3 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij aan de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, de verplichting wordt opgelegd het begin van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de overeenkomst krachtens artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten aan het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening mede te delen en waarbij de nadere regelen van deze mededeling worden bepaald (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 51, § 3quater, ingevoegd door de wet van 26 maart 1999;

Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren onverwijld op de hoogte te brengen van de verplichtingen die, in geval van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, op hen rusten wat de mededeling van de eerste werkloosheidsdag in elke kalendermaand aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betreft;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Art. 2.De bij artikel 1 bedoelde werkgevers zijn verplicht de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de overeenkomst krachtens artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten in elke kalendermaand mede te delen aan het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Art. 3.De bij artikel 2 bedoelde mededeling geschiedt met een ter post aangetekend schrijven of bij telefaxbericht aan het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is en vindt plaats de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken in elke kalendermaand of de gewone activiteitsdag die daarop volgt of, indien de werkgever met zekerheid weet dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst werkelijk geschorst zal worden, op de gewone activiteitsdag die voorafgaat aan de voormelde eerste dag.

De mededeling vermeldt de volgende gegevens : 1° de naam, het adres en het RSZ-nummer van de werkgever of de onderneming;2° de naam, de voornaam, het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde werknemer, zoals vermeld op de sociale identiteitskaart, alsmede het postnummer van diens woonplaats;3° de eerste dag waarop de arbeidsovereenkomst in de beschouwde maand geschorst wordt bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken;4° het volledig adres van de plaats waar de werkloos gestelde werkman die dag normaal zou gewerkt hebben. De Minister van Tewerkstelling en Arbeid kan een andere wijze van mededeling gelijkstellen met de mededeling bij een ter post aangetekend schrijven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1999.

Art. 5.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.