Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 oktober 2019
gepubliceerd op 28 oktober 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de individuele fiches die pensioeninstellingen in toepassing van artikel 321ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 via elektronische weg aan de fiscale administratie moeten bezorgen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2019015113
pub.
28/10/2019
prom.
14/10/2019
ELI
eli/besluit/2019/10/14/2019015113/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 OKTOBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de individuele fiches die pensioeninstellingen in toepassing van artikel 321ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 via elektronische weg aan de fiscale administratie moeten bezorgen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Om de positie van België als ideale locatie voor paneuropese pensioenfondsen te bevestigen, heeft de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016003478 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het stuk van pensioenen type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016003483 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 type wet prom. 25/12/2016 pub. 31/01/2017 numac 2016011558 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 12 februari 2008 tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van eg-beroepskwalificaties type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009669 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie type wet prom. 25/12/2016 pub. 03/10/2017 numac 2017013294 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het stuk van pensioenen. - Duitse vertaling sluiten in artikel 230 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) een vrijstelling ingevoegd voor tweede pijlerpensioenen die door een Belgisch pensioenfonds of een Belgische verzekeringsinstelling worden uitgekeerd aan een niet-inwoner voor zover er voor dat pensioen in België geen fiscaal voordeel is verleend voor de premiebetalingen en dat de beroepsactiviteit geen in België belastbare inkomsten heeft opgebracht (invoeging van artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92).

Om te vermijden dat België niet langer zou kunnen voldoen aan zijn verplichtingen inzake internationale gegevensuitwisseling, zijn pensioeninstellingen die dergelijke vrijstelde pensioenen uitkeren verplicht om individuele fiches met betrekking tot die pensioenen aan de fiscale administratie te bezorgen (invoeging van artikel 321ter, WIB 92).

Dit koninklijk besluit heeft als doel de inhoud van die individuele fiche vast te leggen.

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING Artikel 1 Alhoewel de administratie in beginsel ook gegevens over bij wet vrijgestelde inkomsten kan laten opnemen in die fiches die bij toepassing van artikel 92 KB/WIB 92 moeten worden ingediend (bv. het bedrag van de inkomsten uit flexi-jobs op de fiche 281.10), heeft de wetgever de pensioenen die bij toepassing van artikel 230, eerste lid, 4°, WIB 92 zijn vrijgesteld, onderworpen aan een aparte ficheplicht.

De meeste betrokken belastingplichtigen zullen immers enkel vrijgestelde inkomsten hebben en bovendien laat het werken met een aparte fiche toe dat in het kader van de uitwisseling van inlichtingen een onderscheid wordt gemaakt tussen inlichtingen waarvoor de fiscale woonplaats vaststaat op grond van een woonplaatsattest en inlichtingen waarvoor dat niet noodzakelijk het geval is. Er zal dan ook niet worden gevraagd om pensioenuitkeringen die elektronisch zijn meegedeeld aan de FOD Financiën onder de vorm van de nieuwe individuele fiche, op te nemen op fiches die bij toepassing van artikel 92, KB/WIB 92 moeten worden ingediend.

De inhoud van de individuele fiche die pensioeninstellingen moeten indienen voor de bij toepassing van artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92 vrijgestelde pensioenen moet bij koninklijk besluit worden vastgelegd. Deze inhoud wordt in hoofdstuk III van het KB/WIB 92 opgenomen in een afdeling IX/1 die een artikel 181/1 bevat. Deze nummering wijkt af van de nummering die werd voorgesteld door de Raad van State, maar stemt overeen met de nummering die wordt toegepast voor de afdelingen XIII, XIII/1 en XIIIbis van hoofdstuk III van het KB/WIB 92.

Artikel 321ter, tweede lid, WIB 92 legt een aantal gegevens vast die de fiche minimaal moet bevatten: 1° de gegevens die toelaten om de verkrijger te identificeren en zijn woonplaats;2° de identiteit van de werkgevers of vennootschappen die premies of bijdragen hebben betaald voor de opbouw van het pensioen;3° het bedrag van het vrijgestelde pensioen. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met het "uitwisselingsschema pensioenen" dat werd opgesteld in het kader van de toepassing van artikel 8, lid 1, d), van de Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG. Een aantal gegevens maken volgens dat schema verplicht deel uit van de uit te wisselen inlichtingen.

Rekening houdende met de hiervoor vermelde elementen, wordt in het ontworpen artikel 181/1, § 1, KB/WIB 92 de lijst van gegevens vastgelegd die moeten worden opgenomen in de individuele fiches die de pensioeninstellingen voor het eerst begin 2018 zullen moeten indienen.

Die gegevens worden in vijf groepen ondergebracht: het jaar waarin het pensioen werd betaald of toegekend, de identificatie van de pensioeninstelling, de identificatie van de verkrijger van de inkomsten, gegevens met betrekking tot de pensioenuitkering zelf en gegevens met betrekking tot de opbouw van het pensioen.

Met betrekking tot de verkrijger van de inkomsten, wordt onder meer het adres van de fiscale woonplaats gevraagd. Dit adres moet minstens de gemeente en het land vermelden. Deze fiscale woonplaats moet niet noodzakelijk worden geattesteerd aan de hand van een woonplaatsattest.

Een van de doelstellingen achter de invoering van artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92 was immers te vermijden dat de verplichting om jaarlijks een woonplaatsattest voor te leggen voor het bekomen van een belastingvrijstelling op grond van een verdrag tot voorkoming van dubbele belasting, internationale bedrijven zou afschrikken om hun pensioenverplichtingen bij een Belgische pensioeninstelling onder te brengen. Niets belet natuurlijk dat een pensioeninstelling om meer zekerheid te hebben over de juistheid van de gegevens met betrekking tot de fiscale woonplaats aan de verkrijger van de inkomsten toch een woonplaatsattest vraagt naar aanleiding van de eerste uitkering of naar aanleiding van een internationale verhuis van de verkrijger van de inkomsten.

Op basis van het "uitwisselingsschema pensioenen" wordt er ook gevraagd een identificatienummer mee te delen. De in artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92 bedoelde vrijstelling geldt enkel voor tweede pijlerpensioenen van werknemers en bedrijfsleiders. Gelet op het beroepsgerelateerde karakter van deze pensioenen, beschikken de pensioeninstellingen in principe ook over een fiscaal of sociaal identificatienummer van de werknemer of de bedrijfsleider van wie ze het pensioen beheren. Vermits dit identificatienummer aan de "werkstaat" bij de opbouw van het pensioen kan gelinkt zijn en niet aan de woonstaat op het moment van de uitkering, wordt er ook gevraagd om de staat mee te delen die het identificatienummer heeft uitgereikt.

Met betrekking tot de uitkering moet onder meer de aanleiding en de reden van de betaling worden vermeld. De verschillende aanleidingen en redenen zijn overgenomen uit het "uitwisselingsschema pensioenen".

Onder uitkeringen naar aanleiding van "pensionering" wordt verstaan uitkeringen na het bereiken van een bepaalde leeftijd, zoals bepaald in de toepasselijke nationale wetgeving, die gerelateerd zijn aan de vroegere beroepsactiviteit als werknemer of bedrijfsleider.

Uitkeringen naar aanleiding van "vervroegde pensionering" zijn ook uitkeringen die gerelateerd zijn aan de vroegere beroepsactiviteit, zij het verkregen na het bereiken van een bepaalde leeftijd (bepaald in de toepasselijke nationale wetgeving), maar vóór de wettelijke pensioenleeftijd (zoals bepaald in de toepasselijke nationale wetgeving). Overlevingspensioenen zijn pensioenen die worden uitgekeerd aan weduwen/weduwnaars, wezen en andere "afhankelijke" personen, zoals een gewezen echtgenoot.

Ook de reden van de betaling van de uitkering moet worden aangegeven, net als de gegevens met betrekking tot ondernemingen die premies bijdragen hebben betaald voor de opbouw van het pensioen. Wat het verleden betreft, beschikken de pensioeninstellingen soms niet meer over de gegevens van alle ondernemingen die hebben bijgedragen tot de opbouw van het pensioen (bv. in geval van fusie of overname). In dat geval zal worden aanvaard dat de pensioeninstelling enkel door haar gekende bijdragende ondernemingen vermeld (voor zover natuurlijk kan worden aangetoond dat de pensioenuitkering voldoet aan de voorwaarden van de in artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92 beoogde vrijstelling).

De pensioenen die op grond van artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92 kunnen worden vrijgesteld, moeten niet op een fiche 281.11 worden vermeld. Wanneer een pensioeninstelling aan een niet-inwoner een pensioen uitbetaalt dat slechts gedeeltelijk kan worden vrijgesteld bij toepassing van artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92, moet enkel het niet vrijgestelde deel worden opgenomen op een fiche 281.11. Op die manier wordt vermeden dat pensioenenuitkeringen twee keer worden opgenomen in de uitgewisselde gegevens.

Om de uitwisseling van inlichtingen met de Staat waarin de belastingplichtige zijn woonplaats heeft op een efficiënte manier te kunnen organiseren, bepaalt artikel 321ter, eerste lid, WIB 92 dat de fiches via elektronische weg aan de fiscale administratie moeten worden bezorgd. Het ontworpen artikel 181/1, § 2, KB/WIB 92 verleent delegatie aan de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde om de modaliteiten van die elektronische indiening te bepalen. Zo zullen de fiches in de huidige stand van zaken, net als de fiches 281, moeten worden opgemaakt in XML-formaat en worden omgezet naar een BOW-bestand. De verdere modaliteiten worden in overleg met de sector vastgelegd.

De Gegevensbeschermingsautoriteit stelt in haar advies 149/2019 van 4 september 2019 voor om het doeleinde van het afleveren van de fiches te expliciteren en de bewaartermijn van de verwerkte gegevens vast te leggen in het besluit. In het ontworpen artikel 181bis, KB/WIB 92 werd een paragraaf 3 ingevoegd om tegemoet te komen aan deze opmerkingen.

Het eerste lid vermeldt in welk kader de fiches worden afgeleverd, i.c. het verlenen van de vrijstelling en de internationale uitwisseling van gegevens.

De formulering van de bewaartermijn in het tweede lid is geïnspireerd op de formulering van de bewaartermijnen in de artikelen 5, 11 en 11/1 van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003257 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten type wet prom. 03/08/2012 pub. 31/01/2013 numac 2013000047 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten. - Duitse vertaling sluiten houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten. De administratie zal de gegevens niet langer bewaren dan noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, waarbij de maximale bewaartermijn niet langer kan zijn dan één jaar na de definitieve beëindiging van de procedures of beroepen die verband houden met het afleveren van de fiches zelf, het verlenen van de vrijstelling of de internationale gegevensuitwisseling, worden bewaard.

Ingevolge het invoegen van deze derde paragraaf werd ook het opschrift van dit besluit aangepast.

Art. 2 Artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92 is van toepassing op de pensioenen die vanaf 1 januari 2017 worden betaald of toegekend. De inwerkingtreding van dit besluit sluit daarbij aan. De fiches moeten in beginsel worden ingediend uiterlijk op het einde van de derde maand van het jaar volgend op dat waarin die pensioenen werden betaald of toegekend. Dit is niet meer haalbaar voor de pensioenen die in 2017 en 2018 werden betaald of toegekend. Er zal aan de wetgever worden voorgesteld om voor deze pensioenen bij wet een afwijkende indieningstermijn te regelen. In dit kader wordt verwezen naar het advies van de Raad van State.

Art. 3 Dit artikel belast de minister bevoegd voor Financiën met de uitvoering van dit besluit.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

ADVIES 66.458/1/V VAN 19 SEPTEMBER 2019 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KB/WIB 92 TENEINDE DE INHOUD VAST TE LEGGEN VAN DE INDIVIDUELE FICHES DIE PENSIOENINSTELLINGEN IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 321TER, VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 VIA ELEKTRONISCHE WEG AAN DE FISCALE ADMINISTRATIE MOETEN BEZORGEN' Op 19 juli 2019 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van zestig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het KB/WIB 92 teneinde de inhoud vast te leggen van de individuele fiches die pensioeninstellingen in toepassing van artikel 321ter, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 via elektronische weg aan de fiscale administratie moeten bezorgen'.

Het ontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 10 september 2019. De kamer was samengesteld uit Eric Brewaeys, kamervoorzitter, Wouter Pas en Koen Muylle, staatsraden, Johan Put, assessor, en Annemie Goossens, griffier. Het verslag is uitgebracht door Frédéric Vanneste, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Koen Muylle, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 19 september 2019. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Voorafgaande opmerkingen 2. Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken.Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van verordeningen noodzakelijk is.

Strekking van het ontwerp 3. Het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe te bepalen welke gegevens moeten worden vermeld op de individuele fiches die de pensioeninstellingen bedoeld in de boeken II en III van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten `op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen' of in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 `betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening' krachtens artikel 321ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) overmaken aan de fiscale administratie. Rechtsgrond 4.1. Het ontworpen besluit vindt in beginsel rechtsgrond in het voormelde artikel 321ter, eerste lid, van het WIB 92, waarin de Koning wordt gemachtigd om de inhoud van de voormelde fiches te bepalen. 4.2. In het ontworpen artikel 181/0/2, § 2, van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 19/11/2015 numac 2015000628 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 04/03/2016 numac 2016000121 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel III sluiten `tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992' (hierna: KB/WIB 92) wordt de Minister van Financiën (lees: de minister bevoegd voor financiën) gemachtigd om de modaliteiten (lees: de nadere regels) te bepalen van de elektronische indiening van de attesten. Hiervoor kan een beroep worden gedaan op de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning (artikel 108 van de Grondwet), in samenhang gelezen met artikel 321ter van het WIB 92.

Onderzoek van de tekst Aanhef 5. Voor het eerste lid van de aanhef moet een nieuw lid worden ingevoegd waarin wordt verwezen naar artikel 108 van de Grondwet. Artikel 1 6. Artikel 1 van het ontwerp strekt tot invoeging van een afdeling IX/0/2 (`Plichten van pensioeninstellingen'), dat een artikel 181/0/2 bevat, in hoofdstuk 3 van het KB/WIB 92. Hoofdstuk 3 van het KB/WIB 92 bevat evenwel nog geen afdeling IX/0/1 en eveneens geen artikel 181/0/1. Bijgevolg moet de ontworpen afdeling en het ontworpen artikel minstens worden hernummerd.

Evenwel moet worden vastgesteld dat de in het ontwerp gehanteerde nummering voor de in te voegen afdeling en het in te voegen artikel niet strookt met de nummering die thans wordt gehanteerd in het KB/WIB 92, waarbij met bis en ter-nummers wordt gewerkt. Het strekt dan ook tot aanbeveling om de ontworpen regeling veeleer in te voegen als afdeling 9ter van hoofdstuk 3 van het KB/WIB 92, dat uit een artikel 181ter zou bestaan. (1) 7. In de Franse tekst van het ontworpen artikel 181/0/2, § 1, 3°, van het KB/WIB 92 wordt gewag gemaakt van "l'adresse et le domicile fiscal" terwijl de Nederlandse tekst van die bepaling het heeft over "het adres van de fiscale woonplaats".Gevraagd welke versie juist is, heeft de gemachtigde geantwoord dat het "gaat om het adres van de fiscale woonplaats. De Franse tekst zal in die zin worden aangepast".

Artikel 2 8.1. Naar luid van artikel 2 van het ontwerp is het te nemen besluit van toepassing op de fiches die worden opgemaakt voor de pensioenen die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2017, hetgeen zou betekenen dat het uitwerking heeft met terugwerkende kracht.

Het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten is enkel toelaatbaar ingeval voor de retroactiviteit een wettelijke grondslag bestaat, de retroactiviteit betrekking heeft op een regeling waarbij, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, voordelen worden toegekend of in zoverre de retroactiviteit noodzakelijk is voor de continuïteit of de goede werking van het bestuur en daardoor, in beginsel, geen verkregen situaties worden aangetast. Enkel indien de retroactiviteit van de ontworpen regeling in één van de opgesomde gevallen valt in te passen, kan deze worden gebillijkt. 8.2. Gevraagd hoe de terugwerkende kracht kan worden verantwoord in het licht van het voorgaande, heeft de gemachtigde het volgende geantwoord: "Het is aangewezen om de gegevens met betrekking tot de pensioenen die op grond van artikel 230, eerste lid, 4° bis, WIB 92 werden vrijgesteld en voor 1 januari 2019 werden uitgekeerd alsnog aan de woonstaat van de betrokken belastingplichtigen te kunnen bezorgen. Er zal een aangepaste termijn worden voorzien voor het indienen van de fiches voor de pensioenuitkeringen die vóór 1 januari 2019 hebben plaatsgevonden." 8.3. Vermits de fiches in kwestie vereist zijn om te voldoen aan de verplichting tot uitwisseling van bepaalde gegevens in het kader van het "uitwisselingsschema pensioenen" dat is vastgesteld in uitvoering van artikel 8, lid 1, d), van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 `betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG', kan ermee worden ingestemd dat alsnog wordt vereist dat fiches worden opgesteld voor de pensioenen die werden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2017. 8.4. In artikel 321ter, eerste lid, van het WIB 92 wordt evenwel bepaald dat de fiches moeten worden overgemaakt "op het einde van de derde maand van het jaar volgend op dat waarin die pensioenen werden betaald of toegekend". Het is duidelijk dat de instellingen die deze pensioenen hebben betaald of toegekend in 2017 en 2018 niet aan deze verplichting zullen kunnen voldoen.

Er moet derhalve in een overgangsregeling worden voorzien voor het indienen van de fiches die betrekking hebben op de pensioenuitkeringen van vóór 1 januari 2019. Aangezien die overgangsregeling evenwel afwijkt van de termijn bepaald in artikel 321ter, eerste lid, van het WIB 92, zal deze wettelijk moeten worden geregeld.

De griffier A. Goossens De voorzitter E. Brewaeys _______ Nota (1) Indien het de bedoeling zou zijn de ontworpen regeling in te voegen onmiddellijk na afdeling 9 van hoofdstuk 3 van het KB/WIB 92 als een afdeling 9bis, moeten de bestaande afdeling 9bis en het artikel 181bis dat het bevat, worden hernummerd. 14 OKTOBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de individuele fiches die pensioeninstellingen in toepassing van artikel 321ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 via elektronische weg aan de fiscale administratie moeten bezorgen (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 321ter, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016003478 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het stuk van pensioenen type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016003483 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 type wet prom. 25/12/2016 pub. 31/01/2017 numac 2016011558 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 12 februari 2008 tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van eg-beroepskwalificaties type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009669 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie type wet prom. 25/12/2016 pub. 03/10/2017 numac 2017013294 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het stuk van pensioenen. - Duitse vertaling sluiten;

Gelet op het KB/WIB 92;

Overwegende dat het gaat om een louter uitvoeringsbesluit van een bestaande wetgeving en dit besluit op zich geen enkele nieuwe budgettaire weerslag heeft;

Gelet op het advies 149/2019 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 4 september 2019;

Gelet op advies nr. 66.458/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 september 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk III van het KB/WIB 92, wordt tussen de afdeling IX en de afdeling IXbis een afdeling IX/1 ingevoegd, die het artikel 181/1 bevat, luidende: "Afdeling IX/1.- Plichten van pensioeninstellingen (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 321ter)

Art. 181/1.§ 1. De individuele fiche die pensioeninstellingen in toepassing van artikel 321ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bezorgen aan de administratie die belast is met de vestiging van de personenbelasting, vermeldt de volgende gegevens met betrekking tot elk pensioen dat bij toepassing van artikel 230, eerste lid, 4° bis, van het voormelde Wetboek werd vrijgesteld: 1° het jaar waarin het pensioen werd betaald of toegekend;2° de volgende gegevens met betrekking tot de uitkerende instelling: a) de naam en de rechtsvorm;b) het adres;c) het ondernemingsnummer;3° de volgende gegevens met betrekking tot de verkrijger van de inkomsten: a) de naam en voornaam;b) het adres van de fiscale woonplaats;c) het buitenlands identificatienummer, hetzij: - een fiscaal identificatienummer; - een sociale zekerheidsnummer; - een ander identificatienummer; evenals het land van uitgifte van het identificatienummer; d) de geboortedatum;4° de volgende gegevens met betrekking tot uitkering: a) het unieke contract- of polisnummer, of bij gebrek daaraan, het unieke nummer waarmee de aangeslotene wordt geïdentificeerd;b) de aanleiding van de uitkering, onder de vorm van één van de onderstaande vermeldingen: - "pensionering"; - "vervroegde pensionering"; - "overlevingspensioen"; - "invaliditeit of arbeidsongeschiktheid"; - "andere"; c) de reden van de betaling van de uitkering, onder de vorm van één van de onderstaande vermeldingen: - "betaling op eindvervaldag"; - "afkoop zonder voorwaarde"; - "afkoop ingevolge invaliditeit of medische situatie"; - "afkoop onder andere omstandigheden"; - "betaling wegens andere oorzaak"; - "overdracht ingevolge erfenis"; - "overdracht ingevolge schenking"; - "overdracht ingevolge verkoop"; "overdracht ingevolge een andere oorzaak"; d) de periodiciteit van de uitkering, onder de vorm van één van de onderstaande vermeldingen: - "éénmalige uitkering van het kapitaal"; - "meervoudige uitkeringen"; e) het bedrag van de uitkering: - het totale bedrag van de uitkering, na inhouding van verplichte sociale bijdragen en vóór inhouding van belastingen of voorheffingen; - de munteenheid waarin het bedrag is uitgekeerd; 5° de volgende gegevens met betrekking tot de opbouw van het pensioen: a) de naam, de rechtsvorm en het adres van de ondernemingen en de vennootschappen die aan de pensioeninstelling premies en bijdragen hebben betaald voor het pensioen;b) ingeval het pensioen geheel of gedeeltelijk bestaat uit overgedragen pensioenreserves: - de naam, de rechtsvorm en het adres van de pensioeninstelling vanwaar die reserves werden overgedragen; - de naam, de rechtsvorm en het adres van de ondernemingen en de vennootschappen die aan de overdragende pensioeninstelling premies en bijdragen hebben betaald voor het pensioen; c) ingeval het een overlevingspensioen of uitkering naar aanleiding van overlijden betreft, of in geval er in het kader van een echtscheiding een deel van de pensioenrechten naar de andere echtgenoot werd overgeheveld: de naam van de persoon in hoofde van wie de pensioenrechten werden opgebouwd. § 2. De Minister van Financiën of zijn gedelegeerde bepaalt de modaliteiten van de elektronische indiening van de fiches. § 3. De fiches worden afgeleverd met het oog op de controle van de in artikel 230, eerste lid, 4° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde vrijstelling en op het nakomen van de verplichtingen inzake internationale gegevensuitwisseling.

Onverminderd de bewaring die noodzakelijk is voor de verdere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), bewaart de administratie de persoonsgegevens die voorkomen op de fiches niet langer dan noodzakelijk voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, met een maximale bewaartermijn die één jaar na de definitieve beëindiging van de rechterlijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en beroepen die betrekking hebben op het afleveren van de fiches, het verlenen van de vrijstelling of de internationale gegevensuitwisseling, niet mag overschrijden.".

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de fiches die worden opgemaakt voor de pensioenen die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2017.

Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 oktober 2019.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016003478 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het stuk van pensioenen type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016003483 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 type wet prom. 25/12/2016 pub. 31/01/2017 numac 2016011558 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 12 februari 2008 tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van eg-beroepskwalificaties type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009669 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie type wet prom. 25/12/2016 pub. 03/10/2017 numac 2017013294 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het stuk van pensioenen. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het stuk van pensioenen, Belgisch Staatsblad van 30 december 2016. Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

^