Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juni 2011
gepubliceerd op 28 juli 2011

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 154, zesde lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2011022255
pub.
28/07/2011
prom.
11/06/2011
ELI
eli/besluit/2011/06/11/2011022255/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JUNI 2011. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 154, zesde lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het Koninklijk besluit dat U ter goedkeuring en ondertekening wordt voorgelegd, geeft uitvoering aan artikel 154, zesde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Het artikel voorziet een delegatie aan de Koning om de regels en de procedure te bepalen met betrekking tot de toekenning van een accrediteringsforfait van 2.800 euro per jaar (indexeerbaar) aan de adviserend geneesheren die door de verzekeringsinstellingen in dienst worden genomen. Dat forfait kan niet gecumuleerd worden met een forfait waarop de adviserend geneesheer aanspraak zou kunnen maken krachtens een ander stelsel van accreditering. De opeenvolgende uitgaven die voortvloeien uit de accreditering vallen ten laste van de begroting voor de administratiekosten van het RIZIV. Het besluit kadert in de verbintenissen die door de Regering werden aangegaan om het geldelijk statuut van de adviserend geneesheer te revaloriseren, alsook hun vakbekwaamheid te versterken door het instellen van een stelsel van accreditering.

De uitgaven verbonden aan de accreditering ( euro 784.000.- voor het jaar 2009) zijn het voorwerp van artikel 170 van de Programmawet van 22 december 2008Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008021120 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten. De Staatssecretaris van begroting heeft overigens op 15 juni 2010 zijn akkoordbevinding gegeven. De nodige budgettaire voorzieningen werden getroffen. Op die manier werden de verbintenissen van de Regering uitgevoerd.

Het ontwerp Koninklijk besluit werd voor advies overgemaakt aan de Raad van State, afdeling wetgeving.

In zijn advies nr. 48.467/2/V van 19 juli 2010 was de afdeling wetgeving van oordeel dat er geen wettelijke basis zou voorliggen die de Koning toelaat om de Hoge raad van geneesheren-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie van het RIZIV door artikel 153 van de gecoördineerde wet, te belasten met het beheer van het stelsel van de accreditering van de adviserend geneesheren.

Kennelijk heeft de afdeling wetgeving het ontwerp enkel onderzocht vanuit het oogpunt van artikel 153, § 5, van de gecoördineerde wet, en niet vanuit het oogpunt van artikel 154, zesde lid, van de zelfde wet.

Het artikel 154 is nochtans de wettelijke basis voor het besluit dat wij U voorstellen te nemen.

De afdeling wetgeving heeft het ontwerp niet verder onderzocht. Ten einde te waken over de overeenstemming met de regels van de delegatie, werd het opnieuw onderzocht en aangepast. Zo worden in het besluit de programma's bepaald die erkend kunnen worden in het kader van de accreditering, en werd de puntenwaarde bepaald van de programma's die kunnen erkend worden.

De Hoge Raad wordt belast met het beheer van het stelsel van de accreditering. Dit beheer bestaat in de erkenning van de specifieke programma's van permanente vorming waarbij de voorwaarden bepaald in het besluit moeten nageleefd worden, en te beslissen of het voordeel van de accreditering al dan niet kan toegekend worden aan een adviserend geneesheer, na nagegaan te hebben of de voorwaarden voor de toekenning van de acrreditering wel werden nageleefd. Op die manier beschikt de Hoge Raad enkel over een gebonden bevoegdheid.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met de Sociale Integratie, Mevr. L. ONKELINX

ADVIES 48.467/2/V VAN 19 JULI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede vakantiekamer, op 25 juni 2010 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van artikel 154, zesde lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994", heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp Artikel 6 van het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 154, zesde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, belast de Hoge Raad van geneesheren-directeurs met het "beheer van de accreditering van adviserend geneesheren" met inbegrip van de bevoegdheid om het voordeel van accreditering al dan niet toe te kennen.

Die raad wordt opgericht bij artikel 153, § 5, van de voornoemde wet van 14 juli 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/07/1994 pub. 08/10/2010 numac 2010000576 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 04/03/2011 numac 2011000117 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 25/01/2012 numac 2012000022 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 20/11/2008 numac 2008000938 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het jaar 2007 type wet prom. 14/07/1994 pub. 19/12/2008 numac 2008001027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 25/02/2009 numac 2009000104 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 20/03/2015 numac 2015000138 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten. Luidens artikel 153, § 5, tweede lid, "(is) de Hoge Raad van geneesheren-directeurs (...) belast met het zoeken naar en bevorderen van een georganiseerde aanpak in de medische controle- of evaluatieopdrachten, zowel tussen verzekeringsinstellingen, als ter aanvulling van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle en dit bij de uitoefening van hun respectievelijke opdrachten in het kader van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen". Toen de gemachtigde van de minister bijgevolg verzocht is de wettelijkheid te staven van artikel 6 van het ontwerp, heeft hij het volgende geantwoord : « Dans les travaux préparatoires, il était indiqué que le système d'accréditation serait organisé par le Roi (Ch. repr., sess. 2008/2009, Doc. 52, 16.10.2008,1491/001-1492/001, p. 23).

Afin de permettre l'exécution de la loi, prévoyant une accréditation tant pour les médecins conseils que pour les médecins-inspecteurs de l'INAMI, l'intervention du Roi pourrait se justifier au regard de l'article 108 de la Constitution coordonnée quant à la désignation du Conseil supérieur des médecins-directeurs (CSMD) afin de gérer le système de l'accréditation. Cette désignation s'explique au regard de la composition "paritaire" du CSMD qui comprend à la fois les médecins-directeurs des organismes assureurs et les médecins-directeur et inspecteurs généraux du SECM. Vous noterez, par ailleurs, que le dernier alinéa de l'article 153, § 5, de la loi coordonnée le 14 juillet 1994 prévoit que le Roi peut fixer des règles complémentaires pour la composition et le fonctionnement du Conseil supérieur des médecins-directeurs".

Artikel 153, § 5, vierde lid, machtigt de Koning weliswaar om "aanvullende regels (vast te stellen) met betrekking tot de samenstelling en de werking" van de Raad, maar biedt Hem niet de mogelijkheid daaraan andere opdrachten toe te vertrouwen dan die welke uitdrukkelijk bij de wet zijn toegewezen.

Luidens artikel 153, § 5, van de voornoemde wet kan alleen de wetgever de Hoge Raad van geneesheren-directeurs het beheer toekennen van de accreditering van adviserend geneesheren.

Het voorliggende ontwerp moet derhalve grondig worden herzien. Het wordt dan ook niet nader onderzocht.

De kamer was samengesteld uit : De heren : J. Jaumotte, staatsraad, voorzitter, M. Pâques en L. Detroux, staatsraden, Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer X. Delgrange, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Jaumotte.

De griffier, B. Vigneron.

De voorzitter, J. Jaumotte.

11 JUNI 2011. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 154, zesde lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 154, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 18 december 2008;

Gelet op het advies van het Comité van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, gegeven op 27 maart 2009;

Gelet op het advies van 14 december 2009 van het Algemeen beheerscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 februari 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 15 juni 2010;.

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 48.467/2/V, gegeven op 19 juli 2010;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Het stelsel van de accreditering van adviserend geneesheren, bedoeld in artikel 154, zesde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, is gericht op de actualisering van de beroepskennis aan de hand van programma's van permanente vorming.

Deze programma's moeten beantwoorden aan kwaliteitscriteria, zoals de wetenschappelijke waarde, het afgestemd zijn op de taken van de adviserend geneesheren, de geschiktheid, de toepasselijkheid en de actualiteit van de informatie.

Zij zullen meer in het bijzonder betrekking hebben op de medico-legale evaluatie van de arbeidsongeschiktheid, de evolutie van de diagnostische en therapeutische technieken, en de bijwerking van de medische kennis. § 2. Voor accreditering komen twee types van programma's van permanente vorming in aanmerking : a) de programma's erkend binnen het kader van de accreditering van artsen, bedoeld in artikel 36bis van de bovenbedoelde wet : - in de aspecten algemene professionele wetenschappelijke vorming; - in de aspecten « ethiek en economie »; b) de specifieke programma's verzekeringsgeneeskunde uitgewerkt door de « Wetenschappelijke vereniging voor verzekeringsgeneeskunde », de « Association scientifique de médecine d'assurance », of de « Europese vereniging voor verzekeringsgeneeskunde en sociale zekerheid », alsook de door andere organisaties uitgewerkte programma's waarvan het bijzonder belang is aangetoond in de verzekeringsgeneeskunde of de uitoefening van de opdrachten van verzekeringsgeneeskundigen. De puntenwaarde van de specifieke programma's bedoeld in § 2, eerste lid, b, wordt bepaald door de Hoge Raad van geneesheren-directeurs.

De programma's erkend binnen het kader van de accreditering van artsen, bedoeld in artikel 36bis van de bovenbedoelde wet, worden van rechtswege erkend met hun puntenwaarde. § 3. De adviserend geneesheer is geaccrediteerd en ontvangt het jaarlijks accrediteringsforfait, na minimum twintig punten per jaar te hebben behaald door het volgen van de programma's van permanente vorming. Minimum zeven punten en maximum tien punten moeten betrekking hebben op de specifieke permanente vorming bedoeld in artikel 1, § 2, eerste lid, b.

Art. 2.Om het jaarlijks voordeel van de accreditering te behouden, moet de adviserend geneesheer per jaar aantonen dat hij minimum 20 punten behaalde onder de hierboven vermelde voorwaarden.

Art. 3.In afwijking op artikel 2, worden de jaarlijkse accrediteringsforfaits voor 2009 en 2010 automatisch toegekend aan de erkende adviserend geneesheren die ten laatste op 1 januari 2009 in dienst getreden zijn. Voor 2011, zal het jaarlijks forfait hen slechts toegekend worden wanneer de Hoge raad van geneesheren-directeurs vaststelt dat zij daadwerkelijk voldaan hebben aan de jaarlijkse accrediteringsvoorwaarden gedurende de twee voorafgaande kalenderjaren.

Art. 4.Het jaarlijks forfait, toegekend aan de geaccrediteerde adviserend geneesheer, wordt bepaald op 2.800 euro, gekoppeld aan de spilindex 111,36 zoals van toepassing op 1 januari 2009 (basis 2004 = 100). Dit bedrag wordt verhoogd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Art. 5.Het jaarlijks accrediteringsforfait wordt aan de adviserend geneesheer uitbetaald tijdens het kwartaal dat volgt op de kennisgeving van de beslissing tot toekenning van het voordeel van het bedoeld forfait.

Het kan tijdens hetzelfde kalenderjaar niet gecumuleerd worden met een forfait waarop de adviserend geneesheer aanspraak zou kunnen maken krachtens een ander systeem van accreditering.

Art. 6.§ 1. Het beheer van de accreditering van adviserend geneesheren wordt waargenomen door de Hoge raad van geneesheren-directeurs, bedoeld in artikel 153, § 5, van de bovenbedoelde wet.

Deze raad is belast met : a) de erkenning van de specifieke programma's van permanente vorming bedoeld in artikel 1, § 2, b, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 1, § 1;b) het al dan niet toekennen van het voordeel van de accreditering aan de adviserend geneesheer, na de naleving van de voorwaarden bedoeld in de artikelen 1 en 2 te hebben nagegaan. § 2. Elke aanvraag tot accreditering moet schriftelijk gericht worden aan de Voorzitter van de Hoge raad van geneesheren-directeurs, zetelend in de lokalen van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV. Op straf van verval moet de aanvraag ten laatste ingediend worden op 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarbinnen de opleidingsprogramma's werden gevolgd.

De nodige documenten, waaruit blijkt dat aan de vereiste voorwaarden werd voldaan, moeten worden bijgevoegd.

De beslissing wordt ter kennis gegeven aan de aanvrager. § 3. Met het oog op de toepassing van artikel 155, § 1, 2°, van de bovenbedoelde wet, maakt de Hoge raad van geneesheren-directeurs ieder dossier tot aanvraag van accreditering over aan het Comité van Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, wanneer dit gebreken vertoont die betrekking hebben op de reglementering van toepassing op de adviserend geneesheren.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.

Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken en Volkgezondheid, belast met de Sociale integratie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 11 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met de Sociale Integratie, Mevr. L. ONKELINX

^