gepubliceerd op 28 januari 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid
19 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 105, § 1, vervangen bij de wet van 26 maart 1999 en gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, inzonderheid op de artikelen 3 en 8;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 15 juli 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 juli 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 6 oktober 2004;
Gelet op het advies nr. 37.826/1 van de Raad van State, gegeven op 2 december 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid vervallen de woorden « 1/4, » en « 1/3 ».
Art. 2.In artikel 8 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De werknemer die van het recht gebruik wenst te maken dient hiervan schriftelijk kennis te geven aan de werkgever.Deze kennisgeving gebeurt minstens zeven dagen vóór de ingangsdatum van de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties, tenzij de partijen schriftelijk een andere termijn overeenkomen. »; 2° het vierde lid wordt opgeheven.
Art. 3.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 8bis ingevoegd, luidende : « Binnen twee werkdagen na de ontvangst van de schriftelijke kennisgeving zoals gebeurd overeenkomstig artikel 8, kan de werkgever de werknemer ervan in kennis stellen dat de ingangsdatum wordt uitgesteld om redenen die verband houden met het functioneren van de onderneming.
De kennisgeving van het uitstel gebeurt door de overhandiging van een geschrift aan de werknemer waarin de reden en de duur van het uitstel worden vermeld.
De duur van het uitstel bedraagt zeven dagen. »
Art. 4.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 januari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. Wet van 22 december 1995, Belgisch Staatsblad van 30 december 1995.
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001.
Koninklijk besluit van 10 augustus 1998, Belgisch Staatsblad van 8 september 1998;
Koninklijk besluit van 4 juni 1999, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1999.