Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 april 2003
gepubliceerd op 18 april 2003

Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk besluit van 13 maart 2003 betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003002095
pub.
18/04/2003
prom.
04/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/04/2003002095/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk besluit van 13 maart 2003 betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 april 1963 op het beheer van de instellingen van openbaar nut voor maatschappelijke zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 9, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 21, §§ 5 en 6;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 48, eerste lid;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 47;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op de herstelwet van 31 juli 1984, inzonderheid op artikel 16, § 4, ingevoegd bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2003 betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 september 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 26 september 2002;

Gelet op het protocol van 26 november 2002 van het Sectorcomité XX - Openbare Instellingen voor Sociale Zekerheid;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies nr. 34.718 van de Raad van State, gegeven op 6 februari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 13 maart 2003 betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid worden de artikelen 3bis en 3ter ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 3bis . § 1. De managementfunctie van « administrateur-generaal » krijgt gedurende een periode van 6 jaar een weging die gelijk is aan het aantal punten dat wordt verkregen door toepassing van de criteria en de punten toegekend aan elk criterium dat in bijlagen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2001 betreffende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde, wordt vermeld.

Afhankelijk van die weging wordt die functie opgenomen in één van de 7 klassen die in de tabel onder artikel 3 van voormeld koninklijk besluit van 11 juli 2001, zijn opgenomen. § 2. De managementfunctie van « adjunct-administrateur-generaal » wordt gedurende de periode van 6 jaar ingedeeld in een klasse uit de voornoemde tabel die 2 klassen lager is dan deze waarin de functie van administrateur-generaal van dezelfde instelling is ingedeeld. § 3. Het tweede en derde lid van artikel 3 van hetzelfde besluit zijn van toepassing op de wedden van de managementfuncties bedoeld in artikel 2.

Art. 3ter . De bevoegde Minister formuleert voor elke openbare instelling van sociale zekerheid waarvoor hij bevoegd is, voorstellen voor de weging van de managementfuncties van « administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal ».

De Ministerraad legt de weging vast van de managementfuncties van « administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal », op voorstel van de voogdijminister, na overleg met de Ministers van Ambtenarenzaken en Begroting. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2003 met uitzondering van het artikel 3bis , welk door het artikel 1 van onderhavig besluit wordt ingevoegd, dat in werking treedt op de datum van publicatie van het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid.

Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid, van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, R. DAEMS

^