gepubliceerd op 04 augustus 2014
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2013, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon
12 MEI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 22 mei 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/05/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013022296 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 22 mei 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/05/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013022296 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 mei 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden Collectieve arbeids overeenkomst van 22 mei 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/05/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013022296 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Minimum uurloon (Overeenkomst geregistreerd op 12 juni 2013 onder het nummer 115280/CO/100) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Aanvullend Paritair Comité voor werklieden.
Art. 2.Deze overeenkomst is niet van toepassing op de werklieden die tewerkgesteld zijn in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of van de voogd. HOOFDSTUK II. - Minimum uurloon
Art. 3.Vanaf 1 juli 2013 zijn de minimum uurlonen van de arbeid(st)ers, naargelang de categorie waartoe zij behoren en voor een wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, als volgt vastgesteld : § 1. Categorie 1 : een minimum uurloon van 9,1204 EUR wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 21 jaar oud zijn. § 2. Categorie 2 : een minimum uurloon van 9,3624 EUR wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 21 en een half jaar oud zijn en tenminste 6 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 3. Categorie 3 : een minimum uurloon van 9,4699 EUR wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 12 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 4. Categorie 4 : een minimum uurloon van 9,5586 EUR wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 24 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 5. Categorie 5 : een minimum uurloon van 9,5872 EUR aan de werklieden die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 36 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt.
Art. 4.Vanaf 1 januari 2015 zijn de minimum uurlonen van de arbeid(st)ers, naargelang de categorie waartoe zij behoren en voor een wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, als volgt vastgesteld : § 1. Categorie 1 : een minimum uurloon bepaald in artikel 3, § 1 wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 18 jaar oud zijn. § 2. Categorie 2 : een minimum uurloon bepaald in artikel 3, § 2 wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 19 jaar oud zijn en tenminste 6 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 3. Categorie 3 : een minimum uurloon bepaald in artikel 3, § 3 wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 20 jaar oud zijn en tenminste 12 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 4. Categorie 4 : een minimum uurloon bepaald in artikel 3, § 4 wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 24 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 5. Categorie 5 : een minimum uurloon bepaald in artikel 3, § 5 wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 36 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. HOOFDSTUK III. - Koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 5.§ 1. De minimum uurlonen bepaald in de artikelen 3 en 4 voor de categorieën 1 tot en met 5, respectievelijk bepaald in § 1, § 2, § 3, § 4 en § 5 volgen de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de door de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten vastgestelde modaliteiten, overeenkomstig de regeling van toepassing voor de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 betreffende de waarborg van een minimum maandinkomen en is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat op 1 december 2012 van kracht is (huidige spil 119,62).
De bepalingen in de commentaar van artikel 3 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen blijft onverkort van toepassing. § 2. In toepassing van hetgeen bepaald is in § 1 worden de geïndexeerde uurlonen voor de 38-urenweek bekomen door volgende berekeningsmethode te hanteren : Ten eerste : Op de maandlonen opgenomen in § 3 hieronder, wordt volgende verhogingscoëfficiënt toegepast = (1,02)n waarbij n = de rang of het aantal indexaanpassingen sinds 1 oktober 2008.
De volgende index = (1,02) 5de macht (zie bijlage 1).
Ten tweede : Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met twaalf om achtereenvolgens te worden gedeeld door 52 en daarna door 38. § 3. maandloon categorie 1 : 1 387,49 EUR; maandloon categorie 2 : 1 424,31 EUR; maandloon categorie 3 : 1 440,61 EUR; maandloon categorie 4 : 1 454,16 EUR; maandloon categorie 5 : 1 458,51 EUR.
Art. 6.De in artikel 3 en 4 vermelde bedragen van het minimum uurloon gelden voor arbeiders tewerkgesteld in een 38-urenweek. Voor de arbeiders die in een 39-urenweek of in een 40-urenweek presteren mits de toekenning van betaalde compensatiedagen teneinde op jaarbasis 38 uren per week te presteren, kan het minimum uurloon evenredig worden gedeperequateerd (zie bijlage 2). HOOFDSTUK IV. - Tenuitvoerlegging
Art. 7.Het in de artikelen 3 en 4 bepaalde minimum uurloon dient bij elke loonuitbetaling aan de arbeiders gewaarborgd te worden, rekening gehouden met artikel 8.
Art. 8.Het in de artikelen 3 en 4 bepaalde minimum uurloon omvat volgende elementen niet : § 1. De overlonen voor overwerk, de voordelen bedoeld in artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969, genomen ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der werklieden; zij omvatten evenmin de sociale uitkeringen die toegekend wordend naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst en de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen bedoeld in de wet betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, hoofdstuk II - Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen, ten belope van het grensbedrag bepaald in artikel 38, § 3nonies van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werklieden. § 2. De premies die toegekend worden met betrekking tot specifieke arbeidsomstandigheden, zoals onder meer ploegenpremies, premies voor nachtwerk, premies voor weekendwerk, premies voor "vuil" werk, premies voor "zwaar" werk, premies voor polyvalentie, premies in verband met nieuwe arbeidsregelingen in het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42. § 3. De premies die betrekking hebben op een periode van meer dan één maand. Deze bepaling geldt vanaf 1 januari 2013 met als overgangsregeling dat de werkgever de bestaande premies die betrekking hebben op een periode van meer dan één maand tegen uiterlijk 31 december 2012 kunnen omzetten en integreren in het uurloon zoals bepaald in artikel 3.
Art. 9.§ 1. Teneinde de toegang van jongeren op de arbeidsmarkt te bevorderen, wordt voorzien dat arbeiders onder de 21 jaar recht hebben op een minimum uurloon dat gelijk is aan de navolgende percentages van het minimum uurloon, bepaald in artikel 3, § 1 : Vanaf 1 april 2013 : - op 20 jaar : 96 pct.; - op 19 jaar : 92 pct.; - op 18 jaar : 88 pct.; - op 17 jaar : 76 pct.; - op 16 jaar en jonger : 70 pct. (zie bijlage 3) Vanaf 1 januari 2014 : - op 20 jaar : 98 pct.; - op 19 jaar : 96 pct.; - op 18 jaar : 94 pct.; - op 17 jaar : 76 pct.; - op 16 jaar en jonger : 70 pct.
Vanaf 1 januari 2015 : - op 17 jaar : 76 pct.; - op 16 jaar en jonger : 70 pct. § 2. Voor arbeiders verbonden met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten of die ingeschreven zijn in een stelsel van alternerende opleiding gelden navolgende percentages van het minimum uurloon, bepaald in artikel 3, § 1 (zie bijlage 4) : - op 20 jaar : 94 pct.; - op 19 jaar : 88 pct.; - op 18 jaar : 82 pct.; - op 17 jaar : 76 pct.; - op 16 jaar en jonger : 70 pct. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2013 met uitzondering van artikel 9, § 1, 1ste lid en artikel 9, § 2, dat in werking treedt op 1 april 2013.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2008 (registratienummer : 90171/CO/100), gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor werklieden betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2011 (registratienummer : 107545/CO/100), welke wordt opgeheven.
Deze overeenkomst is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan opgezegd worden door elke ondertekenende partij mits het naleven van een opzeggingstermijn van zes maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage 1 aan de collectieve arbeids overeenkomst van 22 mei 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/05/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013022296 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon (cfr. artikel 4, § 3) Overzicht verhogingscoëfficiënten sectorale minimum uurlonen
Geldig vanaf
Rang
Index
1 oktober 2008
0
1,0000
1 september 2009
1
1,0200
1 mei 2011
2
1,0404
1 februari 2012
3
1,0612
1 december 2012
4
1,0824
5
1,1041
6
1,1262
7
1,1487
8
1,1717
9
1,1951
10
1,2190
11
1,2434
12
1,2682
13
1,2936
14
1,3195
15
1,3459
16
1,3728
17
1,4002
18
1,4282
19
1,4568
20
1,4859
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage 2 aan de collectieve arbeids overeenkomst van 22 mei 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/05/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013022296 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon Minimum uurlonen vanaf 1 juli 2013
Leeftijd
21 jaar
21,5 jaar
22 jaar
22 jaar
22 jaar
0 maand anciënniteit
6 maanden anciënniteit
12 maanden anciënniteit
24 maanden anciënniteit
36 maanden anciënniteit
Categorie 1
Categorie 2
Categorie 3
Categorie 4
Categorie 5
38 uur
9,1204
9,3624
9,4699
9,5586
9,5872
39 uur
8,8865
9,1223
9,2271
9,3135
9,3414
40 uur
8,6643
8,8943
8,9964
9,0807
9,1078
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage 3 aan de collectieve arbeids overeenkomst van 22 mei 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/05/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013022296 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon Minimum uurlonen vanaf 1 april 2013 voor arbeid(st)er(s) jonger dan 21 jaar
Leeftijd
pct.
38 uur
39 uur
40 uur
16
70
6,3843
6,2206
6,0651
17
76
6,9315
6,7538
6,5849
18
88
8,0260
7,8202
7,6247
19
92
8,3908
8,1756
7,9712
20
96
8,7556
8,5311
8,3178
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage 4 aan de collectieve arbeids overeenkomst van 22 mei 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/05/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013022296 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon Minimum uurlonen vanaf 1 april 2013 voor studenten of werklieden in alternerende opleiding van minder dan 21 jaar
Leeftijd
pct.
38 uur
39 uur
40 uur
16
70
6,3843
6,2206
6,0651
17
76
6,9315
6,7538
6,5849
18
82
7,4787
7,2870
7,1048
19
88
8,0260
7,8202
7,6247
20
94
8,5732
8,3534
8,1445
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK