gepubliceerd op 19 juni 2007
Koninklijk besluit betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de beheerders bedoeld in de wet van 12 april 1965 actief op het Belgisch grondgebied voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten
8 JUNI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de beheerders bedoeld in de wet van 12 april 1965 actief op het Belgisch grondgebied voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd heeft tot doel artikel 15/5bis, § 2, b), en § 3, van de wet van 12 april 1965, dat werd ingevoegd door de wet van 1 juni 2005 tot wijziging van voornoemde wet en gewijzigd door de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, uit te voeren.
Artikel 122 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2006 stipuleert : « § 3. Na advies van de Commissie kan de Koning afwijken van de tarieven voor de aansluiting en het gebruik van het aardgasvervoernet. De in het eerste lid bedoelde afwijkingen zijn van toepassing op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, en noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten. » Het koninklijk besluit van 15 december 2003 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de aardgasvervoersondernemingen actief op het Belgische grondgebied voor hun nieuwe transportinfrastructuren erkend als zijnde van nationaal of Europees belang en noodzakelijk om hun ontwikkeling op lange termijn mogelijk te maken (hierna; het koninklijk besluit van 15 december 2003) voert de wet van 12 augustus 2003 uit en vormt de referentietekst inzake realisatie en tarifering van de installaties waarop afwijking mogelijk is. Dat koninklijk besluit neemt echter altijd het begrip « nieuwe infrastructuur van nationaal of Europees belang » over dat was ingevoerd door de wet van 12 augustus 2003. In uitvoering van de wet van 20 juli 2006, houdende diverse bepalingen, is het bijgevolg noodzakelijk dat begrip te vervangen door « uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten ».
Daar het toepassingsgebied van de activiteiten die buiten het algemene kader vallen gewijzigd werd door de wet van 20 juli 2006 tot wijziging van de wet van 12 april 1965, valt de overbrenging naar de Belgische markt buiten het toepassingsgebied van dit besluit, en moet hij bijgevolg niet langer vermeld worden met de activiteiten die onder dit besluit ressorteren.
De definities moeten gewijzigd worden, teneinde rekening te houden met de wijzigingen aangebracht door de wet van 12 april 1965 alsook teneinde de coherentie te behouden met de definities gebruikt in het algemene kader, vervat in het koninklijke besluit inzake tarieven genomen in uitvoering van artikel 15/5septies van de wet van 12 april 1965.
Het is nodig om een definitie te geven van het begrip « dienst ».
Verder is het aangewezen om niet langer te verwijzen naar het begrip « flexibiliteitskamer » aangezien dit een doodgeboren begrip betreft.
Ingevolge de invoering in de wet van het begrip « beheerder », dient deze term voortaan te worden gebruikt in plaats van « vervoersonderneming ». Voorts is er nu sprake van totale inkomen en van aanvraag tot goedkeuring van de tarieven.
Iedere verwijzing naar het begrip « supplementaire dienst » dient te worden verwijderd, gelet op het feit dat het koninklijke besluit inzake tarieven genomen in uitvoering van artikel 15/5septies van de wet van 12 april 1965 daar niet langer naar verwijst. Hetzelfde geldt voor het begrip « basisactiviteit ». Daar het bovenvermelde besluit de afschrijvingen en waardeverminderingen integreert in de kosten van een dienst, moet daar ook mee rekening worden gehouden in onderhavig besluit.
Om haar goedkeuringsbevoegdheid van de tarieven en haar controlebevoegdheid van de rekeningen van de beheerders uit te oefenen, dient de CREG te beschikken over rekeningen opgemaakt onder een bepaalde vorm, eigen aan de regulering en verschillend van de vorm die ter beschikking wordt gesteld in de algemene boekhouding (balans en genormaliseerde rekeningen). Het analytische boekhoudplan en het rapporteringsmodel wordt in die zin opgesteld. De goedkeuring door de CREG van het analytische boekhoudplan biedt deze laatste een garantie dat zij over alle nodige informatie zal beschikken teneinde haar reguleringsopdracht te vervullen en betekent geenszins dat de CREG zou interfereren met de instellingen die wettelijk bevoegd zijn voor de goedkeuring van de algemene boekhouding.
In het geval van uitbreiding van een installatie en voor redenen van niet-discriminatie, is het aangewezen dat één tarief van toepassing is, zowel voor de bestaande installatie als voor de uitbreiding ervan (cfr. de terminal van Zeebrugge en de opslag van Loenhout).
Zoals voor het koninklijk besluit inzake tarieven genomen in uitvoering van artikel 15/5septies van de wet van 12 april 1965, wordt hier voorzien dat de tariefsupplementen geïnd door de beheerder in de loop van een exploitatieperiode van vier jaar gekapitaliseerd worden en bestemd worden voor de tarieven van de volgende exploitatieperiode van vier jaar.
Wat de billijke marge betreft, dient volgens de verantwoording van de amendementen van de Regering aan het wetsontwerp houdende diverse bepalingen (Doc 51 2518/003, pagina 3), de toepassing van artikel 15/5bis, § 2, b), van de gaswet zich te beperken tot investeringen in opslag, LNG en doorvoer, na een Europese benchmark op basis van vergelijkbare beheerders. Bijgevolg neemt dit besluit dat element in aanmerking voor het bepalen van de billijke marge.
De bepalingen voorzien inzake publicatie in het koninklijk besluit inzake tarieven genomen in uitvoering van artikel 15/5septies van de wet van 12 april 1965 worden hernomen in onderhavig besluit.
De data voor het voorleggen van de verslagen door de beheerder zijn eveneens aangepast in functie van de data bepaald in het koninklijk besluit inzake tarieven genomen in uitvoering van artikel 15/5septies van de wet van 12 april 1965.
Ten opzichte van de tekst van het koninklijk besluit van 15 december 2003 bevat dit besluit de twee voornoemde wijzigingen. Gezien de complexiteit veroorzaakt door de toevoeging van amendementen aan het besluit van 15 december 2003, wordt dat voorgaande besluit opgeheven en vervangen door dit besluit, dat in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.
Brussel, De Minister van Energie, M. VERWILGHEN
8 JUNI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de beheerders bedoeld in de wet van 12 april 1965 actief op het Belgisch grondgebied voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 20/1, § 2, en de artikelen 15/5bis, § 3, en 15/5septies, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 tot wijziging van de wet van 12 april 1965 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 2003 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de aardgasvervoersondernemingen actief op het Belgische grondgebied voor hun nieuwe transportinfrastructuren erkend als zijnde van nationaal of Europees belang en noodzakelijk om hun ontwikkeling op lange termijn mogelijk te maken;
Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op 5 oktober 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 april 2007;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 april 2007;
Gelet op het advies nr. 42.983/3 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Energie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.De definities, vervat in artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005 en bij de wet van 20 juli 2006, zijn van toepassing op dit koninklijk besluit.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de wet » : de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen;2° « meerjarentariefvoorstel » : het voorstel van de beheerder omvattende het totale inkomen en de aanvraag tot goedkeuring van de tarieven die ze aan de Commissie ter goedkeuring dient voor te leggen, overeenkomstig artikelen 15/5bis, 15/5 ter en 15/5quater § 1, van de wet van 12 april 1965 gewijzigd door de wet van 12 augustus 2003;3° « hoofdactiviteit » : iedere activiteit die al dan niet verband houdt met aardgas en die deel uitmaakt van de volgende lijst : de productie van aardgas, de activiteiten in verband met de upstream-installaties, de activiteiten van de LNG-terminals, de doorvoer, de opslag, de geïntegreerde werking van het vervoersnet, de aankoop en de levering van aardgas, de aardgasdistributie en de andere activiteiten (niet met aardgas verbonden activiteiten);4° « activiteiten van de LNG-terminals » : elke activiteit die als hoofddoel heeft vloeibaar aardgas te ontvangen en terug gasvormig te maken, om het te injecteren in een aardgasvervoersnet, met inbegrip van de nodige bufferstockage;5° « opslag » : activiteit die erin bestaat aardgas in gasvorm of in vloeibare vorm op te slaan in installaties die voornamelijk hiervoor dienen;6° « dienst » : iedere geleverde prestatie - of geheel van gezamenlijk geleverde prestaties - waarvoor een enig tarief van toepassing is.7° « basisdienst » : elke dienst die noodzakelijk is om een hoofdactiviteit te verzekeren;8° « complementaire dienst » : iedere dienst die de basisdiensten aanvult zonder absoluut nodig te zijn en waarvan het de beheerder en de betrokken gebruiker van het vervoersnet vrijstaat deze al dan niet aan te bieden, respectievelijk te gebruiken;9° « kosten van een dienst » : iedere groep kosten die verband houdt met de verlening van een dienst, vermeerderd met de kosten van de afschrijvingen en waardeverminderingen, belastingen, heffingen, toeslagen, bijdragen en vergoedingen toegewezen aan de betrokken dienst;10° « kostensoort » : de aard van de kosten van een onderneming zoals bedoeld in artikel 25 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 houdende uitvoering van het wetboek vennootschappen;11° « directe kostenveroorzaker » : iedere parameter die het direct oorzakelijk verband weerspiegelt tussen enerzijds, een dienst en anderzijds, de overeenkomstige kosten;12° « verdeelsleutel » : elke forfaitaire sleutel gebruikt voor de toewijzing van kosten aan een dienst, in de bij afspraak vastgestelde verhoudingen, als er geen directe kostenveroorzaker is;13° « aansluiting » : interventie waarmee de beheerder de installaties van een klant verbindt met het vervoersnet;14° « druk » : de effectieve druk, met andere woorden, de druk gerekend boven de luchtdruk, indien de term « druk » niet anders gepreciseerd is;15° « maximum toelaatbare bedrijfsdruk » : de maximum effectieve druk waarop een leiding of een aftakking kan worden geëxploiteerd overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen;16° « slot » : basisdienst die de ontvangst en de lossing bevat van een schip dat LNG vervoert, de bufferstockage van vloeibaar aardgas en de hervergassing en de ter beschikking stelling van het gas;17° « vierjaarlijks rapport » : rapport overgemaakt door de beheerder aan de Commissie elke vier jaar vanaf de ingebruikname van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, en daarin begrepen, voor de vier voorbije exploitatiejaren, de resultatenrekeningen van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten.18° analytisch boekhoudplan : geheel van documenten en procedures die de overgang van de algemene via de analytische boekhouding van de beheerder naar het rapporteringsmodel voorgelegd aan de Commissie gedetailleerd weergeven. HOOFDSTUK II. - Algemene tariefstructuur voor uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten
Art. 2.De algemene tariefstructuur voor uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, onderscheidt twee soorten tarieven : 1° de tarieven voor de basisdiensten, bedoeld in artikel 3 van dit besluit;2° de tarieven voor de complementaire diensten, bedoeld in artikel 4 van dit besluit.
Art. 3.§ 1. De tarieven voor de basisdiensten worden opgesteld in het kader van iedere hoofdactiviteit die in verband staan met het aardgasvervoersnet. § 2. Voor de activiteiten van de LNG-terminals is de basisdienst de slot die bestaat uit drie basisdiensten : 1° de ontvangst en het lossen van het vloeibaar aardgas; 2° de bufferstockage van dit vloeibaar aardgas nodig voor een normaal proces van hervergassing, d.w.z. 1 stockagedag per hoeveelheid m3 LNG gelost in de terminal, gelijk aan de normale dagcapaciteit (d.w.z. de nominale jaarlijkse capaciteit tot hervergassing ter plaatse aanwezig gedeeld door 365,25 en door 1,15); 3° het opnieuw gasvormig maken van het vloeibaar aardgas. § 3. Voor de opslaginstallaties zijn de basisdiensten : 1° de injectie van het aardgas in de opslag, bestanddeel van de naamgevende basisdienst;2° de opslag van het vereiste volume tijdens de gevraagde periode, bestanddeel van de naamgevende basisdienst;3° het opnieuw afgeven van het aardgas aan de uitgang van de opslag, bestanddeel van de naamgevende basisdienst. § 4. Voor de doorvoer, is de basisdienst het vervoer van aardgas van grens tot grens, met inbegrip van de prestaties met betrekking tot de aanlandingspunten, die bestaat uit de basisdienst inhoudende de overbrenging door de hoofdvervoersleidingen (installaties bestaande uit de ontvangst en de leidingen waarvan de maximum toegelaten bedrijfsdruk gelijk is aan of groter dan 65 bar), hun onderhoud en hun exploitatie, behalve de complementaire samendrukkings- en ontspanningsdiensten. Deze diensten mogen afzonderlijk aangeboden worden voor de injectie en de afname. § 5. Voor de geïntegreerde werking van het vervoersnet zijn de basisdiensten de coördinatie van alle basis- en complementaire diensten van het vervoersnet : 1° de controlekamer, met inbegrip van het administratief beheer en de commercialisering van de verschillende basis- en complementaire diensten van de activiteiten van de LNG-terminals, van de opslag en van de doovoer;2° het technisch beheer van het net, met inbegrip van de controlemeting aan de grenzen en in het net, het toezicht op de kwaliteit (samenstelling en druk) en temperatuur van het gas en de compensatie van de verliezen in het vervoersnet;3° de aansluiting;4° de toegang tot het algemeen datasysteem;5° de veiligheidsuitbalancering van het net (reservering in volume en in debiet);6° de recuperatie van de opgelegde kosten, met name de openbare dienstverplichtingen.
Art. 4.De tarieven voor de complementaire diensten hebben met name betrekking op de volgende complementaire diensten : 1° voor de activiteiten van de LNG-terminals is er met name : de flexibiliteit verbonden met een stockagegebruik dat het gebruik nodig voor een normaal proces, overschrijdt; de wijziging van de samenstelling van het afgegeven gas; 2° voor de stockage-installaties is er met name : de wijziging van de samenstelling van het binnenkomend gas;3° voor de doorvoer is er met name : - de prestaties met betrekking tot de aanlandingspunten voor de doorvoer; - de samendrukking voor de doorvoer, met inbegrip van het verbruik ervan; - de ontspanning voor de doorvoer, met inbegrip van het verbruik ervan; 4° voor de geïntegreerde werking van het vervoersnet is er met name : de wijziging van de kenmerken van het gas; de informatiedienst voor de verwachte schommelingen van de gaskwaliteit.
Art. 5.§ 1. Zonder afbreuk aan de toepassing van eenzelfde tarief voor het gebruik van een nieuwe installatie of de uitbreiding van een installatie enerzijds, en voor het gebruik van bestaande installaties waarmee eenzelfde dienst wordt aangeboden anderzijds, wordt ieder tarief voor de basisdiensten en de complementaire diensten voor het gebruik van uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, opgesteld rekening houdend met de meest representatieve parameters van de aangeboden dienst.
Het tarief kan termen omvatten in verband met de onderschrijving van deze parameters (vast deel) en termen in verband met het gebruik van deze parameters (evenredig deel).
De verhouding tussen het deel verbonden met het gebruik en het deel verbonden met de onderschrijving wordt bepaald door een beleid gebaseerd op het streven naar de grootst mogelijke efficiëntie en door het toepassen van een strategie van optimalisering op middellange termijn van de kosten en van de door het net verleende diensten.
Voor iedere dienst moet vooraf een redelijke verhouding ter goedkeuring aan de Commissie worden voorgelegd. § 2. De tarieven die desgevallend voortvloeien uit de goedkeuring van het meerjarentariefvoorstel door de Commissie en met betrekking tot de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, bepalen het plafond dat van toepassing is tijdens de periode voorgesteld door de beheerder en goedgekeurd door de Commissie, overeenkomstig artikel 9, § 3. De tarieven voor het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, kunnen zodanig herzien worden dat ze lager dan of gelijk aan het plafond blijven, mits goedkeuring van de Commissie en overeenkomstig artikel 24, §§ 1 tot 4. Een eventuele herziening met verhoging van de tarieven ten opzichte van het plafond kan enkel gebeuren overeenkomstig de beschikkingen voorzien in artikel 23, §§ 5 tot 7. § 3. De meerjarentarieven kunnen geïndexeerd worden, mits goedkeuring door de Commissie, in functie van parameters waaronder met name het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Art. 6.Als dat mogelijk en redelijk is, zullen de tarieven voor uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook op uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, verschillende termen omvatten afhankelijk van de gebruiksduur van de dienst, of van de meest representatieve seizoenen voor de betrokken dienst, om de doeltreffendheid van de investeringen en dus van hun gebruik te optimaliseren.
Art. 7.De tarifaire toeslagen die voortvloeien uit de niet-naleving van de gewone gebruiksvoorwaarden voor het vervoersnet zullen worden vastgesteld op basis van de op korte en middellange termijn werkelijk opgelopen kosten, zoals bijvoorbeeld het tarief verbonden met de veiligheidsuitbalancering van het net; zij hebben eveneens tot doel een verstandig gebruik van het vervoersnet te verzekeren, in functie van de normale gebruiksvoorwaarden van het desbetreffende vervoersnet.
De tariefsupplementen geïnd door de beheerder in de loop van een exploitatieperiode van vier jaar worden gekapitaliseerd en zijn bestemd voor de tarieven van de volgende exploitatieperiode van vier jaar. HOOFDSTUK III. - Procedure voor de voorlegging en de goedkeuring van de tarieven
Art. 8.§ 1. De tarieven niet bedoeld in artikel 15/5 van de wet van 12 april 1965, de tarieven toegepast tussen de verschillende gebruikers van het vervoersnet en de tarieven of bedragen die worden gefactureerd aan de verantwoordelijke entiteit van het vervoersnet, bijvoorbeeld in het kader van een financiering of van een externe operationele kost, moeten niet vooraf aan de Commissie worden voorgelegd. Ze kunnen wel door haar geanalyseerd en van commentaar voorzien worden, bijvoorbeeld in geval van klacht of wanneer ze een belangrijke rol spelen in de organisatie van de markt. Deze commentaren zullen het voorwerp kunnen uitmaken van een publicatie. § 2. Elke aan een klant verleende en gefactureerde dienst wordt vergoed volgens een tarief dat de geraamde kosten dekt, die door de betrokken beheerder werden voorgelegd en door de Commissie goedgekeurd, rekening houdend met het respecteren van de afwezigheid van kruissubsidies, van artikel 22 en van hetgeen vermeld wordt onder § 1 hierboven.
Deze geraamde kosten bestaan uit : - de exploitatiekosten betrekking hebbend op goederen en diensten; - de exploitatiekosten betrekking hebbend op het personeel; - de exploitatiekosten betrekking hebbend op de afschrijvingen, de waardeverminderingen en de provisies; - de prestaties van andere hoofdactiviteiten; - andere exploitatiekosten; - een billijke marge bestemd voor het vergoeden van kapitaal dat moet worden geïnvesteerd of geïnvesteerd is in de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en in de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook in de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, via eigen fondsen en fondsen geleend bij derden; wanneer deze installatie voortspruit uit de uitbreiding van een bestaande installatie, kan het niveau van de billijke winstmarge verschillend zijn naargelang dat deze de geïnvesteerde kapitalen vergoedt in het bestaande deel en in de uitbreiding; Het niveau van de billijke winstmarge wordt onder meer bepaald aan de hand van een Europese benchmark op basis van vergelijkbare beheerders; - uitzonderlijke kosten; - belastingen, heffingen, toeslagen en bijdragen.
Art. 9.§ 1. De beheerder moet zijn budget met meerjarentariefvoorstel indienen bij de Commissie. Het tariefvoorstel bevat de datum van inwerking treden van de tarieven en hun duur van toepassing.
Het budget met meerjarentariefvoorstel wordt per drager en tegen ontvangstbewijs overhandigd aan de Commissie. § 2. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van het budget met meerjarentariefvoorstel bevestigt de Commissie aan de beheerder per brief, per telefax, per e-mail met gecertificeerde elektronische handtekening of per drager met ontvangstbewijs de volledigheid van het dossier of bezorgt zij haar een lijst van inlichtingen die hij bijkomend moet verstrekken.
Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de brief, de telefax, de e-mail met gecertificeerde elektronische handtekening of het ontvangstbewijs, bedoeld in het vorige lid en waarin haar om bijkomende inlichtingen verzocht werd, verstrekt de beheerder aan de Commissie deze inlichtingen bij een brief per drager met ontvangstbewijs. § 3. Binnen de zestig kalenderdagen na ontvangst van het budget met meerjarentariefvoorstel of, in voorkomend geval, na ontvangst van de bijkomende inlichtingen brengt de Commissie de beheerder bij een brief per drager met ontvangstbewijs op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of afwijzing van het tariefvoorstel. In haar beslissing tot afwijzing geeft de Commissie aan op welke punten de beheerder het budget met meerjarentariefvoorstel moet aanpassen om een goedkeurende beslissing van de Commissie te verkrijgen. § 4. Indien de Commissie het meerjarentariefvoorstel ingediend door de beheerder afwijst, hoort de Commissie de beheerder indien deze laatste erom verzoekt. De beheerder kan een budget met aangepast tariefvoorstel indienen bij de Commissie volgens de procedure bedoeld in § 1, van dit artikel. De Commissie zal de procedure bedoeld in §§ 2 en 3 toepassen. HOOFDSTUK IV. - Bekendmaking van de tarieven
Art. 10.§ 1. De Commissie laat haar beslissing tot goedkeuring van het meerjarentariefvoorstel bedoeld in artikel 9 bekendmaken in het Belgisch Staatsblad en het Publicatieblad van de Europese Unie, en dit binnen de maand na de goedkeuring. § 2. De Commissie maakt haar beslissing onverwijld bekend op haar website. Alvorens tot bekendmaking over te gaan, vraagt de Commissie de beheerder de elementen van de beslissing die hij als vertrouwelijk beschouwt aan te duiden. De beheerder beschikt over 10 kalenderdagen om op de vraag van de Commissie te antwoorden. § 3. De beheerder maakt de tarieven goedgekeurd door de Commissie binnen de maand na de goedkeuring aan de gebruikers van het vervoersnet bekend op de wijze die hij passend acht, en stelt ze ter beschikking aan iedereen die erom verzoekt. Hij maakt ze eveneens binnen de maand na de goedkeuring bekend langs elektronische weg.
Art. 11.De Commissie legt elk jaar vóór 1 mei aan de minister een verslag voor met name over de tarieven bedoeld in artikel 15/5, § 2, van de wet van 12 april 1965, die tijdens het voorbije exploitatiejaar toegepast zijn. De minister maakt dit verslag over aan de federale Wetgevende Kamers en aan de gewestregeringen. Hij ziet erop toe dat het verslag op passende wijze wordt bekendgemaakt.
De Commissie maakt dit verslag over aan de beheerder door een ter post aangetekend schrijven. HOOFDSTUK V. - Verslagen en gegevens die de beheerder aan de Commissie moet verstrekken met het oog op de controle van de tarieven door de Commissie
Art. 12.§ 1. Uiterlijk op 1 maart van elk jaar maakt de beheerder een jaarlijkse rapportering over aan de Commissie over de resultatenrekeningen van het voorbije jaar van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten.
Elke jaarlijkse rapportering omvat : 1° een kopij van de verslagen van de vergaderingen van het voorbije jaar van de beheerder en de commissarissenrevisoren;2° een proef en saldibalans van het voorbije jaar, waaronder een tabel met de herkomst en het gebruik van fondsen voor de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten. § 2. Ten laatste op 30 september van elk jaar, maakt de beheerder het volgende over aan de Commissie : 1° de goedgekeurde en neergelegde jaarrekening van het voorbije exploitatiejaar voor de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en voor de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook voor de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten;2° de verslagen van de raad van bestuur en van de commissarissenrevisoren aan de laatste algemene vergadering;3° de notulen van de laatste algemene vergaderingen. § 3. Tegelijkertijd met de jaarlijkse rapportering van het vierde jaar dat volgt op de datum van inwerking treden van de meerjarentarieven, en vervolgens om de vier jaar, overhandigt de beheerder aan de Commissie een vierjaarlijkse rapportering over de resultatenrekeningen van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, van de vier voorbije exploitatiejaren. § 4. Elke rapportering wordt per drager en tegen ontvangstbewijs overhandigd aan de Commissie. § 5. Binnen de zestig kalenderdagen na de ontvangst van de rapportering brengt de Commissie de beheerder van haar eventuele opmerkingen over haar rapportering op de hoogte bij een ter post aangetekend schrijven.
Art. 13.De indiening van het budget met meerjarentariefvoorstel en van de rapporteringen, bedoeld in respectievelijk de artikelen 9 en 10, gebeuren aan de hand van een door de Commissie bezorgd rapporteringsmodel.
Art. 14.§ 1. Samen met het budget met meerjarentariefvoorstel bedoeld in artikel 9 van dit besluit en met het vierjaarlijks rapport bedoeld in artikel 12 van dit besluit, stelt de beheerder de volgende gegevens ter beschikking van de Commissie in de vorm van met redenen omklede bijlagen, en dit voor de vier komende jaren : 1° inzake de uitgangspunten gehanteerd door de beheerder : - de verwachte evolutie van de vraag naar het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten; - de verwachte inflatievoet; - de verwachte evolutie van de exploitatiekosten gedetailleerd per categorie; - de verwachte personeelsmutaties, met name de aanwervingen en afvloeiingen; - de verwachte intrestvoeten; - de gewogen gemiddelde financieringskost voor de komende periode; - de effectieve belastingsvoet; - de andere macro-economische gegevens die het resultaat in termen van output en van tarieven kunnen beïnvloeden; 2° inzake de voorziene investeringen : a) de lijst van de investeringen voorzien voor de volgende vier exploitatiejaren : - met opsplitsing tussen de vervangingsinvesteringen voor vaste activa, de uitbreidingsinvesteringen en de investeringen voor de openbare dienstverplichtingen; - met opsplitsing tussen de investeringen in de verwerving van de eigendom van bestanddelen van het vervoersnet enerzijds, en de investeringen in de verwerving van het genot van bestanddelen van het vervoersnet die eigendom zijn van derden en voor het gebruik waarvan de beheerder een vergoeding zal betalen anderzijds; - met opgave van de aanschaffingswaarde en de jaarlijkse afschrijving of van de gebruiksvergoeding die betaald zal moeten worden; b) voor alle investeringen van meer dan 2.500.000 EUR, met inbegrip van de nieuw in gebruik te nemen installatiedelen die niet op de balans voorkomen, een financiële investerings- en rendementsanalyse, die minstens de volgende gegevens bevat : - de omschrijving van het project; - de doelstellingen van het project; - de detaillering van de belangrijkste kostenposten van het project; - een overzicht van de leveranciers en (onder)aannemers die meewerken aan de realisatie van het project; - een vergelijking van de offertes van leveranciers en aannemers voor bestellingen die samen in totaal meer dan 20 % van het geïnvesteerde totaal uitmaken; - het verloop in de tijd van het project, waarbij het volledig tijdsverloop vermeld wordt als het project over meer dan één jaar loopt; - de impact op de afschrijvingen met aanduiding van de afschrijvingspercentages; - de beoogde efficiëntieverbeteringen, inzonderheid de energie-efficiëntie; - de milieueffecten; - een financiële analyse, insluitende een cashflowplanning, rekening houdend met de financieringsbehoeftes tijdens de levensduur van het project en een gevoeligheidsanalyse van de projectrentabiliteit in verband met redelijke hypothesen; 3° inzake het personeelsbestand : - een uitgebreid personeelsplan met organogram voor de komende vier exploitatiejaren; - een overzicht van het aantal personeelsleden in voltijdse equivalenten per dienst of subdienst, met inbegrip van voorgenomen aanwervingen en afvloeiingen; - een gedetailleerd plan van de voorziene opleidingen; 4° een analyse van de sterktes en zwaktes, alsook van de opportuniteiten en bedreigingen van de onderscheiden activiteiten van de beheerder, waarin minstens volgende bedrijfsdomeinen aan bod komen : - de technologie; - het personeel; - de administratieve organisatie; - de relaties met klanten; - het milieu; - het aankoopbeleid; - het onderhoud; - de exploitatie; - de benutting van het net; - de capaciteitsknelpunten; - de veiligheid; - de concurrentie; - het doorvoerverkeer; - het verloop van de lange termijn contracten; - het onderzoek en de ontwikkeling; 5° een geprojecteerde balans per hoofdactiviteit volgens het genormaliseerd schema van de jaarrekening voor de eerste vier exploitatiejaren, waaronder een tabel met de herkomst en het gebruik van fondsen;6° een overzicht, voor de eerste vier exploitatiejaren van de acties en de investeringen specifiek gericht op een verbetering van de doeltreffendheid, de efficiëntie en/of kostenbesparing, met een analyse en berekening van de verhoopte kostenbesparing;7° de onderscheiden tarifaire formules, toepasselijk op de door de beheerder aangeboden diensten en de verwachte ontvangsten per dienst en subdienst en per klantengroep voor de komende vier exploitatiejaren;8° een omstandige toelichting bij de volgende soorten kosten en opbrengsten : - uitzonderlijke kosten; - uitzonderlijke opbrengsten; - kosten voor onderzoek en ontwikkeling; - kosten voor studies uitgevoerd door derden; - kosten voor informatica-investeringen. § 2. De activa die vallen in de rubriek 25 van het genormaliseerd schema van de jaarrekeningen, namelijk de « vaste activa in leasing of op grond van soortgelijke rechten », worden in het rapporteringsmodel opgenomen alsof het om eigen goederen van de beheerder zou gaan, hetzij in de rubriek 22 « terreinen en gebouwen », hetzij in de rubriek 23 « installaties, machines en uitrusting », hetzij in de rubriek 24 « meubilair en rollend materieel », hetzij in de rubriek 26 « overige materiële vaste activa ».
Art. 15.Bij elke jaarlijkse en vierjaarlijkse rapportering maakt de beheerder een analyse van de verschillen tussen enerzijds de gegevens betreffende de exploitatie tijdens respectievelijk het voorbije jaar en de vier voorbije exploitatiejaren en anderzijds van de overeenstemmende gegevens uit het meerjarig budget.
Voor de verschillen van meer dan 10 % tussen de gegevens betreffende de exploitatie en de overeenstemmende gegevens uit het budget voegt de beheerder een uitvoerige documentatie en motivering bij haar analyse. HOOFDSTUK VI. - Boekhoudkundige verplichtingen van de beheerder
Art. 16.Onverminderd de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen en haar uitvoeringsbesluiten en het artikel 15/12, § 2, van de wet van 12 april 1965 : 1° valt het boekjaar van de beheerder samen met het kalenderjaar;2° voert de beheerder een analytische boekhouding die een controleerbare toewijzing mogelijk maakt : - van de kosten in functie van de verschillende diensten per klantengroep; - van de opbrengsten in functie van de verschillende diensten per klantengroep.
Art. 17.§ 1. De analytische boekhouding bedoeld in artikel 16, 2°, onderscheidt de kosten voor de diensten bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 en opgenomen in het rapporteringsmodel bedoeld in artikel 13. § 2. Elke dienst neemt ook de volgende kosten op : 1° de belastingen, heffingen, toeslagen en bijdragen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen : - de toeslagen of heffingen ter financiering van de openbare dienstverplichtingen, inzonderheid bedoeld in artikel 15/11 van de wet van 12 april 1965; - de toeslagen ter dekking van de werkingskosten van de Commissie, bedoeld in artikel 15/15, § 4, van de wet van 12 april 1965; - de inkomstenbelastingen; - de overige lokale, provinciale, gewestelijke en federale belastingen; 2° de vergoeding van de geïnvesteerde kapitalen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen : - het deel van de billijke winstmarge, bedoeld in artikel 15/5bis, § 2, van de wet van 12 april 1965, ter vergoeding van het eigen vermogen; - de financieringskosten door derden; 3° het door de Commissie goedgekeurd overgedragen verlies of overschot van het laatste boekjaar.
Art. 18.De beheerder voert haar analytische boekhouding bedoeld in artikel 16, 2°, zodat een rechtstreeks verband kan worden gelegd tussen de kosten en de opbrengsten per dienst en per klantengroep en een rentabiliteitsanalyse kan gemaakt worden.
Hij rekent daartoe alle kostensoorten toe aan de diensten per klanten-groep, op basis van directe kostenveroorzakers en/of verdeelsleutels die de beheerder, samen met het budget met tariefvoorstel bedoeld in artikel 9 goedkeuring aan de Commissie voorlegt. De beheerder voegt een verantwoording bij de directe kostenveroorzakers en verdeelsleutels die hij voorstelt.
Art. 19.§ 1. De gegevens die nodig zijn om de kosten per eenheid te berekenen en die buiten de boekhouding om worden verkregen, worden door de beheerder gedocumenteerd en toegelicht. De beheerder toont aan op welke wijze de omvang van de gegevens is bepaald, welke de gehanteerde waarderingsgrondslagen en/of meetmethoden zijn en volgens welke methodiek en beginselen, zoals de aard van de directe kostenveroorzakers en de verdeelsleutels, de toerekening is gedaan. § 2. De beheerder houdt registers bij die minstens de volgende niet monetaire gegevens bevatten en die betrekking hebben op de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en op de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook op de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten : 1° de elementen die de berekening van de performantie indicatoren bepaald in het rapporteringsmodel mogelijk maken;2° de personeelsgegevens;3° de hoeveelheid getransporteerd en gestockeerd aardgas;4° de verwerkte hoeveelheid aardgas per LNG-terminal;5° de volume- en uitzendcapaciteit van de opslagen;6° de vervoersnetlengte;7° de bediende oppervlakte;8° het aantal geconnecteerde klanten;9° het aantal afnamepunten per hoofdactiviteit;10° de waarden van de maximale parameters die voor de tarieven gebruikt zijn;11° de samenstelling van de tarifaire formules en de gebruikers van het vervoersnet per tarifaire formule. De beheerder stelt deze registers op zodanige wijze samen dat zij op hun integriteit en consistentie in de rapportering kunnen worden getest. § 3. Op vraag van de Commissie spant de beheerder zich in om de van derden te verkrijgen gegevens ter harer beschikking te stellen. § 4. De beheerder verschaft de Commissie uitleg over haar administratieve organisatie en de procedures van interne controle. Hij geeft een gedetailleerde beschrijving van haar aankoopprocedure en van de procedures van centrale bewaring en centraal beheer van data, evenals van de stappen bij de procedure in geval van beheer met computer.
Art. 20.§ 1. Gelijktijdig met zijn meerjarentariefvoorstel, legt de beheerder zijn analytisch boekhoudplan betreffende de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, ter goedkeuring aan de Commissie voor. Hij licht dit plan toe op verzoek van de Commissie.
Dit analytisch boekhoudplan moet voor de Commissie een gemakkelijke en controleerbare overgang mogelijk maken naar het rapporteringsmodel bedoeld in artikel 13.
Het analytisch boekhoudplan wordt per drager en tegen ontvangstbewijs overhandigd aan de Commissie. § 2. Binnen de zestig kalenderdagen na ontvangst van het analytisch boekhoudplan brengt de Commissie de beheerder bij een ter post aangetekend schrijven op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of afkeuring van het betreffende analytisch boekhoudplan.
In haar beslissing tot afkeuring geeft de Commissie aan op welke punten de beheerder het analytisch boekhoudplan moet aanpassen om de goedkeuring van de Commissie te verkrijgen. § 3. Indien de Commissie het analytisch boekhoudplan afkeurt, legt de vervoersonderneming binnen de vijftien kalenderdagen een aangepast analytisch boekhoudplan ter goedkeuring voor aan de beheerder volgens de procedure bedoeld in § 1, tweede lid, van dit artikel.
Binnen de termijn bedoeld in het vorige lid hoort de Commissie de beheerder indien deze erom verzoekt.
Binnen de vijftien kalenderdagen na ontvangst van het aangepaste analytisch boekhoudplan brengt de Commissie de beheerder bij een ter post aangetekend schrijven op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of afkeuring van het aangepaste analytisch boekhoudplan. HOOFDSTUK VII. - Kostenbeheersing
Art. 21.§ 1. Met respect voor de kwaliteit en veiligheid vereist voor een goede werking van het vervoersnet, met respect voor het milieu, voor de gezonde arbeidsomstandigheden van personen die direct betrokken zijn in de werkzaamheden van de beheerder, met respect voor de openbare dienstverplichtingen en rekening houdend met alle kosten en baten, van allerlei aard, direct of indirect gelieerd aan de beheerder of aan zijn klanten, met inbegrip van hetgeen betrekking heeft op het verleden en waarvan de klanten van de beheerder zouden kunnen genieten, houdt de beheerder de kostprijs per eenheid aardgas zo laag mogelijk door de factoren die de kostprijs bepalen maximaal te beheersen. § 2. De beheerder maakt samen met de vierjaarlijkse rapportering een verslag over het effect van haar inspanningen tot kostenbeheersing over aan de Commissie op basis met name van de performantie indicatoren opgenomen in het rapporteringsmodel, bedoeld in artikel 13. § 3. In de veronderstelling dat de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, niet in werking gesteld worden binnen een jaar te rekenen vanaf de goedkeuring van het meerjarenvoorstel door de Commissie, stelt de beheerder een budget op met een geactualiseerd tariefvoorstel dat rekening houdt met het definitieve bedrag van gerealiseerde investeringen en met de, op dat ogenblik, zo nauwkeurig mogelijke schatting van de kosten voor de komende vier jaar. De beheerder moet het budget met het geactualiseerde tariefvoorstel opstellen drie maand voor het in werking treden van de meerjarige tarieven.
Art. 22.De kosten van de diensten en subdiensten, bedoeld in artikel 17 van dit besluit en niet opgelegd door de bevoegde overheden, kunnen alleen in de meerjarentarieven voor het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, doorgerekend worden voor zover de Commissie ze niet als onredelijk verworpen heeft. De Commissie beoordeelt de redelijkheid van deze kosten onder meer door ze te vergelijken met de overeenstemmende vergelijkbare kosten van gelijkaardige ondernemingen.
Art. 23.§ 1. Indien de beheerder vaststelt, bij de opstelling van het budget met geactualiseerd tariefvoorstel bedoeld in artikel 21, § 3, of van het vierjaarlijkse rapport bedoeld in artikel 12, § 3, dat de tarieven voor het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, gaan resulteren in of door hun toepassing gedurende de vier voorbije jaren geresulteerd hebben in een bonus, brengt hij de Commissie bij brief per drager tegen ontvangstbewijs hiervan onverwijld op de hoogte. § 2. In het geval van een bonus en rekening houdend met het gebruik voorzien voor de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en voor de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook voor de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, het niveau van de meerjarentarieven voor het gebruik van deze installaties en de geschatte kosten voor de vier volgende jaren, legt de beheerder, in een brief bedoeld in de eerste paragraaf van dit artikel aan de Commissie een voorstel voor, voor de verdeling van deze bonus na dekking van de eventuele mali gerealiseerd in vroegere periodes tussen : 1° de aanwending van een deel ervan voor een daling van de meerjarentarieven voor het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, voor de komende vier exploitatiejaren;2° de aanwending van een deel ervan voor een reserve bestemd voor de financiering van nieuwe investeringen in uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten;3° de aanwending van een deel ervan naar goeddunken van de aandeelhouders van de beheerder. De financiële opbrengsten ontstaan uit de plaatsing van de bonus worden gekapitaliseerd en op dezelfde wijze verdeeld, zoals voorzien in dit artikel. § 3. Binnen de zestig kalenderdagen na de ontvangst van het schrijven bedoeld in § 1 van dit artikel stelt de Commissie de beheerder, bij brief per drager en tegen ontvangstbewijs, op de hoogte van haar beslissing om het voorstel van verdeling van de bonus geformuleerd door de beheerder goed of af te keuren. De Commissie zal zich meer bepaald baseren op de vergelijking van de tarieven voor het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, met de overeenkomstige vergelijkbare tarieven van soortgelijke ondernemingen.
In haar beslissing tot afkeuring geeft de Commissie aan op welke punten de beheerder het voorstel van verdeling van de bonus moet aanpassen om de goedkeuring van de Commissie te verkrijgen. Indien deze erom verzoekt, hoort de Commissie de beheerder gedurende deze termijn. § 4. Indien de Commissie het voorstel van verdeling van de bonus ingediend door de beheerder afkeurt, moet deze laatste een aangepast voorstel van verdeling van de bonus indienen, binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de beslissing tot afkeuring.
Binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de ontvangst van het aangepast voorstel van verdeling van de bonus, neemt de Commissie een definitieve beslissing over de kwestie van de verdeling van de bonus, en brengt de beheerder door een ter post aangetekend schrijven op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of afkeuring van het aangepast voorstel van verdeling van de bonus. § 5. Indien de beheerder vaststelt dat, ten gevolge van buitengewone externe omstandigheden en onafhankelijk van zijn wil, de tarieven voor het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, een malus hebben veroorzaakt, brengt hij de Commissie hiervan onverwijld op de hoogte bij brief per drager tegen ontvangstbewijs. De beheerder maakt aan de Commissie in de brief bedoeld in dit artikel een gemotiveerd rapport en een voorstel van herziening van de meerjarentarieven over. § 6. Binnen de zestig kalenderdagen na ontvangst van de brief bedoeld in § 5 brengt de Commissie de beheerder bij brief per drager tegen ontvangstbewijs op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of afkeuring van het voorstel van herziening van de meerjarentarieven geformuleerd door de beheerder.
In haar beslissing tot afkeuring geeft de Commissie aan op welke punten de beheerder het voorstel van herziening van de meerjarentarieven moet aanpassen om de goedkeuring van de Commissie te verkrijgen. Indien deze erom verzoekt, hoort de Commissie de beheerder gedurende deze termijn. § 7. Indien de Commissie het voorstel van herziening van de meerjarentarieven ingediend door de beheerder afkeurt, moet deze laatste binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de beslissing van afkeuring een aangepast voorstel van herziening van de meerjarentarieven ter goedkeuring aan de Commissie voorleggen.
Binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de ontvangst van het aangepast voorstel van herziening van de meerjarentarieven, neemt de Commissie een definitieve beslissing over de kwestie van herziening van de meerjarentarieven, en brengt de beheerder bij een ter post aangetekend schrijven op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of afkeuring van het aangepast voorstel van herziening van de meerjarentarieven. § 8. De meerjarentarieven die voortvloeien uit de goedkeuring door de Commissie van het budget met meerjarentariefvoorstel bepalen het plafond dat van toepassing is gedurende de periode voorgesteld door de beheerder en goedgekeurd door de Commissie, overeenkomstig artikel 9, § 3. Vóór het begin van deze periode en vervolgens om de vier jaar in het geval dat de toepassing van de tarieven een bonus gaat veroorzaken of heeft veroorzaakt, kunnen de tarieven voor het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, herzien worden zodat ze lager dan of gelijk blijven aan het plafond mits goedkeuring door de Commissie en overeenkomstig de beschikkingen voorzien in §§ 1 tot 4. § 9. De beslissingen van de Commissie voorzien in dit artikel en de meerjarentarieven die er desgevallend uit voortvloeien en de toekenning van een bonus of een malus zoals voorzien in dit artikel, worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van dit besluit. Deze laatste meerjarentarieven vervangen de tevoren geldende meerjarentarieven.
Art. 24.§ 1. Indien de beheerder haar verplichtingen niet nakomt binnen de termijnen die haar zijn toegekend door de artikelen 12 en 23, indien de Commissie het aangepast voorstel van verdeling van de bonus weigert of indien de Commissie vaststelt bij het onderzoek van het vierjaarlijks voorstel dat de meerjarentarieven betreffende de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, toegepast tijdens de vier voorbije exploitatiejaren, een bonus hebben veroorzaakt, kan de Commissie beslissen tot een vermindering van deze meerjarentarieven voor het gebruik van uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, die de beheerder zal moeten toepassen gedurende vier jaar.
Het eerste lid is eveneens van toepassing wanneer de beheerder haar analytisch boekhoudplan niet voorlegt aan de Commissie binnen de termijn voorgeschreven door artikel 20 of wanneer de Commissie weigert het analytisch boekhoudplan goed te keuren. § 2. Indien de nieuwe investeringen voorzien in het artikel 23, § 2, tweede lid, 2°, niet gerealiseerd werden binnen de vier jaar volgend op de goedkeuring van de bonus door de Commissie, kan deze laatste beslissen tot een zelfde vermindering van de meerjarentarieven voor het gebruik van de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, voor de volgende vier exploitatiejaren.
Wat de toepassing betreft van dit artikel, op basis van het onderzoek van het vierjaarlijks rapport, kan de Commissie de uitgaven verwerpen van de beheerder, voorzien in artikel 22. Het bedrag van deze uitgaven wordt bijgevoegd bij de bonus voorzien in artikel 23, § 1. Als ook de bevoegde overheden deze uitgaven fiscaalrechtelijk verwerpen en deze beslissing aanleiding geeft tot de betaling van bijkomende belastingen of heffingen, kan het bedrag van deze belastingen of heffingen eveneens aan de bonus, voorzien in artikel 23, § 1 toegevoegd worden. § 3. De beslissingen van de Commissie en de meerjarentarieven voorzien in dit artikel worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 10. HOOFDSTUK VIII. - Strafbepalingen
Art. 25.Worden gestraft met een geldboete van 50 tot 20.000 EUR : zij die nalaten of weigeren de Commissie de informatie te verstrekken die door de Commissie gevraagd wordt en die zij gehouden zijn mee te delen krachtens dit besluit. HOOFDSTUK IX. - Diverse bepalingen
Art. 26.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en heft het koninklijk besluit van 15 december 2003 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de aardgasvervoersondernemingen actief op het Belgische grondgebied voor hun nieuwe transportinfrastructuren, erkend als zijnde van nationaal of Europees belang en noodzakelijk om hun ontwikkeling op lange termijn mogelijk te maken, op.
Art. 27.Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juni 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie en Energie, M. VERWILGHEN