Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 2020
gepubliceerd op 04 juni 2020

Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 18, 31, 33 en 47 van de wet van 20 december 2019 tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2020041537
pub.
04/06/2020
prom.
20/05/2020
ELI
eli/besluit/2020/05/20/2020041537/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 MEI 2020. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 18, 31, 33 en 47 van de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten tot omzetting van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel de schaal van de toepasbare administratieve geldboetes vast te leggen in geval van overtredingen van de aanvullende rapporteringsverplichtingen opgelegd door de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten aan intermediairs en betrokken belastingplichtigen, inzake de grensoverschrijdende constructies.

Om agressievere belastingpraktijken effectiever te bestrijden, heeft deze wet tot omzetting van de Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van diverse rechten en taksen, het Wetboek der successierechten en het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, twee categorieën sancties ingevoegd.

Enerzijds, In het geval van het onvolledig verstrekken door de intermediairs en de betrokken belastingplichtigen van de wettelijk vereiste informatie, riskeren deze een boete van 1.250 euro tot 12.500 euro Voor dergelijk inbreuken gedaan met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, wordt een boete opgelegd van 2.500 euro tot 25.000 euro.

Anderzijds, wanneer de wettelijk vereiste informatie niet of laattijdig wordt verstrekt, riskeren diezelfde personen een boete van 5.000 euro tot 50.000 euro. Voor dergelijke gepleegde inbreuken gedaan met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, wordt een boete opgelegd van 12.500 euro tot 100.000 euro.

De bedragen van de boetes zijn vastgelegd op basis van de doelstellingen van de bovengenoemde Europese richtlijn, die met name gericht zijn op het vaststellen van sancties die voldoende effectief en afschrikkend zijn.

Het verschil in behandeling tussen de twee categorieën sancties wordt gerechtvaardigd door het feit dat het van essentieel belang is dat de fiscale autoriteiten binnen de voorgeschreven termijn op de hoogte worden gebracht van het bestaan van een juridische constructie. Bij gebrek eraan kunnen zij deze constructies niet op tijd vaststellen en dit zou hen verhinderen een eventueel onderzoek binnen de wettelijke termijn uit te voeren.

In dit verband werd de Koning gemachtigd om de schaal van de administratieve geldboetes vast te stellen en hun toepassingsmodaliteiten te regelen. Dit is het doel van het huidig ontwerp van koninklijk besluit dat de progressiviteit van het bedrag van de boetes vastlegt, rekening houdend met het repetitief karakter van de gepleegde inbreuk.

In haar advies 67.078/3 van 8 april 2020 maakte de Raad van State een opmerking (punt 6) over de mogelijkheid die eventueel aan de administratie of de rechter zou gegeven worden om rekening te houden met verzachtende omstandigheden met het oog op het verminderen van het relatief hoge bedrag van de boete in het geval van bijvoorbeeld een spontane rechtzetting van een onjuiste melding en aldus de evenredigheid van de sanctie te garanderen. De Raad van State heeft in dit verband verwezen naar de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, in het bijzonder naar het arrest 8/2019 van 23 januari 2019.

Het Grondwettelijk Hof benadrukt inderdaad dat, wanneer de dader ofwel een strafrechtelijke boete, ofwel een administratieve boete met een strafrechtelijk karakter, kan worden opgelegd, er in beginsel altijd een parallellisme moet bestaan tussen de maatregelen tot individualisering van de sanctie: wanneer voor dezelfde feiten de rechter een strafrechtelijke geldboete kan opleggen die minder bedraagt dan het wettelijke minimum indien er verzachtende omstandigheden bestaan, dan moet hij in een burgerlijke procedure waarin hij gevat wordt door een vordering ingediend tegen het opleggen van een administratieve geldboete, in principe over dezelfde mogelijkheid beschikken.

Het valt dan ook niet te betwisten dat een rechter die gevat wordt door een vordering tegen een door de fiscale administratie opgelegde administratieve sanctie, in uitvoering van de schaal vastgelegd door dit ontwerp van koninklijk besluit, in ieder geval kan overgaan tot een evenredigheidscontrole van het bedrag van de boete en, indien nodig, rekening kan houden met de redenen voor de rechtvaardiging en de verzachtende omstandigheden.

Desalniettemin, teneinde de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel te waarborgen en een discretionaire vermindering van de administratieve sancties in de door de Koning vastgelegde schalen, te voorkomen, is het uitgesloten dat de sanctionerende ambtenaar over dezelfde bevoegdheden beschikt als de rechter. Deze ambtenaar is gehouden tot het respecteren van de bij dit ontwerp van koninklijk besluit vastgestelde bedragen van boetes.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd, Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

ADVIES 67.078/3 VAN 8 APRIL 2020 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT " TOT UITVOERING VAN DE ARTIKELEN 18, 31, 33 EN 47 VAN DE WET VAN 20 DECEMBER 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten TOT OMZETTING VAN RICHTLIJN (EU) 2018/822 VAN DE RAAD VAN 25 MEI 2018 TOT WIJZIGING VAN RICHTLIJN 2011/16/EU WAT BETREFT VERPLICHTE AUTOMATISCHE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN OP BELASTINGGEBIED MET BETREKKING TOT MELDINGSPLICHTIGE GRENSOVERSCHRIJDENDE CONSTRUCTIES" Op 6 maart 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen, verlengd tot 9 april 2020, een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van de artikelen 18, 31, 33 en 47 van de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten tot omzetting van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies".

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 26 maart 2020. De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Koen Muylle, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Annemie Goossens, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Frédéric Vanneste, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 8 april 2020. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe de progressieve schalen van de administratieve geldboetes vast te stellen voor het niet, onvolledig of laattijdig verstrekken van inlichtingen met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies.Daartoe worden aanpassingen doorgevoerd in het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I sluiten "tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992" (artikel 1 van het ontwerp), het koninklijk besluit van 11 januari 1940 "betreffende de uitvoering van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten" (artikel 2), het koninklijk besluit van 31 maart 1936 "houdende algemeen reglement van de successierechten" (artikel 3) en het koninklijk besluit van 3 maart 1927 `houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen' (artikelen 4 en 5).

Rechtsgrond 3. Met de wijzigingen die in de voormelde koninklijke besluiten worden aangebracht, wordt uitvoering gegeven aan nieuwe bepalingen die in verschillende fiscale wetboeken zijn ingevoegd bij de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten "tot omzetting van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie[s]". Zo zijn bij de artikelen 2 tot 18 van die wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) artikelen ingevoegd in verband met aanvullende rapporteringsverplichtingen voor intermediairs of relevante belastingplichtigen inzake grensoverschrijdende constructies - zie in het bijzonder de artikelen - 326/1 tot 326/11 van het WIB 92 - en de sanctionering ervan. Luidens de nieuwe vierde paragraaf van artikel 445 van het WIB 92 dient de Koning de progressieve schaal van de administratieve geldboetes vast te leggen en hun toepassingsmodaliteiten te regelen (zie het derde lid van die paragraaf). Die laatste bepaling vormt de rechtsgrond voor artikel 1 van het ontworpen besluit.

Met hetzelfde doel zijn vergelijkbare regelingen ingevoegd in het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten (artikelen 19 tot 32 van de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten), het Wetboek der Successierechten (artikelen 33 tot 46 van de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten), en het Wetboek Diverse Rechten en Taksen (artikelen 47 tot 60 van de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten). De overige bepalingen van het ontworpen besluit vinden rechtsgrond in: - voor artikel 2: artikel 289bis/12, derde lid, van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten; - voor artikel 3: artikel 132, derde lid, van Wetboek der Successierechten; - voor de artikelen 4 en 5: artikel 2062, derde lid, van het Wetboek Diverse Rechten en Taksen.

Krachtens artikel 61 van de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten treden die nieuwe bepalingen in werking op 1 juli 2020. Vermits de rechtsgrond ervan slechts vanaf die datum rechtskracht krijgt, dient de inwerkingtreding van het te nemen besluit op dezelfde leest geschoeid te worden (zie opmerking 8).

Algemene opmerkingen 4. Artikel 24010 van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 luidt: "De geldboete wordt volledig kwijtgescholden: a) wanneer het bedrag van de verminderde geldboete minder bedraagt dan 2,50 EUR; b) wanneer de belastingschuldige zijn toestand spontaan rechtzet vóór enige tussenkomst van een fiscale administratie." De wijziging van dat artikel 24010 die het voorwerp is van artikel 5 van het ontwerp strekt ertoe die bepaling - die, ingevolge de wijziging, het eerste lid van dat artikel wordt - buiten toepassing te verklaren voor de geldboetes bedoeld in artikel 2409 van het koninklijk besluit van 3 maart 1927. Dat betekent dat indien de belastingplichtige of een andere meldingsplichtige een fout rechtzet - namelijk indien hij vooraleer de fiscale administratie tussenkomt alsnog aan de meldingsplicht voldoet of een foutieve melding corrigeert -, hij niet de automatische kwijtschelding geniet.

Aan de gemachtigde is gevraagd wat de verklaring daarvoor is. Hij antwoordde: "Het voornaamste doel dat door de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten tot omzetting van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies beoogd wordt is dat de fiscale autoriteiten tijdig correcte en volledige inlichtingen verkrijgen met betrekking tot grensoverschrijdende constructies met een potentieel agressief karakter.

In het randnummer 15 van de bovenvermelde Richtlijn 2018/822 (Publicatieblad van de Europese Unie van 5 juni 2018) staat te lezen dat "de lidstaten sancties dienen vast te stellen voor overtredingen van de nationale omzettingsbepalingen. Dergelijke sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn".

In het randnummer 7 van diezelfde richtlijn staat eveneens te lezen dat "de kans groter is dat het afschrikeffect dat met de melding van mogelijk agressieve grensoverschrijdende fiscale planningsconstructies wordt beoogd, wordt bereikt wanneer de belastingautoriteiten de relevante informatie vroegtijdig ontvangen, dat wil zeggen vóórdat dergelijke constructies daadwerkelijk geïmplementeerd zijn." Om die reden werd er ook een sanctie opgenomen voor het laattijdig verstrekken van de inlichtingen. (...) Een spontane rechtzetting houdt ook in dat die rechtzetting laattijdig is. Gelet op wat voorafgaat met betrekking tot de doelstelling van de voormelde Richtlijn en het feit dat er een sanctie opgenomen is voor het laattijdig verstrekken van de inlichtingen, leek het niet opportuun dergelijke kwijtschelding toe te laten." 5. De regels inzake de bij de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten ingevoerde informatieplicht zijn vrij complex, de termijnen zijn zeer kort en binnen die tijd moet in bepaalde gevallen trouwens ook worden voorzien in een vertaling in het Engels.Door die omstandigheden is de kans op overtreding van de regels niet gering. Bovendien gaat het om aanzienlijke boetebedragen, gaande van 1250 euro tot 100.000 euro, zodat de sancties te beschouwen zijn als strafsancties in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag over de rechten van de mens. 6. Het gegeven dat een meldingsplichtige de automatische kwijtschelding niet geniet, mag niet tot gevolg hebben dat helemaal geen rekening kan worden gehouden met verzachtende omstandigheden, zelfs in het geval van een spontane rechtzetting van een onjuiste melding.Een administratieve sanctie moet immers evenredig zijn, dat wil zeggen dat de verhouding tussen de hoogte van de boete en de gepleegde inbreuk niet disproportioneel mag zijn (1). De mogelijkheid rekening te houden met verzachtende omstandigheden draagt ertoe bij dat gewaakt kan worden over de evenredigheid van de sanctie. Dat is des te meer nodig wanneer de straffen zoals hier bijzonder zwaar kunnen zijn.

Meer in het algemeen heeft het Grondwettelijk Hof er trouwens op gewezen dat, wanneer de dader voor dezelfde feiten ofwel een strafrechtelijke boete, ofwel een administratieve boete kan worden opgelegd, er in beginsel een parallellisme moet bestaan tussen de maatregelen tot individualisering van de sanctie, bijvoorbeeld de mogelijkheid rekening te houden met verzachtende omstandigheden: wanneer voor dezelfde feiten de rechter een strafrechtelijke geldboete kan opleggen die minder bedraagt dan het wettelijke minimum indien er verzachtende omstandigheden bestaan (2), dan moet die mogelijkheid ook bestaan in verband met het opleggen van een administratieve geldboete.

Wordt niet in die mogelijkheid voorzien, dan dient dat verschil in behandeling redelijk verantwoord te kunnen worden. (3) Aan de gemachtigde is daarom gevraagd of het bedrag van de sancties verminderd zal kunnen worden door de administratie of door de rechter.

Het antwoord luidt: "Het opleggen van een sanctie valt onder de beoordelingsbevoegdheid van de administratie. Zij kan alle elementen van een bepaalde situatie in aanmerking nemen om te beoordelen of het opleggen van de sanctie opportuun is, maar de administratie heeft geen discretionaire bevoegdheid over het bedrag van de administratieve boete voor een welbepaalde inbreuk.

Wat het WIB92 betreft, kan de belastingplichtige echter in toepassing van artikel 5 van de Wet van 29 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2018 pub. 13/04/2018 numac 2018011492 bron federale overheidsdienst financien Wet tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst type wet prom. 29/03/2018 pub. 26/09/2019 numac 2019014473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst. - Duitse vertaling type wet prom. 29/03/2018 pub. 26/04/2018 numac 2018011689 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid sluiten tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst, een vermindering of kwijtschelding van de administratieve boete vragen. Voor de overige wetboeken is het besluit van de Regent van 18 maart 1831 van toepassing.

De rechter heeft een toetsingsrecht op grond waarvan hij kan oordelen of de sanctie niet onevenredig is met de inbreuk. Een arrest van het Hof van Cassatie van 13 februari 2009 stelt echter het volgende : "Dit toetsingsrecht houdt echter niet in dat de rechter op grond van een subjectieve appreciatie van wat hij redelijk acht, om loutere redenen van opportuniteit en tegen wettelijke regels in, boeten kan kwijtschelden of verminderen."" Verder verduidelijkte de gemachtigde nog het volgende: "Elke inbreuk op de fiscale wetboeken, daaronder begrepen de bepalingen die met de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten tot omzetting van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies in de diverse Wetboeken werden ingevoerd, en die gedaan werden met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden, kunnen in principe strafrechtelijk worden vervolgd.

De artikelen 449 en 450 WIB92, de artikelen 206 en 206bis van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, de artikelen 133 en 133bis van het wetboek der successierechten en de artikelen 207 en 207bis van het wetboek van diverse rechten en taksen zijn van toepassing op de bepalingen van dit ontwerp die de uitvoering zijn van de artikelen 445, § 4, derde lid WIB 92, 289bis/12, derde lid van het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten, 132, derde lid Wetboek der successierechten en 2062, derde lid, Wetboek van diverse rechten en taksen.

Het spreekt voor zich dat niet elke niet-aangifte of verkeerde aangifte strafrechtelijk zal worden vervolgd. Dit hangt af van de concrete omstandigheden van de inbreuk." En gevraagd of het parallellisme met het strafrecht gerespecteerd is, antwoordde de gemachtigde: "Het principe van éénmaal gestraft te worden voor dezelfde feiten in dezelfde ruimte en tijd is uiteraard ook hier van toepassing.

De artikelen 450bis WIB92, 206bis/1 van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, en 133bis/1 van het wetboek der successierechten (...) zijn van toepassing op de bepalingen van dit ontwerp die de uitvoering zijn van de artikelen 445, § 4, derde lid WIB 92, 289/12, derde lid van het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten, 132, derde lid Wetboek der successierechten en 2062, derde lid Wetboek van diverse rechten en taksen. Teneinde te vermijden dat een veroordeelde aan een onredelijk zware straf zou worden onderworpen, houdt de rechter bij de straftoemeting rekening met de verschuldigde administratieve geldboeten." Gelet op de bepalingen waarnaar de gemachtigde verwijst dient een rechter, teneinde te vermijden dat een veroordeelde aan een onredelijke zware straf zou worden onderworpen, bij de straftoemeting rekening te houden met onder meer de verschuldigde administratieve geldboetes. Er rijst derhalve geen probleem inzake het beginsel non bis in idem.

De uitleg van de gemachtigde biedt evenwel geen duidelijkheid voor het geval dat louter gekozen wordt voor een fiscale administratieve geldboete: zal ook dan de mogelijkheid bestaan om een boete op te leggen die minder bedraagt dan het wettelijke minimum indien er verzachtende omstandigheden bestaan? Wanneer het bedrag van de geldboete onredelijk hoog zou zijn of wanneer ten aanzien van eenzelfde feit een strafrechtelijke boete of een administratieve boete kan worden opgelegd, zal, gelet op de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, de rechter normaal wel die mogelijkheid moeten hebben.

Er wordt ter overweging gegeven aan de adviesvrager om deze aangelegenheid nog eens grondig te herbekijken en zo nodig initiatieven te nemen om in lijn te komen met de zienswijze van Grondwettelijk Hof. 7. Eens de sanctie definitief is geworden, kan de meldingsplichtige voor een verzoek tot kwijtschelding of vermindering van belastingverhogingen of administratieve boetes nog een beroep doen op het zogenaamde genaderecht bedoeld in het regentsbesluit van 18 maart 1831 (4) of, wat de inkomstenbelastingen en de diverse rechten en taksen betreft, op de `Cel administratieve sancties' opgericht in de schoot van de fiscale bemiddelingsdienst.(5) Het onderzoek van een dergelijk verzoek wordt, naar verluidt "[g]elet op het humane karakter" ervan, niet beperkt tot de loutere fiscale gegevens, maar bij dat onderzoek moet ook rekening worden houden "met alle elementen, eigen aan het beoogde geval, die kunnen bijdragen tot de beslissing van de minister [of bij delegatie de belastingadministratie], in het bijzonder de financiële toestand, de wijze waarop aan de fiscale verplichtingen wordt voldaan, verzachtende omstandigheden en redenen van humanitaire, sociale of andere aard, grote financiële en/of commerciële tegenslagen buiten de wil om van betrokkene en buiten het kader van fiscale en andere fraude" (6). Dit verzoek tot kwijtschelding of vermindering van belastingverhogingen en administratieve boetes kan slechts worden toegepast ten aanzien van definitief geworden belastingverhogingen en boetes (7), dat wil zeggen verhogingen en boetes die niet meer onderhevig zijn aan enig administratief of gerechtelijk beroep. (8) De mogelijkheid om ultiem een beroep te doen op het genaderecht of de fiscale bemiddelingsdienst lijkt niet te volstaan om de ontworpen regeling te vrijwaren van de voormelde grondwettigheidskritiek. In beginsel dienen de waarborgen om tot een evenredige sanctionering te komen immers geboden te worden in het kader van de gewone sanctieprocedure waarbij de belastingadministratie of de rechter zich over de sanctie uitspreken. Die garanties mogen niet afhangen van een laatste-redmiddel-procedure die in het leven is geroepen om nog te kunnen ingrijpen omwille van inzonderheid humanitaire of sociale redenen nadat alle beroepsmogelijkheden zijn uitgeput.

Onderzoek van de tekst 8. Zoals bij de bespreking van de rechtsgrond is opgemerkt (zie opmerking 3), dient de inwerkingtreding van het te nemen besluit te worden bepaald op 1 juli 2020, in overeenstemming met de rechtsgrond. Daartoe zal aan het ontworpen besluit een artikel in die zin moeten worden toegevoegd.

De griffier, A. Goossens De voorzitter, J. Baert _______ Nota's (1) Cass.15 oktober 2010, F.09.0081.N. (2) Krachtens artikel 457, § 1, van het WIB 92 is artikel 85 van het Strafwetboek (de straffen kunnen worden verminderd wegens verzachtende omstandigheden) van toepassing op de misdrijven bedoeld in de artikelen 449 tot 453 en 456 van het WIB 92.(3) GwH 23 januari 2019, nr.8/2019, B.5 tot B.7, en de in B.6 vermelde arresten van het Hof (4) Het gaat om artikel 9 van het "Organiek Besluyt van de Regent van 18 maart 1831 van het bestuer van `s lands middelen": "[De minister van Financiën] beschikt op de verzoeken om kwijtschelding van boeten of verhoogingen van regt ten titel van boeten, andere dan degene uytgesproken door den Regter, en bekrachtigt de overeenkomsten tusschen het bestuer en de lastgelders, wanneer zij door de wetten toegelaten zijn." (5) Zie artikel 5 van de wet van 29 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2018 pub. 13/04/2018 numac 2018011492 bron federale overheidsdienst financien Wet tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst type wet prom. 29/03/2018 pub. 26/09/2019 numac 2019014473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst. - Duitse vertaling type wet prom. 29/03/2018 pub. 26/04/2018 numac 2018011689 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid sluiten "tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst": "Onverminderd de toepassing van in de specifieke wetten voorziene bepalingen, beslist de fiscale bemiddelingsdienst, bedoeld in artikel 116 van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV), over de verzoeken om kwijtschelding of vermindering van belastingverhogingen en administratieve boetes bedoeld in de artikelen 444 en 445 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, over de verzoeken om kwijtschelding of vermindering van belastingenverhogingen en administratieve boetes bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen en over de verzoeken om kwijtschelding of vermindering van de proportionele en niet-proportionele boetes bedoeld in het Wetboek diverse rechten en taksen, voor zover die belastingverhogingen en administratieve boetes niet meer onderhevig zijn aan enig administratief en rechterlijk beroep en zij niet zijn opgelegd ingevolge inbreuken die via de administratieve weg zijn geregeld in het kader van het overleg, ingevoerd door de wet van 20 september 2012 tot instelling van het `una via'-principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes." (6) Parl.Vr. Georges Gilkinet van 28 april 2015, Vr. en Antw. Kamer, 2014-15, nr. 54-049, p. 218, randnummer 5; zie ook Parl. Vr. Hendrik Bogaert van 18 januari 2006, Vr. en Antw. Kamer, 2005-06, nr. 51-113, 21567. (7) Parl.Vr. Anke Vandermeersch van 7 februari 2006, Vr. en Antw.

Senaat, 2005-06, nr. 3-60, 5470. (8) Parl.Vr. Georges Gilkinet van 28 april 2015, Vr. en Antw. Kamer, 2014-15, nr. 54-029, 214; zie ook artikel 5 van de wet van 29 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2018 pub. 13/04/2018 numac 2018011492 bron federale overheidsdienst financien Wet tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst type wet prom. 29/03/2018 pub. 26/09/2019 numac 2019014473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst. - Duitse vertaling type wet prom. 29/03/2018 pub. 26/04/2018 numac 2018011689 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid sluiten.

20 MEI 2020. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 18, 31, 33 en 47 van de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten tot omzetting van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 445, § 4, derde lid, ingevoegd door de wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten tot omzetting van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies;

Gelet op het Wetboek der registratie-, hypotheek-en griffierechten, artikel 289bis/12, derde lid, ingevoegd door voormelde wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten;

Gelet op het Wetboek der successierechten, artikel 132, derde lid, hersteld door voormelde wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten;

Gelet op het Wetboek van diverse rechten en taksen, artikel 2062, derde lid, hersteld door voormelde wet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019042900 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (1) sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek-, en griffierechten;

Gelet op het Koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek van diverse rechten en taksen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 februari 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 11 maart 2020;

Gelet op het advies 67.078/3 van de Raad van State, gegeven op 8 april 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt een artikel 229/6 ingevoegd, luidende: "

Art. 229/6.De schaal van de administratieve geldboetes bij overtredingen bedoeld in artikel 445, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt als volgt vastgesteld:

Aard van de overtredingen Nature des infractions

Geldboete Amende administrative

A. Onvolledig verstrekken van de inlichtingen:


1. Overtreding niet gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

1.250,00 EUR

- 2e overtreding:

2.500,00 EUR

- 3e overtreding:

5.000,00 EUR

- 4e overtreding:

10.000,00 EUR

Volgende overtredingen:

12.500,00 EUR

2. Overtreding gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

2.500,00 EUR

- 2e overtreding:

5.000,00 EUR

- 3e overtreding:

10.000,00 EUR

- 4e overtreding:

20.000,00 EUR

Volgende overtredingen:

25.000,00 EUR

A. Fourniture incomplète des informations :


1. Infraction non commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

1.250,00 EUR

-2e infraction :

2.500,00 EUR

-3e infraction :

5.000,00 EUR

-4e infraction :

10.000,00 EUR

Infractions suivantes :

12.500,00 EUR

2. Infraction commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

2.500,00 EUR

-2e infraction :

5.000,00 EUR

-3e infraction :

10.000,00 EUR

-4e infraction :

20.000,00 EUR

Infractions suivantes :

25.000,00 EUR

B. Niet of laattijdig verstrekken van de inlichtingen:


1. Overtreding niet gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

5.000,00 EUR

- 2e overtreding:

12.500,00 EUR

- 3e overtreding:

31.250,00 EUR

Volgende overtredingen:

50.000,00 EUR

2. Overtreding gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

12.500,00 EUR

- 2e overtreding:

37.500,00 EUR

Volgende overtredingen:

100.000,00 EUR

B. Absence d'informations ou informations fournies tardivement :


1. Infraction non commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

5.000,00 EUR

-2e infraction :

12.500,00 EUR

-3e infraction :

31.250,00 EUR

Infractions suivantes :

50.000,00 EUR

2. Infraction commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

12.500,00 EUR

-2e infraction :

37.500,00 EUR

Infractions suivantes :

100.000,00 EUR


Art. 2.De bijlage bij het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek-, en griffierechten wordt aangevuld als volgt:

XIII. Schaal van de administratieve geldboetes bij overtredingen bedoeld in artikel 289bis/12, van het Wetboek der registratie-, hypotheek-, en griffierechten XIII. Echelle des amendes administratives concernant des infractions visées à l'article 289bis/12 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe

Geldboete Amende administrative

A. Onvolledig verstrekken van de inlichtingen:


1. Overtreding niet gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

1.250,00 EUR

- 2e overtreding:

2.500,00 EUR

- 3e overtreding:

5.000,00 EUR

- 4e overtreding:

10.000,00 EUR

Volgende overtredingen:

12.500,00 EUR

2. Overtreding gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

2.500,00 EUR

- 2e overtreding:

5.000,00 EUR

- 3e overtreding:

10.000,00 EUR

- 4e overtreding:

20.000,00 EUR

Volgende overtredingen:

25.000,00 EUR

A. Fourniture d'informations incomplètes :


1. Infraction non commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

1.250,00 EUR

-2e infraction :

2.500,00 EUR

-3e infraction :

5.000,00 EUR

-4e infraction :

10.000,00 EUR

Infractions suivantes :

12.500,00 EUR

2. Infraction commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

2.500,00 EUR

-2e infraction :

5.000,00 EUR

-3e infraction :

10.000,00 EUR

-4e infraction :

20.000,00 EUR

Infractions suivantes :

25.000,00 EUR

B. Niet of laattijdig verstrekken van de inlichtingen:


1. Overtreding niet gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

5.000,00 EUR

- 2e overtreding:

12.500,00 EUR

- 3e overtreding:

31.250,00 EUR

Volgende overtredingen:

50.000,00 EUR

2. Overtreding gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

12.500,00 EUR

- 2e overtreding:

37.500,00 EUR

Volgende overtredingen:

100.000,00 EUR

B. Absence d'informations ou informations fournies tardivement :


1. Infraction non commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

5.000,00 EUR

-2e infraction :

12.500,00 EUR

-3e infraction :

31.250,00 EUR

Infractions suivantes :

50.000,00 EUR

2. Infraction commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

12.500,00 EUR

-2e infraction :

37.500,00 EUR

Infractions suivantes :

100.000,00 EUR


Art. 3.In het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten wordt een artikel 9bis ingevoegd, luidende: "

Art. 9bis.De schaal van de administratieve geldboetes bij overtredingen bedoeld in artikel 132, van het Wetboek der successierechten, wordt als volgt vastgesteld:

Aard van de overtredingen Nature des infractions

Geldboete Amende administrative

A. Onvolledig verstrekken van de inlichtingen:


1. Overtreding niet gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

1.250,00 EUR

- 2e overtreding:

2.500,00 EUR

- 3e overtreding:

5.000,00 EUR

- 4e overtreding:

10.000,00 EUR

Volgende overtredingen:

12.500,00 EUR

2. Overtreding gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

2.500,00 EUR

- 2e overtreding:

5.000,00 EUR

- 3e overtreding:

10.000,00 EUR

- 4e overtreding:

20.000,00 EUR

Volgende overtredingen:

25.000,00 EUR

A. Fourniture d'informations incomplètes :


1. Infraction non commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

1.250,00 EUR

-2e infraction :

2.500,00 EUR

-3e infraction :

5.000,00 EUR

-4e infraction :

10.000,00 EUR

Infractions suivantes :

12.500,00 EUR

2. Infraction commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

2.500,00 EUR

-2e infraction :

5.000,00 EUR

-3e infraction :

10.000,00 EUR

-4e infraction :

20.000,00 EUR

Infractions suivantes :

25.000,00 EUR

B. Niet of laattijdig verstrekken van de inlichtingen:


1. Overtreding niet gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

5.000,00 EUR

- 2e overtreding:

12.500,00 EUR

- 3e overtreding:

31.250,00 EUR

Volgende overtredingen:

50.000,00 EUR

2. Overtreding gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

12.500,00 EUR

- 2e overtreding:

37.500,00 EUR

Volgende overtredingen:

100.000,00 EUR

B. Absence d'informations ou informations fournies tardivement :


1. Infraction non commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

5.000,00 EUR

-2e infraction :

12.500,00 EUR

-3e infraction :

31.250,00 EUR

Infractions suivantes :

50.000,00 EUR

2. Infraction commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

12.500,00 EUR

-2e infraction :

37.500,00 EUR

Infractions suivantes :

100.000,00 EUR


Art. 4.In het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek van diverse rechten en taksen, wordt artikel 2409, opgeheven bij het koninklijk besluit van 9 december 2019, hersteld als volgt: "

Art. 2409.De schaal van de administratieve geldboetes bij overtredingen bedoeld in artikel 2062, van het Wetboek van diverse rechten en taksen, wordt als volgt vastgesteld:

Aard van de overtredingen Nature des infractions

Geldboete Amende administrative

A. Onvolledig verstrekken van de inlichtingen:


1. Overtreding niet gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

1.250,00 EUR

- 2e overtreding:

2.500,00 EUR

- 3e overtreding:

5.000,00 EUR

- 4e overtreding:

10.000,00 EUR

Volgende overtredingen:

12.500,00 EUR

2. Overtreding gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

2.500,00 EUR

- 2e overtreding:

5.000,00 EUR

- 3e overtreding:

10.000,00 EUR

- 4e overtreding:

20.000,00 EUR

Volgende overtredingen:

25.000,00 EUR

A. Fourniture d'informations incomplètes :


1. Infraction non commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

1.250,00 EUR

-2e infraction :

2.500,00 EUR

-3e infraction :

5.000,00 EUR

-4e infraction :

10.000,00 EUR

Infractions suivantes :

12.500,00 EUR

2. Infraction commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

2.500,00 EUR

-2e infraction :

5.000,00 EUR

-3e infraction :

10.000,00 EUR

-4e infraction :

20.000,00 EUR

Infractions suivantes :

25.000,00 EUR

B. Niet of laattijdig verstrekken van de inlichtingen:


1. Overtreding niet gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

5.000,00 EUR

- 2e overtreding:

12.500,00 EUR

- 3e overtreding:

31.250,00 EUR

Volgende overtredingen:

50.000,00 EUR

2. Overtreding gedaan met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden:


- 1e overtreding:

12.500,00 EUR

- 2e overtreding:

37.500,00 EUR

Volgende overtredingen:

100.000,00 EUR

B. Absence d'informations ou informations fournies tardivement :


1. Infraction non commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

5.000,00 EUR

-2e infraction :

12.500,00 EUR

-3e infraction :

31.250,00 EUR

Infractions suivantes :

50.000,00 EUR

2. Infraction commise avec intention frauduleuse ou intention de nuire :


-1ère infraction :

12.500,00 EUR

-2e infraction :

37.500,00 EUR

Infractions suivantes :

100.000,00 EUR


Art. 5.Artikel 24010 van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2000 pub. 30/08/2000 numac 2000003467 bron ministerie van financien Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en die ressorteert onder het Ministerie van Financiën type koninklijk besluit prom. 20/07/2000 pub. 30/08/2000 numac 2000003478 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit houdende uitvoering inzake justitie van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type koninklijk besluit prom. 20/07/2000 pub. 30/08/2000 numac 2000003473 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet voor aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Economische Zaken type koninklijk besluit prom. 20/07/2000 pub. 30/08/2000 numac 2000003485 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet inzake de post- en telecommunicatiesectoren type koninklijk besluit prom. 20/07/2000 pub. 30/08/2000 numac 2000003469 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid type koninklijk besluit prom. 20/07/2000 pub. 30/08/2000 numac 2000003480 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende uitvoering inzake de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type koninklijk besluit prom. 20/07/2000 pub. 30/08/2000 numac 2000003484 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit houdende uitvoering inzake de materies die onder het departement van Verkeer en Infrastructuur ressorteren, van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten, wordt aangevuld met een lid luidende: "De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing op de geldboetes bedoeld in artikel 2409."

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2020.

Art. 7.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 2020.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, A. DE CROO

^