Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 maart 2004
gepubliceerd op 17 maart 2004

Koninklijk besluit betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst voor Pensioenen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012017
pub.
17/03/2004
prom.
09/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/09/2004012017/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 MAART 2004. - Koninklijk besluit betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst voor Pensioenen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 31, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 maart 1990, en op artikel 53, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1990;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 34, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 februari 1988;

Gelet op de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, inzonderheid op artikel 17, tweede lid;

Gelet op de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de mindervaliden, inzonderheid op artikel 17, zoals luidend vóór de opheffing van de genoemde wet;

Gelet op de wet van 28 mei 1971 tot verwezenlijking van de eenmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelsels in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, inzonderheid op artikel 9, vervangen bij de wet van 10 februari 1981;

Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, inzonderheid op artikel 14, § 2, 1°;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op de artikelen 66 en 72, tweede lid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 137, tweede lid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, inzonderheid op de artikelen 57 en 59, tweede lid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst voor Pensioenen, laatst gewijzigd bij het koninlijk besluit van 6 april 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2001 tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen, inzonderheid op artikel 40, tweede lid;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen, gegeven op 15 december 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 januari 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 29 januari 2004;

Gelet op het verzoek om spoedhandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat het noodzakelijk is om, met het oog op het verkleinen van het risico van onveiligheid bij het geldtransport en op de vermindering van de administratieve kosten, onverwijld de betaling van de uitkeringen per overschrijving te stimuleren en dit, niet alleen, door de vereenvoudiging van de te vervullen formaliteiten en door de nadere bepaling van de betalingsmodaliteiten van de betaling per overschrijving van de uitkeringen ten gunste van de gezinnen maar eveneens, door de stap te zetten naar de betaling op rekening als standaardprocedure;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 36.527/1, gegeven op 10 februari 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Middenstand en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, van het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst voor pensioenen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 april 2000, worden de §§ 1 en 2, vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. De personen aan wie de Rijksdienst voor pensioenen één of meer uitkeringen betaalt, verkrijgen de betaling van die uitkeringen per overschrijving.

De overschrijving gebeurt op een persoonlijke zichtrekening geopend bij één van de in het vierde lid bedoelde financiële instellingen, op voorwaarde dat deze met de Rijksdienst voor Pensioenen één of meer overeenkomsten heeft gesloten waarvan het model is goedgekeurd door het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen. Indien de overschrijving termijnen van een gezinsuitkering bevat, is dit alleen mogelijk op een zichtrekening geopend op naam van beide echtgenoten.

De in het tweede lid bedoelde overeenkomsten bepalen, naargelang het uitkeringen betreft die al dan niet overal ter wereld betaalbaar zijn, inzonderheid de onderscheiden verantwoordelijkheden van de Rijksdienst voor Pensioenen en van de financiële instelling, om de regelmatigheid van de overschrijving van de maandelijkse termijnen van de uitkering en van de creditering van de rekening van de gerechtigde te verzekeren. Zij stellen eveneens de waarborgen vast die de financiële instelling aan de Rijksdienst moet geven betreffende de terugbetaling van ten onrechte gestorte bedragen.

Onder financiële instellingen, bedoeld in het tweede lid, moet worden verstaan : 1° de kredietinstellingen die in Belgïe werkzaam zijn en die voldoen aan de vereisten betreffende de bedrijfsvergunning voor de werkzaamheden van kredietinstelling en de uitoefening van deze werkzaamheden bedongen in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;2° De Post. § 2. Het nummer van de zichtrekening wordt door de belanghebbenden meegedeeld door middel van het formulier dat beschikbaar is bij de Rijksdienst voor Pensioenen. Dit formulier bepaalt in het bijzonder de verbintenissen van de gerechtigde ten opzichte van de Rijksdienst.

Deze mededeling kan ook door de belanghebbenden met een gewone brief bij de Rijksdienst voor Pensioenen ingediend geschieden.

Alle betrokken personen laten de gekozen financiële instelling toe alle onverschuldigd uitbetaalde bedragen aan de Rijksdienst terug te betalen, door debitering van de rekening, binnen de grenzen vastgesteld door de overeenkomst beoogd in § 1, machtiging die van kracht blijft bij hun overlijden. Deze debitering wordt verricht wanneer de bedragen na het overlijden van de gerechtigde of van zijn echtgenoot in geval van een gezinsuitkering zijn betaald. Deze debitering wordt ook verricht voor de uitkeringen die onverschuldigd betaald zijn wegens het niet- naleven van de verbintenissen van de gerechtigde.

De betrokken personen verbinden zich ertoe de Rijkdienst voor Pensioenen spontaan op de hoogte te brengen van iedere gebeurtenis die hun recht op de uitbetaling van het pensioen kan wijzigen. Het niet-naleven van deze verbintenis wettigt de toepassing van de vijfjaarlijkse verjaring bedoeld bij artikel 21, § 3, derde lid, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden en, bij artikel 36, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen. Met een brief die het onderhavige lid weergeeft, zal de Rijksdienst voor pensioenen de gebeurtenissen verduidelijken die hun recht kunnen wijzigen en de grenzen waarbinnen het debiteren van de rekening voor de onverschuldigd uitbetaalde bedragen mag worden uitgevoerd ».

Art. 2.Artikel 1, § 5, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 5. De Rijksdienst voor Pensioenen verstuurt een verblijfsbewijs aan de gerechtigde op een uitkering die niet overal ter wereld betaalbaar is en die overeenkomstig de modaliteiten voorzien door onderhavig besluit wordt betaald. De gerechtigde moet binnen de dertig dagen na ontvangst ervan het behoorlijk ingevuld aan de Rijksdienst terugsturen. De niet-naleving van deze verplichting brengt de schorsing van de betaling per overschrijving en de herneming van de betaling door middel van postassignaties, waarvan het bedrag ten huize betaalbaar is in handen van de gerechtigde, mee. »

Art. 3.Artikel 66, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2000, wordt, voor de betalingen die plaatsvinden vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 66.De uitkeringen bedoeld in het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 of in de wet van 20 juli 1990 of in het koninklijk besluit van 23 december 1996 worden door de Rijksdienst voor Pensioenen vereffend door middel van overschrijvingen overeenkomstig de bepalingen van artikel 1, § 1, tweede, derde en vierde lid, § 2, § 4 en § 5, van het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst.

In afwijking van het eerste lid en op aanvraag van de gerechtigde ingediend met een gewone brief, kan de betaling ook gebeuren door postassignaties waarvan het bedrag ten huize betaalbaar is in handen van de gerechtigde.

Indien de betaling termijnen van een gezinsuitkering bevat en de gerechtigde dezelfde hoofdverblijfplaats heeft als zijn echtgenoot, wordt de assignatie evenwel opgemaakt op naam van beide echtgenoten. »

Art. 4.In artikel 72, tweede lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2000, worden de woorden « persoonlijke rekening » vervangen door de woorden « persoonlijke zichtrekening ».

Art. 5.Artikel 57, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000, wordt, voor de betalingen die plaatsvinden vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, vervangen door de volgende bepaling : « De betaling ervan gebeurt door middel van overschrijvingen overeenkomstig de bepalingen van artikel 1, § 1, tweede, derde en vierde lid, § 2, § 4 en § 5, van het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst.

In afwijking van het eerste lid, en op aanvraag door de gerechtigde ingediend met een gewone brief, kan de betaling ook gebeuren door postassignaties waarvan het bedrag ten huize betaalbaar is in handen van de gerechtigde. »

Art. 6.In artikel 59, tweede lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000, worden de woorden « persoonlijke rekening » vervangen door de woorden « persoonlijke zichtrekening ».

Art. 7.Artikel 40, tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 mei 2001 tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen, wordt, voor de betalingen die plaatsvinden vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, vervangen door de volgende bepaling : « De inkomensgarantie wordt door de Rijksdienst betaald door middel van overschrijvingen overeenkomstig de bepalingen van artikel 1, §1, tweede, derde en vierde lid, § 2, § 4 en § 5, van het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst.

In afwijking van het eerste lid, en op aanvraag door de gerechtigde ingediend met een gewone brief, kan de betaling ook gebeuren door postassignaties waarvan het bedrag ten huize betaalbaar is in handen van de gerechtigde. »

Art. 8.Artikel 137, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000, wordt, voor de betalingen die plaatsvinden vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, vervangen door de volgende bepaling : « De betaling van deze uitkeringen gebeurt per overschrijvingen overeenkomstig de bepalingen van artikel 1, § 1, tweede, derde en vierde lid, § 2, § 4 en § 5, van het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst.

In afwijking van het eerste lid, en op aanvraag door de gerechtigde ingediend met een gewone brief, kan de betaling ook gebeuren door postassignaties waarvan het bedrag ten huize betaalbaar is in handen van de gerechtigde. »

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 maart 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^