Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juni 2017
gepubliceerd op 18 juli 2017

Koninklijk besluit betreffende het financieel beheer van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, genaamd : "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen"

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2017012649
pub.
18/07/2017
prom.
22/06/2017
ELI
eli/besluit/2017/06/22/2017012649/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JUNI 2017. - Koninklijk besluit betreffende het financieel beheer van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, genaamd : "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen"


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie genaamd, "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen" werd binnen de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie opgericht overeenkomstig de bepalingen van Titel III, Hoofdstuk II, van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat.

In uitvoering van artikel 68, 4°, van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie, beoogt dit besluit de regels te bepalen voor de organisatie van het financieel beheer van deze dienst. De organisatie en werking van de dienst zullen het voorwerp uitmaken van een ander koninklijk besluit.

De aard van werkingsmiddelen waarover de dienst kan beschikken is vastgelegd in het artikel 1. Het beheerscomité stelt het begrotingsontwerp op volgens de onderverdeling vastgelegd in het artikel 3 rekening houdend met de economische classificatie.

Er werd in een boekhoudkundige rapportering voorzien op kwartaalbasis met tussentijds verslag over de uitvoering van de begroting (art. 5).

Deze tussentijdse verslaggeving vormt een leidraad in de opvolging van het beheer en draagt bij tot een verhoogd rekenschap en een betere transparantie naar alle betrokken partijen toe.

Op het einde van elke kalenderjaar worden de jaarrekening en de rekening van uitvoering van de begroting opgemaakt (art. 6).

De rekenplichtige maakt jaarlijks de wettelijk voorziene beheersrekening op ten behoeve van het Rekenhof. Het beheerscomité, neemt ten aanzien van de rekenplichtige de toezichthoudende rol op zich. Hierdoor verwerft de rekenplichtige een meer onafhankelijke positie en wordt een scheiding tussen de aankoopactiviteiten en het geldbeheer mogelijk gemaakt (art. 8).

De eigenheid verbonden aan de organisatie van de internationale tentoonstelling en de exploitatie van een tentoonstellingspaviljoen in het buitenland vragen een flexibele en lichte structuur met een grote autonomie. De administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie biedt hierop een antwoord aangezien het beheer en de boekhouding door een wet zijn afgescheiden van het algemeen bestuur.

Deze autonomie dient evenwel gepaard te gaan met specifieke aandacht voor transparantie en rekenschap. Er wordt dan ook voorzien in een toezicht door tussenkomst van 2 regeringscommissarissen aangesteld door de minister bevoegd voor economie en de minister bevoegd voor begroting (art. 13).

Zo is ook de gestandaardiseerde workflow in de rijkscomptabiliteit via Fedcom niet toepasbaar voor dergelijke specifieke transacties. Er werd dan ook geopteerd om een (commerciële) boekhouding te voeren overeenkomstig het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel.

De financiële controle hierop zal gebeuren door tussenkomst van een revisor, die elke vastgestelde onregelmatigheid dient te rapporteren.

In zijn verslaggeving gedraagt hij zich voor het overige naar de regels vastgelegd in het Wetboek van Vennootschappen (art. 14 tot 17).

Voorts blijft de dienst onderworpen aan een controle door het Rekenhof (art. 18) en aan de interne audit zoals deze van toepassing is op de FOD Economie.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Begroting, S. WILMES

ADVIES 61.388/1 VAN 24 MEI 2017 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `BETREFFENDE HET FINANCIEEL BEHEER VAN DE ADMINISTRATIEVE DIENST MET BOEKHOUDKUNDIGE AUTONOMIE, GENAAMD 'BELGISCH COMMISSARIAAT-GENERAAL VOOR DE INTERNATIONALE TENTOONSTELLINGEN'' Op 24 april 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende het financieel beheer van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, genaamd 'Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen''.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 18 mei 2017.

De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Wilfried Van Vaerenbergh en Wouter Pas, staatsraden, Michel Tison, assessor, en Wim Geurts, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Paul Depuydt, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wilfried Van Vaerenbergh, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 24 mei 2017. 1. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de Raad van State, afdeling Wetgeving, zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Bij artikel 62 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten `houdende diverse bepalingen inzake economie' is het "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen" (hierna : Commissariaat generaal) opgericht als administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie.Het Commissariaat generaal wordt belast met het ontwerp, de voorbereiding, de organisatie en de vereffening van de Belgische deelname aan internationale tentoonstellingen georganiseerd door het Internationaal Bureau voor Tentoonstellingen opgericht bij de Conventie betreffende de Internationale Tentoonstellingen, ondertekend te Parijs op 22 november 1928. Er wordt een beheerscomité opgericht voor het beheer en het toezicht op de werking van het Commissariaat generaal en er wordt een Commissaris-generaal aangesteld die belast is met het dagelijks beheer ervan.

Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit bepaalt de regels betreffende de organisatie van de boekhouding, de begroting en het financieel beheer van het Commissariaat generaal, alsook van de controle hierop. 3. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt geboden door artikel 68, 4°, van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten, dat de Koning machtigt om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de hiervoor genoemde aangelegenheid te regelen. In de aanhef van het ontwerp wordt ook nog verwezen naar artikel 108 van de Grondwet, waaraan de Koning een algemene bevoegdheid ontleent voor het uitvoeren van wetten, en naar de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten `houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat'. De hiervoor genoemde bepaling volstaat echter als rechtsgrond voor het ontwerp, zodat een beroep op die grondwetsbepaling en die wet niet nodig is.

Onderzoek van de tekst Aanhef 4. Rekening houdend met wat hiervoor is opgemerkt over de rechtsgrond voor het ontwerp, dienen de verwijzingen in het eerste lid van de aanhef naar artikel 108 van de Grondwet en in het tweede lid naar de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten te worden weggelaten.In het huidige derde lid van de aanhef dient de rechtsgrond te worden gespecificeerd, door te verwijzen naar artikel 68, 4°, van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten `houdende diverse bepalingen inzake economie' (niet : de wet diverse bepalingen van 23 maart 2017).

Artikel 19 5. Tenzij er bijzondere redenen voorhanden zijn die nopen tot een afwijking van de gebruikelijke regels van inwerkingtreding van besluiten (de tiende dag volgend op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad), dient artikel 19 uit het ontwerp te worden weggelaten. De griffier, W. Geurts.

De voorzitter, M. Van Damme.

22 JUNI 2017. - Koninklijk besluit betreffende het financieel beheer van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, genaamd "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen" FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie, artikel 68, 4° ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 maart 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 13 april 2017;

Gelet op het advies 61.388/1 van de Raad van State, gegeven op 24 mei 2017 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie, de Minister van Begroting en de Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De middelen van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, Belgisch Commissariaat-generaal voor Internationale Tentoonstellingen, hierna "het Commissariaat-generaal" genoemd, bestaan uit : 1° dotaties of toelagen afkomstig van de federale begroting;2° bijdragen van de gewesten en gemeenschappen;3° bijdragen van andere overheidsinstanties;4° sponsoring door privé-instanties;5° eigen commerciële opbrengsten.

Art. 2.De uitgaven met betrekking tot de werking en het vermogen van het Commissariaat-generaal worden gedragen door de begroting van het Commissariaat-generaal.

Art. 3.De begroting wordt onderverdeeld als volgt : 1° saldo op 1 januari;2° ontvangsten : a) functionele en exploitatie-ontvangsten;b) ontvangsten voor orde;3° uitgaven : a) bezoldigingen;b) werkingskosten;c) functionele en exploitatie-uitgaven;d) uitgaven voor orde;4° saldo op 31 december. De verrichtingen worden opgesplitst volgens de economische classificatie. De uitgaven mogen de beschikbare middelen niet overschrijden.

Art. 4.Het beheerscomité van het Commissariaat-generaal stelt het begrotingsontwerp op en maakt dit voor akkoord over aan de minister bevoegd voor economie, hierna "de Minister" genoemd.

Art. 5.Het beheerscomité ontvangt op kwartaalbasis een tussentijdse boekhoudkundige staat opgesteld volgens het schema van balans en resultatenrekening alsook een tussentijds verslag over de uitvoering van de begroting.

Art. 6.Op het einde van ieder jaar worden de algemene rekeningen, bestaande uit de jaarrekening en de rekening van uitvoering van de begroting opgemaakt door het beheerscomité. Tezelfdertijd maakt de rekenplichtige zijn beheersrekening op.

Art. 7.De rekening van uitvoering van de begroting wordt opgesteld volgens de onderverdelingen van de goedgekeurde begroting. Deze rekening omvat : 1° voor de ontvangsten : a) de raming van de vastgestelde rechten van het begrotingsjaar b) de vastgestelde rechten van het begrotingsjaar c) het verschil tussen de geraamde en de vastgestelde rechten 2° Voor de uitgaven : a) de bij de begroting voorziene uitgaven;b) de vastgestelde rechten geboekt tijdens het begrotingsjaar;c) het verschil tussen de voorziene uitgaven en de geboekte vastgestelde rechten.

Art. 8.De beheersrekening die de rekenplichtige jaarlijks opmaakt, omvat het beginsaldo, het geheel van de ontvangsten en uitgaven die in de loop van het begrotingsjaar werden verricht en het eindsaldo.

De beheersrekening wordt ter beschikking gesteld van het beheerscomité, die hierbij de toezichthoudende rol op zich neemt.

Art. 9.Uiterlijk op 1 maart na het jaar waarop ze betrekking hebben wordt de algemene rekening, na goedkeuring door de Minister, tezamen met de beheersrekening overgezonden aan de minister bevoegd voor begroting, die ze vóór 31 maart van hetzelfde jaar aan het Rekenhof overlegt.

Art. 10.De tegenover het Rekenhof verantwoordelijke rekenplichtige is belast met : 1° de inning van de schuldvorderingen;2° de uitvoering van de betalingen;3° het beheren en bewaren van de gelden en waarden;4° het opstellen en bewaren van de bescheiden met betrekking tot de rekeningen alsmede van ieder verantwoordingsstuk;5° het bijhouden van de boekhouding en de inventaris van het vermogen.

Art. 11.Bij zijn ambtsneerlegging maakt de rekenplichtige een eindrekening van zijn beheer op.

Art. 12.De rekenplichtige wordt benoemd, op voordracht van het beheerscomité, door de Minister voor een hernieuwbare periode van vijf jaar. Hij kan vervroegd een einde stellen aan het mandaat van de rekenplichtige.

Art. 13.Het Commissariaat-generaal staat onder de controlebevoegdheid van de Minister en de minister bevoegd voor begroting, door bemiddeling van een regeringscommissaris door Ons benoemd op voordracht van de Minister en een regeringscommissaris door Ons benoemd op voordracht van de minister bevoegd voor begroting.

De regeringscommissarissen nemen hun ambt kosteloos waar.

De regeringscommissarissen wonen, met raadgevende stem, het beheerscomité bij. De regeringscommissarissen beschikken voor het vervullen van hun opdracht over de ruimste macht.

Elke regeringscommissaris kan binnen een termijn van vier volle dagen beroep instellen tegen elke beslissing die hij met de wet, met de statuten of met het algemeen belang strijdig acht. Het beroep is opschortend.

Deze termijn gaat in de dag van de vergadering, waarop de beslissing genomen werd, voor zover de regeringscommissaris daarop regelmatig uitgenodigd werd, en, in het tegenovergesteld geval, de dag waarop hij er kennis van heeft gekregen.

Heeft de minister, bij wie het beroep werd ingesteld, binnen een termijn van twintig volle dagen, ingaand dezelfde dag als de in het voorgaande lid bedoelde termijn, de nietigverklaring niet uitgesproken, dan wordt de beslissing definitief.

De nietigverklaring van de beslissing wordt aan het beheerscomité betekend door de minister.

Art. 14.De controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen wordt opgedragen aan een revisor.

De revisor wordt, door de minister bevoegd voor begroting op voordracht van het beheerscomité, benoemd onder de leden van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren en dit voor een hernieuwbare termijn van 3 jaar.

Art. 15.De revisor kan op elk ogenblik ter plaatse inzage nemen van de boeken, brieven, notulen en in het algemeen van alle documenten en geschriften van het Commissariaat-generaal. Hij kan van het beheerscomité, van de gemachtigden en van de aangestelden van het Commissariaat-generaal alle ophelderingen en inlichtingen vorderen en alle verificaties verrichten die hij nodig acht.

Hij kan van het beheerscomité en van de Commissaris-generaal vorderen dat ze aan derden de bevestiging vragen van het bedrag van de vorderingen op, de schulden tegenover of van andere met betrekkingen tot het Commissariaat-generaal.

Hij kan zich bij de uitoefening van zijn taak, op zijn kosten, doen bijstaan door aangestelden of andere personen voor wie hij instaat.

Art. 16.De revisor mag de vergaderingen van het beheerscomité bijwonen. Hij moet ze bijwonen wanneer zulks hem wordt verzocht door het beheerscomité.

Ten minste halfjaarlijks bezorgt het beheerscomité hem een boekhoudkundige staat, opgesteld volgens het schema van balans en resultatenrekening.

Art. 17.De revisor stelt naar aanleiding van de jaarrekening een omstandig schriftelijk verslag op. Met het oog daarop overhandigt het beheerscomité hem de nodige stukken, en dit uiterlijk op 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarop ze betrekking hebben.

In zijn verslaggeving gedraagt hij zich naar de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en wijst hij op elke vastgestelde onregelmatigheid of verzuim en, in het algemeen, op elke toestand die de solvabiliteit en de liquiditeit van het Commissariaat-generaal als administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie in het gedrag brengt.

Hij stuurt ten minste eenmaal per jaar een verslag over de financiële toestand, de rekeningen en de regelmatigheid van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen, aan de Minister, de minister bevoegd voor begroting en aan het beheerscomité.

Het verslag van de revisor over de jaarrekening wordt toegevoegd aan de algemene rekening die wordt doorgezonden aan de minister bevoegd voor begroting

Art. 18.Het Rekenhof kan de comptabiliteit ter plaatse controleren.

Het Hof mag zich te allen tijde alle verantwoordingsstukken, staten, inlichtingen of toelichtingen doen verstrekken betreffende de ontvangsten, de uitgaven, de activa en de schulden.

Art. 19.De minister bevoegd voor economie, de minister bevoegd voor financiën en de minister bevoegd voor begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Begroting, S. WILMES De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^