gepubliceerd op 26 juni 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1992 tot regeling van de organisatie en de werking van het Participatiefonds
5 JUNI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1992 tot regeling van de organisatie en de werking van het Participatiefonds (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, inzonderheid op artikel 74, § 1, 3°, vervangen bij de wet van 19 juli 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1992 tot regeling van de organisatie en de werking van het Participatiefonds, inzonderheid op artikel 18, derde streepje, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 februari 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 februari 2002, en op artikel 23, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 februari 2002;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 28 februari 2002;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op advies 33.175/1 van de Raad van State, gegeven op 23 april 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 18, derde streepje, van het koninklijk besluit van 22 december 1992 tot regeling van de organisatie en de werking van het Participatiefonds, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 februari 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 februari 2002, wordt aangevuld als volgt : « Zo de nadere regels met betrekking tot de terbeschikkingstelling voorzien in een schijf (« onderhoudsschijf » genoemd), die uitsluitend zal dienen ter dekking van de noden aan bedrijfskapitaal gedurende het opstarten van de activiteit, zal deze schijf niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de eigen inbreng. »
Art. 2.Artikel 23 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 februari 2002, wordt vervangen als volgt : « De rentevoet van elke schijf wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur van het Fonds die de nadere regels voor de herziening ervan vastlegt. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2002.
Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juni 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 28 juli 1992, Belgisch Staatsblad van 31 juli 1992. Wet van 19 juli 2001, Belgisch Staatsblad van 28 juli 2001.
Koninklijk besluit van 22 december 1992, Belgisch Staatsblad van 13 januari 1993.
Koninklijk besluit van 29 februari 1996, Belgisch Staatsblad van 20 maart 1996.
Koninklijk besluit van 17 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 25 februari 1997.
Koninklijk besluit van 5 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 20 juni 1998.
Koninklijk besluit van 30 april 1999, Belgisch Staatsblad van 29 juni 1999.
Koninklijk besluit van 26 februari 2002, Belgisch Staatsblad van 7 maart 2002.