zouden kunnen worden getroffen door de stijging van de energieprijzen. De Raad van State sluit evenwel niet uit dat het verschil in behandeling kan verantwoord worden.

De verantwoording uiteengezet in het verslag aan de Koning bij het voormelde koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten is nog steeds pertinent. Ze wordt hierna opnieuw uiteengezet.

Allereerst moet worden opgemerkt dat in dergelijke omstandigheden het contract wordt afgesloten door een professionele afnemer, met name de betrokken inrichting, wat duidelijk te onderscheiden is van de situatie waarin een contract wordt afgesloten door een huishoudelijke afnemer, met name een natuurlijk persoon. Dat onderscheid tussen professionele en residentiële contracten is algemeen gangbaar in de energiesector en wordt ook gebruikt als aanknopingspunt voor de toepassing van de energiewetgeving, waarbij het verschil in rechtsgevolgen dat eruit voortvloeit, voor zover bekend, zonder enige probleem wordt aanvaard. In dat kader, en zoals reeds aangegeven, vormt de professionele of residentiële aard van het contract het enige praktisch haalbare onderscheidend criterium dat door de energieleveranciers in de praktijk kan worden toegepast.

Verder worden de kosten voor aardgas of warmte via warmtenetten die door de energieleveranciers aan de betrokken inrichtingen worden aangerekend, niet als dusdanig doorgerekend aan de bewoners in het kader van de dagprijs. De dagprijs wordt immers op een bijzondere manier gereguleerd en prijsstijgingen of -dalingen leiden niet noodzakelijk tot wijzigingen in de dagprijs. Het voordeel van een verlaagd btw-tarief op aardgas of op warmte via warmtenetten voor de betrokken inrichtingen zou dus niet noodzakelijk resulteren in een voordeel voor de bewoners.

Tot slot moet ook rekening worden gehouden met het feit dat professionele afnemers doorgaans betere contractuele voorwaarden verkrijgen dan huishoudelijke afnemers. Zij beschikken immers als collectieve afnemers over een sterkere onderhandelingspositie dan individuele afnemers omdat ze grotere volumes aankopen. Ook zullen ze doorgaans lagere accijnzen op aardgas per verbruikte kWh verschuldigd zijn omwille van het degressief karakter van de accijnstarieven.

Er zijn aldus geen doorslaggevende aanwijzingen dat natuurlijke personen die aardgas of warmte via warmtenetten verbruiken via een professionele afnemer, zonder dus zelf huishoudelijke afnemer te zijn, dermate zouden worden benadeeld dat het niet-discriminatiebeginsel door de voorliggende maatregel zou worden geschonden, aangezien hun situatie niet vergelijkbaar is met die van huishoudelijke afnemers.

Zoals het geval is voor de levering van elektriciteit, is het verlaagd btw-tarief van 6 pct. in dit geval van toepassing op alle componenten van de energiefactuur waarop btw wordt geheven.

Het verlaagd btw-tarief is van toepassing op de verbruiksperiodes van 1 april 2022 tot en met 30 september 2022. De leveringen van aardgas en warmte via warmtenetten kenmerken zich, net zoals de leveringen van elektriciteit, evenwel door het feit dat algemeen gesproken aan de afnemer voorschotten (maandelijkse of, minder frequent, twee- of driemaandelijkse) worden gefactureerd of in rekening gebracht. Met die specifieke situatie moet dan ook rekening worden gehouden in het kader van deze maatregel.

Voor de voorschotten die worden gefactureerd of aangerekend vóór 1 mei 2022, mag het toe te passen btw-tarief het tarief zijn dat van kracht is vóór 1 april 2022, zelfs als die voorschotten geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op de levering van aardgas of van warmte via warmtenetten vanaf 1 april 2022, i.e. de datum van inwerkingtreding van dit ontwerp dat het verlaagd btw-tarief invoert.

Door de technische en administratieve beperkingen bij de betrokken aardgasleveranciers of bij de betrokken leveranciers van warmte via warmtenetten is een onmiddellijke operationalisering van deze maatregel niet altijd mogelijk voor de voorschotten gefactureerd of aangerekend in april 2022. Om die reden voorziet artikel 1bis/1, § 2, eerste lid, nieuw, van het koninklijk besluit nr. 20 dat de aardgasleverancier of de leverancier van warmte via warmtenetten, ondanks de tariefwijziging die ingaat op 1 april 2022, op de ten laatste op 30 april 2022 gefactureerde of aangerekende voorschotten het btw-tarief van 21 pct. in rekening mag brengen, zelfs als die voorschotten geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op een levering van aardgas of van warmte via warmtenetten met ingang van 1 april 2022. Vanaf 1 mei 2022 zullen de voorschotten door de aardgasleveranciers of de leveranciers van warmte via warmtenetten wel degelijk worden gefactureerd aan het verlaagd tarief van 6 pct. Deze overgangsmaatregel inzake de voorschotten, die uitsluitend werd genomen om het hoofd te bieden aan de operationele problemen bij bepaalde betrokken leveranciers, zet evenwel op geen enkele manier de toepassing, a posteriori (i.e. bij de eindafrekening), van het verlaagd tarief van 6 pct. op de helling voor de verbruiksperiodes van 1 april 2022 tot en met 30 september 2022. De overgangsmaatregel betreft hoe dan ook uitsluitend de facturering of aanrekening van de voorschotten en is niet van toepassing op de eindafrekeningen.

De leveranciers van aardgas en van warmte via warmtenetten die eveneens leveranciers van elektriciteit zijn (en die, krachtens artikel 1bis, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 20 gehouden zijn om het verlaagd tarief van 6 pct. toe te passen op de gefactureerde of aangerekende voorschotten betreffende de levering van elektriciteit vanaf 1 april 2022), hebben daarom de toelating om, omwille van redenen van administratieve vereenvoudiging en indien ze daartoe in staat zijn, het verlaagd tarief van 6 pct. toe te passen vanaf 1 april 2022 op de voorschotten met betrekking tot hun leveringen van aardgas en van warmte via warmtenetten. Deze maatregel is uitgewerkt in artikel 1bis/1, § 2, eerste lid, nieuw, van het koninklijk besluit nr. 20 door de zin "Het toe te passen btw-tarief voor de tot uiterlijk 30 april 2022 gefactureerde of aangerekende voorschotten, mag het tarief zijn dat van kracht is vóór de tariefwijziging op 1 april 2022.".

Op dezelfde wijze is het toe te passen btw-tarief op de vanaf 1 mei 2022 tot en met 30 september 2022 gefactureerde of aangerekende voorschotten, het tarief dat van kracht is op het tijdstip van de facturering of aanrekening van die voorschotten, zelfs als deze geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op een levering van aardgas of van warmte via warmtenetten vanaf 1 oktober 2022.

Voor de definitieve heffing van de btw op de eindafrekening die betrekking heeft op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 april 2022 dan wel tijdens de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 oktober 2022, wordt de maatstaf van heffing met betrekking tot het volledige daadwerkelijke verbruik tijdens die periode per onderscheiden btw-tarief omgeslagen en dat rekening houdend met dat verbruik vóór en na het tijdstip van de betrokken tariefwijziging.

De berekening van het verbruik gedurende de betrokken periode wordt in principe uitgevoerd op basis van het daadwerkelijke verbruik van de afnemer-natuurlijke persoon. Wanneer de aardgasleverancier of de leverancier van warmte via warmtenetten, vóór de opmaak van de eindafrekening, niet beschikt over gegevens met betrekking tot dat daadwerkelijke verbruik, zal dat verbruik worden bepaald aan de hand van het in de aardgasmarkt vastgelegde verbruiksprofiel dat per uur van een volledig jaar het relatieve gebruik weergeeft van een bepaald type van afnemers-natuurlijke personen. Het verbruik van warmte via warmtenetten gedurende de referentieperiode zal op grond van hetzelfde verbruiksprofiel met betrekking tot de markt van aardgas worden berekend.

Artikel 4 Artikel 4 legt de inwerkingtreding van deze bepalingen vast op 1 april 2022.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

23 MAART 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit, van aardgas en van warmte via warmtenetten in het kader van residentiële contracten (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 37, § 1, vervangen bij de wet van 28 december 1992, en artikel 76, § 1, derde lid, vervangen bij de wet van 26 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2009 pub. 04/12/2009 numac 2009003442 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 26/11/2009 pub. 06/04/2010 numac 2010000175 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 maart 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 16 maart 2022;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat: - net als de volledige Europese Unie, België sinds een aantal maanden wordt geconfronteerd met een aanhoudende substantiële stijging van de energieprijzen, in het bijzonder van de elektriciteits- en aardgasprijzen; - aanvankelijk de prijsstijgingen terug te voeren waren tot de krachtige herneming van de economische activiteit op het moment dat de COVID-19-pandemie wereldwijd aan kracht verloor; - er zich sinds een aantal weken bijkomende bijzonder scherpe prijsstijgingen hebben voorgedaan van energieproducten en in het bijzonder van aardgas en van warmte via warmtenetten, ingevolge de onzekerheid van de aanvoer van Russisch gas door de oorlog in Oekraïne en de impact van de sancties van de Europese Unie tegen Rusland; - net op een moment waarop ze het door de COVID-19-pandemie veroorzaakte inkomensverlies nog aan het verwerken zijn, Belgische huishoudens daardoor geconfronteerd worden met torenhoge energierekeningen; - deze prijsstijgingen een impact kunnen hebben op het economische herstel, alsook op het vertrouwen in en de steun voor de lopende energietransitie; - het kernkabinet van de regering op 14 maart 2021 een globaal akkoord heeft bereikt om de betaalbaarheid van de energiefactuur voor de gezinnen te verzekeren, door onder meer de invoer van een tijdelijke verlaging van het btw-tarief voor de levering van aardgas en van warmte via warmtenetten en een verlenging van de tijdelijke verlaging van het btw-tarief voor de levering van elektriciteit die momenteel al van kracht is; - dus de tarifaire maatregelen inzake btw beslist door het kernkabinet van de regering en in het bijzonder de invoering van een verlaagd btw-tarief voor de levering van aardgas en van warmte via warmtenetten zo snel mogelijk in werking moeten treden om aldus binnen de kortst mogelijk tijd een daadwerkelijk effect te sorteren op de energiefactuur van de gezinnen;

Gelet op het officiële verzoek van het Koninkrijk België van 18 maart 2022 om op grond van artikel 102 van Richtlijn 2006/112/EG het btw-comité te raadplegen met betrekking tot de maatregel tot toepassing van het verlaagd tarief van zes pct. op bepaalde leveringen van aardgas en van warmte via warmtenetten en de verlenging van het verlaagd tarief van zes pct. op bepaalde leveringen van elektriciteit;

Gelet op de uitzondering voor het verrichten van de regelgevingsimpactanalyse op basis van artikel 8, § 2, 2°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Op de voordracht van de minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 81, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 april 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/04/1993 pub. 05/10/2015 numac 2015000536 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 45 met betrekking tot de vrijstelling op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de kans- en geldspelen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/04/1993 pub. 30/09/2014 numac 2014000673 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 51 met betrekking tot de vereenvoudigingsregeling voor intracommunautaire verwervingen van accijnsproducten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, wordt de bepaling onder 6° vervangen als volgt: "6° het bedrag dat verschuldigd is door de Staat na het indienen van de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek bedoelde maandaangifte wanneer het 50 euro bereikt en wanneer de economische activiteit van deze belastingplichtige bestaat uit de levering van elektriciteit, aardgas of warmte via warmtenetten, waarvoor het verlaagd btw-tarief van toepassing is overeenkomstig de artikelen 1bis en 1bis/1 van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.".

Art. 2.In artikel 1bis van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 30/10/2014 numac 2014000814 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 10 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 12/01/2007 numac 2006000912 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 06/04/2007 numac 2007000234 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 19 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen. - Duitse vertaling sluiten, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/03/2014 pub. 27/03/2014 numac 2014003091 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde sluiten en vervangen bij het koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "30 juni 2022" worden telkens vervangen door de woorden "30 september 2022";2° de woorden "1 juli 2022" worden telkens vervangen door de woorden "1 oktober 2022".

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1bis/1 ingevoegd, luidende: "Art. 1bis/1. § 1. In afwijking van artikel 1 wordt vanaf 1 april 2022 tot en met 30 september 2022 onderworpen aan het verlaagd tarief van zes pct., de levering van aardgas en van warmte via warmtenetten in het kader van het contract waarvoor, met het oog op de afsluiting ervan, door de afnemer-natuurlijke persoon geen ondernemingsnummer is meegedeeld. § 2. Het toe te passen btw-tarief voor de tot uiterlijk 30 april 2022 gefactureerde of aangerekende voorschotten mag het tarief zijn dat van kracht is vóór de tariefwijziging op 1 april 2022, zelfs als die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op een levering van aardgas of van warmte via warmtenetten vanaf 1 april 2022.

Het toe te passen btw-tarief voor de vanaf 1 mei 2022 tot en met 30 september 2022 gefactureerde of aangerekende voorschotten is het tarief dat van kracht is op het tijdstip van de facturering of aanrekening van deze voorschotten, zelfs als die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op een levering van aardgas of van warmte via warmtenetten vanaf 1 oktober 2022.

Voor de definitieve heffing van de btw op de eindafrekening die betrekking heeft op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 april 2022 dan wel op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 oktober 2022, wordt de maatstaf van heffing met betrekking tot het volledige daadwerkelijke verbruik tijdens die periode per onderscheiden btw-tarief omgeslagen en dit rekening houdend met dat verbruik vóór en na het tijdstip van de betrokken tariefwijziging.

De berekening van het verbruik met het oog op de in het derde lid bedoelde omslag per btw-tarief, wordt, indien de gegevens omtrent het daadwerkelijke verbruik niet beschikbaar zijn vóór de opmaak van de eindafrekening door de leverancier, uitgevoerd aan de hand van het in de aardgasmarkt vastgelegde verbruiksprofiel dat per uur van een volledig jaar het relatieve gebruik weergeeft van een bepaald type van afnemers-natuurlijke personen.".

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2022.

Art. 5.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 maart 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 3 juli 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 03/07/1969 pub. 11/04/2016 numac 2016000216 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969; Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, ed. 1;

Wet van 26 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2009 pub. 04/12/2009 numac 2009003442 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 26/11/2009 pub. 06/04/2010 numac 2010000175 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten, Belgisch Staatsblad van 4 december 2009;

Wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten, Belgisch Staatsblad van 31 december 2013, ed. 1;

Koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 31 december 1969;

Koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, Belgisch Staatsblad van 31 juli 1970;

Koninklijk besluit van 29 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 30/10/2014 numac 2014000814 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 10 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 12/01/2007 numac 2006000912 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 06/04/2007 numac 2007000234 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 19 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen. - Duitse vertaling sluiten, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, ed. 4;

Koninklijk besluit van 14 april 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/04/1993 pub. 05/10/2015 numac 2015000536 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 45 met betrekking tot de vrijstelling op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de kans- en geldspelen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/04/1993 pub. 30/09/2014 numac 2014000673 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 51 met betrekking tot de vereenvoudigingsregeling voor intracommunautaire verwervingen van accijnsproducten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 30 april 1993;

Koninklijk besluit van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/03/2014 pub. 27/03/2014 numac 2014003091 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde sluiten, Belgisch Staatsblad van 27 maart 2014, ed. 2;

Koninklijk besluit van 21 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022040344 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit in het kader van residentiële contracten type koninklijk besluit prom. 21/02/2022 pub. 05/03/2022 numac 2022201239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 31 van de wet van 14 februari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, Belgisch Staatsblad van 28 februari 2022, ed. 1;

Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

^