gepubliceerd op 29 december 2020
Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen van de ziekenhuizen
16 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen van de ziekenhuizen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel om het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering toe te laten om een directe betaling te doen aan de ziekenhuizen om het nodige budget toe te kennen voor de financiering van een uitzonderlijke aanmoedigingspremie aan het ziekenhuispersoneel. Deze premie maakt deel uit van de erkenning en aanmoediging van de inspanningen van het ziekenhuispersoneel dat tijdens de tweede golf van de SARS-CoV-2 epidemie nog steeds sterk gemobiliseerd wordt. De regering voorziet dat deze uitzonderlijke premie vóór 31 december 2020 aan elk ziekenhuispersoneelslid wordt uitbetaald.
Het financieringsproces van de ziekenhuizen via het budget van financiële middelen kan niet uitgevoerd worden voor 1 januari 2021, en door de gewoonlijke vereffeningsvertragingen van de budgettaire twaalfden zal de eerste twaalfde van het budget van financiële middelen berekend voor elk ziekenhuis pas vereffend worden aan de ziekenhuizen binnen enkele maanden naargelang het een algemeen of een psychiatrisch ziekenhuis betreft.
Dit is waarom er, om een snelle toekenning toe te laten van het nodige budget aan de ziekenhuizen voor de betaling van deze premie en om te vermijden dat ze deze moeten financieren met eigen fondsen, een proces van directe betaling aan de ziekenhuizen in gang gezet is door twee reglementaire instrumenten die parallel worden uitgewerkt : - Het huidige ontwerpbesluit, ter uitvoering van artikel 85 van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten staat aan het RIZIV toe om de ziekenhuizen direct te financieren die een tekort hebben aan ontvangsten in vergelijking met een vastgelegd budget; - Het ontwerpbesluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten creëert de wettelijke basis om de ziekenhuizen te financieren door een provisionele bedrag dat nodig is voor de toekenning aan elke werknemer van de aanmoedigingspremie en creëert dus een boekhoudkundig ontvangst dat gefinancierd moet worden aan elk ziekenhuis - ontwerp dat gelijktijdig voorgelegd wordt.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Fr. VANDENBROUCKE
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 68.433/3 van 11 december 2020 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de regels betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen van de ziekenhuizen' Op 7 december 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de regels betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen van de ziekenhuizen'.
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 10 december 2020. De kamer was samengesteld uit Jo BAERT, kamervoorzitter, Jeroen VAN NIEUWENHOVE en Koen MUYLLE, staatsraden, en Astrid TRUYENS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Tim CORTHAUT, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen VAN NIEUWENHOVE, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 11 december 2020. 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt: "L'urgence est motivée par le fait que le gouvernement prévoit que cette prime exceptionnelle d'encouragement soit versée à chaque travailleur de l'hôpital avant le 31 décembre 2020 en reconnaissance et en encouragement des efforts fournis par le personnel des hôpitaux toujours fortement mobilisé lors de la deuxième vague de l'épidémie de SARS-CoV-2, que les hôpitaux doivent bénéficier du temps nécessaire pour mettre en oeuvre les modalités pratiques de paiement de cette prime à chaque travailleur, que le processus de financement des hôpitaux par le budget des moyens financiers ne pourra pas être mis en place avant le 1er janvier 2021, qu'avec les délais habituels de liquidation des douzièmes budgétaires, le premier douzième du budget des moyens financiers calculé pour chaque hôpital ne sera pas liquidé aux hôpitaux avant plusieurs mois selon que l'hôpital est général ou psychiatrique, que les conditions énoncées dans l'article 85 de la loi-programme du 27 décembre 2004, à savoir que les hôpitaux subissent un manque de recettes par rapport à un budget fixé pour l'année 2020, sont réunies et qu'il est donc possible d'utiliser ce canal de paiement aux hôpitaux." 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING VAN HET ONTWERP 3. Het voor advies voorgelegde ontwerp strekt ertoe de uitbetaling mogelijk te maken in de loop van het jaar 2020 van de positieve inhaalbedragen die resulteren uit de toepassing van artikel 74undecies van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten `betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen', dat wordt ingevoegd bij het ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen' (68.432/3), dat gelijktijdig met dit ontwerp om advies is voorgelegd (artikel 1 van het ontwerp).
Daartoe zal het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering de betrokken bedragen storten op de rekeningen van de gerechtigde ziekenhuizen. Het bedrag van die betalingen is beperkt tot 200 miljoen euro (artikel 2).
RECHTSGROND 4. De rechtsgrond voor het ontworpen besluit wordt gezocht in artikel 85 van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten.Die bepaling luidt als volgt: "
Art. 85.De positieve inhaalbedragen, dat wil zeggen het tekort aan ontvangsten ten opzichte van een budget vastgesteld voor het lopende dienstjaar of voor een of meer vorige dienstjaren, worden met ingang van 1 januari 2005 aan de ziekenhuizen uitgekeerd overeenkomstig de regels en voor de periode vastgesteld door de Koning, op voorstel van de minister bevoegd voor de vaststelling van het budget van financiële middelen.
Deze bedragen worden uitbetaald door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, ten laste van het budget van diens administratiekosten buiten de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging, zoals bedoeld in artikel 40, § 1, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/07/1994 pub. 20/11/2008 numac 2008000938 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het jaar 2007 type wet prom. 14/07/1994 pub. 19/12/2008 numac 2008001027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 25/02/2009 numac 2009000104 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 08/10/2010 numac 2010000576 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 04/03/2011 numac 2011000117 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 25/01/2012 numac 2012000022 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 30/07/2013 numac 2013000466 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Hiertoe wordt de begroting voor administratiekosten gespijsd door een bijkomend equivalent bedrag dat ten laste valt van het globaal beheer, zonder aan het financieel evenwicht hiervan te raken en voor zover hierdoor de reserve niet wordt verminderd. Desgevallend wordt het door het globaal beheer te storten bedrag aangevuld met een bedrag ten laste van de Staat, bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad." Door de invoeging van artikel 74undecies in het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten in de loop van het dienstjaar 2020 ontstaat weliswaar een tekort van ontvangsten in hoofde van de ziekenhuizen voor dat betrokken dienstjaar, zodat de ontworpen regeling formeel kan worden ingepast in de voormelde rechtsgrondbepaling. Toch rijst de vraag of die bepaling bedoeld was voor een verrekening die geen betrekking heeft op de tekorten aan ontvangsten op het niveau van het volledige budget van financiële middelen, maar slechts op één nieuw onderdeel ervan, namelijk teneinde het mogelijk te maken dat de middelen die met dat nieuwe onderdeel overeenstemmen nog tijdens het lopende dienstjaar kunnen worden uitgekeerd. Het is dan ook raadzaam om voor een gelijkaardige toekomstige operatie op voorhand een meer expliciete rechtsgrond te creëren.
ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 5. De motivering van de spoedeisendheid in het vierde tot achtste lid van de aanhef moet worden afgestemd op de motivering die is opgenomen in de adviesaanvraag.1 Artikel 2 6. Artikel 2, tweede lid, van het ontwerp houdt in dat het bedrag van de betalingen aan de ziekenhuizen beperkt is tot 200 miljoen euro.2 Het is de Raad van State evenwel niet duidelijk hoe bij een overschrijding van dit bedrag die beperking zal worden toegepast op de verdeling over de ziekenhuizen. Indien men in dat - mogelijk vrij hypothetisch,3 maar zeker niet uit te sluiten - geval wil overgaan tot een evenredige aanrekening, moet dat uitdrukkelijk worden bepaald.
SLOTOPMERKING 7. Gelet op de aangevoerde spoedeisendheid en de samenhang met het ontwerp 68.432/3 wordt het ontwerp het best aangevuld met een bepaling die de inwerkingtreding van het te nemen besluit eveneens vaststelt op de dag volgend op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
DE VOORZITTER, Jo BAERT DE GRIFFIER, Astrid TRUYENS _______ Nota's 1 Zie artikel 84, § 1, tweede lid, van de wetten op de Raad van State. 2 Dit is de budgettaire enveloppe waarvan gewag wordt gemaakt in het advies van de Inspectie van Financiën en in het begrotingsakkoord. 3 Volgens de raming vermeld in het advies van de Inspectie van Financiën zou het bedrag beperkt blijven tot 199.632.971 euro.
16 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels betreffende de betaling van de positieve inhaalbedragen van de ziekenhuizen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, artikel 85;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 24 november 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 3 december 2020;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de regering voorziet dat deze uitzonderlijke aanmoedigingspremie uitbetaald wordt aan elk ziekenhuispersoneelslid voor 31 december 2020 als erkenning en aanmoediging van de inspanningen van het ziekenhuispersoneel dat tijdens de tweede golf van de epidemie ten gevolge van het SARS-CoV-2 nog steeds sterk gemobiliseerd wordt; dat de ziekenhuizen de nodige tijd moeten krijgen om de uitbetaling van deze premie aan elk werknemer praktisch te bewerkstelligen; dat uit de financieringswijze voor de ziekenhuizen via het budget financiële middelen volgt dat dit niet voor 1 januari 2021 kan worden uitgevoerd; dat omwille van de gebruikelijke termijnen voor vereffening van de budgettaire twaalfden, de eerste twaalfde van het budget van financiële middelen dat voor elk ziekenhuis wordt berekend, pas meerdere maanden later zal worden uitbetaald naargelang het een algemeen of psychiatrisch ziekenhuis is; dat aan de voorwaarden zoals uiteengezet in artikel 85 van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, namelijk dat de ziekenhuizen te kampen hebben met een gebrek aan inkomsten ten opzichte van een budget voor het jaar 2020, is voldaan en dat het dus mogelijk is om dit betaalkanaal te gebruiken voor ziekenhuizen;
Gelet op het advies 68.433/3 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de loop van het jaar 2020 worden de positieve inhaalbedragen, die resulteren uit de toepassing van artikel 74undecies van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen uitbetaald aan de ziekenhuizen.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde bedragen worden door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering zo snel als mogelijk na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, gestort op de bankrekening van elk betrokken ziekenhuis.
De rekeningnummers van de ziekenhuizen worden door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu meegedeeld aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Het bedrag van voornoemde betalingen is beperkt tot 200.000.000 euro.
Dit bedrag wordt ingeschreven op de rekening van het budget van administratiekosten van het RIZIV, buiten de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging, van het boekjaar 2020.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 december 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Fr. VANDENBROUCKE