Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 2003
gepubliceerd op 19 juni 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 november 1998 tot vaststelling van de diverse geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022309
pub.
19/06/2003
prom.
13/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/13/2003022309/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 november 1998 tot vaststelling van de diverse geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 1998 tot vaststelling van de diverse geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende vaststelling van het statuut va het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 januari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 januari 2003;

Gelet op het protocol nr. 433 van 18 september 2002 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augusutus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de hervorming van de loopbanen van het federaal administratief openbaar ambt van het niveau 1 één van de aspecten van het intersectoraal akkoord 2001-2002 insluit;

Overwegende dat de lineaire verhoging van de weddenschalen verbonden aan de gemene en bijzondere graden op 1 januari 2003 in werking treedt;

Overwegende dat de diensten die de wedden moeten uitbetalen dan ook in staat moeten gesteld worden zo snel mogelijk te beschikken over de nieuwe aangepaste weddenschalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De weddenschaal vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 8 november 1998 tot vaststelling van de diverse geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 2001 tot wijziging, met het oog op de omschakeling naar de euro, van diverse bepalingen inzake ambtenarenzaken binnen het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en de instellingen van openbaar nut die ressorteren onder de bevoegdheid van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 41.224,61 - 57.165,37 112 x 1.449,16 Kl. 24 j. - N1 - GB

Art. 2.De weddenschaal vermeld in artikel 11, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 39.352,05 - 55.084,47 112 x 1.430,22 Kl. 24 j. - N1 - G.B.

Art. 3.De weddenschaal vermeld in artikel 11, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 40.228,36 - 55.960,78 112 x 1.430,22 Kl. 24 j. - N1 - G.B.

Art. 4.De weddenschaal vermeld in artikel 12, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 30.188,87 - 42.897,20 31 x 668,83 82 x 1.337,73 Kl. 24 j. - N1 - G.B.

Art. 5.De weddenschaal vermeld in artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 34.573,62 - 48.879,34 112 x 1.300,52 Kl. 24 j. - N1 - G.B.

Art. 6.De weddenschaal vermeld in artikel 13, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 37.880,51 - 53.003,97 112 x 1.374,86 Kl. 24 j. - N1 - G.B.

Art. 7.De weddenschaal vermeld in artikel 13, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 38.508,33 - 54.039,89 112 x 1.411,96 Kl. 24 j. - N1 - G.B.

Art. 8.De weddenschaal vermeld in artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 33.978,98 - 48.694,01 112 x 1.337,73 Kl. 24 j. - N1 - GB

Art. 9.De weddenschaal vermeld in artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende weddenschaal : 39.552,65 - 55.084,43 112 x 1.411,98 Kl. 24 j. - N1 - G.B.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 11.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^