gepubliceerd op 30 juli 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
16 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor bepaalde verstrekkingen, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging gegeven op 24 juni 2002;
Gelet op het advies van de Algemene raad, gegeven op 24 juni 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 juli 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 11 juli 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördinerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de politieke beslissing werd genomen om bepaalde verstrekkingen van de huisartsgeneeskunde op te waarderen met ingang van 1 juli 2002; dat eveneens de beslissing werd genomen dat deze opwaardering door te voeren zonder dat het persoonlijk aandeel van de sociaal verzekerde erdoor verzwaard wordt; dat het derhalve aangewezen is dat dit besluit zo snel mogelijk genomen en gepubliceerd wordt om te vermijden dat, anders, het voormelde persoonlijk aandeel de facto hoger wordt;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor bepaalde verstrekkingen, zoals tot op heden gewijzigd, wordt een artikel 9bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 9bis . § 1. Het persoonlijk aandeel blijft onverranderd van toepassing vanaf 1 juli 2002 voor de volgende verstrekkingen : 104215 104230 104252 104274 104510 104532 104554 104576 102410 102432 104296 104311 104333." § 2. Voor de rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de voormelde gecoördineerde wet, wordt het persoonlijk aandeel respectievelijk vastgesteld op - 7,68 % van de honoraria voor de verstrekkingen 102454 et 104591; - 8,77 % van de honoraria voor de verstrekkingen 102476 et 104613; - 7,27 % van de honoraria voor de verstrekking 104635. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2002.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE