gepubliceerd op 07 oktober 2008
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
19 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, artikel 97, § 1, vervangen door de wet van 14 januari 2002 en artikel 99, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 2002, 11 november 2002, 29 januari 2003, 4 juni 2003, 8 juli 2003, 11 juli 2003, 16 maart 2004, 7 juni 2004, 26 oktober 2004, 22 februari 2005, 11 juli 2005, 15 juli 2005, 13 maart 2006, 12 mei 2006, 10 november 2006, 19 juni 2007 en 18 september 2008;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 augustus 2008;
Gelet op de akkoordbevinding voor de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 15 september 2008;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat dit besluit, dat voorziet in nieuwe financieringsregels, zo snel mogelijk in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen, aangezien het de verplichte inleiding op de kennisgeving van het budget van de ziekenhuizen vormt, een redelijk lange administratieve procedure, en dat dit budget ter kennis van de beheerders moet worden gebracht vóór het begin van het betreffende financieringsdienstjaar, namelijk vóór 1 juli 2008;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 2002, 11 november 2002, 29 januari 2003, 4 juni 2003, 8 juli 2003, 11 juli 2003, 16 maart 2004, 7 juni 2004, 26 oktober 2004, 22 februari 2005, 11 juli 2005, 15 juli 2005, 13 maart 2006, 12 mei 2006, 10 november 2006, 19 juni 2007 en 18 september 2008 wordt aangevuld als volgt : « 35° de financiering van de arbeidsplaatsen die werden gecreëerd krachtens de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, Titel V, Hoofdstuk III 'Tewerkstelling van jongeren in de non-profitsector'; ».
Art. 2.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « De overeenkomstig § 1, vastgestelde afschrijvingen mogen niet hoger zijn dan 40 % van de werkelijke investeringswaarden, beperkt tot de voormelde maximumbedragen, voor zover er betoelaging werd bekomen. Deze betoelaging moet blijken uit de beslissing van de ter zake bevoegde overheid bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen voor de overheid die bij toepassing van artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake gezondheidsbeleid bevoegd is. Indien het bovengenoemde bewijs niet geleverd wordt, of indien er geen subsidie werd verkregen, worden de afschrijvingslasten niet in aanmerking genomen.
In geval van toepassing van artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, dan wordt het percentage van 40 % gebracht op 70 %.
In geval van toepassing van artikel 3, § 1bis van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, dan wordt het percentage van 40 % gebracht op 90 %. »; 2° § 4 wordt vervangen door volgende bepaling : « De afschrijvingslasten van de investeringen die uitgevoerd worden om te voldoen aan de architectonische normen voor de ziekenhuisapotheek en de chirurgische daghospitalisatie, mogen niet hoger zijn dan 40 % van de werkelijke investeringswaarden, beperkt tot de in § 1 bedoelde maximumbedragen, voor zover er betoelaging werd bekomen.Deze betoelaging moet blijken uit de beslissing van de ter zake bevoegde overheid bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen voor de overheid die bij toepassing van artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake gezondheidsbeleid bevoegd is. Indien het bovengenoemde bewijs niet geleverd wordt of indien er geen subsidie werd verkregen, worden de afschrijvingslasten niet in aanmerking genomen.
In geval van toepassing van artikel 3, § 1bis van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, dan wordt het percentage van 40 % gebracht op 90 %. »
Art. 3.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 wordt punt 4° aangevuld als volgt : « Om van deze financiering te kunnen blijven genieten moet dit attest jaarlijks worden voorgelegd op vraag van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Dienst Boekhouding en beheer van de ziekenhuizen.»; 2° in § 3 wordt punt 3° aangevuld als volgt : « Om van deze financiering te kunnen blijven genieten moet dit attest jaarlijks worden voorgelegd op vraag van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Dienst Boekhouding en beheer van de ziekenhuizen.»; 3° in § 4 wordt punt 3° aangevuld als volgt : « Om van deze financiering te kunnen blijven genieten moet dit attest jaarlijks worden voorgelegd op vraag van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Dienst Boekhouding en beheer van de ziekenhuizen.»; 4° in § 5 wordt punt 3° aangevuld als volgt : « Om van deze financiering te kunnen blijven genieten moet dit attest jaarlijks worden voorgelegd op vraag van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Dienst Boekhouding en beheer van de ziekenhuizen.»; 5° artikel 29 wordt vervolledigd als volgt : « § 10.Vanaf 1 januari 2008 wordt een bedrag van 16.291.000 euro verdeeld onder alle ziekenhuizen naar rato van het forfait bedoeld in §§ 3, 4 en 5, zoals werd aangegeven op 1 januari 2008. Dit bedrag dient prioritair besteed te worden aan de automatisering van het verpleegkundige luik van het patiëntendossier. »
Art. 4.Artikel 31, § 2, eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Onverminderd andersluidende bepalingen worden afschrijvingen voor de lasten van opbouw, verbouwing, uitrusting en apparatuur, berekend op de werkelijke investeringswaarden, verminderd met de niet verkregen toelagen verleend door de overheden die op basis van artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid.
Deze betoelaging moet blijken uit de beslissing van de ter zake bevoegde overheid bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen voor de overheid die bij toepassing van artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake gezondheidsbeleid bevoegd is. Indien het bovengenoemde bewijs niet geleverd wordt, of indien er geen subsidie werd verkregen, worden de afschrijvingslasten niet in aanmerking genomen.
In geval van toepassing van artikel 3, § 1bis van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, wordt het percentage van 40 % gebracht op 90 %. »
Art. 5.In artikel 42, § 1, 11e bewerking, 1°, b), eerste alinea, worden de woorden « de in artikel 80, 1° bedoelde scores » vervangen door de woorden « de in artikel 78, 1° bedoelde score ».
Art. 6.In artikel 45, § 3, van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 4° wordt vervangen als volgt : « 4° Op 1 juli 2007 wordt een extra bedrag van 9.661.667 euro toegevoegd aan onderdeel B2 van de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de Sp-diensten, de Sp-diensten voor palliatieve zorg, de geïsoleerde G-diensten en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden.
De in de punten 3° en 4° bedoelde bedragen worden verdeeld onder de algemene ziekenhuizen, met uitzondering van de Sp-diensten, de Sp-diensten voor palliatieve zorg, de geïsoleerde G-diensten en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden, overeenkomstig de hierna in de punten a) en b) beschreven modaliteiten : a) 75 % van het beschikbaar bedrag wordt verdeeld overeenkomstig de volgende modaliteiten : 1.Voor elk ziekenhuis worden de volgende ratio's berekend : 1.1. ratio van het aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie betreffende patiënten die aan de voorwaarden voldoen om de sociale maximumfactuur te genieten in verhouding tot het totaal aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie betreffende patiënten die vallen onder de verzekeringsinstellingen zoals opgegeven in artikel 99, § 1; 1.2. ratio van het aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie betreffende patiënten die de maximumfactuur lage inkomens genieten en die alleenstaand zijn, in verhouding tot het totaal aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie betreffende patiënten die vallen onder de verzekeringsinstellingen zoals opgegeven in artikel 99, § 1; 1.3. ratio van het aantal dossiers van personen zonder onderstandsdomicilie waarvan de hospitalisatiekosten door de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie terugbetaald worden aan de OCMW's ten opzichte van het totaal aantal klassieke opnamen en chirurgische daghospitalisatie van die patiënten.
Indien de verzekeringsinstellingen zoals opgegeven in artikel 99, § 1 of de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, voor een specifiek ziekenhuis, de gegevens bedoeld in de punten 1.1., 1.2. en/of 1.3. niet kunnen verstrekken, richt de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zich rechtstreeks tot het betreffende ziekenhuis om de ontbrekende gegevens te verkrijgen. Indien de ontbrekende gegevens niet kunnen verkregen worden, wordt een financiering aan dit ziekenhuis toegekend, indien het reeds vroeger een financiering heeft verkregen wegens een op sociaal-economisch vlak zwak patiëntenprofiel, waarbij het bedrag overeenstemt met het bovenbedoeld beschikbaar bedrag, gedeeld door het totaal aantal erkende bedden van het geheel van de begunstigde ziekenhuizen en vermenigvuldigd met het aantal erkende bedden van het desbetreffende ziekenhuis. 2. De drie hierboven vermelde ratio's worden als volgt gewogen : - ratio onder 1.1. : met 0,25; - ratio onder 1.2. : met 0,66; - ratio onder 1.3. : met 1,00.
De ratio's worden na weging opgeteld om een score te vormen.
De ziekenhuizen worden naar afnemende waarde van de verkregen score gerangschikt. 3. Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld : - 60 % voor de gevallen afhangend van de ratio onder 1.1.; - 25 % voor de gevallen afhangend van de ratio onder 1.2.; - 15 % voor de gevallen afhangend van de ratio onder 1.3.
De verdeling van het budget tussen de ziekenhuizen gebeurt op basis van het aantal van hun in aanmerking genomen gevallen in de berekening van elke voormelde ratio. b) het saldo van het beschikbare budget wordt onder alle ziekenhuizen verdeeld per variabele, gedefinieerd in bijlage 17 bij dit besluit, in verhouding tot het nationale totaal overeenkomstig de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarbij : S = te verdelen bedrag; Xj = aantal opnamen van het ziekenhuis voor de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17;
Yj = aantal opnamen van het Rijk voor de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17; ssj = geraamde parameter van de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17.
Voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2, wordt een financiering aan het ziekenhuis toegekend, indien het reeds vroeger een financiering heeft verkregen wegens een op sociaal-economisch vlak zwak patiëntenprofiel, waarbij het bedrag overeenstemt met het bovenbedoeld beschikbaar bedrag, gedeeld door het totaal aantal erkende bedden van het geheel van de begunstigde ziekenhuizen en vermenigvuldigd met het aantal erkende bedden van het desbetreffende ziekenhuis. » 2° Punt 5° wordt opgeheven met ingang van 1 juli 2007.
Art. 7.In artikel 47 wordt § 2 aangevuld als volgt : « Om van deze financiering te kunnen blijven genieten moet dit attest jaarlijks worden voorgelegd op vraag van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Dienst Boekhouding en beheer van de ziekenhuizen. »
Art. 8.In Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 6bis ingevoegd, luidend als volgt : « Onderafdeling 6bis. B Gemeenschappelijke bepalingen voor onderdeel B2 van de algemene ziekenhuizen
Art. 47bis.Vanaf 1 januari 2008 wordt een budget van 3.672.000 euro verdeeld onder de algemene ziekenhuizen om de kosten voor actieve verbanden te dekken die, vóór die datum, ten laste werden genomen door de Ziekte- en invaliditeitsverzekering, wat niet langer het geval is, naar rato van het aandeel van elk ziekenhuis in het globale budget B2 van de algemene ziekenhuizen zoals betekend op 1 januari 2008. »
Art. 9.In artikel 52, 1° van hetzelfde besluit worden de punten b.1) en b.2) ingevoegd, luidend als volgt : « b.1) Vanaf 1 juli 2008 wordt het bedrag berekend volgens punten a) en b) aangepast om te voorzien in de financiering van 0,5 VTE voor de samenwerkingsverbanden waarvan de aantrekkingszone minder dan 250 000 inwoners bedient en van 0,75 VTE voor de samenwerkingsverbanden waarvan de aantrekkingszone tussen 250.000 en 500.000 inwoners bedient. De waarde van een VTE wordt vastgesteld op 50.000 euro op 1 juli 2008. b.2) Een bijkomend bedrag van 67.000 euro (index 01/01/2008) wordt verdeeld onder de samenwerkingsverbanden, volgens de berekeningen bedoeld in punten a), b) en b.1), naar rato van het percentage inwoners dat het samenwerkingsverband bedient. »
Art. 10.In artikel 63 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « 34.317.103 euro (index 01/07/2007) » vervangen door de woorden « 43.088.472 euro (index 01/01/2008) »; 2° in § 2 worden de woorden « 35.069.257 euro (index 01/07/2007) » vervangen door de woorden « 39.664.654 euro (index 01/01/2008) »; 3° § 2, 2 e lid, wordt vervolledigd als volgt : « - de circuits en zorgnetwerken bedoeld in artikel 97ter van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987; - de crisis- en spoedpsychiatrie. »
Art. 11.In artikel 73 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door de volgende beschikking : « De lasten met betrekking tot de verhoging van de werkgeversbijdragen voor pensioenen, toegepast van 2005 tot 2007, voor de nieuwe aangeslotenen bij 'pool 2 van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid - Provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZ-PPO)', zoals bedoeld in artikel 15, 15°, worden gefinancierd op basis van reële, door de RSZ-PPO meegedeelde, kosten. »
Art. 12.Er wordt in hetzelfde besluit een artikel 74octies ingevoegd, dat luidt als volgt : « Vanaf 1 januari 2007 wordt, op basis van artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in de social profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, een jaarlijkse financiering van maximum 35.000 euro per VTE opgenomen in onderdeel B4 van de ziekenhuizen die laaggeschoolde jongeren aanwerven voor de globale projecten 'Veiligheid in de ziekenhuizen', 'Problematiek van de geïnterneerde gedetineerden' en 'Kinderverzorgsters in de pediatrische diensten', bedoeld in artikel 1, 1° tot 3° van het ministerieel besluit van 31 mei 2007 tot uitvoering van artikel 82 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact en tot vaststelling van de globale projecten in de sectoren die onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen.
Een herziening van het aan elk ziekenhuis toegekend budget is voorzien, enkel voor de jaren 2007 en 2008, rekening houdend met de VTE effectieve aanwervingen die tijdens diezelfde jaren werden gedaan. »
Art. 13.In artikel 75 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld als volgt : « In afwijking van het vorige lid is er geen herberekening op 1 juli 2008.De berekeningen waarvan sprake in bovenstaande punten a) tot e) gebeuren voor het eerst op 1 juli 2009 en vervolgens om de 2 jaar. »; 2° § 2 wordt aangevuld als volgt : « In afwijking van het vorige lid is er geen herberekening op 1 juli 2008.De berekeningen waarvan sprake in bovenstaande punten a) tot e) gebeuren voor het eerst op 1 juli 2009 en vervolgens om de 2 jaar. »; 3° § 3 wordt aangevuld als volgt : « In afwijking van het vorige lid is er geen herberekening op 1 juli 2008.De berekeningen waarvan sprake in bovenstaande punten a) tot e) gebeuren voor het eerst op 1 juli 2009 en vervolgens om de 2 jaar. ».
Art. 14.In artikel 78, 1°, b), vijfde lid van hetzelfde besluit, worden de woorden « in bijlage 3 bij dit besluit, punt 3bis, » vervangen door de woorden « in bijlage 17 bij dit besluit, ».
Art. 15.In artikel 79, 6°, vierde lid van hetzelfde besluit wordt in de Nederlandse tekst de derde gedachtestreep als volgt vervangen : « - de geboortedatum, ».
Art. 16.In artikel 79bis, § 2 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door de volgende bepaling : « Dit complement wordt in meerdere fasen gefinancierd : - in 2006 : 195 EUR; - in 2007 : 322 EUR; - in 2008 : 450 EUR; - in 2009 : 498 EUR. »
Art. 17.In artikel 79ter, § 1 van hetzelfde besluit, wordt het 3e lid vervangen als volgt : « Vanaf 1 januari 2006 wordt voor de 1e fase een provisioneel bedrag van 3.420.463,90 euro verdeeld onder de openbare ziekenhuizen, uitgaande van het totale aantal VTE's vermenigvuldigd met 40 %.
Vanaf 1 januari 2008 wordt voor de 2e fase een provisioneel bedrag van 2.879.719 euro verdeeld tussen de ziekenhuizen, uitgaande van het totale aantal VTE's 2005 in kwestie. »
Art. 18.Artikel 79quinquies van hetzelfde besluit wordt als volgt vervolledigd : « § 5. Vanaf 1 januari 2008 worden er 4 VTE's gefinancierd in de algemene ziekenhuizen die beschikken over erkende G-bedden en die werden geselecteerd na de projectoproep van DG1 van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ten belope van 45.881 euro per VTE, om de interne liaison te verzekeren. »
Art. 19.Er wordt in hetzelfde besluit een artikel 79septies ingevoegd, luidend als volgt : « 79septies. Met ingang van 1 januari 2008 wordt een jaarlijkse functionele toelage van 816,80 euro (index 01/07/2005) toegekend aan de hoofdverpleegkundigen, verpleegkundigen-hoofd van dienst van het tussenkader en de hoofdparamedici van de ziekenhuizen, die een geldelijke anciënniteit van minstens 18 jaar hebben alsook de opleiding hebben genoten die vereist is krachtens de besluiten waarbij hun functie wordt omschreven.
Het bedrag wordt berekend door het aantal toelaatbare VTE's van het ziekenhuis te vermenigvuldigen met 1.099,98 euro, zijnde 816,80 euro verhoogd met de patronale lasten (index 01/07/2005). »
Art. 20.Er wordt in hetzelfde besluit een artikel 79octies ingevoegd, luidend als volgt : « Er wordt een pilootonderzoek opgezet naar de onmiddellijke vervanging en de communicatie van de uurroosters in de ziekenhuissector.
Het heeft tot doel een gefaseerde versterking met 2309 VTE's door te voeren ten behoeve van de mobiele equipe voorzien in het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 houdende vaststelling van de normen waaraan de ziekenhuizen en hun diensten moeten voldoen.
De fasen zijn de volgende : - op 1 januari 2008 worden 319 VTE, ten belope van 46.981,24 euro per VTE, toegewezen aan de algemene en psychiatrische ziekenhuizen met uitsluiting van de Sp-diensten palliatieve zorg, K- en NIC-diensten die het universitaire ad hoc team heeft geselecteerd; - op 1 juli 2009 worden 1042 VTE's verdeeld onder de niet geselecteerde ziekenhuizen op basis van 0,5 VTE per 30 bedden in de algemene en psychiatrische ziekenhuizen met uitsluiting van de Sp-diensten palliatieve zorg, K- en NIC-diensten; - op 1 januari 2011 worden 948 VTE verdeeld onder de niet geselecteerde ziekenhuizen op basis van 0,5 VTE per 30 bedden in de algemene en psychiatrische ziekenhuizen met uitsluiting van de Sp-diensten palliatieve zorg, K- en NIC-diensten. »
Art. 21.Artikel 80 van hetzelfde besluit wordt vervolledigd door een § 5 luidend als volgt : « § 5. Om de schaalverhogingen te dekken die voortvloeien uit de evolutie van de geldelijke anciënniteit, worden de budgetten bepaald overeenkomstig de artikelen 33, § 3, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 65, 66, 67, 68, 70, 73, 73bis, 74, 74bis, 74ter, 74quater, 74quinquies, 74sexies, 74septies, 75, 77, 78, 79, 79bis, 79ter, 79quater, 79quinquies, 79sexies en 79septies vanaf 1 januari 2008 met 0,78 % verhoogd. »
Art. 22.In artikel 83 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 4 wordt ingetrokken vanaf 1 juli 2007;2° er wordt een § 4 ingevoegd dat luidt als volgt : « § 4.Op 1 juli 2008 wordt ter compensatie van het verlies aan inkomsten ingevolge het verbod om supplementen in tweepersoonskamers voor chronische patiënten te factureren, een bedrag (X) van 7.500.000 euro (index 1 juli 2007) toegevoegd aan onderdeel C3 van de algemene ziekenhuizen die geen enkel ereloonsupplement in gemeenschappelijke kamers vragen. Met chronische patiënt bedoelt men de patiënt die lijdt aan een pathologie, opgenomen in de lijst van de chronische pathologieën in het kader van de MAF « Chronische zieken », alsmede de patiënt met meer dan 15 verblijven in de loop van een kalenderjaar en de patiënt die voor een verblijfsduur van minstens 45 dagen in een revalidatiedienst wordt opgenomen.
Dit bedrag wordt verdeeld als volgt : X = A * B/C * D/E waarbij : A = beschikbaar budget van 7.500.000 euro;
B = aantal gemeenschappelijke kamers van het ziekenhuis;
C = totaal aantal gemeenschappelijke kamers van alle ziekenhuizen;
D = aantal chronische zieken van het ziekenhuis;
E = totaal aantal chronische zieken van alle ziekenhuizen.
Dit bedrag wordt verdeeld onder de ziekenhuizen waarvan alle artsen zich ertoe verbinden om vanaf 1 juli 2007 geen enkel ereloonsupplement meer te vragen in een gemeenschappelijke kamer, en dat naar rata van het vermelde aantal chronische zieken per ziekenhuis. »
Art. 23.In artikel 85, § 1, a), worden de woorden « Het deel B » vervangen door de woorden « Het deel B, behalve artikel 74octies, ».
Art. 24.Artikel 92, punt 10., van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « 10. onderdeel B9, wat betreft de artikelen 79bis en 79septies ; ».
Art. 25.In bijlage 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2.4.3. wordt aangevuld als volgt : « g) Verblijven behorend tot APR-DRG 004 « tracheotomie behalve voor aandoeningen van het gelaat, de mond en de hals. »; 2° punt 2.4.4. wordt aangevuld als volgt : « d) de subgroepen van APR-DRG 004 « tracheotomie behalve voor aandoeningen van het gelaat, de mond en de hals. »; 3° punt 3bis.wordt opgeheven met ingang van 1 juli 2007; 4° in punt 4.3.2.2., 2de lid, worden het 9e en 10e punt als volgt vervangen : « . de 'operating room procedure' (ICD-9-CM-code) werd in de loop van de referentieperiode (MKG van de drie laatst gekende registratiejaren) in minstens 33 % van de gevallen in daghospitalisatie uitgevoerd, en nationaal konden er minstens 90 oneigenlijke klassieke ziekenhuisverblijven worden geteld; het verblijf omvat geen andere >operating room procedure(s)' dan die die werden geteld in de lijst van procedures die voldoen aan de criteria van 33 % der gevallen in daghospitalisatie en nationaal 90 oneigenlijke klassieke ziekenhuisverblijven; . voor de verblijven behorend tot APR-DRG 097 « adenoidectomie en amygdalectomie », is de leeftijd van de patiënt strikt lager dan 14 jaar; . voor de verblijven behorend tot één van de medische APR-DRG's opgesomd in tabel 1 (cf. punt 4.3.2.1.) : het verblijf heeft minstens één RIZIV-nomenclatuurcode uit de lijst B (cf. punt 4.2.2.). »
Art. 26.In bijlage 9 bij hetzelfde besluit worden volgende nomenclatuurcodes en codes ingevoegd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 27.In bijlage 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht vanaf 1 juli 2007 : 1° de titel wordt vervangen door de volgende titel : « Definities van de verklarende variabelen en parameters m.b.t. het sociale profiel van het ziekenhuis en berekening van een sociale correctie-index. »; 2° in punt 1.'Gegevensbronnen', wordt de derde gedachtestreep geschrapt; 3° punt 1.2. wordt geschrapt; 4° in punt 1.3. worden de variabelen 7 tot 13 geschrapt; 5° in punt 2.wordt de tabel vervangen als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 6° een punt 3.wordt ingevoegd, luidend als volgt : « 3. Berekening van een aantal verantwoorde ligdagen per ziekenhuis rekening houdende met een sociale correctie-index.
Berekening van het aantal verantwoorde ligdagen in functie van de sociale-correctie-index.
Een aantal verantwoorde dagen wordt berekend overeenkomstig de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarbij : S= te verdelen bedrag;
Xj = aantal opnamen van het ziekenhuis voor de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17;
Yj = aantal opnamen van het Rijk voor de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17; âj = geraamde parameter van de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17.
Het aantal verantwoorde dagen in functie van de sociale correctie-index wordt verdeeld naar rato van de verantwoorde dagen, berekend volgens de methode gedefinieerd in bijlage 3, punt 3, voor de diensten gedefinieerd in bijlage 3, punten 3.2.1. tot 3.2.4. »
Art. 28.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008, met uitzondering van artikel 22, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2008, en de artikelen 6, 22, 1°, 25, 3° en 27 die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2007.
Art. 29.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 september 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX