gepubliceerd op 14 december 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken
8 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, inzonderheid op artikel 4, § 3, 1°, vervangen bij de wet van 13 mei 1999, en op artikel 4, §§ 3ter, 3quater en 3quinquies, ingevoegd bij de wet van 13 mei 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 1977, 16 december 1981, 23 december 1983, 17 februari 1988, 18 oktober 1994, 3 april 1997, 3 maart 1999 en 25 maart 1999;
Gelet op het advies verstrekt op 7 en 13 september 1999 door de meest representatieve farmaceutische beroepsorganisaties;
Gelet op het advies van de Inspectie van financiën, gegeven op 5 oktober 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 oktober 1999;
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 8 oktober 1999 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 november 1999 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, en op het advies van Onze in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 1977, 16 december 1981 en 25 maart 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een § 3bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 3bis.In afwijking van de §§ 2 en 3 kan, voor de aanvragen die worden ingediend na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, de vestiging van een bijkomende apotheek worden toegestaan : a) indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 1 km bevindt van de geplande apotheek en indien deze laatste de behoeften dekt van ten minste 2 500 inwoners;b) indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 3 km bevindt van de geplande apotheek en indien deze laatste de behoeften dekt van ten minste 2 000 inwoners;c) indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 5 km bevindt van de geplande apotheek en indien deze laatste de behoeften dekt van ten minste 1 500 inwoners.» ; 2° een § 5bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 5bis.In afwijking van de §§ 4 en 5 kan, voor de aanvragen die worden ingediend na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999, bedoeld in § 3bis, de overbrenging van een bestaande apotheek worden toegestaan : 1° indien is voldaan aan de bepalingen van § 2 of § 3bis, of 2° indien het gaat om een overbrenging in de onmiddellijke nabijheid, met dien verstande dat een overbrenging binnen een straal van 100 meter altijd wordt beschouwd als een overbrenging in de onmiddellijke nabijheid, of 3° indien de overbrenging, enerzijds, plaatsvindt in dezelfde gemeente of in een aangrenzende gemeente, in het laatste geval voorzover het aantal apotheken per inwoner, in de gemeente waarin de apotheek wordt gesloten, na de overbrenging niet lager ligt dan het aantal dat met toepassing van de criteria bepaald in § 2 of § 3bis geopend kan worden, en ze, anderzijds, een betere geografische of demografische spreiding van de apotheken tot gevolg heeft, in vergelijking met de toestand vóór de overbrenging. Een voor het publiek opengestelde apotheek komt slechts in aanmerking voor overbrenging indien ze ten minste vijf jaar vergund is voor de plaats waar ze gevestigd is, behoudens in geval van overmacht. »; 3° een § 7 wordt toegevoegd, luidend als volgt : « § 7.Een tijdelijke overbrenging is verboden, indien ze niet in de onmiddellijke nabijheid gebeurt en indien ze een termijn van maximum drie jaar overschrijdt.
De aanvraag die op dezelfde tijdelijke vestigingsplaats betrekking heeft, kan niet opnieuw worden ingediend of hernieuwd door dezelfde aanvrager. ».
Art. 2.In artikel 1bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Het maximum aantal voor het publiek opengestelde apotheken is, voor een periode van tien jaar welke ingaat op 8 december 1999, gelijk aan het aantal apotheken waarvoor op die datum een vergunning is verleend.
Dit aantal wordt verhoogd met het aantal vergunningen die worden verleend op basis van de aanvragen die werden ingediend vóór 8 december 1994.
Dit aantal wordt verlaagd met het aantal apotheken die definitief gesloten zijn, onverminderd de eventuele toepassing van artikel 15sexies. »; 2° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Gedurende de periode die ingaat op 8 december 1999 en die eindigt op 8 december 2009, kunnen er geen aanvragen of hernieuwde aanvragen tot vergunning voor de opening van een voor het publiek opengestelde apotheek worden ingediend, behalve de aanvragen die zouden kunnen worden ingediend, om redenen van volksgezondheid, op basis van artikel 15sexies. ».
Art. 3.Artikel 2, § 1, 2° van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 1977, wordt vervangen als volgt : « 2° aan de aanvrager die om een overbrenging in dezelfde gemeente of aangrenzende gemeente verzoekt zodat de spreiding der apotheken erdoor verbeterd wordt. ».
Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.§ 1. De vergunning tot fusie van twee of meer apotheken kan toegestaan worden op voorwaarde dat : - zij in dezelfde gemeente of een aangrenzende gemeente gevestigd zijn; - na fusie, het aantal apotheken in elk van de betrokken gemeenten niet lager zal liggen dan het aantal apotheken dat met toepassing van artikel 1, § 2, vergund kan worden, en op voorwaarde dat de apotheek die na de betrokken fusie zou worden gesloten, zich niet bevindt op een afstand als bedoeld in artikel 1, § 3bis, a, b of c, van de dichtstbijgelegen apotheek, en de behoeften dekt van het met die afstand overeenstemmend minimumaantal inwoners. § 2. Gedurende een periode van tien jaar mag geen enkele apotheek geopend of overgebracht worden binnen een straal van 1,5 km rond de apotheek die na de fusie blijft bestaan.
Overbrenging van een bestaande apotheek binnen een straal van 100 meter of wegens overmacht, kan in deze zone evenwel toegestaan worden. » .
Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 1977 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 december 1981, 23 december 1983 en 3 april 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidend als volgt : « In bijlage van hoger vermeld formulier dient de aanvrager minstens volgende stukken mee te sturen : 1.Een gedetailleerd plan op schaal waarop de aanvrager nauwkeurig aanduidt : - in het geval van een opening of een overbrenging : de vestigingsplaats (desgevallend het grondplan), de plaats van en de afstanden tot de dichtstbijgelegen apotheken, evenals de vooropgestelde invloedssfeer van de geplande apotheek gestaafd door bevolkingscijfers, afgeleverd door een officiële dienst; - in het geval van overbrenging in de onmiddellijke nabijheid : de plaats van en de afstanden tot de dichtstbijgelegen apotheken, evenals de plaats van de huidige en de toekomstige apotheek en de afstand van overbrenging; - in het geval van een fusie : de plaats van en de afstanden tot de dichtstbijgelegen apotheken, evenals de plaats van de te fusioneren apotheken en de afstand tussen deze. 2. Het bewijs dat de daartoe gerechtigde aanvrager kan beschikken over de aangevraagde vestigingsplaats.3. Een voor echt verklaarde fotokopie van het apothekersdiploma of, voor een rechtspersoon, een afschrift van de volledige statuten en eventueel de beslissing van volmacht aan de gemachtigde indiener van de aanvraag.4. In geval van overbrenging of fusie, het bewijs dat de aanvrager de rechtmatige vergunninghouder is van de betrokken apotheek.»; 2° een § 2bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 2bis.In afwijking van § 2 is, voor de aanvragen die worden ingediend na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, het onderzoek van de aanvraag afhankelijk gesteld van de betaling van een retributie : - voor de opening van een apotheek, de overbrenging van een bestaande apotheek buiten haar onmiddellijke nabijheid of een hernieuwing : 150 000 frank; - voor een overbrenging in de onmiddellijke nabijheid : 40 000 frank; - voor een fusie : 50 000 frank; - voor een tijdelijke overbrenging in de onmiddellijke nabijheid : 15 000 frank.
De bedragen verschuldigd krachtens dit artikel moeten worden gestort of overgedragen op een rekeningnummer dat tot dat doel bestemd is.
De aanvragen zijn slechts ontvankelijk, indien ze deugdelijk zijn ingevuld, alsook het bewijs van betaling van de retributie, die vastgesteld is in de overeenkomstige bepaling, er bijgevoegd is. »
Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 1977 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 1981, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "de eigenaars" vervangen door de woorden "elke vergunninghouder";2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De aanvragen tot opening of overbrenging van een apotheek, die : 1° worden ingediend gedurende een termijn die ingaat op de dag van de indiening van de eerste aanvraag en tot vier maand na de kennisgeving van die eerste aanvraag, en 2° betrekking hebben op een apotheek gelegen binnen een straal van minder dan 1,5 km van de vestigingsplaats waarop deze eerste aanvraag betrekking heeft, worden door de vestigingscommissie samen met de eerste aanvraag onderzocht.» .
Art. 7.Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 1997 wordt gewijzigd door : «
Art. 10.De vestigingscommissies mogen bijkomende onderzoeksmaatregelen bevelen, één of meer personen aanwijzen om ze te verrichten en een termijn van maximum zes maanden vaststellen binnen welke zij hun conclusies moeten indienen. De kosten van het aanvullend onderzoek komen ten laste van de aanvrager, ondermeer alle mogelijke kosten verschuldigd aan een aangeduide landmeter. Ook de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort kan een aanvullend onderzoek bevelen; de kosten hiervan komen ten laste van de Staat; hun bedrag evenals hun toekenningsvoorwaarden worden vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort. ».
Art. 8.Artikel 15, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door een tweede, derde en vierde lid luidend als volgt : « Indien de vestigingscommissie van mening is dat de aanvraag betrekking heeft op een overbrenging buiten de onmiddellijke nabijheid, brengt het secretariaat dit per aangetekend schrijven ter kennis aan de aanvrager. De aanvrager kan binnen dertig dagen na de kennisgeving hiervan, zijn aanvraag omzetten in een aanvraag tot overbrenging buiten de onmiddellijke nabijheid, waarbij hij het supplement dient te betalen dat het verschil bedraagt tussen de betaling voor de overbrenging in de onmiddellijke nabijheid en de betaling voor de overbrenging buiten de onmiddellijke nabijheid, overeenkomstig artikel 4, § 2 of § 2bis, naargelang het geval.
Die aanvraag zal dan onderzocht worden overeenkomstig de andere bepalingen van dit besluit.
Indien binnen een termijn van dertig dagen na deze notificatie hiervan de aanvrager nalaat zijn aanvraag tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid aldus om te zetten in een aanvraag tot overbrenging buiten de onmiddellijke nabijheid, wordt deze geacht uitdrukkelijk afstand te doen van zijn aanvraag. » .
Art. 9.In Hoofdstuk III wordt een artikel 15bis ingevoegd betreffende de tijdelijke overbrenging, luidend als volgt : «
Art. 15bis.§ 1. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 6 en 7, wordt van de gemotiveerde aanvraag tot tijdelijke overbrenging van een apotheek in de onmiddellijke nabijheid door toedoen van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, kennis gegeven aan de meest representatieve beroepsorganisaties.
Na een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf deze kennisgeving, wordt de aanvraag rechtstreeks voorgelegd aan de vestigingscommissie, samen met een schriftelijk rapport van de Farmaceutisch Inspecteur van het ambtsgebied. § 2. De vergunning tot tijdelijke overbrenging van een apotheek vermeldt de periode gedurende dewelke die overbrenging wordt toegestaan.
Na het verstrijken van die toegestane periode vervalt de tijdelijke vergunning en mag de betrokken apotheek enkel op de oorspronkelijke vestigingsplaats geopend zijn voor het publiek.
De toegestane periode kan door de Minister, na advies van de vestigingscommissie, uitzonderlijk éénmalig worden verlengd, indien de aanvrager kan bewijzen dat er dwingende redenen voorhanden zijn. ».
Art. 10.Na Hoofdstuk III wordt een nieuw Hoofdstuk IIIbis ingevoegd, luidend als volgt : « HOOFDSTUK IIIbis, SLUITING VAN EEN APOTHEEK EN PROCEDURE.
Art. 15ter.§ 1. Ieder natuurlijk of rechtspersoon, houder van een vergunning van een voor het publiek opengestelde apotheek is verplicht om, ten laatste zestig dagen na de dag van de tijdelijke sluiting van deze apotheek, aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, een aanvraag te richten voor het behoud van de vergunning, indien de periode gedurende de welke deze gesloten is, meer dan zestig dagen bedraagt. § 2. De vergunninghouder van een apotheek die reeds meer dan zestig dagen gesloten is bij het van kracht worden van deze bepaling zal, ten laatste zestig dagen na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, een aanvraag richten voor het behoud van de vergunning, behalve indien de ingediende aanvraag tot overbrenging van de apotheek niet is afgehandeld met een ministeriële beslissing. § 3. De aanvraag tot behoud van de vergunning van een voor het publiek opengestelde apotheek wordt bij aangetekende brief gestuurd aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, op formulieren die daartoe door de Algemene Farmaceutische Inspectie worden afgeleverd.
De aanvraag wordt bij ontvangst onmiddellijk ingeschreven in een daartoe bestemd register. De postdatum bepaalt de volgorde van de aanvraag. § 4. De aanvraag tot het behoud van de vergunning bedoeld in §§ 1, 2 en 3 geeft aanleiding tot het gelijktijdig betalen van een retributie van 10 000 frank.
De bedragen verschuldigd krachtens de bepalingen van dit artikel worden gestort of overgedragen op een rekeningnummer dat tot dat doel is bestemd. § 5. De gemotiveerde aanvragen, zoals bedoeld in dit artikel, zijn slechts ontvankelijk, indien ze deugdelijk zijn ingevuld, alsook het bewijs van betaling van de retributie, bedoeld in § 4, er bijgevoegd is. § 6. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 6 en 7, wordt van de aanvraag tot het behoud van de vergunning van een apotheek door toedoen van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, kennis gegeven aan de meest representatieve beroepsorganisaties.
Na een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf deze kennisgeving, wordt de aanvraag rechtstreeks voorgelegd aan de vestigingscommissie, samen met een schriftelijk rapport van de Farmaceutisch Inspecteur van het ambtsgebied. § 7. De beslissing waarbij het behoud van de vergunning van de voor het publiek opengestelde apotheek wordt toegestaan, vervalt na drie jaar, of eerder, namelijk bij het heropenen van de apotheek op het laatste adres waarvoor de vergunning is verleend, of bij het verkrijgen van een vergunning tot overbrenging van de apotheek.
Art. 15quater.§ 1. De aanvraag tot de definitieve sluiting van een voor het publiek opengestelde apotheek wordt bij aangetekende brief gestuurd aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
De aanvraag wordt bij ontvangst onmiddellijk ingeschreven in een daartoe bestemd register. De postdatum bepaalt de volgorde van de aanvraag.
In afwijking van de bepalingen van de artikelen 6 en 7, wordt van de aanvraag tot definitieve sluiting van een apotheek in de onmiddellijke nabijheid door toedoen van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, kennis gegeven aan de meest representatieve beroepsorganisaties.
Na een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf deze kennisgeving, wordt de aanvraag rechtstreeks voorgelegd aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, samen met een schriftelijk rapport van de Farmaceutisch Inspecteur van het ambtsgebied. § 2. Indien een apotheek definitief wordt gesloten, trekt de Minister de vergunning in.
Art. 15quinquies.Indien vastgesteld wordt dat een apotheek gesloten is zonder dat een aanvraag voor het behoud van de vergunning is ingediend, als bedoeld in artikel 15ter, en zonder dat een definitieve sluiting ter kennis van de Minister is gebracht, als bedoeld in artikel 15quater, zendt de Algemene Farmaceutische Inspectie bij aangetekend schrijven een aanmaning aan de vergunninghouder. Een afschrift daarvan wordt gezonden aan de meest representatieve beroepsorganisaties.
Indien de vergunninghouder binnen een termijn van zestig dagen geen aanvraag voor het behoud van de vergunning heeft ingediend, en evenmin een definitieve sluiting ter kennis heeft aangebracht, zendt de algemene farmaceutische Inspectie een tweede aanmaning.
Indien de vergunninghouder binnen een termijn van zestig dagen, te rekenen van de tweede aanmaning, nog geen aanvraag voor het behoud van de vergunning heeft ingediend, en evenmin een definitieve sluiting ter kennis heeft gebracht, trekt de Minister de vergunning in.
Art. 15sexies.Er is mogelijkheid tot opening of tot overbrenging van een apotheek, indien na de definitieve sluiting van een apotheek, zoals bedoeld in de artikelen 15quater en 15quinquies, het aantal apotheken in de betrokken gemeente lager zou liggen, dan het aantal apotheken dat met toepassing van artikel 1, § 2, vergund kan worden, of indien de gesloten apotheek zich bevindt op een afstand als bedoeld in artikel 1, § 3bis, a, b of c, van de dichtstbijgelegen apotheek, en de behoeften dekt van het met die afstand overeenstemmend minimumaantal inwoners. Deze mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag tot opening of overbrenging, wordt door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De aanvragen dienen binnen de zestig dagen na datum van deze publicatie ingediend te worden volgens de bepalingen van artikel 4. » .
Art. 11.Het opschrift van Hoofdstuk IV, vóór artikel 16 van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de woorden "Bepalingen inzake de vestigingscommissies".
Art. 12.Artikel 16, derde lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « De apotheker-secretaris wordt bijgestaan door statutaire of contractuele personeelsleden, waaronder een plaatsvervangend secretaris kan worden aangeduid door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort. » .
Art. 13.In hetzelfde besluit wordt na artikel 19 een Hoofdstuk V ingevoegd, waarvan het opschrift luidt als volgt : "Registratieprocedure".
Art. 14.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 20.§ 1. Elke eigenaar van een rechtmatig voor het publiek opengestelde apotheek vóór 4 juli 1973, en elke houder van een vergunning bedoeld in artikel 4, § 3, 1° van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, dient binnen de honderdtwintig dagen na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, per aangetekend schrijven aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, de volgende gegevens te laten registreren op formulieren, vergezeld van bijlagen, die daartoe door de Algemene Farmaceutische Inspectie worden afgeleverd : 1° zijn identiteit of zijn benaming en statuten;2° het adres van de apotheek;3° de identiteit van de apotheker-titularis;4° de datum van de opening van de apotheek op de huidige vestigingsplaats;5° de datum van overdracht van de apotheek, in voorkomend geval;6° in voorkomend geval, de datum van de definitieve of tijdelijke sluiting of de datum van tijdelijke overbrenging van de apotheek. Registratieformulieren mogen gegroepeerd ingediend worden, op voorwaarde dat elk van de bijlagen opgesteld is in geïnformatiseerde vorm, overeenkomstig de specificaties vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort. § 2. De houder van een vergunning voor een apotheek, voor het publiek opengesteld na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, moet per aangetekend schrijven aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, en binnen zestig dagen na de opening van de apotheek, de in § 1 bedoelde gegevens laten registreren. § 3. De vergunninghouder van elke voor het publiek opengestelde apotheek moet, per aangetekende brief aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, elke wijziging van de in § 1, bedoelde gegevens laten registreren, en dit binnen de zestig dagen na de wijziging. § 4. De registratieprocedure bedoeld in § 1 moet eveneens worden gevolgd binnen de zestig dagen na de overdracht van een rechtmatig voor het publiek opengestelde apotheek, overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 april 1977 tot vaststelling van de regels die toelaten de waarde van de overdracht der apotheken vast te stellen en toezicht uit te oefenen op deze overdracht. § 5. De registraties bedoeld in de §§ 1, 2, 3 en 4 zijn onderworpen aan een retributie van : 5 000 frank voor de eerste registratie van de apotheek; in het geval van een gegroepeerde registratie (minimum tien registraties) met geïnformatiseerde bijlagen, zoals bedoeld in § 1 van dit artikel, wordt dit verminderd tot 1 000 frank of tot 2 000 frank, indien er ook een eerste vergunning moet worden verleend. 2.000 frank : bij elke wijziging van de apotheker-titularis; 5 000 frank : bij elke overdracht; 2 000 frank : bij elke andere wijziging; 1 000 frank : voor elk bijkomend afschrift. § 6. De bedragen verschuldigd krachtens dit artikel worden gestort of overgedragen op een rekeningnummer dat tot dat doel bestemd is.
De aanvragen tot registratie, zoals bedoeld in dit artikel, zijn slechts ontvankelijk indien ze deugdelijk zijn ingevuld, alsook het bewijs van betaling van de retributie, die vastgesteld is in de overeenkomstige bepalingen, er bijgevoegd is. § 7. De Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort kan een apotheker-ambtenaar belasten met de coördinatie van de registraties bedoeld in dit artikel. § 8. Als bewijs van het volgen van de registratieprocedure, bepaald in dit artikel, zal een registratie-attest worden toegestuurd.
De opeenvolgende registratie-attesten, of minstens een afschrift zoals bedoeld in § 5, dienen zorgvuldig te worden bewaard in de desbetreffende voor het publiek opengestelde apotheek.
Daarenboven dient elke persoonlijke vergunning, of minstens een fotokopie ervan, in de desbetreffende voor de publiek opengestelde apotheek zorgvuldig te worden bewaard, met uitzondering van : - een vergunning tot de opening : bij de vergunninghouder, tot de dag vóór de opening van de nieuwe apotheek; - een vergunning tot overbrenging of tijdelijke overbrenging : in de apotheek op het huidig vergunde adres tot de dag vóór de overbrenging van de apotheek naar het nieuw vergunde adres; - bij een definitieve sluiting of de overdracht van de apotheek : de vergunning dient per aangetekend schrijven te worden overgemaakt aan de Algemene Farmaceutische Inspectie.
Alle in het eerste en tweede lid bedoelde attesten en vergunningen dienen op aanvraag van een ambtenaar van de Algemene Farmaceutische Inspectie te worden voorgelegd. » .
Art. 15.In hetzelfde besluit wordt een artikel 20bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 20bis.§ 1. Elke aanvrager bedoeld in artikel 4, § 3ter, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, inbegrepen voor de gevallen bedoeld in artikel 4, § 3quater, eerste lid, 3°, 4° of 5°, van dat besluit, behalve als de oorspronkelijke vergunninghouder nog de houder is van de vergunning die werd verleend na 4 juli 1973, wordt geacht te beschikken over een tijdelijke vergunning, gedurende een termijn die twee jaar bedraagt, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken.
Die termijn wordt verlengd tot op het ogenblik waarop de procedure van de aanvraag tot regularisatie, bedoeld in § 2, is beëindigd.
De tijdelijke vergunning blijft in elk geval slechts geldig tot aan het verkrijgen van een definitieve vergunning. § 2. Bij wijze van overgangsmaatregel, kan elke aanvrager bedoeld in artikel 4, § 3quater, tweede lid, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, een aanvraag tot regularisatie indienen binnen een termijn van een jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken : - voor de gevallen bedoeld in artikel 4, § 3quater, eerste lid, 3°, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 : dient daartoe bij aangetekend schrijven aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, de naam van één vergunninghouder als overnemer bekend te maken; - voor de gevallen bedoeld in artikel 4, § 3quater, eerste lid, 4°, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 : dient daartoe de geldende regelgeving inzake de overdracht van een apotheek te volgen, behalve in het geval waarin, ten gevolge van een duidelijk bewezen overmacht, een bepaald document niet meer voorgelegd zou kunnen worden; - voor de gevallen bedoeld in artikel 4, § 3quater, eerste lid, 5°, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 : dient daartoe een aanvraag tot vergunning voor de overbrenging in te dienen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 4.
De regularisatie als bedoeld in artikel 20bis, § 2, kan slechts worden verkregen als, na het indienen van de aanvraag, wordt vastgesteld dat de vergunning beantwoordt aan de vereisten die gelden voor de rechtmatigheid ervan. » .
Art. 16.De artikelen 21 en 22 van hetzelfde besluit worden ondergebracht in een nieuw Hoofdstuk VI, waarvan het opschrift luidt als volgt "Slotbepalingen".
Art. 17.Voor wat betreft de aanvragen die werden ingediend vóór de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, kunnen de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, of de vestigingscommissies, de aanvrager vragen de in artikel 4, § 1 vermelde stukken voor te leggen, in het geval dat deze stukken nog niet werden neergelegd en het dossier nog niet afgesloten is met een ministeriële beslissing. Deze stukken dienen binnen de negentig dagen na het schriftelijk verzoek en per aangetekende brief te worden opgestuurd tegelijk met de inventaris van de stukken.
Art. 18.Artikel 4, § 3quinquies van het voornoemde koninklijk besluit nr. 78 en artikel 4 van de wet van 13 mei 1999 houdende diverse bepalingen "Volksgezondheid" treden in werking de dag waarin dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van : - artikel 2 dat in werking treedt op 8 december 1999; - artikel 6 dat slechts van toepassing is op de aanvragen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit nog niet werden genotificeerd, volgens artikel 6 van het voornoemde koninklijk besluit van 25 september 1974, en op de aanvragen die vanaf deze datum van inwerkingtreding worden ingediend.
Art. 20.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 december 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET