Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 oktober 2014
gepubliceerd op 20 oktober 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2014003396
pub.
20/10/2014
prom.
09/10/2014
ELI
eli/besluit/2014/10/09/2014003396/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, strekt ertoe diverse wijzigingen aan te brengen in het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen (hierna "KB Jaarrekening"), enerzijds om enkele bepalingen van dit koninklijk besluit die geactualiseerd moeten worden, aan te passen, en anderzijds om de regels waarvan de toepassing praktische problemen oplevert, aan te scherpen.

Voor de actualisering van het besluit worden verschillende wijzigingen voorgesteld. Zo werden de bepalingen die naar het gemeen boekhoudrecht verwijzen, aangepast aan de wijzigingen die in dit recht werden aangebracht. Conform de correcte lezing van artikel 330 van het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/03/2011 pub. 09/03/2011 numac 2011003096 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector type koninklijk besluit prom. 03/03/2011 pub. 29/03/2011 numac 2011003126 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. - Addendum sluiten betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector (het zogenaamde "Twin Peaks"-besluit) werd "FSMA" overal vervangen door "Nationale Bank van België" (hierna « de Bank »), aangezien de Bank ingevolge het genoemd koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/03/2011 pub. 09/03/2011 numac 2011003096 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector type koninklijk besluit prom. 03/03/2011 pub. 29/03/2011 numac 2011003126 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. - Addendum sluiten de bevoegde autoriteit is voor het prudentieel toezicht op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. Bovendien werd het toepassingsgebied van het besluit uitgebreid tot de herverzekeringsondernemingen, met toepassing van artikel 29, § 2, eerste lid van de wet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003074 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de verhaalmiddelen inzake de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003075 bron federale overheidsdienst financien Wet op het herverzekeringsbedrijf sluiten op het herverzekeringsbedrijf. Tot slot werden de artikelen 36bis tot 36quinquies van het KB Jaarrekening gewijzigd om de verwijzingen naar de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen te vervangen door verwijzingen naar de overeenkomstige bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen.

De wijzigingen die bedoeld zijn om de bepalingen van het KB Jaarrekening aan te scherpen, betreffen in de eerste plaats artikel 27bis, § 4, van dit besluit, over de arbitrageverrichtingen. De voorgestelde wijziging strekt ertoe de definitie van dit soort verrichtingen beter te doen overeenstemmen met de boekhoudkundige doelstelling van deze bepaling.

Het voornoemde artikel 27bis, § 4, laat toe dat de resultaten van een zogenaamde arbitrageverrichting in de tijd worden gespreid, waarmee wordt afgeweken van de regel dat de resultaten van de overdracht van beleggingseffecten onmiddellijk moeten worden geboekt. Deze uitzondering is gerechtvaardigd door het feit dat de effecten die ter vervanging van de overgedragen effecten zijn verworven, in zekere zin de voortzetting vormen van deze overgedragen effecten en dat het verwezenlijken van een resultaat in dit geval bijkomstig is, aangezien er tegen geamortiseerde kostprijs wordt geboekt, zowel voor het overgedragen effect als voor het verworven effect. De verbetering die als gevolg van de arbitrageverrichting wordt verwacht, situeert zich veeleer op het vlak van het rendement, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de continuïteit van het overgedragen effect, dan op dat van het financieel beheer en onderscheidt zich op boekhoudkundig vlak met name van de verrichtingen die voortvloeien uit een verandering van het beleggingsbeleid of uit een wijziging van het (krediet-, rente- of ander) risico dat verbonden is aan de overgedragen en verworven effecten. De wijziging die U wordt voorgesteld, houdt in dat de verbetering van het rendement wezenlijk moet zijn, in die zin dat de toekomstige inkomsten van de verworven effecten niet mogen worden aangewend om het eventueel verlies op het overgedragen effect te compenseren. Dit zou immers in strijd zijn met de doelstelling van artikel 27bis, § 4, zoals hoger vermeld. De wezenlijke verbetering moet worden beoordeeld op grond van de feitelijke omstandigheden, rekening houdend met de voormelde optiek van continuïteit (dus bij ongewijzigd risico). Het is bijgevolg ondenkbaar dat artikel 27bis, § 4, wordt toegepast op verrichtingen die erin bestaan een effect met een laag rendement en een laag risico te vervangen door een effect met een hoger rendement, maar ook met een hoger risico.

Er wordt U eveneens voorgesteld artikel 31 van het KB Jaarrekening te wijzigen, om de prudentie te vergroten die vereist is voor de waardering van de vastrentende effecten en vorderingen die onder de beleggingen zijn opgenomen.

Volgens de nieuwe bepalingen die worden voorgesteld ter vervanging van het huidige derde lid van artikel 31, zal systematisch een waardevermindering moeten worden geboekt om rekening te houden met het risico dat de verplichtingen die uit deze effecten en vorderingen voortvloeien, niet of niet volledig worden nagekomen. De voorgestelde bepaling slaat dus niet langer alleen op het risico van niet-terugbetaling op de vervaldag, maar ook op alle verwachte risico's die een invloed kunnen hebben op om het even welke verplichting die voortvloeit uit het effect of de vordering, zoals niet-betaling van interesten, laattijdige betaling van interesten of gehele of gedeeltelijke terugbetaling van het kapitaal of een verslechtering van de voorwaarden die verbonden zijn aan het effect of de vordering. De voorgestelde bepaling verplicht de ondernemingen om bij elke afsluiting van de boekhouding een prospectieve beoordeling te maken van het risico dat de schuldenaar van het effect of de vordering zijn verplichtingen niet nakomt en om op gepaste wijze rekening te houden met dit risico, naargelang van de waarschijnlijkheid dat dit risico zich voordoet.

Veel van die effecten en vorderingen hebben tegenwoordig een marktwaarde; in een moderne economie zou het niet in overeenstemming zijn met de beginselen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw, wanneer er geen rekening wordt gehouden met het feit dat de marktwaarde van de effecten en vorderingen duurzaam lager ligt dan de nettoboekwaarde ervan.

Om het principe dat die effecten en vorderingen tegen geamortiseerde kostprijs geboekt blijven, verplicht de voorgestelde bepaling de onderneming echter niet om automatisch een waardevermindering te boeken wanneer de marktwaarde duurzaam lager ligt dan de boekwaarde.

Er wordt echter van uitgegaan dat dit feit, behoudens bewijs van het tegendeel, wijst op het bestaan van een duurzaam waardeverlies waarmee rekening moet worden gehouden en waarvoor, naargelang van de omstandigheden, een waardevermindering zal moeten worden geboekt.

De toepassing van de aldus aangepaste bepaling van artikel 31, derde lid, houdt in dat de onderneming een bepaald aantal criteria moet vaststellen, waaronder de marktwaarde, om te beoordelen of een waardeverlies al dan niet duurzaam is. Opdat de gebruiker van de jaarrekening zou kunnen nagaan voor welke aanpak de onderneming heeft gekozen, geldt er voortaan een specifieke verplichting om in de toelichting bij de jaarrekening (Staat nr. 20, A2) te vermelden welke criteria gebruikt worden voor de toepassing van deze bepaling. Dit geldt met name voor de criteria die gebruikt worden om te beoordelen of de marktwaarden al dan niet in aanmerking moeten worden genomen.

Om te garanderen dat de bestemmelingen van de jaarrekening degelijk geïnformeerd worden, voert het voorliggende besluit een aanvullende toelichting in, over de waardering van afgeleide financiële instrumenten op basis van de reële waarde.

Deze nieuwe toelichting werd opgesteld overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen.

Voor de opgave van de "aard" van de instrumenten in deze toelichting wordt er van de verzekeringsondernemingen verwacht dat zij het type of de soort van de afgeleide instrumenten meedelen.

Er werd rekening gehouden met de opmerkingen van de Raad van State.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1.Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikelen 2 en 3. Artikel 3 van het voorliggende ontwerp breidt het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen uit tot de herverzekeringsondernemingen, met toepassing van artikel 29, § 2, eerste lid, van de wet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003074 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de verhaalmiddelen inzake de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003075 bron federale overheidsdienst financien Wet op het herverzekeringsbedrijf sluiten op het herverzekeringsbedrijf. In artikel 2 van het voorliggende ontwerp wordt het opschrift van het koninklijk besluit dienovereenkomstig aangepast.

Artikelen 4 tot 6, 9 tot 12, en 14. De artikelen 4 tot 6, 9 tot 12, en 14 van het voorliggende ontwerp strekken tot actualisering van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen.

Artikel 7.In artikel 7 van de ontwerptekst wordt de definitie van "arbitrageverrichting" die in artikel 27bis, § 4, van het besluit is opgenomen, aangepast in de zin die in het Verslag aan de Koning is vermeld.

Artikel 8.Artikel 8 van het voorliggende ontwerp past artikel 31 van het besluit aan om de prudentie te vergroten die vereist is voor de waardering van de vastrentende effecten en vorderingen die onder de beleggingen zijn opgenomen.

Artikelen 13 en 15. De artikelen 13 en 15 hebben betrekking op een aanvullende toelichting bij de jaarrekening, over de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten.

Artikel 16.Artikel 16 bepaalt dat dit besluit uitwerking heeft voor de boekjaren die op het ogenblik van de inwerkingtreding ervan lopende zijn.

We hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaren, De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, K. GEENS

ADVIES 56.499/2/V VAN 23 JULI 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 NOVEMBER 1994 BETREFFENDE DE JAARREKENING VAN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN' Op 18 juni 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege verlengd tot 4 augustus 2014 (*), een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen' Het ontwerp is door de tweede vakantie kamer onderzocht op 23 juli 2014.

De kamer was samengesteld uit Jacques Jaumotte, staatsraad, voorzitter, Martine Baguet en Bernard Blero, staatsraden, Marianne Dony, assessor, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Jean-Luc Paquet, eerste auditeur .

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jacques Jaumotte.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 23 juli 2014.

Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de Regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp Aanhef De precieze rechtsgrond is het eerste lid van artikel 29, § 2, van de wet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003074 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de verhaalmiddelen inzake de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003075 bron federale overheidsdienst financien Wet op het herverzekeringsbedrijf sluiten 'op het herverzekeringsbedrijf' dat luidt als volgt: "De Koning kan, op advies van de Bank, bijzondere regels vastleggen voor de opstelling van de jaarrekening, de raming van de verschillende balansposten en de wijze van opmaken van het jaarverslag van een herverzekeringsonderneming".

Bijgevolg moet in het tweede lid van de aanhef alleen in het bijzonder worden verwezen naar dat eerste lid, gewijzigd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten sluiten (1).

Dispositief Nieuw artikel 1 (in te voegen) Volgens het verslag aan de Koning dat bij het ontwerp is gevoegd, worden de wijzigingen van de bijlage waarin is voorzien in de artikelen 12 en 13 van het ontwerp, aangebracht "overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen".

Er dient dan ook melding te worden gemaakt van de omzetting van dat artikel 4 in een nieuw artikel dat vooraan in het dispositief moet worden ingevoegd (2).

Artikel 2 1. Het is de Raad van State niet duidelijk waarom de regel waarin het huidige tweede lid (3) van artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 november 1994 `betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen' voorziet, niet ook toepasselijk wordt verklaard op de "buitenlandse herverzekeringsondernemingen waarvan de maatschappelijke zetel buiten de Europese Unie is gevestigd, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, van de wet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003074 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de verhaalmiddelen inzake de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003075 bron federale overheidsdienst financien Wet op het herverzekeringsbedrijf sluiten op het herverzekeringsbedrijf" (4), die worden vermeld in artikel 2 van het ontwerp.2. Bovendien laat het zich aanzien dat, in de ontworpen tekst, de term "de Europese Unie" moet worden vervangen door de term "de Europese Economische Ruimte".Artikel 4, 6°, van die wet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003074 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de verhaalmiddelen inzake de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003075 bron federale overheidsdienst financien Wet op het herverzekeringsbedrijf sluiten definieert de "lidstaat" immers als "een staat die lid is van de Europese Economische Ruimte". Een soortgelijke opmerking geldt overigens ook voor het eerste lid van artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 november 1994. 3. Het besluit is dan ook dat artikel 2 van het ontwerpbesluit moet worden herzien teneinde rekening te houden met de bovenstaande opmerkingen. Artikel 13 De bijlage bevat nog andere verwijzingen naar de "gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen" (5) die niet worden aangepast in het ontwerpbesluit.

De tekst moet bijgevolg worden aangevuld.

De griffier, A.-C. Van Geersdaele, De voorzitter, J. Jaumotte. _______ Nota's (*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege verlengd wordt met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus. (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 23. (2) Ibid., aanbevelingen 94 en 195. Zie ook artikel 5 van Richtlijn 2003/51/EG. (3) Waarin het volgende bepaald is : "[D]e buitenlandse ondernemingen, zoals bedoeld in het voorgaande lid, zijn er slechts aan onderworpen voor de door hen in België gevestigde bijhuizen en exploitatiezetels. Voor de toepassing van dit besluit wordt het geheel van de bijhuizen en exploitatiezetels in het land beschouwd als één onderneming". (4) Zie ook het advies van de FSMA, dat in de aanhef wordt vermeld. (5) Zie inzonderheid artikel 1, punt C.II, eerste streepje, § 5, tweede lid, en punt G.III, punt A.IV.2, a), van Hoofdstuk III, Afdeling 1.


9 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, artikel 96, § 1, eerste lid, 1°, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/03/2011 pub. 09/03/2011 numac 2011003096 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector type koninklijk besluit prom. 03/03/2011 pub. 29/03/2011 numac 2011003126 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. - Addendum sluiten;

Gelet op de wet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003074 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de verhaalmiddelen inzake de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003075 bron federale overheidsdienst financien Wet op het herverzekeringsbedrijf sluiten op het herverzekeringsbedrijf, artikel 29, § 2, eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten sluiten;

Gelet op het Wetboek van Vennootschappen, artikel 92, § 3, 1° ;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België, gegeven op 19 december 2013;

Gelet op het advies van de Commissie voor Verzekeringen, gegeven op 7 maart 2014 aan de FSMA;

Gelet op het advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, gegeven op 18 maart 2014;

Gelet op advies nr. 56.499/2/V van de Raad van State, gegeven op 23 juli 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit zorgt met name voor de omzetting van artikel 4 van Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen.

Art. 2.Het opschrift van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen wordt vervangen als volgt : "Koninklijk besluit op de jaarrekening van de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen".

Art. 3.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing : 1° op de verzekeringsondernemingen, in de zin van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, die naar Belgisch recht zijn opgericht of die ressorteren onder het recht van een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte;2° op de herverzekeringsondernemingen, in de zin van de wet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003074 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de verhaalmiddelen inzake de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf type wet prom. 16/02/2009 pub. 16/03/2009 numac 2009003075 bron federale overheidsdienst financien Wet op het herverzekeringsbedrijf sluiten op het herverzekeringsbedrijf, die naar Belgisch recht zijn opgericht of die ressorteren onder het recht van een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte. In het geval van ondernemingen die onder een buitenlands recht ressorteren, is dit besluit enkel van toepassing op hun bijkantoren en centra van werkzaamheden die in België zijn gevestigd. Voor de toepassing van dit besluit wordt het geheel van de bijkantoren en centra van werkzaamheden die in België zijn gevestigd, als één onderneming beschouwd.".

Art. 4.In artikel 2bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998011375 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de overschakeling op de euro in de geconsolideerde jaarrekening van de verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998011376 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de overschakeling op de euro in de jaarrekening van de verzekeringsondernemingen type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998011374 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de overschakeling op de euro in de jaarrekening van private voorzorgsinstellingen type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 29/12/1998 numac 1998007284 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot regeling van de vervanging van het Hulp- en informatiebureau voor gezinnen van militairen, door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 27/01/1999 numac 1998007286 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot bepaling van het aantal aanvullingsofficieren dat kan worden opgenomen in de categorie van de beroepsofficieren voor de overgang in 2000 alsook het aantal beroepsonderofficieren dat kan worden aanvaard als kandidaat-aanvullingsofficieren in 1999 sluiten, worden de woorden "de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen" vervangen door de woorden "het Wetboek van Vennootschappen".

Art. 5.In de artikelen 5, derde lid, 7, § 5, 7bis, § 1, 12bis, § 5, 27, derde lid, van hetzelfde besluit, evenals in staat nr. 12, V.2. van Hoofdstuk III, Afdeling III van de Bijlage bij hetzelfde besluit, worden de woorden "FSMA" vervangen door de woorden "Nationale Bank van België".

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1996, wordt de tweede zin van het tweede lid vervangen als volgt : "De toelichting bevat eveneens de staten en gegevens bepaald in artikel 91, punt B.Sociale balans of in artikel 94, punt B. Sociale balans van het koninklijk besluit van 30 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 06/02/2001 numac 2001009091 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 10/01/2007 numac 2006000914 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen. - Duitse vertaling sluiten tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen, weergegeven volgens het schema van de sociale balans dat opgenomen is in het "Volledig model van jaarrekening" of in het "Verkort model van jaarrekening" dat door de Nationale Bank van België wordt opgesteld met toepassing van artikel 174, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 06/02/2001 numac 2001009091 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 10/01/2007 numac 2006000914 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen. - Duitse vertaling sluiten tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen."; 2° in paragraaf 1, derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1996, worden de woorden "Artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 op de jaarrekening van de ondernemingen" vervangen door de woorden "Artikel 82, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 06/02/2001 numac 2001009091 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 10/01/2007 numac 2006000914 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen. - Duitse vertaling sluiten tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen";3° in paragraaf 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998011375 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de overschakeling op de euro in de geconsolideerde jaarrekening van de verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998011376 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de overschakeling op de euro in de jaarrekening van de verzekeringsondernemingen type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998011374 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de overschakeling op de euro in de jaarrekening van private voorzorgsinstellingen type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 29/12/1998 numac 1998007284 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot regeling van de vervanging van het Hulp- en informatiebureau voor gezinnen van militairen, door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap type koninklijk besluit prom. 07/12/1998 pub. 27/01/1999 numac 1998007286 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot bepaling van het aantal aanvullingsofficieren dat kan worden opgenomen in de categorie van de beroepsofficieren voor de overgang in 2000 alsook het aantal beroepsonderofficieren dat kan worden aanvaard als kandidaat-aanvullingsofficieren in 1999 sluiten, worden de woorden ", behoudens toepassing van artikel 7, tweede en derde lid, van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen," geschrapt.

Art. 7.In artikel 27bis, § 4, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "verwachte verbetering van het financieel beheer" vervangen door de woorden "wezenlijke verbetering van het rendement".

Art. 8.In artikel 31 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen als volgt : "Op de vastrentende effecten vermeld in post C.II.2. en op de vorderingen vermeld in de posten C.III.4, 5 en 7, evenals in post E. van het actief, worden systematisch waardeverminderingen toegepast om overeenkomstig de principes van artikel 19, eerste lid, rekening te houden met het risico dat de tegenpartijen van die effecten en vorderingen hun desbetreffende verplichtingen niet of niet volledig nakomen, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot, de kans dat de terugbetaling van die effecten en vorderingen geheel of gedeeltelijk onzeker of in gevaar is. Wanneer de marktwaarde van die effecten en vorderingen duurzaam lager ligt dan de nettoboekwaarde ervan, wordt dit behoudens bewijs van het tegendeel beschouwd als een duurzaam waardeverlies waarmee rekening moet worden gehouden voor de toepassing van deze bepaling. De criteria die in aanmerking worden genomen voor de toepassing van deze bepaling zijn vermeld in staat nr. 20 die in de Bijlage bij dit besluit is opgenomen".

Art. 9.In artikel 36bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "verwezenlijkt overeenkomstig de artikelen 174/1 tot 174/16 van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen" vervangen door de woorden ", zoals gedefinieerd in artikel 671 van het Wetboek van Vennootschappen, ", en de woorden " door artikel 174/24 van dezelfde gecoördineerde wetten » door de woorden " door artikel 676 van het voornoemde Wetboek "; 2° in paragraaf 2 worden de woorden "in artikel 174/2, § 2, e), van de voornoemde gecoörindeerde wetten" vervangen door de woorden "in artikel 693, 5°, van het Wetboek van Vennootschappen."; 3° in paragraaf 3, 1°, worden de woorden "krachtens artikel 174/11, § 2, 2°, van de voornoemde gecoördineerde wetten" vervangen door de woorden "krachtens artikel 703, § 2, 2°, van het Wetboek van Vennootschappen ";4° in paragraaf 3, 2°, tweede zin, worden de woorden "artikel 52bis, § 6, van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 623, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen";5° in paragraaf 5, derde lid, worden de woorden "post van het eigen vermogen" vervangen door de woorden "rubriek van het eigen vermogen";6° in paragraaf 7 worden de woorden "van artikel 174/11, § 2, 2°, van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen" vervangen door de woorden "van artikel 703, § 2, 2° van het Wetboek van Vennootschappen".

Art. 10.In artikel 36ter van hetzelfde besluit worden de woorden "en verwezenlijkt in overeenstemming met de artikelen 174/17 tot 174/23 van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen," vervangen door de woorden ", zoals gedefinieerd in artikel 672 van het Wetboek van Vennootschappen,".

Art. 11.In artikel 36quater van hetzelfde besluit worden de woorden "en verwezenlijkt overeenkomstig de artikelen 174/26 tot 174/44, 174/45 tot 174/51 en 174/52 van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen," vervangen door de woorden ", zoals respectievelijk gedefinieerd in de artikelen 673, 674 en 675 van het Wetboek van Vennootschappen,".

Art. 12.In artikel 36quinquies van hetzelfde besluit worden de woorden ", verwezenlijkt met toepassing van artikel 46, § 1, 2°, van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992" vervangen door de woorden ", zoals respectievelijk gedefinieerd in de artikelen 678 en 679 van het Wetboek van Vennootschappen,".

Art. 13.In de Bijlage bij hetzelfde besluit, Hoofdstuk I, Afdeling III, wordt na staat nr. 3 een staat nr. 3bis ingevoegd met als titel "Nr. 3bis. Afgeleide financiële instrumenten die niet gewaardeerd worden op basis van de reële waarde", luidende :

Nr. 3bis. Afgeleide financiële instrumenten die niet gewaardeerd worden op basis van de reële waarde


Boekjaar

Schatting van de reële waarde voor elke categorie afgeleide financiële instrumenten die niet gewaardeerd worden op basis van de reële waarde, met opgave van de omvang en de aard van de instrumenten

Netto- boekwaarde

Reële waarde

. . . . .

.........

.........

. . . . .

.........

.........

. . . . .

.........

.........

. . . . .

.........

.........

N° 3bis. Instruments financiers dérivés non évalués à la juste valeur


Exercice

Estimation de la juste valeur de chaque catégorie d'instruments financiers dérivés non évalués à la juste valeur dans les comptes, avec indications sur la nature et le volume des instruments

Valeur comptable nette

Juste valeur

. . . . .

.........

.........

. . . . .

.........

.........

. . . . .

.........

.........

. . . . .

.........

.........


Art. 14.In de bijlage bij hetzelfde besluit, Hoofdstuk III, worden de volgende wijzigingen aangebracht : - in Afdeling I, Actief, punt C.II., eerste streepje, § 5, tweede lid, worden de woorden "de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen » vervangen door de woorden « het Wetboek van Vennootschappen »; - in Afdeling I, Passief, punt A.IV.2, a), worden de woorden "artikel 52bis, § 2, van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen » vervangen door de woorden « artikel 623 van het Wetboek van Vennootschappen ».

Art. 15.In de Bijlage bij hetzelfde besluit wordt Hoofdstuk III, Afdeling III aangevuld met de volgende bepalingen :

"Staat nr. 3bis. Afgeleide financiële instrumenten die niet gewaardeerd worden op basis van de reële waarde Voor het opstellen van staat nr. 3bis, die informatie bevat over het niet-gebruik van de waarderingsmethode op basis van de reële waarde voor financiële instrumenten : 1° Dient te worden verstaan onder reële waarde, de waarde vastgesteld onder verwijzing naar : a) een marktwaarde, voor de financiële instrumenten waarvoor makkelijk een betrouwbare markt kan worden aangewezen.Wanneer voor een gegeven instrument niet makkelijk een marktwaarde kan worden bepaald, maar dit wel kan voor de samenstellende elementen ervan of voor een gelijkaardig instrument, kan de marktwaarde berekend worden op basis van die van de bestanddelen ervan of die van het gelijkaardige instrument, of; b) een waarde berekend met behulp van modellen en algemeen aanvaarde waarderingstechnieken, voor de instrumenten waarvoor niet makkelijk een betrouwbare markt kan worden aangewezen.Deze waarderingsmodellen en -technieken dienen een redelijke benadering van de marktwaarde op te leveren. 2° De grondstoffencontracten die elk van de partijen mag afwikkelen in contanten of in enig ander financieel instrument, worden als afgeleide financiële instrumenten beschouwd, tenzij : a) de contracten gesloten werden en gehandhaafd worden om te voldoen aan de verwachte behoeften van de vennootschap inzake inkoop, verkoop of gebruik van de grondstof;b) zij van in het begin voor dat doeleinde werden gesloten, en;c) de afwikkeling zal geschieden door levering van de grondstof.". 3° Onder "nettoboekwaarde" wordt de waarde verstaan waarvoor het afgeleide instrument wordt opgenomen in de balans.Wanneer het instrument niet wordt opgenomen in de balans, is deze waarde nihil.

Art. 16.Dit besluit is van toepassing op het boekjaar dat op het ogenblik van de inwerkingtreding ervan lopende is.

Bij wijze van uitzondering is artikel 7 niet van toepassing op de verrichtingen die vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn aangegaan.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 18.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2014.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, K. GEENS

^