Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 juni 2011
gepubliceerd op 09 juni 2011

Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Adviesraad van het sociaal strafrecht en betreffende de datum van inwerkingtreding van de artikelen 96, 97 en 98 van het Sociaal Strafwetboek

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2011009433
pub.
09/06/2011
prom.
07/06/2011
ELI
eli/besluit/2011/06/07/2011009433/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JUNI 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Adviesraad van het sociaal strafrecht en betreffende de datum van inwerkingtreding van de artikelen 96, 97 en 98 van het Sociaal Strafwetboek


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 juni 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/06/2010 pub. 01/07/2010 numac 2010009589 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Sociaal Strafwetboek sluiten tot invoering van het Sociaal Strafwetboek, de artikelen 96 tot 98 van het Sociaal Strafwetboek en het artikel 111 van de wet;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan leden van het personeel der ministeries;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 april 2011;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 28 april 2011;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat het absoluut noodzakelijk is dat de Adviesraad gecreëerd wordt voor de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek aangezien dit orgaan bevoegd is een advies op vraag van de Koning te verstrekken over de ontwerpen van uitvoeringsbesluit van het wetboek. En, overeenkomstig artikel 111 van de wet van 6 juni 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/06/2010 pub. 01/07/2010 numac 2010009589 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Sociaal Strafwetboek sluiten, is de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek voorzien op 1 juli 2011. Gelet op de lopende zaken, kon een dergelijk ontwerp van koninklijk besluit, tot op heden, niet behandeld worden. Gelet op de noodzakelijkheid de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren, en teneinde te vermijden dat met ingang van 1 juli 2011 geen enkele controle op het respecteren van de sociale wetgeving legaal kan georganiseerd worden - controle waarvoor een ander ontwerp van koninklijk besluit net onderworpen dient te worden aan het advies van de Adviesraad en van de Raad van State - wordt huidig ontwerp van koninklijk besluit voor dringend advies aan de Raad van State voorgelegd;

Gelet op het advies nr. 49.713/1 van de Raad van State, gegeven op 19 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van state, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Werk, de Minister van Justitie, de Minister van Zelfstandigen, de Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Samenstelling van de Adviesraad van het sociaal strafrecht

Artikel 1.De Adviesraad van het sociaal strafrecht, hierna « de Adviesraad » genoemd, bestaat uit 18 leden die de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de Federale Overheidsdienst Justitie, de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de Rechtelijke Orde en de academische wereld vertegenwoordigen.

De leden worden aangewezen op basis van hun ervaring of hun bijzondere kennis inzake het sociaal strafrecht.

Art. 2.Een lid van een ministerieel kabinet mag niet als lid worden aangewezen.

Art. 3.De Adviesraad wordt voorgezeten door een voorzitter en door een vice-voorzitter die tot een verschillend taalstelsel behoren. Deze worden gekozen uit de leden.

Zij kunnen zich laten bijstaan door meerdere leden van de Adviesraad voor de leiding en de coördinatie van de werkzaamheden.

Art. 4.Een secretaris en twee adjunct-secretarissen worden gekozen uit de leden die de Federale Overheidsdienst Justitie, de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid vertegenwoordigen.

Art. 5.De voorzitter, de vice-voorzitter, de secretaris, de adjunct-secretarissen en de andere leden worden door Ons voor een duur van vier jaar benoemd. Hun mandaat kan worden hernieuwd.

Zij worden benoemd met inachtneming van de taalpariteit alsmede met de regels voor de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid.

In geval een lid overlijdt of ontslag neemt, wordt hij vervangen door de overheid die hem heeft benoemd. Het plaatsvervangende lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.

Art. 6.De Adviesraad kan zich laten bijstaan door deskundigen die niet behoren tot de leden van de Adviesraad. HOOFDSTUK 2. - Regels inzake de werking van de Adviesraad van het sociaal strafrecht

Art. 7.De Adviesraad geeft advies binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het volledige dossier betreffende de adviesaanvraag.

Die termijn kan evenwel tot tien dagen herleid worden in geval van dringende noodzakelijkheid of in speciaal gemotiveerde omstandigheden.

Die termijn kan met dertig dagen verlengd worden door de Minister van Justitie als de aanvraag van bijzonder belang of ingewikkeld is.

Art. 8.In geval van dringende noodzakelijkheid of in speciaal gemotiveerde omstandigheden kan het advies van de Adviesraad uitgebracht worden volgens een schriftelijke procedure onder de leden.

Art. 9.De Adviesraad stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het, evenals de eventuele latere wijzigingen er aan, ter goedkeuring voor aan de Minister van Justitie.

Het huishoudelijk reglement regelt o.a. de volgende punten : - de verplichting om notulen op te stellen van de debatten die tijdens elke vergadering gevoerd worden; - de wijze waarop de documenten aan de leden worden overgemaakt; - de procedure voor de bijeenroeping van de vergaderingen; - de nadere regelen tot uitvoering van de schriftelijke procedure inzake het uitbrengen van advies in geval van dringende noodzakelijkheid of in speciaal gemotiveerde omstandigheden; - de voorwaarden en de gevallen waarvoor de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen of de documenten kan worden toegepast; - de zetel en de plaats van de vergaderingen; - de nadere regelen voor het samenstellen van het jaarverslag.

Art. 10.De Adviesraad vergadert ten minste één maal per kwartaal.

Art. 11.Het aanwezigheidsquorum wordt vastgelegd op de helft van de leden.

Het stemmingsquorum wordt vastgelegd op de meerderheid van de aanwezige leden.

In geval van staking der stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 12.Als het aanwezigheidsquorum niet bereikt kan worden, kan op korte termijn en minstens vierentwintig uur na de vergadering waarop de quorum niet werd bereikt een nieuwe vergadering bijeengeroepen worden om over dezelfde agenda te beraadslagen. In geval van gemotiveerde dringende noodzakelijkheid kan deze termijn worden ingekort. Tijdens een herbijeenroeping kan, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze worden beraadslaagd.

Art. 13.Voor zover zij niet tot een overheidsdienst, een openbare instelling of de Rechterlijke Orde behoren, ontvangen de leden van de Adviesraad alsook de deskundigen : 1° een presentiegeld van 37,18 euro per zittingsdag met een duur van ten minste drie uren.Het is gekoppeld aan de spilindexcijfer 138,01. 2° indien zij een vergadering bijwonen die buiten hun administratieve standplaats wordt gehouden : a) de terugbetaling van hun reiskosten onder de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;b) een vergoeding voor verblijfkosten bepaald bij het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan leden van het personeel der ministeries. Voor de toepassing van punt 2° worden de leden van de Adviesraad en de deskundigen gelijkgesteld met de ambtenaren van niveau A3.

Art. 14.De voorzitter die niet behoort tot een overheidsdienst, een openbare instelling met een voltijdse tewerkstelling of de Rechterlijke Orde, ontvangt een jaarlijkse toelage van 900 euro betaald aan het einde van het jaar, in voorkomend geval prorata temporis met het uitgeoefend voorzitterschap.

De in het eerste lid bedoelde toelage is niet verenigbaar met de presentiegelden bedoeld in artikel 13, eerste lid, 1°.

De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries geldt ook voor deze toelage. Zij is gekoppeld aan de spilindexcijfer 138,01.

Art. 15.De in de artikelen 13 en 14 bedoelde vergoedingen en de kosten voor de werking van het secretariaat zijn ten laste van de begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie. HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding

Art. 16.De artikelen 96, 97 en 98 van het Sociaal Strafwetboek treden in werking op de datum van de bekendmaking van dit koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17.Dit koninklijk besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 18.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te München, 7 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, S. De CLERCK De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, C. DEVLIES

^