12 AUGUSTUS 2000. - Koninklijk besluit tot aanduiding van de ambtenaren die belast zijn met het opsporen en het vaststellen van de inbreuken op de artikelen 260, eerste lid, 262, 2°, 263 en 264 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor deflagratie vatbare stoffen en mengsels en de daarmede geladen tuigen, inzonderheid op artikel 2, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000, inzonderheid op de artikelen 260, eerste lid, 262, 2°, 263 en 264;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De ambtenaren van het Bestuur Economische Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken worden belast om de overtredingen van de artikelen 260, eerste lid, 262, 2°, 263 en 264 het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen op te sporen en vast te stellen in processen-verbaal, die bewijskracht hebben tot het tegendeel is bewezen.

Art. 2.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 12 augustus 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE