Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 maart 2003
gepubliceerd op 02 april 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze en van de termijn van aangifte van een arbeidsongeval

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022292
pub.
02/04/2003
prom.
12/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/12/2003022292/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze en van de termijn van aangifte van een arbeidsongeval


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op artikel 62, gewijzigd door de wet van 24 december 1976, het koninklijk besluit nr. 530 van 31 maart 1987, de wet van 3 mei 1999 en van 24 februari 2003;

Gelet op de wet van 3 mei 1999 houdende budgettaire en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 36;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1971 tot vaststelling van het model en de termijn van aangifte van een arbeidsongeval;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 12 juni 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 mei 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 13 mei 2002;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies 33.771/1 van de Raad van State, gegeven op 19 september 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;2° het Fonds : het Fonds voor Arbeidsongevallen;3° de verzekeringsonderneming : de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de wet.

Art. 2.De werkgever, zijn aangestelde of lasthebber doet de aangifte, bedoeld in artikel 62 van de wet, bij de verzekeringsonderneming binnen tien werkdagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op die van het ongeval.

Het beheerscomité van het Fonds stelt de inhoud van de aangifte vast.

Met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 4, 3° en 4°, kan het voor de ongevallen waarvoor de verplichting tot het invullen van de arbeidsongevallensteekkaart, voorgeschreven bij artikel 27 van Titel I, hoofdstuk 3, van de codex over het welzijn op het werk, niet geldt, een vereenvoudigd model van aangifte vaststellen.

In afwijking op het eerste lid kan, na voorafgaande kennisgeving aan de inspectiedienst van het Fonds, de werkgever die de verplichting heeft om over te gaan tot de verkiezing van een ondernemingsraad overeenkomstig artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 betreffende de ondernemingsraden en de comités voor preventie en veiligheid op het werk, de gevallen bedoeld in het vorige lid, waarvoor de getroffene uitsluitend verzorgd werd binnen de eigen medische dienst, aangeven door middel van een collectieve aangifte.

Deze aangifte wordt binnen tien dagen na het einde van elk kwartaal overgemaakt aan de verzekeringsonderneming en bevat per getroffene de gegevens van de vereenvoudigde aangifte, bedoeld in het vorige lid.

Art. 3.De aangifte gebeurt ofwel op papier met het formulier, waarvan het model vastgesteld wordt door het beheerscomité van het Fonds en dat ter beschikking gesteld wordt door de verzekeringsonderneming, ofwel door middel van een door het beheerscomité van het Fonds op grond van de wet van 24 februari 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid goedgekeurd elektronisch model.

Art. 4.De werkgever, zijn aangestelde of lasthebber is verplicht het ongeval tevens aan te geven bij de inspecteur bevoegd inzake de arbeidsveiligheid in de volgende gevallen : 1° de werkgever valt onder de bevoegdheid van het paritair comité voor het bouwbedrijf;2° de werkgever, andere dan degene bedoeld sub 1°, heeft een verplichting tot aangifte in toepassing van hoofdstuk V van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan;3° de getroffene is een uitzendkracht;4° de getroffene is een student die overeenkomstig titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met de werkgever een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten voor een tewerkstelling als student, met uitzondering van de categorieën studenten die zijn uitgesloten krachtens artikel 122 van diezelfde wet, doch met inbegrip van de studenten die ten minste zes maanden werken, voor zover zij dit niet gedurende een ononderbroken periode van zes maanden bij dezelfde werkgever doen. De aangifte gebeurt door middel van een afschrift van het formulier bedoeld in artikel 3 en binnen de termijn vastgesteld in artikel 2, eerste lid.

Art. 5.Van zodra hij erover beschikt maakt de werkgever aan de verzekeringsonderneming onmiddellijk een medisch attest over met een beschrijving van de vastgestelde letsels en van de gevolgen van het ongeval. Het beheerscomité van het Fonds stelt dit model van attest vast.

Art. 6.De werkgever maakt een omstandige opgave van de bruto bezoldigingen verdiend tijdens het jaar dat het ongeval voorafgaat, over aan de verzekeringsonderneming en dit 1° binnen 30 dagen na het ongeval of het begin van de arbeidsongeschiktheid, indien dit een zekere of vermoedelijke blijvende arbeidsongeschiktheid of de dood voor gevolg heeft;2° binnen 10 werkdagen : a) na de ontvangst van het verzoek van de verzekeringsonderneming of van de getroffenen gericht aan de werkgever;b) na de ontvangst van het verzoek van de in artikel 87 van de wet bedoelde ambtenaren;c) die volgen op de termijn van 30 dagen na het ongeval of het begin van de arbeidsongeschiktheid, indien dit een volledige of gedeeltelijke tijdelijke arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt van meer dan 30 dagen. Het beheerscomité van het Fonds stelt het model van dit formulier vast. Deze opgave mag vervangen worden door een kopie van de individuele rekening.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 28 december 1971 tot vaststelling van het model en de termijn van aangifte van een arbeidsongeval wordt opgeheven.

Art. 8.Hoofdstuk VI van de wet van 3 mei 1999 houdende budgettaire en diverse bepalingen treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Artikel 6 treedt buiten werking op 31 december 2003.

Art. 10.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^