4 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de investeringsdrempels, de criteria voor het in aanmerking komen van investeringskosten, en de procedure van klassering

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/1999 numac 1999022439 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 7undecies, § 9, ingevoegd bij de wet van 15 maart 2021;

Gelet op het voorstel van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 12 december 2019 en het aanvullende voorstel d.d. 4 februari 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 maart 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 10 maart 2021;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd op 7 maart 2021;

Gelet op het advies 69.021/3 van de Raad van State, gegeven op 13 april 2021 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies nr. 67/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 20 mei 2021;

Op de voordracht van de minister van Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.§ 1. De definities vervat in artikel 2 van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/1999 numac 1999022439 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna "de wet" genoemd, zijn van toepassing op dit besluit. § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "investeringsdrempel": het niveau van de in aanmerking komende kosten, uitgedrukt in euro per kW, vanaf hetwelk de capaciteit kan worden geklasseerd in een capaciteitscategorie die verband houdt met een capaciteitscontract voor maximaal vijftien, acht of drie leveringsperioden van capaciteit;2° "technisch expert": de expert die beantwoordt aan de in artikel 18 vastgestelde aanwijzingsvoorwaarden;3° "in aanmerking komende kosten": de kosten in verband met een investering in een capaciteit, die in aanmerking moeten worden genomen bij de klassering van de capaciteit in een capaciteitscategorie;4° "capaciteit": vermogen geassocieerd met een leveringspunt;5° "bestaande capaciteit": capaciteit die op het ogenblik van de indiening van het prekwalificatiedossier reeds in staat was om elektriciteit te injecteren of de afname ervan op de markt of na de meter te beperken;6° "gekoppelde capaciteiten": capaciteiten die op dezelfde geografische locatie zijn gevestigd, waartussen een verband van noodzaak en technische samenhang bestaat en die niet kunnen worden geaggregeerd omwille van hun verplichting om een dagelijks programma te verstrekken;7° "geaggregeerde offerte": dossier dat in het kader van de prekwalificatieprocedure wordt ingediend en dat een combinatie van ten minste twee capaciteiten omvat;8° "beheerder van een geaggregeerde offerte": elke natuurlijke of rechtspersoon die door de houders van capaciteiten die opgenomen zijn in een offerte, is gemachtigd om deze capaciteiten op geaggregeerde wijze te doen deelnemen aan het capaciteitsvergoedingsmechanisme;9° "dezelfde geografische locatie": eenzelfde kadasterperceel, of meerdere kadasterpercelen die aan elkaar grenzen, of meerdere kadasterpercelen die niet aan elkaar grenzen maar deel uitmaken van een geheel van dicht bij elkaar liggende percelen, ongeacht of er al dan niet een openbare weg door dat geheel loopt;10° "nominaal referentievermogen": het maximale vermogen van een capaciteit dat in het capaciteitsvergoedingsmechanisme kan worden aangeboden. 11° "dagelijks programma": het productieprogramma van een eenheid in de capaciteitsmarkt (in MW), gegeven op kwartierbasis, opgelegd door deel (a) van artikel II.4 § 1 van de voorwaarden voor de programma-agent, uitgewerkt door de netbeheerder in overeenstemming met de artikelen 46, 49 en 52 van Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie van 2 augustus 2017 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen, en artikel 246 tot 252 en artikel 377 van het federaal technisch reglement, en verstrekt aan de netbeheerder in day-ahead en geactualiseerd in overeenstemming met de regels uit de voorwaarden; HOOFDSTUK II. - Methode voor het klasseren van een capaciteit in een capaciteitscategorie

Art. 2.§ 1. In het kader van het capaciteits-vergoedingsmechanisme valt elke geprekwalificeerde capaciteit onder een van de volgende capaciteitscategorieën: 1° een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat maximaal vijftien perioden van capaciteitslevering bestrijkt;2° een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat maximaal acht perioden van capaciteitslevering bestrijkt;3° een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat maximaal drie perioden van capaciteitslevering bestrijkt;4° een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat één enkele periode van capaciteitslevering bestrijkt. Bij gebrek aan klassering door de commissie van een capaciteit in een van de in het eerste lid, 1° tot 3°, bedoelde capaciteitscategorieën, valt de capaciteit automatisch onder de in het eerste lid, 4°, bedoelde capaciteitscategorie.

In afwijking van het eerste lid, vallen een indirecte buitenlandse capaciteit en een niet bewezen capaciteit automatisch onder de capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat één enkele periode van capaciteitslevering bestrijkt. § 2. Om een capaciteit in een capaciteitscategorie te klasseren, onderzoekt de commissie op basis van het in artikel 7 bedoelde investeringsdossier of de in aanmerking komende kosten van een geplande investering in de zin van artikel 3 voor een in aanmerking komend vermogen in de zin van artikel 4 minstens één van de in artikel 6 vastgelegde investeringsdrempels bereiken of overschrijden.

Art. 3.§ 1. Voor de klassering van een capaciteit in een capaciteitscategorie wordt rekening gehouden met in aanmerking komende kosten, met uitsluiting van andere kosten.

De in aanmerking komende kosten zijn de initiële en niet terugkerende investeringsuitgaven die worden besteld vanaf de datum van publicatie van de resultaten van de veiling waarop de offerte met betrekking tot deze capaciteit is aanvaard en die ten laatste de dag voorafgaand aan de eerste dag van de periode van capaciteitslevering worden uitgevoerd en die noodzakelijk zijn voor de bouw en/of levering van de essentiële fysieke technische elementen van de capaciteit, en om de Belgische markt extra capaciteit aan te bieden vanaf de eerste periode van capaciteitslevering die door het capaciteitscontract wordt bestreken. § 2. Voor de bestaande capaciteiten zijn de uitgaven die tot gevolg hebben dat er aanvullende capaciteit wordt aangeboden, de volgende: 1° de uitgaven waarvan is aangetoond dat ze noodzakelijk zijn gemaakt om de capaciteit in overeenstemming te kunnen brengen met nieuwe normen die dienen te worden nageleefd in het kader van de prekwalificatie;2° de uitgaven die nodig zijn om het nominaal referentievermogen van de capaciteit of de technische levensduur van de installatie te verhogen;3° voor rechtstreekse buitenlandse capaciteiten, de uitgaven die nodig zijn om de eenheid aan te sluiten op een netwerk dat binnen de Belgische regelzone valt. § 3. Na raadpleging van de marktdeelnemers kan de commissie richtsnoeren uitvaardigen om de in paragrafen 1 en 2 bepaalde voorwaarden voor het in aanmerking komen van de kosten te specificeren.

Art. 4.Om een capaciteit in een capaciteitscategorie te kunnen klasseren, moet rekening worden gehouden met het nominaal referentievermogen van de capaciteit na de beoogde investering

Art. 5.§ 1. Elke capaciteit die deel uitmaakt van een geaggregeerde offerte wordt geklasseerd in een capaciteitscategorie. Op basis van de indeling van capaciteiten bepaalt de commissie in voorkomend geval de verschillende klasseringscombinaties ervan en koppelt ze elke combinatie aan een maximaal nominaal referentievermogen dat overeenkomt met de som van de nominale referentievermogens van de capaciteiten van de geaggregeerde offerte die zijn ingedeeld in een capaciteitscategorie die gelijk is aan of hoger is dan de bepaalde capaciteitscategorie. Op basis daarvan kiest de beheerder van de geaggregeerde offerte de capaciteitscategorie die op de geaggregeerde offerte van toepassing is. § 2. Tijdens de geldigheidsduur van het capaciteitscontract kan een capaciteit uit een geaggregeerde offerte worden vervangen door een andere capaciteit onder de volgende voorwaarden: 1° de vervangcapaciteit moet op voorhand geklasseerd zijn in een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat een aantal perioden van capaciteitslevering omvat dat gelijk is aan of groter is dan het resterende aantal perioden van capaciteitslevering van het in uitvoering zijnde contract, of beschikken over een resterend aantal perioden van capaciteitslevering dat ten minste gelijk is aan het resterende aantal perioden van capaciteitslevering van het in uitvoering zijnde contract;2° de vervangcapaciteit mag niet het voorwerp uitmaken van een in uitvoering zijnde capaciteitscontract.

Art. 6.§ 1. De investeringsdrempels voor de indeling van een capaciteit in een capaciteitscategorie zijn de volgende: 1° voor een capaciteitscontract dat maximaal vijftien perioden van capaciteitslevering bestrijkt: € 360/kW;2° voor een capaciteitscontract dat maximaal acht perioden van capaciteitslevering bestrijkt: € 239 /kW;3° voor een capaciteitscontract dat maximaal drie perioden van capaciteitslevering bestrijkt: € 106/kW. § 2. De commissie stelt zo nodig en minstens om de drie jaar een voorstel op over de noodzaak om de in paragraaf 1 vastgestelde investeringsdrempels te wijzigen. Zij stuurt dit voorstel door naar de minister en publiceert het op haar website. Bij dit voorstel en de desgevallende herziening zal rekening worden gehouden met de technologische evoluties alsook met de Belgische en Europese energie- en klimaatdoelstellingen en de subdoelstellingen voor de elektriciteitsproductiesector. § 3. Als de Koning beslist om van het voorstel bedoeld in § 2 af te wijken, dan vermeldt hij uitdrukkelijk de redenen daarvan in zijn besluit, vastgesteld na overleg in Ministerraad. HOOFDSTUK III. - Indiening en behandeling van het investeringsdossier

Art. 7.§ 1. Om in een capaciteitscategorie te worden geklasseerd die verbonden is aan een capaciteitscontract dat maximaal drie, acht of vijftien capaciteitsperioden bestrijkt, moet de capaciteitshouder of de beheerder van een geaggregeerde offerte, hierna "de aanvrager" genoemd, uiterlijk op 15 juni van het jaar van de desbetreffende veiling, overeenkomstig artikel 7undecies, § 8, zevende lid en § 9, eerste lid, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/1999 numac 1999022439 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, een investeringsdossier indienen bij de commissie.

De indiening van het dossier gebeurt via het door de commissie ter beschikking gestelde informaticaplatform. Een aanvrager die tijdens de laatste drie dagen van de indieningstermijn voor een investeringsdossier zou vaststellen dat dit platform niet beschikbaar zou zijn, stelt de commissie daarvan onmiddellijk in kennis. Na verificatie publiceert de commissie een bericht in deze zin op haar website. Indien de beschikbaarheid van het informaticaplatform binnen een termijn van drie dagen wordt hersteld, publiceert de commissie een bericht in die zin op haar website en wordt de termijn voor het indienen van de investeringsdossiers met evenveel dagen verlengd, te rekenen vanaf de dag na de publicatie van dit bericht. Indien de beschikbaarheid van het platform niet binnen drie dagen wordt of kan worden hersteld, publiceert de commissie op haar website een bericht waarin de aanvragers worden verzocht hun investeringsdossier per e-mail of brief in te dienen, binnen een termijn van drie dagen te rekenen vanaf de dag na de publicatie van het bericht. In het laatste geval verzoekt de commissie de aanvrager om zijn dossier opnieuw in te dienen via het informaticaplatform zodra dit opnieuw beschikbaar is.

Het investeringsdossier omvat minstens volgende elementen: 1° de naam, de voornaam en de woonplaats van de aanvrager;2° indien het gaat om een vennootschap, de handelsnaam of naam, de rechtsvorm, de maatschappelijke zetel alsook de documenten waarin de bevoegdheden van de ondertekenaars van de aanvraag worden bevestigd;3° indien het gaat om een geaggregeerde offerte, de naam, de voornaam en de woonplaats van elke capaciteitshouder die is opgenomen in de offerte of, in het geval van een vennootschap, haar bedrijfsnaam, rechtsvorm en maatschappelijke zetel;4° de capaciteitscategorie waarin de capaciteit volgens de aanvrager zou) moeten worden ingedeeld of capaciteiten als het om een geaggregeerde offerte gaat;5° een nauwkeurige beschrijving van de geplande investering of, in het geval van een geaggregeerde offerte, van elke geplande investering per capaciteit en van de in aanmerking komende kosten;6° het bewijs dat de criteria voor het in aanmerking komen van de kosten van de investering of, in het geval van een geaggregeerde offerte, van elke investering, zijn nageleefd;7° Indien de aanvrager niet de capaciteitshouder is, het bewijs dat hij beschikt over een mandaat van capaciteitshouder;8° een certificaat afgegeven door een door de aanvrager aangewezen technisch expert waaruit blijkt dat het geplande bedrag van de investering, of van elke investering in het geval van een geaggregeerde offerte, voldoet aan de criteria om in aanmerking te komen;9° een verklaring op erewoord dat, voor zover de aanvrager weet, de in aanmerking komende kosten van de investering, op basis van redelijke veronderstellingen, gelijk zullen zijn aan of hoger zullen zijn dan de genoemde investeringsdrempel en dat de in artikel 18 bedoelde voorwaarden voor aanwijzing van de technisch expert in acht werden genomen;10° de contactgegevens van de contactpersoon in het kader van de behandeling van het investeringsdossier. In geval de informatie die de aanvrager aan de commissie heeft overgemaakt in het kader van zijn investeringsdossier en de informatie die de netbeheerder aan de commissie heeft overgemaakt met toepassing van de werkingsregels van het capaciteitsvergoedingsmechanisme zoals bedoeld in artikel 7undecies, § 12 van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/1999 numac 1999022439 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen sluiten niet coherent zijn, deelt de commissie dit zo spoedig mogelijk mee aan de netbeheerder en maakt ze de aanvrager een verzoek om aanvullende informatie over in overeenstemming met artikel 9. § 2. Een capaciteitshouder mag maximaal vier afzonderlijke investeringsdossiers voor dezelfde geografische locatie indienen. Elk dossier beantwoordt slechts aan één technische configuratie en een nominaal referentievermogen. § 3. De aanvragers leven de procedure en de voorwaarden voor het gebruik van het informaticaplatform, zoals gedefinieerd door de commissie, na.

Uiterlijk vier maanden vóór de eerste veiling en met het oog op de indiening van de investeringsdossiers deelt de commissie de marktdeelnemers de procedure mee voor het gebruik van het informaticaplatform. § 4. Indien de aanvrager in zijn investeringsdossier aantoont dat de voorgestelde investering betrekking heeft op gekoppelde capaciteiten, wordt het bedrag van de in aanmerking komende kosten en vermogens van de betrokken capaciteiten samengevoegd in het kader van de behandeling van het dossier door de commissie. § 5. De aanvrager meldt tot en met 31 augustus van het jaar van de desbetreffende veiling op eigen initiatief elke wijziging van de in de eerste paragraaf, tweede lid, 1° tot 3°, 7° en 10° opgesomde informatie aan de commissie. Aan de andere elementen mogen geen wijzigingen worden aangebracht.

Art. 8.Tenzij anders vermeld in dit hoofdstuk, verloopt alle communicatie tussen de commissie en de aanvrager via e-mail. De verzending van een e-mail naar de aanvrager door de commissie is geldig wanneer die gericht is aan de contactpersoon bedoeld in artikel 7, § 1, tweede lid, 10°. Indien de bestemmeling correct geïdentificeerd is, wordt deze verondersteld de e-mail te hebben ontvangen op de dag dat de verzender die verzonden heeft.

Art. 9.De commissie kan, in het kader van de behandeling van een investeringsdossier, een verzoek om aanvullende informatie richten aan de aanvrager. Deze laatste zendt de gevraagde informatie binnen tien dagen toe. Bij gebreke hiervan kan de commissie het investeringsdossier onontvankelijk verklaren nadat zij de aanvrager, bijgestaan door zijn raadsman, heeft gehoord of hem althans naar behoren heeft opgeroepen. De oproeping om gehoord te worden en de beslissing van de commissie worden per aangetekende brief met ontvangstbevestiging aan de aanvrager gericht.

Art. 10.§ 1. Zodra een capaciteit of een geaggregeerde offerte door de netbeheerder is geprekwalificeerd, stuurt de netbeheerder de informatie in dit verband onmiddellijk door naar de commissie, met vermelding van het nominaal referentievermogen.

Indien de netbeheerder tijdens de prekwalificatieprocedure een of meer capaciteiten die een geaggregeerde offerte vormen, afwijst, maar niettemin de geaggregeerde offerte prekwalificeert, neemt de commissie haar besluit op basis van de geaggregeerde offerte zoals geprekwalificeerd. § 2. De netbeheerder antwoordt binnen een termijn van tien dagen op eender welke informatievraag van de commissie.

Art. 11.Na onderzoek van het investeringsdossier bepaalt de commissie de klassering van de capaciteit in een capaciteitscategorie. Als het om een geaggregeerde offerte gaat, klasseert de commissie elke capaciteit van de offerte in een capaciteitscategorie en bepaalt ze bovendien hoe de verschillende combinaties van de capaciteiten van de offerte worden geklasseerd.

Indien de commissie van mening is dat de capaciteit moet worden geklasseerd in een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat een kleiner aantal perioden van capaciteitslevering dekt dan door de aanvrager is aangevraagd, zendt zij haar ontwerpbesluit per aangetekende brief met ontvangstbewijs toe aan de aanvrager om hem in staat te stellen binnen zeven dagen zijn opmerkingen over te maken.

In het in het vorige lid bedoelde geval kan de beheerder van die geaggregeerde offerte, indien de commissie van plan is de capaciteiten die samen een geaggregeerde offerte vormen in meer dan één capaciteitscategorie te klasseren, binnen dezelfde termijn ook zijn offerte aanpassen door bepaalde capaciteiten in te trekken, om een homogene indeling te verkrijgen van alle capaciteiten die samen de geaggregeerde offerte vormen.

De commissie stelt de aanvrager per aangetekende brief met ontvangstbevestiging in kennis van haar definitieve beslissing; zij brengt tegelijkertijd de netbeheerder hiervan op de hoogte. HOOFDSTUK IV. - Controle ex post

Art. 12.§ 1. Na de publicatie van de veiling, verstrekt de netbeheerder de commissie alle informatie die met name op basis van zijn monitoring, voorafgaand aan de capaciteitslevering, is verkregen en die van invloed kan zijn op de controle door de commissie op de klassering van een capaciteit of een geaggregeerde offerte in een capaciteitscategorie. Na overleg met de netbeheerder stelt de commissie de lijst van de over te maken informatie op, evenals de vorm en de termijn om deze over te maken. § 2. In het geval van een verbreking van het capaciteitscontract stelt de netbeheerder de commissie hiervan onverwijld in kennis. § 3. Gedurende de verwerkingstijd van het afsluitingsdossier van de investering meldt de capaciteitsleverancier van wie de capaciteit overeenkomstig artikel 11 werd ondergebracht in een capaciteitscategorie, op eigen initiatief aan de commissie elke wijziging aan de informatie die vervat zit in het investeringsdossier en opgesomd staat in artikel 7, § 1, tweede lid, 1° tot 3°, 7° en 10°.

Art. 13.§ 1.Indien aan het einde van de veiling de capaciteitshouder of beheerder van een geaggregeerde offerte een capaciteitscontract voor meer dan drie perioden van capaciteitslevering heeft afgesloten, bezorgt deze capaciteitshouder of deze beheerder van een geaggregeerde offerte, hierna de "capaciteitsleverancier" genoemd, de commissie uiterlijk op de laatste dag van de vierentwintigste maand na de eerste dag van de eerste periode van capaciteitslevering waarop het capaciteitscontract betrekking heeft, een afsluitingsdossier van de investering.

Indien aan het einde van de veiling de capaciteitshouder of beheerder van een geaggregeerde offerte een capaciteitscontract heeft gesloten dat ten hoogste drie perioden van capaciteitslevering bestrijkt, bezorgt deze capaciteitshouder of deze beheerder van een geaggregeerde offerte, hierna de "capaciteitsleverancier" genoemd, de commissie uiterlijk op de laatste dag van de vierde maand na de eerste dag van de eerste periode van capaciteitslevering waarop het capaciteitscontract betrekking heeft, een afsluitingsdossier van de investering.

De indiening van het afsluitingsdossier van de investering gebeurt via het door de commissie ter beschikking gestelde informaticaplatform.

Een capaciteitsleverancier die tijdens de laatste drie dagen van de indieningstermijn voor een afsluitingsdossier van de investering zou vaststellen dat dit platform niet beschikbaar zou zijn, stelt de commissie daarvan onmiddellijk in kennis. Na verificatie publiceert de commissie een bericht in deze zin op haar website. Indien de beschikbaarheid van het informaticaplatform binnen een termijn van drie dagen wordt hersteld, publiceert de commissie een bericht in die zin op haar website en wordt de termijn voor het indienen van de investeringsdossiers met evenveel dagen verlengd, te rekenen vanaf de dag na de publicatie van dit bericht. Indien de beschikbaarheid van het platform niet binnen drie dagen wordt of kan worden hersteld, publiceert de commissie op haar website een bericht waarin de capaciteitsleveranciers worden verzocht hun afsluitingsdossier van de investering per e-mail of brief in te dienen, binnen een termijn van drie dagen te rekenen vanaf de dag na de publicatie van het bericht.

In het laatste geval verzoekt de commissie de capaciteitsleverancier om zijn dossier opnieuw in te dienen via het informaticaplatform zodra dit opnieuw beschikbaar is. § 2. Het afsluitingsdossier van de investering bevat ten minste de volgende gegevens: 1° de technische specificaties van de uitgevoerde investering, met vermelding van eventuele verschillen met de geplande investering die door de commissie in een capaciteitscategorie werd ingedeeld;2° een overzichtstabel met alle posten van de kosten van de investering en het overeenkomstige bedrag, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de in aanmerking komende en de niet in aanmerking komende kosten en waarbij voor de in aanmerking komende kosten een vergelijking wordt gemaakt tussen het begrote bedrag en het werkelijke bedrag;3° in de bijlage, de facturen of enig ander verantwoordingsdocument met bewijskracht betreffende de in aanmerking komende kosten;4° een gedocumenteerd certificaat, afgeleverd door een door de capaciteitsleverancier aangewezen technisch expert, ter staving van de gedane investering en de in aanmerking komende kosten ervan.Indien de technisch expert verschillen vaststelt tussen de geplande investering en de gedane investering, zowel wat de technische specificaties van de investering als wat het bedrag van de in aanmerking komende kosten betreft, specificeert het deze verschillen in zijn certificaat; 5° een verklaring op erewoord van de capaciteitsleverancier dat aan de in artikel 18 bedoelde voorwaarden voor de aanwijzing van de technisch expert is voldaan;6° eventuele wijzigingen aan de in artikel 7, § 1, tweede lid, 1° tot 3°, 7° en 10° bedoelde informatie, die binnen het raam van de behandeling van het investeringsdossier werd overgemaakt. § 3. De capaciteitsleveranciers leven de procedure en de voorwaarden voor het gebruik van het informaticaplatform, zoals gedefinieerd door de commissie, na.

Uiterlijk twaalf maanden na de eerste veiling en met het oog op de indiening van de afsluitingsdossiers van de investering deelt de commissie de marktdeelnemers de procedure mee voor het gebruik van het informaticaplatform.

Art. 14.Tenzij anders vermeld in dit hoofdstuk, verloopt alle communicatie tussen de commissie en de capaciteitsleverancier via e-mail. De verzending van een e-mail naar de capaciteitsleverancier door de commissie is geldig wanneer die gericht is aan de contactpersoon bedoeld in artikel 7, § 1, tweede lid, 10°. Indien de bestemmeling correct geïdentificeerd is, wordt deze verondersteld de e-mail te hebben ontvangen op de dag dat de verzender die verzonden heeft.

Art. 15.In het geval van laattijdige indiening of niet-indiening van het afsluitingsdossier van de investering kan de commissie, na de capaciteitsleverancier, desgevallend bijgestaan door zijn raadsman, te hebben gehoord of hem minstens naar behoren te hebben opgeroepen, de netbeheerder gelasten om het capaciteitscontract te beëindigen na afloop van de lopende periode van capaciteitslevering. In dat geval verliest de capaciteitsleverancier het voordeel van de klassering van de capaciteit, of van de geaggregeerde offerte en de capaciteiten die deze offerte vormen, in een van de in artikel 2, § 1, 1°, 2° of 3° bedoelde capaciteitscategorieën. De oproeping om gehoord te worden en de beslissing van de commissie worden per aangetekende brief met ontvangstbevestiging aan de capaciteitsleverancier gericht.

Art. 16.De commissie kan, in het kader van de behandeling van een afsluitingsdossier van een investering, een verzoek om aanvullende informatie richten aan de betrokken capaciteitsleverancier. De capaciteitsleverancier zendt de gevraagde informatie binnen tien dagen toe. Als de gevraagde informatie beschikbaar is bij een derde, brengt de capaciteitsleverancier de commissie daarvan zo snel mogelijk op de hoogte door de persoon aan te geven die over de informatie beschikt, en de termijn voor het verzenden daarvan wordt verlengd met tien dagen. Bij gebreke daarvan, kan de commissie, na de capaciteitsleverancier, desgevallend bijgestaan door zijn raadsman, te hebben gehoord of hem minstens naar behoren te hebben opgeroepen, de netbeheerder gelasten om het capaciteitscontract te beëindigen na afloop van de lopende periode van capaciteitslevering. In dat geval verliest de capaciteitsleverancier het voordeel van de klassering van de capaciteit, of van de geaggregeerde offerte en de capaciteiten die deze offerte vormen, in een van de in artikel 2, § 1, 1°, 2° of 3° bedoelde capaciteitscategorieën. De oproeping om gehoord te worden en de beslissing van de commissie worden per aangetekende brief met ontvangstbevestiging aan de capaciteitsleverancier gericht.

Art. 17.Indien de commissie aan het einde van haar controle ex post vaststelt dat het project zoals het werd gerealiseerd geen recht geeft op de aanvankelijke toegekende klassering zal ze de capaciteit of de geaggregeerde offerte herklasseren in de passende capaciteitscategorie, waarbij ze desgevallend een redelijke tolerantiemarge in aanmerking neemt. De commissie neemt haar besluit na de capaciteitsleverancier, desgevallend bijgestaan door zijn raadsman, te hebben gehoord of hem minstens naar behoren te hebben opgeroepen. De oproeping om gehoord te worden en de beslissing van de commissie worden per aangetekende brief met ontvangstbevestiging aan de capaciteitsleverancier gericht. De commissie gelast de netbeheerder het aantal perioden van capaciteitsverlening waarop het capaciteitscontract betrekking heeft, dienovereenkomstig aan te passen.

In het geval van kwade trouw vanwege de capaciteitsleverancier, fraude of markt-manipulatie, kan de commissie na de capaciteitsleverancier, desgevallend bijgestaan door zijn raadsman, te hebben gehoord of hem minstens naar behoren te hebben opgeroepen, de netbeheerder gelasten om het capaciteitscontract te beëindigen na afloop van de lopende periode van capaciteitslevering. In dat geval verliest de capaciteitsleverancier het voordeel van de klassering van de capaciteit, of van de geaggregeerde offerte en de capaciteiten die deze offerte vormen, in een van de in artikel 2, § 1, 1°, 2° of 3° bedoelde capaciteitscategorieën. De oproeping om gehoord te worden en de beslissing van de commissie worden per aangetekende brief met ontvangstbevestiging aan de capaciteitsleverancier gericht.

De commissie neemt haar besluit uiterlijk vier maanden na de indiening van het afsluitingsdossier van de investering.

In geen geval kan de controle ex post leiden tot de herklassering van een capaciteit in een hogere capaciteitscategorie.

Art. 18.De gegevens die de commissie verwerft en verwerkt ingevolge de toepassing van dit besluit, worden niet langer bewaard dan de administratieve verjaringstermijn bedoeld in artikel 31/3 van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/1999 numac 1999022439 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen sluiten. HOOFDSTUK V. - Voorwaarden voor de aanwijzing van de technische experts

Art. 19.§ 1. Alleen de persoon die aan de volgende voorwaarden beantwoordt, mag door de capaciteitshouder of -leverancier worden aangewezen als technisch expert: 1° deze persoon is onafhankelijk van de capaciteitshouder of -leverancier die hem aanwijst, in die zin dat: a) noch hij, noch de leden van zijn team worden tewerkgesteld of bezoldigd door deze capaciteitshouder of -leverancier, dan wel door een vennootschap die met deze in verband staat;en werden de afgelopen twee jaar niet tewerkgesteld of bezoldigd door deze capaciteitshouder of -leverancier, dan wel door een vennootschap van dezelfde groep; b) noch hij, noch de leden van zijn team zijn enigerlei overeenkomst aangegaan met deze capaciteitshouder of -leverancier, dan wel met een vennootschap die met deze in verband staat, waardoor deze capaciteitshouder of -leverancier een invloed op hen zou kunnen uitoefenen.c) hij treft tijdens de aanwijzingsperiode alle noodzakelijke maatregelen, met inbegrip van onthouding, om een reëel dan wel potentieel belangenconflict te vermijden dat ertoe zou kunnen leiden dat zijn onafhankelijkheid in het gedrang komt, zowel wat hemzelf als zijn teamleden betreft;2° hij geeft blijk van een nationaal of internationaal erkende competentie en expertise op het vlak van bouw en/of exploitatie van het type van desbetreffende uitrusting of technologie, op het vlak van consultancy, of in de energiesector;3° hij verbindt zich ertoe spoedig te reageren op de verzoeken van de commissie om inlichtingen en over te zenden informatie;4° hij garandeert de oprechtheid en de conformiteit van de bevindingen in het certificaat of de certificaten die hij opstelt. § 2. De in paragraaf 1, 1°, 3° en 4° bedoelde aanwijzingsvoorwaarden worden gestaafd aan de hand van een verklaring op erewoord van de technisch expert, die als bijlage wordt gevoegd bij de in artikel 7, § 1, tweede lid, 7° of in artikel 13, § 2, 5° bedoelde certificaten.

De in paragraaf 1, 2° bedoelde aanwijzingsvoorwaarde wordt gedocumenteerd met de curricula vitae van de technisch expert en van de leden van zijn team, alsmede door een beschrijving van de relevante vergelijkbare ervaringen. Deze documentering wordt eveneens bij bovengenoemde certificaten gevoegd. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 20.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 21.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juni 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN