gepubliceerd op 12 januari 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot instelling van de raadgevende commissie belast met de coördinatie tussen de administraties die betrokken zijn bij het beheer van de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat en de territoriale zee en tot de vaststelling van de werkingsmodaliteiten en -kosten ervan
17 DECEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot instelling van de raadgevende commissie belast met de coördinatie tussen de administraties die betrokken zijn bij het beheer van de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat en de territoriale zee en tot de vaststelling van de werkingsmodaliteiten en -kosten ervan
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 13 juni 1969 inzake de exploratie en de exploitatie van de niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat, artikel 3, § 5, gewijzigd bij de wetten van 20 januari 1999 en 22 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot instelling van de raadgevende commissie belast met de coördinatie tussen de administraties die betrokken zijn bij het beheer van de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat en de territoriale zee en tot de vaststelling van de werkingsmodaliteiten en -kosten ervan;
Gelet op het advies nr. E6/COPCO/2008/CP150/018838/hver van de raadgevende commissie belast met de coördinatie tussen de administraties die betrokken zijn bij het beheer van de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat en de territoriale zee, gegeven op 4 september 2008;
Op de voordracht van de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen en de Eerste Minister, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot instelling van de raadgevende commissie belast met de coördinatie tussen de administraties die betrokken zijn bij het beheer van de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat en de territoriale zee en tot de vaststelling van de werkingsmodaliteiten en -kosten ervan wordt vervangen als volgt : «
Art. 2.De commissie is samengesteld uit de volgende leden : 1° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 2° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 3° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Algemene Directie Economisch Potentieel van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 4° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid;5° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-Estuarium van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen;6° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Algemene Directie Leefmilieu, Dienst Marien Milieu, van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;7° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;8° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Federale Politie, dienst Scheepvaartpolitie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;9° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Maritiem Vervoer;10° en afgevaardigde en een plaatsvervanger van de Marine Component van het Ministerie van Landsverdediging;11° een afgevaardigde en een plaatsvervanger van Douane en Accijnzen (Belastingen en Invordering) van de Federale Overheidsdienst Financiën. De afgevaardigden en plaatsvervangers worden door hun respectievelijke minister aangeduid. Elke minister kan deze aanduiding overdragen aan de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie. »
Art. 2.In de artikelen 3, 4 en 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid » worden vervangen door de woorden « de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid »; 2° de woorden « het Ministerie van Economische Zaken » worden vervangen door de woorden « de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie ».
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « van de Afdeling Veiligheid » opgeheven.
Art. 4.In het artikel 5 van hetzelfde besluit wordt tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, luidende : « Indien de omstandigheden slechts een korte vergadering vereisen, kan de voorzitter beslissen deze vergadering door middel van telefonische conferentie of videoconferentie te laten doorgaan, op voorwaarde dat de vergadering een gelijktijdige uitwisseling van gedachten mogelijk maakt. De deelnemers aan zulke vergaderingen worden door de secretaris opgenomen in de aanwezigheidslijst. »
Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals bepaald in artikel 6, § 1, X, laatste lid » vervangen door de woorden « zoals bepaald in artikel 6, § 1, V, en artikel 6, § 1, X, laatste lid ».
Art. 6.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « Indien de vergadering verlopen is door middel van telefonische conferentie of videoconferentie, kunnen de door de Commissie uitgenodigde experts zich niet beroepen op de bepalingen van dit artikel. »
Art. 7.De Minister bevoegd voor Economie en de Minister bevoegd voor het Mariene Milieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 december 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE